N°. 214.
122e Jaargang.
1879
Donderdag
11 September.
AAIT DE GRENZEN.
Dit blad verschijnt dagelijks!
met uitzondering van Zon- en Feestdagen!
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien! 20 Cent per regel.1
Geboorte-, Tronw-, Doodberichten enz,: van 17 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 10 September.
FEUILLETQ3ST.
M0RITZ VON REICHENBACH.
middelburgs™
Bij kon. besluit is bepaald dat de tegenwoor
dige vergadering van de staten-generaal zal wor
den gesloten op Zaterdag 13 September 1879, des
namiddags te twee uren en de minister van
binnenlandsche zaken gemachtigd in vereenigde
zitting der beide kamers de vergadering in naam
des konings te sluiten.
Ter terechtzitting der arrondissements-rechtbank
alhier werd heden de heer mr. C. Lucasse als
advocaat en procureur beëedigd.
Voor de Donderdag en Vrijdag alhier te houden
tentoonstelling van Floralia werden gisteren door
437 personen 2302 planten ingeleverd. Aange
vraagd waren in het voorjaar door 466 personen
2536 planten. Daarvan 'werden werkelijk afge
haald door 449 personen 2442 planten, zoodat
97.3 percent der kweekers 96.2 percent der uit
gegeven bloemen hebben ingeleverd.
De spoorweg-h a 11 e Vlake zal ongetwijfeld,
door den nieuwen stoombootdienst Vlake
Walsoorden veel verkeer naar zich trekken. Eeeds
was dit verkeer zeer belangrijk, belangrijker zelfs
dan op de meeste stations der Zeeuwsche lijn.
In 1878 o. a.
vertrokken kwamen totaal
aan reizigers
te Vlake 11183 7504 18687
KappelleBiezelinge 10023 7890 17913
Krabbendijke 10106 7372 17478
Arnemuiden 8605 9166 17771
Wouw 9697 7230 16927
Van de opening dier halte in 1870 af bedroeg
het aantal der van de halte Vlake vertrokken en
aangekomen reizigers:
1870 vertrokken 3516 aangekomen 2766
1871 11374 9194
1872 13382 10994
1873 13034 10531
1874 13368 11740
1875 12066 8921
1876 12469 9442
1877 12055 9295
Hulst, 9 September. Volgens zeer vertrouw
bare bron kan eerlang de opening te gemoet ge
zien worden van een geregelden wagendienst tus-
schen onze gemeente en Walzoorde. Driemaal
daags zal er gereden worden en wel de eerste
maal 's morgens van hier op de boot, welke te 9
16
VAN
VII.
ÏN DEN ZUILENGANG.
Hij keerde kort voor het souper terug en toen
hij aan de ronde tafel tegenover haar zat, vond
hij dat zij er zoo zacht en lijdend uitzag, dat het
hem door de ziel sneed. Hij voelde, dat die toe
stand op den duur onhoudbaar was; maar hoe
scherpzinnig hij in andere dingen was, in dit ge
val zag hij geen licht. Hoe kon hij gelukkig
met haar zijn, als zij geen vertrouwen in hem
stelde en zij kon zij hem werkelijk liefhebben,
zoolang zij ronduit zei: Er bestaat iets tusschen
ons, waar gij niet van weten moogt, er is een
duistere plek in mijn gemoed, die ik voor u ver
borgen houd? En toch wilde zij bij hem blijven
en de gedachte aan een volslagen scheiding scheen
haar onverdragelijk. Hij verweet zichzelven dat
hij zich zoo geheel aan zijn werk bad overgege
ven en zijne gedachten met geweld aan zijn hui
selijk geluk onttrokken had. En toch! wat kon
uren van Walzoorde naar Vlake vertrekt, en verder
heen en terug op al de booféfl. De vrachtprijs
zal op 50 cent bepaald worden.
Door dezen wagendienst wordt aan 't geheele
zoogenaamde land van Hulst een goede dienst
bewezen en den ondernemer, den heer P. Boel
alhier, wenschen wij dan ook gaarne veel passa
giers en veel voorspoed toe.
Vlissingeu, 10 Sept. Toen gisteren avond
te 6 uren de Belgische loodskotter n°. 6 het uit
zee komende Engelsche stoomschip Resolute op
de hoogte van Blankenberg van een loods wilde
voorzien, sloeg de jol, waarin zich de loods en
twee matrozen bevonden, tengevolge der hooge
zee onderstboven.
Na ongeveer een half uur tijds gelukte het de
bemanning van den kotter de drie mannen, die
zich aan de kiel der jol hadden weten vast te
klampen, van een wissen dood te redden. Aan
boord van de Resolute nam men oogenschijnlijk
weinig of geen notitie van dit geval en stoomde
rustig naar binnen.
Blijkens het jaarverslag over 1878 van het Ge
nootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen
was er in het contribueerende ledental eene daling
gekomen van 2752 op 2714.
Het bedrag der uitgaven voor gevangenen is
geweest flS.SöO.Odi. Het getal der gevange
nen beliep op 31 December 1878 een cijfer van
3440, tegenover een bedrag van 3358 op 31 De
cember 1877. Uit de gerechtelijke statistiek over
1877 blijkt, dat bij de provinciale gerechtshoven
de toepassing der celstraf is gekomen op 72
der veroordeelden en bij de arrondissements-recht-
banken op 66 Bij de hoven is dat, in verge
lijking met het voorgaande jaar, eene verminde
ring van 5 °/0, en bjj de rechtbanken eene ver
meerdering van 3 Sedert het jaar 1858 is bij
de rechtbanken de toepassing der straf van afzon
derlijke opsluiting gestegen van 16 tot 66
Vrijdag a. zal mr. S. van Houten op het medi
sche congres te Amsterdam spreken over „wettelijke
maatregelen tegen vroegtijdigen handenarbeid."
De v olgende stellingen zullen daarbij door hem
worden verdedigd:
„I. Wetten en zeden moeten de concurrentie
om tot de laagst mogelijke prijzen te produceeren
beperken, wanneer de goedkoopte der producten
slechts ten koste van de gezondheid en ontwik
keling der producenten te verkrijgen is.
„II. De wetgever kan niets meer doen dan
algemeene regelen stellen voor de organisatie van
den arbeid op bovengenoemden grondslag; het
hij anders doen? Zijn trots was gekrenkt, zijne
liefde versmaad, door haar wantrouwen. Werken
was het eenige middel om zich daarover heen
te zetten. Eerst sedert Lichtenfeld in huis was
gekomen, was zijn gevoelsleven weer ontwaakt,
en ofschoon hij na het gesprek van heden morgen
gerust gesteld was omtrent den invloed dien de
jeugdige officier kon uitoefenen, had hij verder
niet veel gewonnen. Hoelang moest dit nog
duren
Terstond na het souper ging Kamilla, die over
hoofdpijn klaagde, naar haar kamer, en Lichten
feld begaf zich op weg om nog een ritje naar de
grenzen te maken, gelijk hij met een zijner kame
raden overeengekomen was. Vallinka had hem
den heelen dag" meer dan ooit uit de' hoogte
behandeld, ja bijna gedaan alsof hij er niet was.
Bij het afscheid nemen fluisterde hij haar toe
„Wat moet ik doen om weer goede vrienden met
u te worden Wil ik tot straf voor mijn spot
ternij nog een spoken-patrouille houden, als ik
van mijn rit terugkeer?"
„Doe zooals gij wilt," antwoordde zij schouder
ophalend. „Ik heb u al gezegd dat het mij on
verschillig is. Ik zou, ter wille van Kamilla,
gewenscht hebben dat eens een verstandig mensch
de wacht gehouden had in den spookgang, maar
gij steekt er altijd den gek mede, en ik zal er
dus iemand anders voor moeten zoeken
„Nu, als wij niet te laat terugkomen, dan be
loof ik u
Maar Vallinka scheen weinig om die belofte te
overige moet aan de vakvereenigingen trade-
unions worden overgelaten.
„III. Dit beginsel kan echter alleen volledig
worden doorgevoerd, indien de zoogenaamd Nieuw-
Malthusiaansche begrippen algemeen ingang vinden
en in practijk gebracht worden."
Men schrijft ons uit Den Haag
Wij waren zoo éven over het Binnenhof gegaan,
hadden een oogenblik vol be-, neen verwondering
gezien naar de ongelukkige dompertjes in wor
ding boven de twee torens van de Loterijzaal;
wij vroegen ons af hoe het traditioneele défilé op
den derden Maandag in deze maand zal geschie
den, te midden van al die afbraak van het oude
en bouwmaterialen voor het nieuwe. Daar vinden
wij tehuis gekomen het pas verschenen 125e
deeltje van „Thieme's Guldenseditie", Vlugmaren,
door mr. C. Vosmaer.
In de voorrede zegt de schrijver dat het niet
alle, maar eenige der Vlugmaren zijn uit den
Spectator door hem als Flanor geschreven en voegt
erbij „Er is een tijd van voorzien en een tijd
van naschouwen. Ook die herinnering heeft hare
waarde en genotook het nu zien van wat het,
toen wordende, than3 geworden is. Wat men
dacht, denkt men niet altijd meer, althans niet
altijd zoo: daar is veranderd, maar ook gebleven."
Ten bewijze hiervan twee Vlugmaren, en wel de
allereerste onder jaarteekening van 1861.
„Zoo valt dan over de loterijzaal het booze
lotHet zij hier geconstateerd dat in
het jaar der beschaving 1860 een Nederlandsch
minister (baron Van Heemstra) trots alle aange
voerde grieven, aan de vernietiging heeft bloot
gegoven een unicum uit 's volks kunstschatten.
Men is bezig met het afbreken van het bovenge
deelte der zijmuren van de zaal en het aanvoeren
van nieuwen steen. Dit is het antwoord der
regeering op het algemeen verzet tegen de onver
standige handelwij ze met dit gebouw. Het is de
fraaie commentaar op des ministers belofte, dat
al het muurwerk onaangeroerd zal blijven.
Onze aedilen schijnen cirkelgaDgers te zijn.
En verder onder dagteekening van 3 Januari
1863.
„Holland op zijn Smalst zal dan, indien de eerste
kamer het gebengt, worden doorgegraven. Het
is mij welik wensch echter bijtijds opmerkzaam
te maken op eene moeielijkheid, die door geen
der schrijvers of sprekers onderzocht is, namelijk
deze: dat het volstrekt niet is uitgemaakt waar
Holland op zijn Smalst is. Vele zijn hieromtrent
de meeningen. Ik voor mij vind Holland zeer
smal waar het er een minister van oorlog (toen
Blanken, maar hij was niet de eenige) op nahoudt,
bezield met Alva-achtige denkbeelden, omtrent
geven, want zonder verder naar hem te luisteren,
zei zij in 'tvoorbijgaan „goedenavond" en verliet
de kamer.
Het zal omstreeks middernacht geweest zijn
toen Lichtenfeld van zijn rit terugkeerde, maar in
plaats van den gewonen weg in te slaan, steeg
hij reeds achter een boschje in de nabijheid van
het slot van zijn paard en sloeg de teugels om
een boom, waarna hij met rassche schreden den
spookgang naderde.
Gedurende zijn geheelen tocht had hij de ge
dachte aan die gesloten deur van Kamilla niet
kunnen verdrijven en allerlei avontuurlijke
veronderstellingen daarmede in verband ge
bracht. Daarbij had hij steeds den eigenaardigen
vorm van het gebouw voor oogen gehad, en zonder
er een bepaalde reden voor te kunnen vinden,
had hij zich verbeeld dat die spookgang op de
een of andere geheimzinnige wijze betrekking
moest hebben met die bleeke, angstige vrouw.
Hij was zoo met dit denkbeeld vervuld, dat zich
natuurlijk oploste in het voornemen om dien
zuilengang nog eens nauwkeurig te onderzoeken)
dat hij geheel vergat zijne wapens af te leggen>
die hem toch bij de voorgenomen klimpartij vrij
hinderlijk zouden zijn. Daar lag de beruchte
gang in het heldere maanlicht voor hem, reeds
kon hii duidelijk den pilaar met de inhammen
onderscheiden. Daar wat was dat? Hij bleef
staan en keek oplettend naar dien kant. Niets
bewoog zich, en toch meende hij duidelijk de
de vrijheid van spreken en schrijven. Ook dunkt
mij Holland zeer weinig breed in zijn denkbeel-'
den, omtrent de aftapping van de Oost; en zeer
smal in zijn ondergeschikt houden van zaken en
beginselen aan phrasen en personen. Eng en
smal is Holland ook op het punt waar zijne the
ologische rechtzinnigheid, ligt; waar zijn provin
ciaal en stedelijk belang nestelt; wanneer het
erop aankomt de richting van een spoorweg te
bepalen en op verschillende punten meer."
Hoe is het met veel daarvan in 1879 gesteld?
Intusschen, Holland werd op zijn smalst door
gegraven, de hoofdstad met de Noordzee verbon
den, IJmuiden verrees.
Het is al heel wat jaren geleden dat de naam
van IJmuiden het eerst door onzen tegenwoor-
digen minister van financiën in een ö/ds-nommer
werd genoemd, en lang bleef men de beschrijving
daarvan als een fata morgana van den schrijver
beschouwen. Maar het geldt hier ook: „nooit
gedacht en toch gekregen," en tegenwoordig be
hoort een bezoek aan de jeugdige zeeplaats,
vooral des Zaterdags, om de veertien dagen bij
het vertrek van een Suezboot, tot een der meest
gezochte uitstapjes voor de bewoners der aan den
Hoüandschen spoorweg gelegen plaatsen. De
kosten zijn wat het traject aangaat niet bijzonder
hoog ieder moet voor het overige met zijn
beurs te rade gaan daar de Eollandsehe spoor
weg maatschappijzoo beleefd is het reizend
publiek niet zoo te villen als wel andere maat
schappijen. Men kan per spoorboot voor 20 cent
heen en weer van Velzen naar de sluizen
varen en eindelijk voor 25 cent plaats nemen op
de sleepboot, die de Steamers tot buiten de hoofden
sleept of een eind in zee vergezelt.
Wanneer men het laatste heeft gedaan en men
komt tegen zes uren met een hongerige maag
terug, dan kan men een goede table d'hote en
goeden wijn vinden in het nette, vriendelijke
hotel Willem Barends en gaarne spreekt men
dan onder een glas wijn den wensch uit dat het
IJmuiden goed moge gaan, en een steeds toene
mend vertier niet alleen daar maar ook lang3
Ylissingen en elders het geheele land tot voor
deel strekke.
Gedeeltelijk werden dus de droomen van den
heer Vissering werkelijkheid; maar hij dacht zich
ook IJmuiden als badplaats, als oord van nut,
vermaak en weelde.
De residentie-bewoner, die zich ook eens der
waarts begeeft, zal op dat punt vooreerst nog
geen concurrentie voor zijn geliefd Scheveningen
vreezen. Hét is wel waar, Bert Brouwer heeft
er reeds plannen voor gemaakt, maar waar maakt
die niet al plannen voor? Men zegt zelfs voor
steden te bouwen in Emancipatoria. Men bouwe
schaduw van een mensch langs den pilaar te
hebben zien gigden. Met haastige schreden liep
hij naar den gang en zag scherp voor zich uit.
Daar was bet weer Het gleed langs een door
de maan beschenen plek en verdween onmiddellijk
in de donkere schaduw tusschen de pilaren. En
nu welk een zonderling geluid; het was alsof
iemand tegen een hol voorwerp tikte. Lichtenfeld
liep langzaam langs de pilaren, en onderzocht
eiken nis in den gang, zonder iets te ontdekken.
Aan den hoek van de kerk stond een lindeboom,
waarvan de zware takken breede schaduwen op
de pilaren wierpen. „Misschien is het de schaduw
van een tak geweest," dacht Lichtenfeld eindelijk,
„ik zie ten minste niets anders."
Hij omvatte den pilaar met de inhammen om
weer op de galerij te klimmen, doch terwijl bij
het hoofd omhoog hield en den eenen arm uit
strekte om het bovenste hekwerk te grijpen, werd
hij opeens van achteren aangevallen en op den
grond geworpen.
„Heb ik u eindelijk?" duwde hem een onbe
kende stem toe, en een donkerbruin gelaat boog
over hem heen. Hij deed eenige wanhopige po
gingen om zich van dien onverwachten vijand te
ontdoen, maar deze had den schrik en de verras
sing in zijn voordeel en wist er gebruik van te
maken. Lichtenfeld lag op den grond en de
vreemde knielde over hem neder.
„Verroer u niet!" fluisterde hij, en Lichtenfeld
zag een mes in zijn hand flikkeren, „verroer U
niet en antwoord mij t"