N». 228.
122® Jaargang.
1879J
Zaterdag
27 September.
BLAUWE ROZEir
Dit blad verschijnt dagelijks}
met nitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per 3/m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent,"
Advertentien: 20 Cent per regel.'
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,:, van 17 regels 1,50
iedere regel meer 0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daübh en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jonbs.
Zij die zich voor 1 October 1879 op
deze courant abonneeren, ontvangen de'
nog in dit kwartaal verschijnende nom
mers gratis.
Middelburg 26 September,
FEUILLBTOIT.
het huwelijk van
Delehva si alino§ska,
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Met blijdschap zal ongetwijfeld door alien., die
in den Nederlandschen landbouw belang stellen,
uit de toelichtingen tot de staatsbegrooting van
1880 gezien zijn, dat tengevolge van „de toe
nemende bloei en ontwikkeling der rijks-landbouw
school," die thans minstens 125 leerlingen telt,
eenige hoogere uitgaven voor die school noodig
zijn.
Langzamerhand zal dus eene kern van practi-
sche landbouwers gevormd worden, die de waarde
der wetenschap voor hun bedrijf beseffen. Den
invloed te miskennen, welke door die kern na
verloop van tijd op onzen geheelen landbouwers
stand zal uitgeoefend worden, ware in strijd met
alles wat de ervaring op ieder gebied van weten
schap en practijk geleerd heeft.
Deze werking kan echter niet anders dan lang
zaam zijn. Bovendien zal zij, tengevolge der
ongelijke verdeeling van de leerlingen der rijks
landbouwschool, voor de verschillende deelen des
lands zeer ongelijkmatig plaats hebben. Het ware
te wensehen dat door allen, die het gewicht der
zaak inzien, op middelen gezonnen werd om
hierin verbetering te brengen.
Een van de machtigste middelen hiertoe kan
weder zijn het lager onderwijs ten platten lande.
Van het onderricht, door de onderwijzers met
eene landbouw-akte te geven, verwachten wij
niet zoozeerrechtstreeksche gevolgen voor de
practijk, dan wel het opwekken van belangstelling,
van lust tot onderzoek en studie bij het opko
mende landbouwers-geslacht, voor de wetenschap
pelijke zijde van hun bedrijf. Evenals de taak
der wandel-leeraars is op de volwassenen te
werken, zoo moet het lager onderwijs de jongeren
tot eene meer wetenschappelijke beschouwing van
den landbouw voorbereiden.
Wordt deze zijde van het vraagstuk genoeg in
het oog gehouden Wordt met name door de
regeering, door de gemeentebesturen (voor zoo
ver ze reeds voor de zaak van het landbouw
onderwijs gewonnen zijn), door de vrienden en
beoefenaars van den wetenschappelijken landbouw,
genoeg gedaan om het verkrijgen eener landbouw-
akte voor onderwijzers begeerlijk te maken en
OF
DOOK
de schrijfster van Vera".
HOOFDSTUKIL
De familie Malinosska.
Eenige uren ten noordwesten van Wilna, in de
nabijheid der grenzen en van den spoorweg naar
Dunaburg, liggen de goederen en het buitenverblijf
der Malinosska's in een boschrijke streek, waar
langdurige koude winters heerschen. Zij bezitten
een gedeelte van dat land zonder zon, waarvan
de Teutonisehe Bidders met zooveel afgrijzen
plachten te spreken en daar zij het reeds sedert
eeuwen bezitten, hebben zij deelgenomen aan al
de heiligo oorlogen die Polen driehonderd jaar
lang in Europa gevoerd heeft, tegen Tartaren en
Turken en die slechts geëindigd zijn door de
bevrijding van Weenen door Lobieski.
langs dien weg het doordringen der eerste notiën
van wetenschappelijk landbouw-onderwijs op de
lagere school te bevorderen?
Wij betwijfelen het. Onze twijfel wordt beves
tigd door een brief „over de waarde der land-
bouw-akten voor lager onderwijs,'' dien wij in
n°. 77 der Landbouw-courant aantreffen. Wij laten
hem hier volgen, in de hoop dat hij menigeen,die
iets aan de zaak doen kan, tot nadenken en
handelen zal aansporen.
„Enkele jaren achtereen zijn er nog al eenige
akten gevraagd voor lager onderwijs iu de
landbouwkunde. Die liefhebberij is echter spoedig
weer verflauwd. En geen wonder. Immers,
indien er voor de landbouwstudie een andere
prikkel geweest was dan die pure „liefhebberij,"
dan zou 't aantal „liefhebbers" niet zoo spoedig
verminderd zijn. Studeeren, werken, alleen en
uitsluitend uit liefde tot de wetenschap, of uit een
zuiver philsntropisch beginsel, acht ik wel een
niet onbestaanbaar, maar toch zeker ook een niet
alledaagsch verschijnsel.
„Wat heeft men aan eene akte (of „aanteeke-
ning") voor landbouwkunde? Meer kans op
benoeming, als men solliciteert naar een onder
wijzersbetrekking? Ik ken voorbeelden van 't te
genovergestelde. Ik heb zelfs gehoord, dat tegen
mijne benoeming als hoofdonderwijzer door som
mige der edelachtbaren eenig bezwaar werd
gemaakt, daar ik akte bezat voor „dien nieuwen
landbouw;" terwijl die kennis den overigen raads
leden al vrij onverschillig was. En dat waren dan
toch de „zeven wijzen" van de parochie. Meer
dan ééns heb ik ondervonden, dat men ook op
't platteland veel meer waarde hecht aan een
mondvol Fransch o. a. dan aan de kennis van de
grondslagen van den landbouw. Geen wonder
dus, dat de vraag naar akten in landbouwkunde
nog zeer verre beneden 't aanbod blijft, ja nog
haast niet voorgekomen is.
„Over 't algemeen dus geen greintje belangstel
ling aan de zijde van overheden en ingezetenen
der plattelandsgemeenten.
„Hoe denken de landbouwmaatschappijen, na
tuurlijk de eerste bevorderaars van landbouwkeunis,
belangen, enz. over 't bezit van eene akte in land
bouwkunde Niet allen zijn zoo gul, om 't „eer
metaal" of een sommetje daarvoor over te hebben.
En voor landbouwvoordrachten worden immers
bij voorkeur ongeëxamineerden uitgenoodigd Ik
moet ronduit erkennen, dat de beide voornaamste
waudelleeraars in ons land elk verscheiden hon
derden procenten meer landbouwkennis bezitten
dan mij in mij aktetje toegekend is. Maar juist
deze overwegingen maken het niet bijzonder aan
bevelenswaardig, naar 't bezit van een landbouw-
akte (L. O.) te haken. Wien het te doen is om
eer of geld, hij blokke op Fransch, Engelsch, enz.,
maar hij verspille zijn tijd niet aan landbouwstu-
In den politieken strijd heeft die familie ook
een groote rol gespeeld; hun blazoen (of herby)
was alom bekend, terwijl er van hun huis nooit
gezegd kon worden dat er aieer lepels dan zwaar
den in waren, om de uitdrukking van den groot
meester der Teutonisehe orde te bezigen. Hun
stamhuis bractwodat hoogst aanzienlijk is,
behoort tot de rody of het geslacht der Zadora's.
De overleden prins Jan Valerius Malinosska was
starost van Prostura en ook lange jaren maarschalk
van den adel van Bossiena.
Op zijn vier en dertigste jaar huwde hij Wanda
Dembinski om haar schoonheid en daarna begon
hij haar te aanbidden om haar goedheid.
Zij brachten de eerste jaren van hun huwelijk
op hunne goederen nabij Wilna door en hunne
boeren, die zeer gelukkig waren, koesterden de
grootste liefde en den diepsten eerbied voor
prinses Wanda.
Ondanks hun groot fortuin, hunne verdiensten
en hun wederzijdscho liefde, beleefde het echtpaar
Malinosska zeer moeilijke tijden en toen hun
zoon Henry twaalf jaren oud was noopten de
gebeurtenissen van 1848-9 hen om hem te ver
wijderen van het tooneel van volksgisting en
ontevredenheid. Zij begaven zich naar Pisa, en
eer zij naar hun land terugkeerden werd hun een
dochter geboren, waaraan de vader zijn teederste
liefde wijdde en in wie de moeder vol verrukking
al de trekken van den vader weerzag. Er bestond
die f Maar och, 't is waar ook, deze raad is eigenlijk
reeds overtolligde meeste, zoo niet allé, cursussen
in de hulpwetenschappen van den landbouw zijn
of worden gesloten wegens gebrek aan liefheb
bers. Is het wonder
De jaarlijksche algemeene vergadering van
vennooten der hier bestaande Lyverheids- Vereeni
ging had gisteren avond plaats in de bovenzaal
der sociëteit St. Joris, onder leiding van den
bestuurs-voorzitfer, den heer J. J. van der Harst
Az. Tegenwoordig waren 40 vennooten.
Het verslag, uitgebracht door den heer L. L.
Woutersen, berichtte weinig belangrijks. Nieuwe
zaken werden niet ondernomen. De visscherij
werd opgeheven door den verkoop der hoogaars.
De overige takken van onderneming gaven een
billijke winst. Een nog al belangrijk verlies door
een faillissement werd medegedeeld.
De administrateur deed mededeeling van de
balans en lichtte die toe. Het resultaat is dat na
belangrijke afschrijvingen en het insmelten van
het geleden verlies, het dividend ovèr 187879
wordt vastgesteld op 2 pet.
Voor het aftredend bestuurslid, den heer J. J.
van der Harst Az., is benoemd de heer Joh. van
Nederveen. Voor de aftredende commissarissen,
de heeren D. A. Dronkers en Joh. Luteijn, is de
keuze gevallen op de heeren J. A. Tak en J. de
Kanter.
Op het eind der vergadering bedankte de heer
J. W. de Baad, namens de vennooten, den voor
zitter voor de vele diensten, die hij zoo belangloos
gedurende vijf jaren aan de vennootschap heeft
bewezen.
Gedurende de week van 18 tot en met 24
September zijn te Vlissingeu aangekomen met de
stoomschepen van de maatschappij Zeeland 613
en vertrokken vandaar naar Engeland 830
passagiers.
Woensdag avond werd hier ter stede het bericht
ontvangen dat de Willem Barents te Hammerfest
is binnen gekomen. Aan boord was alles wel.
Het Handelsblad voegt hierbij dat de gedenksteen
op Nova-Zembla geplaatst is. Het Noordelijkste
punt, dat door do Barents bereikt is, schijnt
Frans-Jozefsland, boven de 80° Noorderbreedte,
te zijn geweest.
Het reeds door ons medegedeelde bericht om
trent het praaien van de Willem Barents wordt
door het Handelsblad als volgt aangevuld.
In een telegram van kapt. Markham, die met
de Es Björn naar Nova Zembla ging, wordt uit
Tromsoe 22 Sept. getelegrapheerd, dat hij op
18 Aug. de Barents iu de Matochkinstraat ont
moet heeft en op 8 Sept. op 78° tusschen Spits
bergen en Nova Zembla genoemd vaartuig weder
gezien heeft.
geen tweede kind zoo begaafd met gezondheid,
schoonheid en levendigheid.
Prins Jan Valerius was een dichter, doch wel
licht meer op de viool dan met de pen; hij was
een degelijk, oorspronkelijk musicus en zag met
blijdschap dat Helena dienzelfden aanleg bezat,
gepaard aan een goed geheugen en een echte
kunstenaarsziel. Haar karakter was ook niet
alledaagsch. Zij was driftig, doch niet ijdel, bijna
al te openhartig, zeer vatbaar voor indrukken,
levendig en ik behoef het wel niet te zeggen
vaderlandslievend.
Alleen van haar vader kon zij eenig toezicht
velen en zij betoonde hem niet alleen gehoor
zaamheid, maar al de bewondering welke zijn
onbaatzuchtig, vlekkeloos karakter verdiende en
het is zeer te betreuren dat hij niet lang genoeg
geleefd heeft om haar te leiden en te raden op
haar levensweg.
Ten opzichte zijner politieke gevoelens kan men
prins Jan Valerius onder de panslavisten rang
schikken. Hij had zijn land waarlijk lief, doch
daar hij den ongelukkigen, ongelijken strijd van
1830 beleefd had, was zijn vurigste wensch Polen
nooit weer in oorlog te zien met den meester met
de ijzeren vuist, dien Europa het toegewezen had.
Zijn bede was voor de vereeniging eener geheel
Slavische bevolking, waarvan hij Lithauen voor
het volmaakt zuivere type hield, terwijl hij in
Busland het Finsch-Tartaarsehe element zag,
De Nederlandsche zeelieden waren dus op 8 Sept.
bezig met het bepalen van de grens van het
pakijs in de Barendszee.
Kapitein Markham, die dit bericht uit Tromsoe
seint, is de koene ijsvaarder die de Engelsche
vlag verder in het hooge Noorden geplant heeft,
dan eenige vlag ooit wapperde.
Zij, die deel namen aan het feest in het Amstel-
hotel, dat den officieren van de Barents werd
aangeboden bij hun terugkeer van hun eersten
tocht, zullen zich den kapitein ter zee Markham
herinneren, die van Engeland was overgekomen
om zijn vrienden De Bruyne, Koolemans Beynen
en Speelman te verwelkomen. Kapitein Mark
ham was op den kotter de Ts Björn een paar
weken voor de Barents naar het Noorden ver
trokken.
Met kommandant De Bruyne werd afgesproken,
waar en wanneer men pogen zou elkander te
ontmoeten, en daaraan heeft meu de ontvangst
der goede tijding te danken.
Kapitein Markham ontmoette den 4en Juni het
eerste ijs, op veertig mijlen van dat deel van
Nova Zembla bekend als „Gansenland". De Ma-
totchkinSjar de straat welke Nova Zembla in
tweeën deelt was toen onbevaarbaar door het
ijs. De Fs Björn kruiste daarop langs de West
kust van Nova Zembla, totdat het ijs bij kaap
Nassau den 15en Juli het verder zeilen belette
Terugkeerende gelukte het kapitein Markham
den 31en Jnli de Matotchkin-straat door te komen.
De Kara-zee was vol zwaar ijs. Den 18en Aug.
ontmoetten zij,dicht bij Nova Zembla vermoedelijk,
de Willem Barents, waarna de Fs Björn noord
waarts trok langs het eiland en den 6en September
langs Kaap Nassau, Kaap Mauritius (de noord-
westelijkste punt) bereikte. Nu werd noordwaarts
gestuurd in de richting van Spitsbergen. Het
ijs werd weder ontmoet op 78° NB. en 47° OL.
en door pakijs werd gestevend tot op 80 Engel
sche mijlen van Frans Jozefiand.
Dit bericht bevestigt het vermoeden van het
Nederlandsche Barents-comité, dat het dit jaar
een ongunstig ijsjaar zou zijn, en er minder open
vaarwater zou gevonden worden dan in het gun
stige ijsjaar 1878.
Gisteren is voor de arrondissement,s-reebtbank
alhier de eed als procureur afgelegd door den
advocaat mr, W. A. van Hoek.
De muziek-uitvoering door het muziekkorps
der stedelijke schutterij op het Molenwater alhier,
welke heden avond zou hebben plaats gehad, is
uithoofde van het vergevorderde seizoen en de
duisternis des avonds, met goedvinden van den
burgemeester uitgesteld tot aanstaanden Zondag,
des middags te 2 uren.
vermengd met een menigte vreemde invloeden,
Mongoolsch, Byzantijnse!) en Duitsch.
Het wachtwoord van dezen Lithauschen edelman
was wel nietvrede tot eiken prijs, doch hij zeide
vrede ten koste van veel, vrede zoolang zijn
land een behoorlijk aandeel in grondwettige en
persoonlijke vrijheid verzekerd kon worden, zoo
lang Polen de pionier kon zijn voor de Slavische
beschaving, of het met diamanten omzette slot
aan de keten dier groote nationaliteit. Hij ver
foeide omwentelingen en sedert de gebeurtenissen
van 1848 voorzag hij een nieuw gevaar voor zijn
partij, namelijk hare mogelijke vereeniging met
de aanvoerders der communisten in Busland en
in Westelijk Europa en een oorlog tusschen de
verschillende standen. Hij voelde dat Polen dan
verloren zou wezen en dat Busland gerust kon
lachen over hunne pogingen tot zelfregeering,
indien de Polen onderling aan het kijven raakten.
Doch zijne staatkundige droomen beletten hem
niet zeer bezorgd te zijn over de toekomst van
zijn eenigen zoon Henry, die dertien jaren ouder
was dan Helena en veel minder forscb naar
lichaam en geest dan zij. Ofschoon volstrekt niet
onbegaafd, scheen hij traag van begrip en ongeneigd
om een werkzaam leven te leiden. Hij was bij
zonder slank gebouwd, had groote blauwe oogen
en zwakke zenuwen; hij was een goed taalkenner,
wis- en werktuigkundige, doch met dat al bleef
bij eenigszins een lediglooper.