N°. 213
122* Jaargang.
1879
W oensdag
10 September.
AAIT DE GEENZEÏÏ.
Speculanten en slachtoffers.
Dit blad verschijnt dagelijks,1
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per 3/m, franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent?
Advertentien: 20 Cent per regel.1
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte?
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de pühlicitè étrangère 6. L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 9 September.
FEUILLETQIQ".
MORITZ VON REICHENBACH.
fiCii.' i'
in.
W elke is de plicht van den wetgever tegen
over verschijnselen als de ondergang der
Afrikaansche Handelsvereeniging en de nasleep
van heillooze gevolgen, welke daaruit voor
eenige ondernemingen en voor een zeker aan
tal personen is voortgevloeid? Om die vraag
te beantwoorden, moet men zich rekenschap
geven van de taak des wetgevers in 't al
gemeen. Zijn werkkring is niet het bijzondere
en voorbijgaande, maar het blijvende en al-
gemeene. Wat het leven, de werkkracht, de
hulpbronnen der maatschappij vermeerderen
kan, moet hij ontzien en bevorderen, zelfs in
dien er eenige nadeelen aan verhonden zijn.
Een veldheer gelijk, die soms met opzet zich
verliezen oplegt om een gewichtiger voordeel
te behalen, zoo kan de wetgever verplicht zijn
zich te onthouden van de bestrijding van
zeker euvel, dewijl het langs een omweg een
grooter goed te weeg kan brengen, of ook
dewijl de middelen om het te keer te gaan
nadeelen te voorschijn zouden roepen, ver
derfelijker dan dat wat hij zou pogen uit te
roeien.
De naaxnlooze vennootschap nu, zooals wij
ze met een zinloos woord van Franschen oor
sprong noemen, de vennootschap op aandeelen
juister gezegd, is een van de machtigste werk
tuigen, door welke de ondernemingsgeest van
onzen tijd zijne grootsche doeleinden zoekt te
bereiken. Ontwerpen, voor welke de financi-
eele kracht van éen of van wéinigen te kort
schieten, doet zij tot uitvoering komen. On
dernemingen, tot welke niemand geneigd zou
wezen zijn vermogen geheel of voor een aan
zienlijk gedeelte te leenen, worden tot stand
gebracht door de samenwerking van velen, die
ieder slechts een betrekkelijk klein, te voren
bepaald deel hunner bezitting in de waag
schaal stellen. Het aanleggen van een spoor-
of anderen gemeenschapsweg b. v. is in zekeren
zin altijd een waagstuk, wijl de omvang van
het verkeer te voren niet met zekerheid is te
15
VAN
VI.
KAMILLA BEWAART HAAR GEHEIM.
„Ik zal blij zijn als zij niet komt, ik wilde
eens met u praten."
Er schoot een vragende, bijna schuwe blik
uit hare oogen, en toen werden zij weer neerge
slagen. Man en vrouw liepen eenigen tijd zwijgend
naast elkaar. Eindelijk begon hij
„Ik vrees, dat gij u ongelukkig voelt in mijn
huis, Kamilla. Het is ook een vervelend verblijf
hier, als men jong en schoon is zooals gij."
Zij maakte een afwerende beweging met de
band.
„Zeg dat niet, bid ik u, spreek er niet van
Er gleed een weemoedig lachje over zijn gelaat.
„Waarom mag ik er niet van spreken Denkt
gij dat ik blind ben en niet zie of hoor wat er
om mij heen gebeurt?"
Zij bleef staan. Haar gezicht was zoo bleek
Bn wit als een lelie.
bepalen; het wórdt dat te meer naarmate in
de behoefte der dichtst 'bevolkte en meest wel
varende streken beter voorzien is, en de
concessie-aanvragers zich dus tot oorden moeten
bepalen, waar het verkeer nog niet te bere
kenen is of ten deele zelfs door het nieuwe
communicatie-middel in 't leven geroepen moet
worden. Zulk eene onderneming levert in den
eersten tijd geen, na eenige jaren slechts eene
kleine winst en alleen in de toekomst is, hij
goede uitvoering, eenig geluk, en een deugde-
lijken grondslag van het oorspronkelijke plan,
eene loonende rente te wachten. Met handels-
ondernemingen naar verre, nog in een aan-
vang-tijdperk van ontwikkeling verkeerende
landen, is hetzelfde het geval. Met de aan
wending op groote schaal eener nieuwe uit
vinding, met het in den handel brengen van
een nieuw voorwerp van algemeene behoefte,
veeltijds evenzeer. Het zou eene dwaling zijn,
te beweren dat al deze takken van werk
zaamheid uitgesloten moesten worden van de
ongedeelde, individueele ondernemingszucht,
en zelfs bestaat er aanleiding om eene te
algemeene toepassing van het beginsel der
samenwerking, dat in veerkracht voor het
individu in den regel moet onderdoen, niet te
wenschen. Maar te ontkennen valt het niet
dat vele ondernemingen, die voor de behoeften
en het welzijn onzer maatschappij onontbeer
lijk zijn, slechts door de vennootschappen op
aandeelèn met goed gevolg aangevat kunnen
worden.
In het opzetten en uitvoeren dezer onder
nemingen nn, welker financieele grondslag de
samenwerking van velen is, spelen de over
redingskracht, de volharding, de vindingrijk
heid en de werkkracht van een of van en
kelen eene zeer groote rol. Dit zijn, bij de
stichtingde oprichters of Granderin de
uitvoering de bestuurders. Wie tegenwoordig
aan zulke mannen denkt, heeft in negen van
de tien gevallen aanstonds de namen van
Pincoffs, Strousberg, Philippart, bij voorkeur
hen met wie het ongelukkig afliep, in het
hoofd. Eene wetgevingwelke toelaat dat
deze booze geesten hun rol spelen en hunne
slachtoffers weer- en wapenloos tegenover hen
plaatst, zulk eene wetgeving, meent men, moet
veranderd worden. Aan deze ondieren moeten
de nagels afgesneden worden, waarmede zij
zoovelen verwonden. Mocht bij deze kunst-
„En wat hoort en ziet gij dan vroeg zij met
een doffe stem.
Hij zag langs haar heen op de kale struiken,
„Wat ik zooeven zeide," antwoordde hij aarze
lend. „Ik zie dat gij hier niet gelukkig zijt, dat
gij wellicht liever hier vandaan
„Verlangt gij niet meer dat ik hier in huis
blijf?"
„Ik spreek alleen van u, van u alleen, Kamilla,
ik heb, vóór ik dit onderhoud met u zocht, eerst
moeten leeren mij zei ven en alles wat ik zou kun
nen wenschen, te vergeten. Het is mij niet ge
makkelijk gevallen, maar ik moet zekerheid hebben,
ik kan die onzekerheid niet langer dragen."
Er lag een diepe ontroering in deze woorden
en zij deden het hart van Kamilla zoo hevig
kloppen, dat zij er onwillekeurig de hand tegenaan
drukte, terwijl haar oog vol spanning aan zijne
lippen hing en als door een groot en onverwacht
geluk opeens begon te schitteren. Werkhart
ontmoette dien blik en bleef eensklaps steken.
„Gij wilt dat ik blijven zal, zoudt gij mij dan
missen vroeg zij zacht en aarzelend, doch met
stralende oogen.
„Kamilla hij stak den arm uit, als wilde
hij haar naar zich toe trekken, en ook in zijne
oogen blonk even een blijde glans, maar opeens
deed hij een stap achteruit, als vreesde hij voor
de aanraking van haar kleed, en zijn blik viel
weer op het struikgewas.
„Kamilla," begon hij weer, „ik smeek u, ant
woord mij oprecht en duidelijkkoestert gij den
bewerking wat kracht verloren gaan, is dat
niet beter dan dat zij op zoo heillooze wijze
aangewend worde
Maar de wetgever redeneert anders. Het
geheel overziende, overweegt hij wat zelfs een
Philippart, een Pincoffs, een Strousberg gedaan
hebben om de gemeenschap vooruit te brengen;
meet hij hoever anderen het brachten op den
zelfden weg dien deze speculanten volgden,
maar zonder op de bijpaden af te dwalen, die
hen ten verderve voerden, en vergelijkt
dan het kwaad, dat zou voortvloeien uit de
afsluiting of belemmering van dien weg, met
het voordeel dat men zich, zonder voor de
uitkomst te kunnen instaan, daarvan voor
stelt, het voorkomen namelijk van onheilen, als
die een gedeelte onzer handelswereld zoo groote
schade berokkend hebben. En met zijn blik
op den eenen en op den anderen kant van het
vraagstuk gericht, zal de wetgever, naar het
ons voorkomt, aarzelen en in zijne aarzeling
zich onthouden.
Hij zal dat vooral doen dewijl zijne ervaring
en menschenkennis hem leeren zullen, zijne
macht tot voorkoming van het kwaad te wan
trouwen. Laat hij maar in de wet schrijven,
dat de aandeelhouders op de algemeene ver
gadering het recht zullen hebben aan de
rechtbank het instellen van een onderzoek naar
den toestand der vennootschap te verzoeken
wat zal het baten, indien de aandeelhou
ders, zoo lang alles goed gaat en vooral zoo
lang hun een behoorlijke winst uitgekeerd
wórdt, een blind vertrouwen blijven koesteren
Wat, indien zij van de vergadering wegblijven
zoo lang zij meenen geen reden tot ongerust
heid te hebben en het veld vrijlaten aan
creaturen, vrienden en bewonderaars der be
stuurders Laat de wetgever maar zeggen
deze Revisoren, Auditorenof hoe men ze noemen
wil, en onverschillig of hun optreden van een
verzoek van aandeelhouders afhankelijk of
per se jaarlijks voorgeschreven is, zullen zijn
deskundig, scherpzinnig, boven alle verlokking
of verleiding verheven; wat zal het geven
indien ook deze personen blijken menschen te
zijn, vatbaar voor de „begoocheling", welke de
Pincoffsen weten uit te oefenen en die een
groot deel hunner kracht uitmaaktwat indien
het ook hun onmogelijk is zich binnen korten
tijd op de hoogte te stellen van de boeken-
en papieren-massa eener wijdvertakte onder-
wensCh hier vandaan te gaan, versta mij
goed, ik meen niet of gij dien op dit oogenblik
hebt, maar oi hij niet later hij u zal opkomen,
als wij weder alleen zijn Wilt gij mij daar
openhartig op antwoorden, zonder terughouding
Nu zag hij haar weer aan en zij doorstond
zijn blik kalm en bedaard.
„Ik kan alleen zeggen wat ik reeds eenmaal
gezegd heb: ik zal heengaan, als gij het ver
langt. Als ik zelf de keus heb, blijf ik bij u."
En wederom was het alsof hij haar in zijne
armen moest sluiten, en opnieuw bedwong hij
zich en liep zwijgend naast haar voort. Eindelijk
sprak hij
„Ik geloof u, Kamilla, ik dank u! Ik heb
booze dagen doorleefd, terwijl die twijfel mij
kwelde," vervolgde hij, en bleef plotseling stil
staan, want zij was ook blijven staan en zag hem
weder met dien vragenden, angstigen en tevens
gelukkigen blik aan, die hem zoo zonderling
aandeed.
„Kamilla," riep hij opeens uit, „kan het dan
nooit anders tusschen ons worden?"
Zij boog sterk blozend het hoofd.
„Het is mijn innigste wensch en mijn vurig
gebed, dat het anders moge worden," sprak zij
zacht.
Hij greep haar hand en drukte die hartstoch
telijk, en toch nu hij de zekerheid had dat
haar bestaan geen ander behoorde, nu de schaduw,
die bij in zijn opgewonden verbeelding had zien
verrijzen, verdween, nu verzette zijn trots er
neming; wat indien ook zij de werkelijke
waarde van factorijen op eene verre kustvan
magazijnsvoorraden in een ander wereld
deel, van schepen, varende op den oceaan,
niet weten te beoordeelen; wat, indien zij de
soliditeit van handelspapier niet kunnen schat
ten, onderteekend door buitenlandsche firma's,
of de ingewikkelde transactiën met zulke huizen
niet durven wantrouwen, alleen omdat de chefs
ervan in familie- of vriendschapsbetrekking
staan met de directie, welke zij hebben te
controleeren? Kan de wet aan deze „dwars
kijkers" den zedehjken moed geven om, met
bezwaren die nog niet meer dan vermoedens
zijn, aan te komen bij eene door een goed
dividend verblinde vergadering en bestuurders
aan te tasten, die bewonderd worden om hun
„genie", die een onbetwiste overmacht bezitten
door hun snedigheid en welbespraaktheid, die
zitting hebben in 't bestuur van stad en land
en om hunne „deugd" misschien „geadeld"
zijn?
De wetgever zal huiverig zijn voor practische
bezwaren, als door mr. M, Th. Goudsmit in de
Vragen des Tijds van Aug. en Sept. 1877
opgesomd werden. Eerstens de moeilijkheid
om, buiten de staatsambtenaren, die men niet
gebruiken kan omdat hun onderzoek aan
boeken en balans een schijn van staats-sanetie
zou verleenen, geschikte personen te vinden.
Tweedens de onmogelijkheid om deze jaarlijks
afwisselende mannen in drie maanden tijds
den weg te doen kennen in den doolhof eener
aandeelen-maatschappij. Derdens het bedenke
lijke om naast, men kan bijna zeggen tegen
over de directie, eene macht te stellen, die
belemmerend werkt op den loop der zaken,
die de administratie bemoeilijkt en nog kost
baarder maakt dan zij gewoonlijk reeds is. „Ik
kan mij vroolijk maken, zegt mr. Goudsmit,
over het denkbeeld, welke tooneelen van
verwarring gedurende drie maanden van elk
jaar op het kantoor der aandeelen maatschappij
zullen voorkomen. Er wordt naar de boeken
gevraagdze zijn in handen der Revisoreneen
rekening-courant moet worden ingezienze
steekt in den zak van een der Revisoreneen
brief moet worden overgelezen: hy trok juist
de aandacht der heeren Revisorenl"
Bij deze bezwaren, aan de maatregelen zelve
die verlangd worden verbonden, heeft de
wetgever andere nadeelen te voorzien, welke
zich weer tegen, om haar onvoorwaardelijk in
zijne armen te sluiten, en de vraag, die zij een
maal geweigerd had te beantwoorden, drong zich
weer op zijne lippen.
„Wilt gij mij dan zeggen wat het was dat zich
toen tusschen ons gesteld heeft? Waarom gij u
hebt afgewend toen ik u verzocht nooit een ge
heim voor mij te hebben, waarom gij op mijn
verzoek, mij steeds in uwe ziel te laten lezen,
geantwoord hebtdat dit onmogelijk was
Zij schudde het hoofd en zei:
„Dat kan ik niet. Waarom maakt gij dit tot
voorwaarde van ons geluk?"
„Waarom? waarom? O mijn God! omdat het
vertrouwen de heiligste godheid van den huise-
lijken haard is en gij het door uwe weigering
onmogelijk maakt dat er vertrouwen tusschen
ons bestaat."
Haar gelaat nam eensklaps een koude, strakke
uitdrukking aan.
„Ik zie, dat wij het op dit punt nooit eens
zullen worden," zei zij. „Uwe vragen kan ik niet
beantwoorden en dus kunt gij mij niet vertrouwen.
Waarom plagen wij elkaar dus verder nog Is
deze toestand nu onhoudbaar, dan moet ik uw
huis verlaten."
Hare lippen beefden en zij scheen met moeite
hare tranen te weerhouden.
Werkhart stond voor haar en keek somber
naar den grond.
Daar werden zij opeens gestoord door Vallinka,
die met een verhit gelaat kwam aanloopen. Het