Turksch bekeer en Engelsche contróle. Ingezonden Stukken Handelsberichten, Een woord over taalstudie. Graanmarkten enz. frezen van Effecten. de Oostersche politiek voor eenigen tijd in toom te houden, is volgens de meeste gissingen thans de naaste aanleiding voor de intimiteit tusschen Oostenrijk en Duitsehland. Wil dit laatste rijk geen verder doordringen van Rusland in het Balkanland meer dulden, dan is Oostenrijk zijn aangewezen bondgenoot en zijn krachtigste werktuig. Bondgenoot wijl Oostenrijk groot be lang heeft, dat de monden van den Donau niet onder den invloed van eene groote macht als Rusland komen, en geschikt werktuig, wijl bij een aanval van Rusland op de Porte de Oosten- rij ksche legers langs Novi Bazar in zeer korten tijd in het hart van bet Balkanland kunnen zijn. Het is in deze omstandigheden niet zonder be lang, wat de voor officieus gehoudene Pölitische Correapondenz zich uit Berlijn laat schrijven. De correspondent stelt in het licht, dat Duitsehland zijne vrienden op het congres in hunne wenschen zijnen steun niet had onthouden. „Deze steun kan echter niet meer verwacht worden voor een streven, dat zou ingrijpen in de levensvoorwaar den van andere met Duitsehland evenzeer be vriende staten, een streven, dat ook door ge matigde Russische staatslieden gehouden wordt buiten Ruslands belangen te liggen." Iets verder leest men in denzelfden brief: „Turkije zou wellicht als politiek lichaam te vernietigen zjjn, doch niemand kan zeggen wat dan met inacht neming van alle belangen daarvoor in de plaats zou moeten komen. Het is thans de vraag niet boe men verder Turkije moet vernietigen, maar hoe men het moet in stand houden." De conclusie van het artikel is, dat met behoud van alle vriendschappelijke betrekkingen tot Rusland eene goede verstandhouding tusschen Duitsehland en Oostenrijk thaus den veüigsten waarborg aan biedt voor den vrede in Midden-Europa. Het schijnt inderdaad waar te zijn, dat zoo deze beide mogendheden zich nauw aaneensluiten en den vrede bepaald willen bewaren, zij daartoe wel in staat zouden zijn. Althans Rusland zou in zijn tegenwoordigen toestand geen strijd met hen kunnen wagen. Het staat echter te bezien of het doel dezer intimiteit zoo onschuldig is, en enkel het behoud van den vrede door de heet en Von Bismarck en Andrassy wordt bedoeld. Opmerkelijk is het ook, dat Duitsehland en Oostenrijk thans de rol op zich nemen, die jaren lang door Engeland vervuld is: de bescherming van de Porte tegen Rusland. Engelandsgeluksster in het oosten van Europa schijnt wat te tanen, en men maakt zich ook ongerust over den loop der zaken in Egypte. Bij den grooten Indischen oorlog, dien men tegemoet gaat, is de doortocht door het kanaal van Suez van onschatbaar belang voor Engeland. Daarom zou men gaarne een krachtiger optreden van de Engelsche regeering in Egypte zien. De andere Europeesche mogend heden zijn echter den uitsluitenden invloed van Engeland in het Oosten wel eenigszins moede. Zij gevoelen zich sterk genoeg dien boedel mede te beheeren, en het denkbeeld is dan ook al opge worpen om de controle over Egypte aan eene internationale commissie op te dragen, waarin alle mogendheden zonden vertegenwoordigd zijn. De eerste schoten zijn gevallen in Afghanistan. In den Shutargardan-pas is op een Engelsch kamp geschoten en is een transport van 90 muil dieren van de Engelsehen genomen. De feiten schijnen op zichzelve geene groote beteekenis te hebbenalleen leveren zij het bewijs, dat de grensstammen den Engelschen vijandig gezind zijn, en dat deze dus van den aanvang af door vijan delijk land zullen trekken en eene behoorlijke macht zullen noodig hebben om hunne transporten levensmiddelen te beschermen, als zij eens een eind weegs in het land des vijands zullen ge trokken zijn. De redevoering van Louis Blanc te Marseille is Maandag aldaar gevolgd door eene halt komische, half tragische demonstratie. De oude, ten onrechte op een voetstuk geplaatste Blanqui, is daar aangekomen en met een groot bouquet in de hand door de stad gereden naar de sociëteit 1'Indépendani. Men riep: Vive Blanqui, martyr de ta libertêl De man bedankte voor de ovatie boven van een balcon, geheel op de manier, zoo als koningen en keizers dat plegen te doen. Men kon hem echer niet verstaande man is zwak en lijdende. Als slachtoffer eener ondoor dachte populariteit moest hij des avonds nog eene redevoering aan een openbaren maaltijd houden. Louis Blanc wenschte zich waarschijnlijk niet met dezen oploop te compromitteerenhij vertrok 's ochtends uit Marseille. Velen in Engeland zijn niet tevreden met de wijze, waarop de diplomatieke en koloniale ambtenaren Engelands politiek van uitzetting uit voeren tegenover de Mohammedanen. lij Turkije mengt zich de Engelsche diplomatie in allerlei détails van administratie^ en ue ambtenaren schrijven ellenlange rapporten over zaken, die zij niet begrijpen, maar de hoofdzaak; of wat althans de hoofdzaak weiten móest bij de uitoefening van hun feitelijk patronaat, zien zij voorbij. Dat is het bederf Van de financieele administratie, dat heefscht in alle rangen en takken dier administra tie, zoo te Konstantinopel als door het gansche land. Van boven af gaat men voor in oneerlijk heid en slordigheid, en terwijl te Konstantinopel algemeen groot gebrek heerscht, zoelte men dat gebrek niet in de huizen der ambtenaren, die aan een of ander „laadje" zitten. Uit de civiele lijst van don sultan, waaruit onlangs de slagersreke ning van het paleis niet kon betaald worden, wist men toch wel 6 ton te vinden voor het opmaken van een oud jacht en 2} ton voor het bouwen van een aquarium. Turkije heeft sedert het tractaat van Berlijn tusschen de 60 en 70 millioen guldens geleend, die gebruikt zijn aan het houden van een veel te groot leger, aan het voor zien in de buitensporige uitgaven der hofhouding en om hoofdambtenaren rijk te maken. Wij spraken daar van die slagersrekeningdat is eene fraaie geschiedenis. Zoo wat drie maan den geleden nam een Franschman aan, schapen- vleesch te leveren in het paleis van den sultan 185 schapen daags, tegen bet aling in specie iedere tien dagen. Er gingen echter vijftig dagen om zonder betaling, en de sultan moest dus 9.250 schapen betalen. Op een goeden dag staakte de aannemer zijne levering, en men dacht al in het paleis geen eten te krijgen. Voor dien dag redde men zich bij een der Turksehe slagers, die echter op den duur bij gebrek aan kapitaal die groote leveranties niet kunnen doen. De administrateurs van den paleisdienst wendden zich toen weder tot den Franschen slager en wisten dezen te beduiden, dat hij, zoo hij niet voortging met leveren, wel eens geen cent betaald kon krijgen van zijne vordering. De man zat er te diep in om er nog niet wat aan te wageu en zond dage lijks zijne schapen weerterwijl hij beloond werd door eene kleine afbetaling uit drie ton, die in het begin dezer maand geleend zijn om soldaten te betalen, die naar huis moesten gezonden worden. Waar in het paleis des sultans zoo gehandeld wordt, kan het geen verwondering baren, dat er onder de ambtenaren geene strikte eerlijkheid heerscht. Het middelpunt van het bederf echter ligt bij de regeering, en Engeland, dat een wakend oog op de Turksehe financiën wil houden, moest zijne hervormingen bij de regeering beginnen. Daarvoor echter schijnen zijne agenten niet krachtig genoeg en niet genoeg bij voortduring in den- zelfden geest te handelen. Opmerking verdient wat daarover aan een ouden Turkschen staatsman wordt in den mond gelegd. Toen hij van den moord te Kaboel hoorde, zeide hij „Gij Engelschen wordt altijd beetgenomen in uwe handelingen met Oosterlingende Russen nooit. Uw Cavagnari dacht, dat hij al heel wat moois deed, toen hij Yakoeb Khan aan generaal Kaufmann liet zeggen, dat de generaal zijne brieven aan hem door bemiddeling van het Engelsche ge zantschap moest zenden. Nu hebt gij Kaufmann's antwoord, en zelfs gij Engelschen zult moeten bekennen, dat het antwoord raak was. Hier iu Konstantinopel wordt gij ook beetgenomen. Gij ziet het niet, maar wij wel, en wij verbazen ons hoe gij de Russen zoo kunt helpen. Het is niet het feit dat uwe staatkunde inconsequent is, dat aan de Russen de groote kracht geeft hoewel ook dat feit groote waarde voor hen heeft maar het is vöoral wijl uwe agenten geen vaste beginselen kennen, volgens welke die staatkunde moet toegepast worden. De Russen hebben éen vast beginsel, geput uit het bestudeeren onzer regeerendeklasse.Zij weten, dat er slechts tweewegen zijn om invloed op ons uit te oefenenbang maken of omkoopen. Ieder, die hier Rusland komt ver. tegenwoordigen, handelt consequent naar deze eens vastgestelde zienswijze; terwijl uwe Engel sche diplomaten geen vaststaande meening schijnen te hebben over het karakter der Turken. Iedere ambassadeur loopt in een ander spoor dan zijn voorganger. Ons volk verstaat geen overreding of logica, als die niet gesteund wordt door macht of geld, en als uw gezant aan het preeken gaat, verliest hij zijn tijd en verveelt hij zijn toehoorder. Toch krijgt hij natuurlijk een beleefd antwoord en hij gaat naar huis en schrijft eene depêche, dat deze of gene pacha zoo bijzonder welgezind is. Dat is alles nonsens, en het eenige wat mij verbaast, is dat gjj er nog geloof aan slaat". {Ter overweging aangeboden aan ouders en onderwijzers.) Niet zeldzaam is tegenwoordig de klacht over gebrek aan werk, wat voor vele menschen gelijk staat met gebrek aan het noodige levensonder houd. Maar al te dikwijls leest men van gesloten werkplaatsen, ontslagen werklieden, vermindering van werkuren en verlaging der loonen. Een belangrijk deel echter van ons volk heeft volstrekt niet te klagen over vermindering van werkuren; integendeel deze nemen vöor dat deel gestadig toe. Wordt het loon ook naar evenre digheid verhoogd? 'k Betwijfel het. Meermalen heb ik met medelij den nedergezien op deze werk lieden, die zoo gaarne wat minder te doen zoüden hebben, die maar niet kunnen begrijpen, dat het loon zoo groot zal zijn, als hun werk zwaar is. Het zijn de kinderen,die ik bedoelkinderen, die eene beschaafde opvoeding moeten ontvangen. Zij zijn ongeveer elf jaren oud geworden, en de tijd is daar, dat ze de lagere school verlaten om eene andere inrichting van onderwijs te bezoeken, wellicht eene school voor uitgebreid lager onderwijs. Nu zou men zeggen, dat de ouders wel eens rijpelijk zouden overwegen, voor welke studievakkeu de jonge student de meeste geschiktheid bezit en den meesten lust gevoeltwat voor zijne toekomstige loopbaan van het meeste belang voor hem zal zijn. Toch is dit slechts zelden het geval. In het dagelij ksche leven is iedereen erop uit van zijnen arbeid en zijn geld het meest mogelijke voordeel te genieten; wat zou dus natuurlijker zijn, dan dat men met de grootste omzichtigheid de maat en den aard van het intellectueele werk zijner kinderen bepaalde Toch is dit verreweg den minsten ouders, en zelfs ook sommigen on derwijzers, a priori duidelijk. Het zoontje van bakker A. is elf jarenmoet dus Fransch leeren, dat spreekt van zelf.' Met de twaalf of dertien jaren zal hij ook aen het Engelsch beginnen, en de laatste twee jaren, die hij op school is, van zijn veertiende tot zijn zestiende jaarzal hij er nog wat Duitseh bij nemen. De zoontjes van dokter P. doen immers hetzelfde, en met de kinderen van den predikant is het niet andersalleen leeren hunne dochters in plaats van Engelsch wat muziek en wat teekenen, doch wat heeft een burgermans kind aan die dingen Fransch en Engelsch kennen, dat moet schoon zijn, en wat is gemak kelijker in de wereld, noodzakelijker mag men wel zeggen Ik voor mij zelf weet het nietin mijnen tijd leerde men dat zoo niet, maar ieder een zegt het en het zal dus wel waar zijn. Zoo, of ongeveer zóo, redeneeren velenniet alleen ouders, die in hunne jeugd geene vreemde talen leerden, maar even goed anderen, die, min der bevoorrecht, dit wel hebben gedaan. Deze laatsten wisten dan ook, altijd met behulp van een woordenboek, eenen Franschen of Duitschen brief te ontcijferen, en, met behulp van hetzelfde boek, eenen leesbaren Engelschen brief te schrij ven, doeh daar zoo iets maar heel zelden voor kwam, is hunne kennis van vreemde talen thans niet ver meer boven het nulpunt verheven. Wor den ze hierdoor veel benadeeld iu hunne zaken, of staan ze hierdoor op een veel lager peil van ontwikkeling? Ik geloof het niet. Wel konden mijns inziens jonge lieden, als zij met hun vijf tiende of zestiende jaar de school verlaten, in het algemeen vrij wat beter ontwikkeld zijn; wel zouden ze niet met zulk genot alle boeken ter zijde werpen, eene soort romannetjes uitgezonderd, indien zij namelijk den tijd, dien zij nu aan vreemde talen hebben besteed, „verloren" had ik bijna gezegd, al was het ook maar voor een ge deelte, aan andere studievakken hadden gewijd. Om eene vreemde taal vrij goed te leeren, worden veel meer tijd en inspanning vereischt dan men gewoonlijk meent. Het gevolg hiervan is, dat slechts een zeer klein getal van hen, die zich met de studie der moderne talen bezig hou den, van die talen zooveel leeren als noodig is om ze tamelijk vloeiend te kunnen gebruiken en de werken te kunnen verstaan der groote man nen, welke in die taal gedacht en geschreven hebben. Hoe gaat het gewoonlijk? Het kind begint op tien- of elfjarigen leeftijd Fransch te leerenlater komen er andere talen bij. Met zijn zestiende jaar, of wellicht vroeger, verlaat het de school om zich voor een vak te bekwamen. Heeft nu do leerling goeden aanleg, en is hij daarbij steeds vlijtig geweest, dan zou een ver blijf in het buitenland, of wel de noodzakelijkheid of de verplichting van de vreemde talen te lezen en te schrijven, hem er toe brengen, dat bij ze later genoegzaam kende voor het dagelijksche leven. We weten echter, hoe zelden dit alles gebeurt, en ook, dat het dikwijls eenvoudig ondoenlijk zou wezen. Tal van kinderen zijn dan ook dag aan dag gekweld met thema's, vertalingen, regels, woordjes, en nog eens, regels, vertalingen en thema's, zon der dat zij later als het ware eenig voordeel er van genieten. Alleen is hun oordeel misschien vrij wat zwakker geworden door dat eeuwige van buiten leeren. Ik heb zoo even gezegd, dat de kinderen met de studie der vreemde talen „gekweld" worden, en ik neem dit woord niet terug. Men mag zoo veel praten als men wil, van de leerstof boeiend en aantrekkelijk te maken voor de lieve jeugd, het kan haar negen keer van de tien bitter weinig schelen, welke voegwoorden m het Fransch den subjonctif na zich vorderen, welke Duit sche voor zetsels den Genitief regeeren. En dan die regel - matige en onregelmatige werkwoordenHeinrich Heine, die toch zeker niet tot de blockheads be hoorde, noemt do laatste gar entsetzlich schwev „Zij onderscheiden zich van de regelmatige werk woorden", zegt bij, „daardoor, dat men bij do Irregularia noch mehr Prügel bekömrnt." Nu, voor Prügel behoeven onze leerlingen niet meer te vreezen, gelijk Heine dat moest doen in zijnen tijd en in zijn vaderland. Deze dichter was ook op rijperen leeftjjd de moeite en inspanning niet vergeten, die de studie van eene vreemde taal vereischt. „In het zweet zijns aanschijns heeft hij ze erin gepompt", zegt hij schertsende „eü den Romeinen zou zeker de tijd ontbroken heb ben tot het veroveren der wereld, indien ze eerst het Latijn hadden moeten leeren. Deze geluk kigen wisten echter reeds in de wieg, welke Nomina den Akkusatief op im hebben" Ook Miss Beeeher Stowe, de vermaarde schrijfster van Uncle Tom 's Cabin, trekt in hare Little Foxes te velde tegen het overmatige werk, dat van de jeugd gevorderd wordt bij de studie der talen. Ik weet zeer wel, dat een goed onderwijzer ook de dorste leerstof eenigszins aantrekkelijk, of juister gezegd, minder afstootend kan maken maar toch, bezoek eene school, waar werkelijk goed onderwezen wordt, en woon eene les bij in de geschiedenis of de natuurkunde bijv. en eene les in eene vreemde taal. Gij zult zien, hoe de eerste maal de leerlingen met hunne geheele ziel bij het onderwijs zijn, en het uur misschien veel te gauw naar hun zin vervlogen is. Zie ook eens aandachtig naar de gezichtjes bij de tweede lesf en zeer spoedig zult gij de zekerheid hebbenf dat minstens twee derden der kinderen zich afvra gen, hoeveel tijd er al om is van het lesuur. «Frisch op maar, jongensvroeg en spa, Den lieven langen dag I Loop over 't veld kapellen na, Zoo lang het duren mag. Haast zult gij wreed gekortwiekt zijn, Die vreugd loopt spoedig af; Dan. krijgt gij thema's tot uw pijn, Grammaiies tot uw straf." {Wordt vervolgd.) Goes 23 September. Heden werd veel nieuwe tarwe aangeboden, die van f 7.75 tot f 10.50 naar qualiteit, koopers vond. Jarige tarwe voor plaatselijk gebruik 12 betaald. Nieuwe rogge werd voor de zaai aan 8 verkocht. Mindere qualiteit f 7 a 7.50 naar qualiteit. Jarige rogge niet meer aangeboden. Nieuwe wintergerst weinig aangeboden en aan f 6.50 a f 6.60 per hectoliter verkocht. Mindere onverkoopbaar. Nieuwe zomer- gerst san f 5.90, enkele monsters f £.70 per hectoliter verkocht. Nieuwe erwten weinig aan geboden, en dringend gevraagd, de beste aan 12.75 a 13 verkucht. Mindere f 11 a 11.25. Nieuwe haver werd aan f 4.25 per hectoliter ver kocht. Andere artikelen Diet aangeboden. Rotterdam, 23 September. Ter markt vanheden waren aangevoerd 1292 runderen; 503 vette, 8 nuchtere kalveren; 9 schapen; 10 varkens; 149 biggen; runderen 1® qual. 78, 2® qual. 65, 3e qual. 48kalveren le qual. 90, 2e qual. 70, schapen 80 cent. Amsterdam, 23 Sept. 24 Sept. STAATSLEEKIKGEN, Sfederl. Cert. N. W. Scb. 2} pet. 64} 65 dito dito dito. 3 78} 79 dito dito dito. 4 100} lOOf België. Certificaten2} Frankrijk. Origin. Inscbr. 3 Hongarije. Obl. Goudleen. 5 63} Italië. Cert. Adm. Amsterd 5 73} Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 57-fc 57^ dito Febr.-Aug. 5 557} dito Jan.-Juli.5 58} 58& dito April-Oct.57} 57f} dito dito Goud 4 Polen. Obl. Schatkist 1844. 4 80} Portug. Obl. Btl. 1853/1869. 3 50jV 50} dito dito 1876. 6 98} Rusland. Obl. Hope C. 1798/18155 i Cert. Inschr. 5" Serie 1854. 5 58} 58} dito dito 6® 1855. 5 79} 79} Obligatiën 18625 dito 1864 /1000 5 92} 91} dito 1864 1005 90} 90} dito 1877 dito5 89} 89} dito Oostersche le serie 5 56} 56} dito 1872 gecons. dito. 5 85} 85f£ dito 1873 gecons. dito. 5 86} 86f dito 1850 1® Leening dito. 4} 85} dito 1860 2' Leening dito. 4} 83 82} dito 1875 gecons. dito 4} s 77} 77} Cert. Hope C° 1840 4 dito 2®, 3® 4® Leen. 1842/44. 4 61 Obligatie-Leening 1867/69. 4 76} 76} dito dito 1859 3 66} Cert. van Bank-Assign. 6 38} 38} Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 15& 15} dito dito 1876 2 37} dito Binnenl. Es. 5000-10000 1 14} 14& dito dito 1876 2 Turkije. Obl. Alg.Sch. 1865 5 10} 10} dito dito 1869 6 s 9} 9} Egypte. Obl. Leening 1876 6 45} 45} Spoorw. dito 1876 5 61 Vereen. Staten. Obl. 1876 4} 105 dito dito 1871 5 102 102 dito dito 1861 6 102} 103} Brazilië. Obl. Londen 1865 5 94} 93} dito Leening 1875 5 89} jHDUSTRIEELE EK EIHAHGI2E&B ONDERHEMINGEN. IVederl. Afr. Hand.-V.Obl. 5 pet. g g Ned. Hand.-Maatsch. asnd. rescontre. 6 f, 105} 105-& Ned. Ind. Handelsb. Aand. 117 116} Stoomvaartm. Java Obl. 5 98} 98} dito Zeeland Obl 5 dito gegarand. dito4} 100 100 Duitsehland. Cert. Rijks- bank Adm. Amsterdam. *- Oostenrijk. Aand. Nat. B. 118} 118} SFOOEVÜG-IESIIKSIR. Wederland. Maats. t.Expl. St.-Spw. Aandpet. 107} Ned. Ind. Spoorw. Aand. 120} 120} Ned. Rijn-spw.volgef. Aand. 142 142 N.-Brab. Boxt. Obl. 1875. 5 63 dito dito 2® Hypoth. 18 17} Hongarije. Theiss.Sp. Obl. 5 82} 82} Italië. Zuid-Ital. Spw. Obl. 3 48} 48} Polen. Wars.-Brotnb. Aand. 54} Warschau-Weenen dito. 64 64 Rusland. Gr. Sp.-Maate. Aand5 1£> dito Hypoth. Obligatiën. 4} dito dito dito ..4 B 85 85 Baltische Spoorweg Aand. 3 4»} 4» Chark.-Azow Oblig. 100. 5 87} 87} Jelez-Griasi dito5 i Jelez-Orel dito f 1000. 5 Kiew-Brest Aand. 5 Losowo-Sewastopol/1000. 5 81} Morschansk-Sysran. Aand. 5 60} bO} Mosk.-Jaroslaw Obl. 100. 5 n 95}

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 3