N°. 210
1870
Zaterdag
AAIT DE GRENZEN.
122' Jaargan;
Gemeente-finantiën.
7
Dit blad verschijnt dagelijks}
met uitzondering van Zon- en Feestdagen."
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.1
Advertentien: 20 Gent per regelt
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daubk en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en. Jonks.
Benoeming van een Wethouder.
Benoeming van leden der vaste com-
missiën uit den gemeenteraad.
Middelburg 5 September.
FETJILLiBTOlSr.
HE
HIDDELBURGSCHE
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat door den gemeenteraad tot wethouder der
gemeente is herkozen de heer mr. N. C. Lam-
brechtaen van Ritthem, die zich deze benoeming
beeft laten welgevallen.
Middelburg, den 5 September 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER.
De secretaris,
J. W. DE RAAD, L. S.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat de bij art. 54 der gemeentewet bedoelde
commissiën zijn samengesteld als volgt:
a de commissie tot het ontwerpen van veror
deningen tegen wier overtreding straf is bedreigd,
waarvan de burgemeester, ingevolge art. 165 der
gemeentewet voorzitter is, uit de heeren: dr. S.
Dobbelaer de Wind, mr. W. A. van Hoek, mr.
A. P. Snouck Hurgronje, mr. J. A. van Hoek;
b de commissie van finantiën uit de heeren:
jhr. mr. J. W. M. Schorer, voorzitter, J. Luteijn,
M. Volkrijk Liebert, F. Nagtglas, J. A. Tak,
leden
e de commissie van fabricage uit de heeren:
jhr. mr J. W. M. Schorer, voorzitter, J. H. Snijders,
D. A. Dronkers, D. Jeras, B. A. Fokker, leden.
Middelburg, den 5en September 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER.
De secretaris,
J. W. DE RAAD, L. S.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat de begrooting der inkomsten en uitgaven
der gemeente, voor het dienstjaar 1880, met eene
daartoe behoorende memorie van toelichting en
bijlagen, ingevolge art. 203 van de gemeentewet,
op de gemeente-secretarie voor een ieder ter
inzage nedergelegd en aldaar tegen betaling van
f 0.50 per exemplaar verkrijgbaar gesteld zijn.
Middelburg, den 5en September 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER.
De secretaris,
J. W. DE RAAD, L. S.
De datum van opening der jacht op klein wild
13
VAN
MORITZ VON REICHENBACH.
V.
MABSATTA KRIJGT EEK ZONDERLING BEZOEK.
Marsatta maakte een kruis.
„Niet vloeken, jongeheer, niet vloeken, ik zal
terstond zalf halen, als ik maar wist
„Ja, als ik maar wist waarom die vervl
soldaten mij juist vandaag in den weg moesten
komen. Alles ging zoo goed, zeg ik u, mijne
menschen waren flink bij de hand; het vee
prachtig vee, dat wel de moeite waard was om
er een omweg voor te maken, was gelukkig
de rivier door, de wachten waren uitgezet, maar
heeft mij nu een van die schelmen verraden,
of was de duivel er mee in het spel kort en
goedopeens hadden wij de soldaten op den hals.
O, het is om dol te worden 1 Als dit gelukt was,
was ik er bovenop geweest en had mij niet meer
met dit boevenpak behoeven in te laten. Dan
hadt gij het ook goed gehad, Marsatta, en ik had
B Blies vergolden, wat gij aan mij gedaan hebt 1"
is door gedeputeerde staten van Zeeland vastge
steld op Maandag den 22en dezer.
Gedurende de week van 28 Augustus tot 3
September zijn te "Vlissiugen aangekomen met de
stoomschepen van de maatschappij Zeeland 770
en vertrokken vandaar naar Engeland 952
passagiers.
De Staatscourant bevat de statuten van de
Middelburg sche kunstboter fabriek, opgericht den
2en Juli jl. en goedgekeurd bij kon. besluit van
den 19en d- a. v.
Het kapitaal der vennootschap bedraagt f 100.000
in 20 aandeelen, waarvan 11 geplaatst zijn en de
overige 9 vóór den len Januari 1882 geplaatst
moeten wezen.
Aandeelhouders zijn de heeren G. Alberts Lz.,
M. D. Ghijsen, M. P. Proos, J. van den Hoek,
alle te Middelburg, A. F. Smulders te Utrechten
F. H. J. Wibaut te Vlissihgen. Tot directeur is
aangesteld de genoemde heer Proos, tot commissa
rissen de heeren Alberts, Ghijsen en Smulders.
De vennootschap is aangegaan voor 10 jaren
en heeft ten doel het maken en verkoopen van
margarine-boter.
Bij beschikking van den minister van waterstaat,
is bepaald dat de navolgende commiesen der
posterijen van de 3e kl. hunne functiën zullen
uitoefenen: J. G. van Nes van Meerkerk ten
postkantore te Zwolle en G. H. van Senden ten
spoorweg-postkantore no. 1.
Door burg. en weth. van 's Gravenhage wordt
voorgesteld met 1 Januari 1880 den prijs van
het gas voor particulieren van 10 op 9 cent per
kub. meter te brengen, op grond van het batig
saldo, dat de begrooting der gemeente-gasfabriek
waarschijnlijk zal opleveren. De ontvangsten
dier fabriek worden geraamd op f 678.800.
Het Handelsblad maakt melding van een gerucht
en het Vaderland neemt dit over, dat het minis
terie voornemens zou zijn de benoeming eener
commissie aan den koning voor te dragen,
welke met de voorbereiding eener herziening van
de grondwet zou worden belast.
Zonder te beweren dat wij in eenig opzicht in
de geheimen van 't ministerie ingewijd zijn, komt
dit bericht ons toch niet zeer waarschijnlijk voor.
Wij meenden reden te hebben om te veronder
stellen dat het ministerie zich geheel plaatsen
zou op den bodem van naleving der grondwet,
ook wat de schoolwet aangaat, en het
initiatief tot wijziging der grondwet van
tweede kamer zou willen afwachten.
de
De oude, die evenals alle half-Polen, licht aan
gedaan was, snikte luid.
„Heilige Hedwig en Heilige Anna," jammerde
zij, „dat zoo 'n goede mijnheer zooveel ongelukken
moet hebbenJa, ja, de goddeloozen leven in
weelde en heerlijkheid, en de
„Stil oude, gij moogt niet op de rijken smalen,
want daar behoort zij ook toe en zij is goed
„Goed gilde de oude, „goed lieve hemel,
trotsch is zij en hoovaardig als een
„Spreek zachter, anders hooren de huisgenooten
nmaar waarom zegt gij dat zij trotsch en
hoovaardig is?"
„Is ze wel ooit eens bij de oude Marsatta ge
weest Gaat zij mij niet uit den weg als ware
ik een vergiftig gedierte
„Gij weet wel dat zij niet mag, dat die Werk-
hart het niet hebben wil."
„Vraagt zij dan anders naar hetgeen hij hebben
wil Zou hij misschien goedkeuren dat zij bij
nacht en ontij den
„Zwijg, Marsatta, gij weet wel, van die dingen
moogt gij niet spreken, die begrijpt gij niet."
„Die begrijp ik niet Zoo, laat ik mynheer
dan niet zelf binnen en doe ik dan niet alles voor
hem wat een arm mensch doen kan?"
Hij reikte haar zijn hand, die wel vereelt maar
smal en schoongevormd was.
„Ik weet wel, dat gij het ook goed met mij
meent," zei hij, „maar ziet gij, zooals het tusschen
mij en haar staat, dat is toch nog iets anders,
ik ben n heel dankbaar en als ik eenmaal rijk
De heer Romer, surnumerair bij 's rijks belas
tingen, is door den minister van financiën aan
gewezen, om bet kantoor van ontvangst der
directe belastingen en havengelden te Vlissingen
waar te nemen.
De sedert eenige dagen vermiste beambte van
het expeditiekantoor Brasch en Rothenstein, waar
van tot nu toe niets is vernomen, is genaamd
H. P. Lange, chef de bureau op gemeld kantoor.
De heer Rothenstein, lid der firma, die dezer
dagen uit Berlijn is aangekomen, heeft zich voor-
loopig met de leiding der zaken belast. {HU.)
Het Vaderland bevestigt nader, dat de heer
Modderman gedurende zijn ministerschap professor
blijft op nonactiviteit, buiten bezwaar der
schatkist. Intusschen zal een tweede hoogleeraar
in 't strafrecht benoemd worden, wat in elk
geval wenschelijk geacht werd, als hoedanig
mr. A. A. de Pinto genoemd wordt.
De oud-hoogleeraar J. van Vloten heeft, toen
de ofiicieele viering van den 300,ten gedenkdag
der Unie van Utrecht voorgoed, wegens gebrek
aan voldoende medewerking, opgegeven was, eene
opwekking tot herdenking daarvan op andere
wijze te Haarlem en elders uitgesproken enthans
in 't licht gegeven. Dit kloek en hartig
woord wenschen wij in veler handen en ge
dachten. De slotsom ervan, de oprichting namelijk
eener Volksmaatschappij, die zich ten doel zou
stellen den burgerzin, de belangstelling en het
medewerken tot het algemeene welzijn aan te
wakkeren en op te wekken, zal naar wij vreezen,
niet algemeen weerklank vinden, daar men van
dergelijke maatschappijen en vereenigingen in
't algemeen meer woorden hoort en verslagen
leest, dan daden ziet. Maar de bezielde en man
nelijke taal van den heer Van Vloten kan niet
nalaten op ieder die haar verneemt een krachtigen
indruk te weeg te brengen en daarom maken wij
van zijne 24 bladzijden druks op eene andere
wijze, dan als gewone boek-aankondiging melding.
Zijn flink woord doe menige flinke gedachte,
de gedachte flinke daden geboren worden, op
iedere plek en in ieder huis van Nederland waar
ze doordringen.
Als eene proeve van den gedaehtengang en de
wijze van voorstelling der schrijvers, laten wij
hier een gedeelte volgen waaiin hij, na den
toestand van het voormalig gemeenebest der
Vereenigde Nederlanden in groote lijnen geschetst
te hebben, de karaktertrekken van het tegen
Herleven of verzinken. Vaderlandsche opwekkings-
rede ter doeltreffendste unie-viering. Haarlem, bij
W. C. de Graaf.
word, en ik voel dat ik het eenmaal worden zal,
dan zal ik het u bewijzen, want ziet gij, gij zijt
nu eigenlijk mijn eenige vriendin."
Marsatta wischte wederom hare tranen weg,
maar bij die laatste woorden zag zij hem onge-
loovig aan en zei:
„En zij dan?"
„Zij o, dat is iets anders. Zij is het schoonste
en beste wat er op de wereld is, zij is mijn heilige,
mijn ideaal!"
Zijne oogen fonkelden en zijne bleeke trekken
werden met een donkeren blos overgoten. Eens
klaps hield hij op, als bezon hij zich tot wie hij
sprak.
„Ik meen, gil moogt geen kwaad van haar
denken, Marsatta," zei hij zacht.
Marsatta haalde de sehonders op.
„Gij zijt veel te goed"- zei zij. „Zou een ander
het zich laten welgevallen om haar altijd als een
dief te bezoeken? Waarom maakt zij er geen
einde aan? op de eene of andeie wijze?"
„Wat moest zij dan doen O, als ik maar eerst
rijk was, dan behoefde zij mij niet meer te ver
loochenen, mijn arme, schoone, lieve Kamilla
Maar heelt wel ooit iemand zooveel ongelukken
beleefd als ik, Marsatta?"
„Gij hadt toch liever het groote water moeten
oversteken toen de freule trouwde," zei Marsatta,
„daar ginds in Amerika moeten de menscben zoo
spoedig rijk worden."
„Ja, maar die koop hier was zoo voordeeligl
ik kocht het aandeel in die mijn voor een spotprijs
woordig Nederland, onder de grondwet van 1848
aldus beschrijft:
„Die staatswet van 't jaar '48 stelt ons geene
verbrokkelde oppermachtige gewesten meer voor
oogen, maar een hecht aaneengesloten Nederland-
schen staat. Die wet geeft ons geen stadhouder
meer van een of meer provinciën, over wiens
gezag en erfelijkheid, voortdurend oneenigheid en
tweespalt heerscht; maar een erfelijk staatshoofd,
wiens dierbezworen plichten en rechten bij haar
zelve zijn vastgesteld. Zij kent geen gewestelijke
en stedelijke opperbaasjens meer, zich zelf, bij
onderlinge overeenkomst, om beurten begunsti
gende en anderen uitsluitende heeren; maar uit
al de mondige staatsburgers zelf, door hun kies-
bevoegde medeburgers tijdelijk gekozen vertegen
woordigers in raad en staten. Wars van allen
kerkdwang, weet zij van geen heerschende gods
dienstgezin te meer af; maar waarborgt elk-dier
gezinten, gelijk ieder ingezeten ook buiten haar
allen staande, gelijke bescherming en vrijheid van
godsdienst en geweten, dezelfde burger- en per
soonlijke rechten.
„Den gulden tijd kan men, in vergelijking met
vroeger eeuwen, in dat opzicht door haar als
verwerkelijkt rekenen; den tijd, door den oud-
joodschen Ziener den zijnen eenmaal gekondschapt.
Geeft zij ons toch niet den Roomsch-Katholieken
wolf, met gesloten muil, naast het weerlooze Doops
gezinde lam te aanschouwen, dat hij vroeger niet
minder meêdoogloos te verscheuren plag, dan die
uit het bekende aantrekkelijke kindèrsprookjen
grootmoeder en kleinkind? Den calvinistischen
ij veraar laat zij onbekommerd zijn Standaard
planten, daar slechts vrijwillige aansluiting, geen
synodale geloofsdwang den landzaat voortaan
onder zijne vanen kan scharen. Den modern-ge-
loovigen geeft zij volkomen vrijheid hunne kermis
tenten op te slaan, en hun schijnschoone aard
vruchten aan wie er smaak in vindt te venten;
maar zij verbiedt ook de openlijke uiting van bet
beter oordeel niet, dat, van haar innerlijke voos
heid bewust, welmeenend waarschuwt, ze zich
voor geen saprijk ooft te laten opdringen. Naast
kerkelijke woorden van Waarheid en Vredeals
ze luiden, gunt zij volgaarne ook den Bode eens
onkerkelijken Levens het woord, en laat de Vra
gen des Tyds gerustelijk ook in gansch anderen
zin behandelen, dan door een Tijd, die bij den
zijnen een eeuw of vier ten achter is, beaamd
worden kan.
„Zulk een onbelemmerde vrijheid van gedach-
tenuiting - zij weet het kan alleen der onver
gankelijke waarheid te baat komen. Alleen
Nederlands staatsburgers zelf zouden de schuld
dragen, deden zij tegen den geest hunner
nieuwere staatswet ,in de volksgebreken hunner
en de kolen lagen bijna voor het grijpen. Ik zeg
je, Marsatta, een hoeveelheid die onuitputtelijk
scheen. En daar begint me nu dat ding te branden,
en brandt en brandt nu bijna een jaar lang en ik
ben geruïneerd!"
„Ja, het was verschrikkelijk. En wij dachten
allemaal dat gij al lang daar ginds bij die zwarten
zatEn daar stondt gij opeens weer voor onze
oogen, zonder ooit weg geweest te zijn."
„En sedert is mij alles tegengeloopen, en ik
zon reeds laDg al bedelende mijn weg naar Amerika
gevonden hebben, als zij mij niet hier hield.
Maar wat denkt gij nu van mijn voet vroeg hij,
opeens zichzelven in de rede vallende.
Marsatta had intusschen het verband gelegd.
„Die is nog niet erg; maar het kan erg worden,
als gij niet stil zit. Gij moet hier in de kamer
blijven, dan boort en ziet niemand u en over een
paar dagen zal het wel genezen zijn. Hoe zijt gij
eraan gekomen?"
„Ja, dat weet ik niet, ik viel aan dien
glibberigen oever van de rivier, toen zij ons ach»
ter volgden, en die val was misschien heel geluk
kig, want de jonge luitenant, die hier op het slot
is, zat mij vlak op de hielen, doch in de duisternis
liep hij langs mij heen omdat ik zoo opeens tusschen
de struiken verdwenen was. De duivel hale mij
als de kerel niet op mij heeft willen schieten.
Hij had een revolver in de hand en gilde als be
zeten „Sta of ik schiet 1"
Marsatta maakte
vervolgde
weder een kruis, maar hg