N°. 217, 122e Jaargang. 1879 Maandag 15 September. Medische Politie. Dit blad verschijnt dagelijks,' met uitzondering van Zon- en Feestdagen.' Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.' Advertentien: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére 6. L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jonks. Gevaarlijke zelfstandigheid in de rogge en tarwe. Middelburg 13 September. COURANT. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien de circulaire van den commissaris des konings in Zeeland van den 6 September 11. A, no. 3399 (provinciaal blad no. 81): brengen naar aanleiding daarvan teralgemeene kennis, dat in een gedeelte van het eiland Wal cheren, in de aren van rogge en tarwe veelvuldig het zoogenaamde moederkoorn, ook wel genaamd hanespoor is waargenomen, eene zeer gevaarlijke zelfstandigheid, die als zoodanig in eenigszins aanzienlijke hoeveelheid in het voedsel van den mensch opgenomen, door hare vergiftige eigen schappen, aanleiding kan geven tot bedenkelijke toeval en ergotismus zij vestigen daarop inzonderheid de aandacht van de landbouwer,-, molenaars en bakkers in deze gemeente, met aanbeveling om het moeder koorn te verwijderen, wanneer bij de bewerking van rogge en tarwe mocht blijken dat deze graansoorten er mede vermengd zijn, en herin neren de belanghebbenden aan de strafbepalingen der wet van 19 Mei 1829 (6taatsblad no. 35), tegen het verkoopen van met vergiftige cf voor de gezondheid schadelijke bestanddeelen vermeng de levensmiddelen. Middelburg, den 12 September 1879. De burgemeester en wethouders voornoemd, N. C. LAMBRECHTSEN VAN R1TTHEM. {L b.) De secretaris, J. W. DE RAAD, ls.) Sedert de opening van de Zeeuwsche spoor- weglijn heeft zich de behoefte doen gevoelen van de aansluiting dier lijn aan het overige net der staatsspoorwegen. Reeds in het jaar dier opening (1872) weid door de Exploitatie Maatschappij de aandacht der regeering gevestigd op de wenschelijkheid om bij de toen aanstaande voltooiing der werken op Wal cheren maatregelen te beramen, waardoor de Zeeuwsche lgn uit haar geïsoleerden toestand zou geraken. Twee wegen stonden daartoe open: die der minnelijke schikking tusschen de betrokken maatschappijen of die van toepassing van art. 4 der wet van 21 Augustus 1859, Staatsblad no 98 sedert vervangen door die van 9 April 1875, Staatsblad no 67. Het eerste middel kwam aan de Exp. Maatsch. het verkieslijkst voor en de voorloopige onder handelingen, tusschen die maatschappij en den Grand Central Beige gevoerd, beloofden tot een aannemelijk resultaat te zullen leiden, toen de regeering in anderen zin besliste. Deze wilde de lijn BredaRoosendaal en RoosendaalMoerdijk van den Grand Central Beige overnemen en de Expl. Maatsch. met de exploitatie daarvan belas ten. Om die lijnen naar behooren te kunnen exploiteeren moest het rollend materieel belangrijk worden uitgebreid, dat dan ook geschiedde, waar door de Expl. Maatsch. eenige jaren, in verhouding tot het verkeer, te veel materieel heeft gehad. Het lot, dat het door de regeeiing aangeboden wetsontwerp tot goedkeuring der naasting van de bovengenoemde lijnen in de tweede kamer der staten-generaal te beurt viel, is bekend. In hare zitting van 2 Mei 1873 besliste deze tak der volksvertegenwoordiging, dat de Zeeuwsche lijn van het overige zuider-staatsspoorwegnet zou gescheiden blijven door twee sectiën van een spoorweg, toebehoorende aan eene in den vreemde gevestigde maatschappij, wier belangen in vele opzichten in strijd met die van de Nederlandsche staatsspoorwegen waren. Dat die belangen dikwijls met elkaar in bot sing kwamen, werd zoowel door het publiek als door de Expl. Maatsch. meermalen ondervonden. De Grand Central Beige bleef voortdurend zijne medewerking weigeren tot het maken van directe tarieven via den staatsspoorweg voor vrachtgoe deren enz., tusschen RotterdamAntwerpen en Verderop naar België en Frankrijk en ook naar Zeeland. Eerst in 1878, dus zes jaren nadat voortdurend op dit bezwaar was gewezen, kwam een einde aan dezen gespannen toestand, welke tusschen 4en Grand Central Beige en de Expl. Maatsch. bestond, tot groot nadeel van het publiek, de ontwikkeling van het verkeer en den regelmatigen loop van den dienst. Eene overeenkomst kwam tot stand, waarbij de Grand Central de verplich ting op zich nam, zijn stoomboot- en lichterdienst tusschen Moerdijk en Rotterdam, die voor het vervoer van goederen was blijven bestaan, op te heffentengevolge waarvan er rechtstreeksche tarieven, niet alleen voor het internationaal, maar ook voor het binnenlandsch verkeer tot stand kwamen. De Expl. Maatsch. moest, om die schikking te verkrijgen, zich de opoffering getroosten een gedeelte van het verkeer tus schen België en Frankrijk eenerzijds, en de sta tions Zwaluwe en Amsterdam via Rotterdam an derzijds, dat over Eindhoven ging, aan den Grand Central Beige af te staan en voortaan over Ze venbergenRoosendaal te leiden. Een en ander heeft wel eenige verbetering te weeg gebracht, maar het tijdverlies en de onre gelmatigheden, onafscheidelijk verbonden aan den dienst op de overgangsstations, de onmogelijkheid om een dienst behoorlijk in te richten op een net, waarvan een paar kleine vakken onder een ander beheer staan, kunnen niet dan door een afdoend middel worden weggenomen. De nadeelige gevolgen van de afstemming door de tweede kamer van bovengenoemd wetsontwerp, zullen zich steeds blijven doen gevoelen en zulks sterker naarmate het verkeer toeneemt. W ij verheugen ons daarom, dat er, naar het schijnt, weder onderhandelingen over die overname worden aangeknoopt en hopen nu maar dat het den tegenwoordigen minister vergund zal zijn, die onderhandelingen tot een gewenscht resultaat te leiden. Hij zal daarin wellicht des te beter slagen, omdat de kamer, door ondervinding ge beerd, heter dan vroeger zal beseffen, welke op offering men zich mag getroosten, om deze lijnen uit vreemde handen te krijgen. Een voor dit jaar bijna voorbeeldeloos schoone zomeravond begunstigde gisteren het feest, waar mede in het Schuttershof alhier de Floralia-tea.- toonstelling besloten werd. Nadat in den loop van den middag de tentoonstelling nog door 249 bezoekers bezichtigd was, begon de tuin zich tegen den avond weder te vullen met een publiek, dat omstreeks half negen tot ruim 1600 personen was aangegroeid. Een vroolijken aanblik bood het fraai verlichte terrein, terwijl tallooze kaarsen, tusschen het groen en de bloemen in de kolfbaan ontstoken, een even verrassend als vriendelijk gezicht opleverden. Het harmonie-gezelschap Accelerando, onder leiding van den heer Liesoy, droeg door levendige en opwekkende muziek het zijne bij tot de aangename stemming, welke onder het publiek heerschte en gedurende het omstreeks 10 uren afgestoken vuurwerk, vervaardigd door den heer Hendrickx, te Antwerpen, nu en dan tot opgewondenheid steeg. Niettemin lieten de ordelijkheid en de goede toon tot het laatste oogenbiik, toen de menigte langzaam huiswaarts keerde, niets te wenschen over. Met den goeden afloop van dit feest mag dus het bestuur van Uit het volkVoor het volk weder geluk gewenscht worden. Het is andermaal eene welgeslaagde poging geweest om velen, wier leven uit niet veel anders dan werken en zorgen bestaat, eenige uren van onschuldig genot te doen smaken en om menschen van verschillenden stand, in genoegelijk samenzijn, wat nader tot elkander te brengen. Bij gelegenheid van het tienjarig bestaan der afdeeling Middelburg vau de Vereeniging tot be vordering van fabriek- en handleerksnijverheid zal Woensdag den 17en dezer eene vergadering van de leden met hunne dames gehouden worden. Onder de werkzaamheden van dien avond behoort het geven van een overzicht van de geschiedenis der afdee ling door den voorzitter, het uitbrengen van een verslag door den afgevaardigde ter jongste alge- meene vergadering, de uitreiking van eenige be looningen voor langdurigen trouwen dienst, terwijl het geheel door muziek opgeluisterd zal worden. Met ingenomenheid nemen wij heden een inge zonden stuk op, waarin eene korte beschrijving van het nieuw ingerichte Middelburgsche gym nasium gegeven en hulde gebracht wordt aan den geest, welke bij die reorganisatie het gemeente bestuur, de curatoren en allen, die daarin verder de hand gehad hebben, geleid heeft. Is het ons aangenaam elk getuigenis van waardeering van openbare personen en overheden, die aan zoo velerlei critiek bloot staan, te mogen opnemen, nog hooger waarde hechten wij aan deze mede- deeling omtrent het gereorganiseerde gymnasium uit een meer algemeen oogpunt. Opende de wet op het middelbaar onderwijs in 1864 een nieuw tijdperk in de opleiding van hen, wier bestemming het is eene niet-aeademische loopbaan te volgen, de nieuwe wet op het hooger onderwijs belooft hetzelfde te doen voor onze toekomstige acade mieburgers. Het gewicht dier beide hervor mingen, dat op het oogenbiik nog niet geheel te overzien is, mag voor de toekomst van onbe- rekenbaren omvang geacht werden. Het is daarom dat wij ons verheugen, een getuigenis te mogen ontvangen, op grond waarvan wij mogen vertrouwen dat in dit nieuwe tijdvak van weten schappelijke opleiding der academische jongeling schap de stad onzer inwoning en hare omgeving eene plaats zullen innemen, haar verleden waardig en met de eischen der toekomst in overeenstemming. Men leest in het Weekblad van het Regt: „Uit Zierikzee wordt gemeld, Middct. van 8 dezer) dat op 5 dezer aldaar iemand uit de ge vangenis werd ontslagen, die sedert 12 October 1877, dus bijna twee jaren, daar was gegijzeld, wegens schulden, en voor wiens onderhoud gedu rende dien tijd f 906.40 werd betaald. Het bericht meldt ons niet of deze gegijzelde misschien een huisvader was, die gedurende al dien tijd verstoken werd vaD de gelegenheid om in de behoeften van zijn gezin te voorzien, en het be richt meldt ons evenmin, of misschien het bedrag der schuldvordering, waarvoor de wraakneming werd gepleegd, niet lager was dan het bedrag van de onderhoudskosten door den sehuldeischer besteed. „Maar hoe onvolledig dit bericht moge zijn, wij betreuren zeer, dat op die wijze van het middel van lijfsdwang wordt gebruik gemaakt. Moet dit middel, dat meer en meer blijkt niets anders te zijn dan óf de niting van wraakgevoel over een vermogensverlies, óf eene speculatie op het eergevoel en het medelijden der meer of min gegoede familie van den ouvermogenden schulde naar, moet dit middel, dat in beschaafde staten meer en meer wordt veroordeeld en in sommige reeds werd afgeschaft, in Nederland behouden blijven, omdat 15 jaren geleden 60 van de 66 kamers van koophandel dit zoo hebben gemeend, dan toch zou de vraag mogen rijzen of de Nederlandsche wetgeving, wat den duur van dit executiemiddel voor dezelfde schuld betreft (art. 591 B. R. spreekt thans zelfs van 5 jaren) niet veel milder zou mogen zijn? Het is maar eene vraag." Aan het commissariaat van politie alhier zijn als gevonden gedeponeerd: Twee bloedkoralen halskettingen met gouden sluitingen, een porte- monnaie waarin eenig geld, een ledige kinder- portemonnaie, een lederen kinderschoentj e, een vrouwen zijzak, waarin een zilveren pepermunt doosje, enz., een protestantsch kerkboek, een koperen potloodhouder, een gouden oorbel, een haar- of doekspeld met zilveren knop, een strik van een witte kinderjurk. Ter Keuzen, 12 September. Het adres aan Z. M. den koning, waartoe in de jongst ge houden zitting van den gemeenteraad is besloten, is eergisteren verzonden. In dit adres wordt verzocht1° Vrijstelling van de betaling der bestaande kanaalrechten voor alle zeeschepen, onverschillig of die al dan niet naar België door varen 2" toepassing en handhaving van het recht der gelijkstelling van de haven van Ter Neuzen met de meest bevoordeelde Belgische havens, ten aanzien van de tarieven van het goederenvervoer langs de Belgische staatsspoorwegen, en 3° aan Ter Neuzen weder een behoorlijk garnizoen te geven. Amsterdam, 13 Sept. Aan den heer Go- defroi, te 's Gravenhage, is heden door vele Amsterd amsche kiezers een prachtige gouden medaille aangeboden tot aandenken aan zijn 30 jarig lidmaatschap van de tweede kamer der staten-generaal. Aan de voorzijde vertoont zij een goed gelijkend borstbeeld van den jubilaris met het randschrift: Curavit quidquid digmim Sapiente honoque est. Aan de keerzijde draagt zij de volgende inscriptie Mich. Henr. Godefroi Per Set Lustra ad ordines Generales delegato Suffragatores Amstellodomenses 1849—1879. De vertaling dezer opschriften luidt aldus: „Hij heeft gestreefd naar hetgeen den wijze en goede waardig is," en: „Aan M. H. Godefroi, gedurende dertig jaren afgevaardigde ter staten- generaal, de Amsterdamsche kiezers." Z. M. de koning is gisteren met de koningin te 's Gravenhage aangekomen en door den minis ter van buitenlandsche zaken, baron Yan Lijnden van Sandenburg, aan het station ontvangen. Naar men verneemt, heeft de koning het plan om de feesten van het regiment grenadiers en jagers, en zelf het diner, bij te wonen. Naar men verneemt, is er protest ingediend tegen de verkiezing van mr. Du Tour van Bel- linchave tot lid van de tweede kamer in het hoofdkiesdistriet Utrecht. Onder de gemeenten, die bij de laatste wijziging der kiestabel bij Utrecht zijn gevoegd, is er een, waar de census 28 gulden bedraagt. Bij het opmaken van de kiezerslijsten is men echter ten onrechte van de onderstelling uitgegaan dat die census 24 gulden bedroeg, en dientengevolge zijn er een zevental meer kiezers op de lijst gebracht dan anders het geval zou geweest zijn. Zooals bekend is, werd mr. Du Tour met een kleine meerderheid (van 5 stemmen) gekozen en nu wordt beweerd, dat bedoelde onregelmatigheid van invloed heeft kunnen zijn op den uitslag der verkiezing. Vad Het Utr. Dbl. ontvangt de volgende mede- deelingen „De nieuwe minister van waterstaat, enz., heeft aan de betrokken ambtenaren van 's rijks water staat opgedragen een nader onderzoek in te stellen omtrent een kanaal van Amsterdam naar de Waal over Utrecht. „Men ziet hieruit, Sat de aanleg van kanalen door de verwerping eener onvoldoende wet vol strekt niet van de baan is gebracht, maar tevens, dat de nieuwe minister de belangen van de hoofd stad wil behartigen, zonder die van andere streken over 't hoofd te zien". Een der officieren van Z. M. schroefstoomschip Alkmaar, dat pas van eene reis naar Afrika's Westkust is teruggekeerd, heeft in het Nieuws van den Dag eenige zeer onderhoudende brieven over deze reis geschreven. In den laatsten schrijft hij o. a. het volgende: „Ik zal nooit vergeten, hoe verschrikt wij op keken, toen de kommandant ons bij zjjn terug komst van den wal toevoegde: mijne heeren, het gerucht omtrent de Afrtkaansche Handelsvereeni- ging was waar. „Alleen zij, die de grootheid van deze vereeni ging kennen, die weten wat het zeggen wil een 60tal Nederlandsche vlaggen op eene kust te hebben waaien, bepaald als souverein te heerschen over eene inlandsche bevolking, alleen zij kunnen beseffen welk een verschrikkelijke slag deze ge beurtenis voor Nederland is. „De A. E. V. was eene vroegere O.-I. com pagnie in 't klein, niemand kon op de knst tegen haar coneurreeren. „Het is te hopen dat zij voor een geheelen val behoed worde, want met haar valt Nederland 'a reputatie in deze streken. „Hoe groot de som ook zijn moge, die noodig is om het tekort te dekken, dat men toch vooral alle krachten inspanne om de zaken, zij het dan ook op minder uitgebreiden voet, voort te zetten. Nederland is waarachtig niet meer in staat om veel zulke slagen te verdragen. „Op de kust heeft deze zaak veel sensatie ver wekt en alle employé's waren zeer ter neerge slagen. Toen wij van Liberia hier aankwamen,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1