N°. 203.
122« Jaargang.
1879.
Yrijdag
29 Augustus.
AAN DE GEENZEN.
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per 3/m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.'
Adverteutien: 20 Oent per regel,'
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte?
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daubs èri Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren ëlsbach en Jones.
Middelburg 28 Augustus,
FBXJX3L.XJE,T03Sr-
MORITZ VON REICHENBACH.
.7 1: -
i i A
.ij
Nadat wij in ons nommer van Maandag in
hoofdtrekken het ontwerp van den heer J. G.
Jager, voor eene concessie-aanvraag voor het
maken van een kanaal naar Duitscbland, met
rijks-subsidie, hebben medegedeeld, meenen wij
hier ook in hoofdzaak het oordeel te moeten
laten volgen, dat het weekblad De Amsterdammer
over dit plan velt.
„De ontwerp-concessie is bijna geheel, ook in de
bijzonderheden, geschoeid op de leest der con
cessie, in 1863 verleend voor het Noordzee-kanaal.
„Een verschil met evengemelde concessie ligt
hierin, dat de heer Jager tot dekking van de
kosten, alsmede van rente en winst over de op
te nemen gelden, behalve de baten, uit de droog
gemaakte gronden verkregen, van de eigenaren
der landen, die rechtstreeks door de uitvoering
van de in zijne ontwerp-concessie bedoelde werken
landverbetering ondergaan, eene recognitie heffen
wil. Is de vrijheid van het kanaal van dit middel
afhankelijk, dan achten wij haar een hersenschim
zoo wij toch al aannemen durfden, dat hierin
geene onbillijkheid lag, wïj zijn te zeer overtuigd
dat het in strijd is met de beginselen van ons
recht en der huishouding van staat om aan de
mogelijkheid van verwezenlijking te kunnen ge-
looven.
„Dat wijders in de droogmaking van de plassen
beoosten de Vecht voor den aanleg van de
Keulsche vaart financieele steun te vinden is,
kunnen wij evenmin aannemen. Tot vóór korten
tijd werden meest alle droogmakerijen beschouwd
als behoeftige ondernemingen, die hare eigen kosten
niet konden goed maken, tenzij staat en provincie
subsidien gaven; en eerstin de laatste jaren zijn,
bij de zeer hooge opvoering der waarde van vast
goed, waartegen nu reeds eene sterke reactie is
ingetreden, uitzonderingen op dien regel voorge
komen. Een van deze leverde de droogmaking
van het V, beschouwd op zich zelve; doch de
redenen, die deze droogmaking zoo winstgevend
maakten, ten le dat de dijken toch moesten ge
maakt worden voor de insluiting van de kanalen,
en dus de eigenlijke droogmaking niet bezwaar
den, 2° de uitstekende hoedanigheid van den
grond, bestaan hier niet. Om de droogmaking
zou hier het kanaal verlegd worden door de
plassen, zoodat de dijken de rekening der droog
making bezwarenen de bodem van deze uitge-
veende plassen bestaat niet gelijk die van het V
uit beste klei, maar uit zand en lichte zwarte
bagger.
6
VAN
II.
SPOOKGESCHIEDENISSEN.
„Gij moet mij weder verontschuldigen, want ik
moet nog eens uit. Ik ben hier eerst eenige
aren en het goed was zoodanig verwaarloosd toen
k het kreeg, dat ik mijne handen vol heb om
het eenigszins in orde te brengen. Het is onge-
loofelijk zooals de arbeiders verloopen, wanneer
een goed dikwijls van eigenaar verwisselt. Er
zit geen gang meer in en men moet overal zelf
bij zijn als men een beetje vooruit wil komen."
De heeren hadden al pratende de eetzaal verla
ten en Lichtenfeld besloot om met het paard, dat
tot zijn beschikking gesteld was, eenige bezoeken
af te leggen bij kameraden die in den omtrek in
kwartier lagen. Werkhart begeleidde hem naar
de stallen en gaf bevel om voorloopig een mooien
vos voor hem te zadelen. Daarop nam hij afscheid
van Lichtenfeld, die zich naar zijn kamer begaf
cm toilet te maken.
Die kamer was gelijkvloers en zag op den tuin'
„Daarbij komt dat de droogmaking van de
Vechtplassen, waarvoor eenige jaren geleden eene
concessieaanvraag was ingekomen, reeds afgekeurd
is, omdat zij het inundatiestelsel van de Utrecht-
sche linie zou raken in het hart, een bezwaar,
dat nog al iets beteekent.
„De heer Jager zegt in zijne toelichting de over
tuiging te bezitten, dat de gelden voor de uit
voering beschikbaar zijn. Doch overtuigingen van
dien aard kunnen falen: en de heer Jager heeft
meenen wij dit bij ervaring geleerd, met
opzicht tot het Noordzeekanaal in het tijdvak,
dat geëindigd is met het terugtreden van het
eerste kanaal-comité.
„Ons komen dus de financieele grondslagen der
ontwerp-concessie nog alles behalve verzekerd
voor.
„Ondernemingen als deze, welke geen uitzicht
op winst langs natuurlijken weg openen, zijn
naar onze opvatting geen geschikt object voor
de particuliere industrie.
„Ten slotte moet ons deze raadgeving van 't hart.
„Provincialisme en onzusterlijke broodnijd mogen
onlangs het spel gewonnen hebben, en aan Am
sterdam een tijdlang zijn weg naar den Bijn
onthouden, lang duren kan dit niet en in af
wachting dat de kans keere, zorge de hoofdstad
vóór alles, dat zij de zaak niet uit haar geheel
brenge
Ten opzichte dezer laatste opmerking van De
Amsterdammer willen wij alleen aanteekenen, dat
zij ons even ongegrond en eenzijdig voorkomt
als alle beschouwingen der Amsterdamsche liberale
bladen gedurende de jongste ministerieele crisis,
in welke de noodzakelijkheid der aanneming van
de kanalenwet, speciaal van het plan voor het
kanaal naar Amsterdam, werd voorgesteld als
alle andere beschouwingen van finaneieelen of
staatkundigen aard te moeten beheerschen.
Z. K. H. de prins van Oranje is, na korten tijd
te Parijs in het Hotel Continental vertoefd te
hebben, naar Zwitserland vertrokken om zijne
tante, prinses Maria van Wurtemberg, te ont
moeten. De adjudant Beijerman vergezelt alleen
den prins.
De N. B. Ct. deelt nog eenige geruchten omtrent
de Chandernagor mede. De bestemming van het
schip zou nog altijd het aan niemand bekende
Cap-Breton in Australië wezen. Dit wordt echter
minder waarschijnlijk geacht en men gelooft
eerder aan eene poging om oorlogs-behoeften naar
Peru en Bolivia over te brengen. Daarom hebben
de Fransche en Belgische regeeringen dan ook de
inscheping der landverhuizers belet, teneinde alle
schending der onzijdigheid te voorkomen.
uit. Het wa# er zeer warm en een groot hout
vuur, dat in de kolossale porseleinen kachel lag
te branden, beloofde het nog veel warmer te
zullen maken. Lichtenfeld opende dus het ven
ster en niet lang daarna hoorde hij de stem van
Vallinka in den tuin.
„En hebt gij verder niets gesproken, toen ik
gisteren wegliep?" vroeg zij.
„Neen zeker niet," antwoordde Kamilla, „maar
waarom vraagt gij dat zoo?"
„Nu, men wil toch gaarne weten wat er achter
zijn rug gebeurt. Maar zie eens, die sneeuwklokjes
zijn in uw hand opengegaan, hoe lief!"
„Die lieve bloempjes! Ik ben toch blij dat ik
ze gevonden heb," zei Kamilla.
Lichtenfeld greep zijn pet en snelde naar buiten.
Hij verbeeldde zich eensklaps dat hij de dames
moest tegemoet gaan en eerst toen zij hem gezien
hadden, en hij niet meer terug kon, viel het hem
in dat hij daardoor noodeloos zijn rit uitstelde.
In plaats van dit te betreuren of de ontmoeting
zooveel mogelijk te bekorten, verdiepte hij zich
terstond in een gesprek over sneeuwklokjes en
het eigenaardig genot, dat in het vinden der eerste
voorjaarsbloemen ligt. Kamilla sprak nu vroolijk
en ongedwongen, terwijl Vallinka eensklaps stil
werd en zonder aan het gesprek deel te nemen,
vooruit liep. De zonnestralen vielen op hare lange,
blonde vlechtenmaar Lichtenfeld merkte er niets
van; de hemel weet waarmede hij op dat oogen-
blik vervuld was!
In huis nam hij eindelijk afscheid van de dames,
's Heer Arendskerke, 28 Aug. Als
leden der commissie tot regeling van de grens
scheiding alhier, zijn gekozen: G. Otte, C. Hey-
boer, A. Louwerse, B. A. Bemijn, L. Lucasse,
A. I. van Overbeke en M. Janse.
Tholen, 27 Augustus. De heer Van Dijk,
directeur der zendings-gestichten te Doetinchem,
zendt aan sommige landbouwers in deze streken
„gratis" zijne brochure, waarin hij zich verdedigt
tegen de publieke aanvallen, die de heer Thierry
tot hem heeft gericht, en die o. a. ook het finan
cieel beheer betreffen.
Bij die gratis gezonden brochure is gevoegd
eene circulaire, waarin wordt meegedeeld dat de
heer Van Dijk nog geen geld genoeg heeft voor
het bouwen van een nieuw kerkgebouw der Ned.
herv. zendingsgemeente te Doetinchem, en te gelijk
wordt aangedrongen op het zenden van bijdragen
voor dat doel.
Beroemde de heer Van Dijk zich vroeger er
op, dat hij steeds maar aan het bonwen ging,
en dat, onder het bouwen, de noodige fondsen
hem door Gods gunst en door de gelden der
Christelijke broeders als 't ware toestroomden,
opmerkelijk is het, dat hij in deze circulaire
zegt niet meer te zullen bonwen vóórdat het
noodige geld voorhanden is.
De St. Ct. bevat een kon. besluit houdende
wijziging van het bij koninklijk besluit van 23
Januari 1879 {Staatsblad no. 25) vastgestelde bij
zonder reglement op den loodsdienst in bet 1ste
district Friesche Zeegat en de Eems.
Te beginnen met i September 1879 zal er ge
legenheid bestaan tot uitwisseling van telegrafische
postwissels, een bedrag van 100 gulden of van
200 francs niet te boven gaande, tusschen Nederland
en Zwitserland.
Het vertrek der Fransche pakketbooten van
Marseille naar Bio de Janeiro, Buenos-Ayres en
Montevideo zal in het vervolg den 14den in plaats
van den 16den van elke maand plaats vinden.
De verzending der brieven enz. geschiedt den
12den van elke maand per trein van 2.50's avonds
uit Botterdam naar Antwerpen.
In bijvoegels tot de Staatscourant wordt mede
gedeeld het verslag van den raad van beheer der
Nederlandsch-Indische spoorwegmaatschappij over
het jaar 1878.
De vereeniging Algemeen hies- en stemrecht te
Amsterdam heeft den heer Van Houten uitge-
noodigd in haar midden zijne bekende nota over
die in een der vertrekken verdwenen. Terwijl
hij echter nog in het portaal stond en bijzonder
langzaam zijne handschoenen dichtknoopte, ging
de deur weer open en gleed Vallinka, als een
schaduw langs hem heen, in 't voorbijgaan fluis
terende „ik wilde u maar zeggen dat ik niet
boos meer ben ik heb er nog eens over gedacht
en eigenlijk kondt gij het toch niet helpen en
en het was lief van n, dat gij gisteren avond
niets aan mijn broer en zuster verklapt hebt."
Eer hij den tijd had iets te antwoorden was
zij alweer weg en wij kunnen helaas niet bewe
ren dat hg haar met een zeer geestig gezicht
nakeek.
„Zonderling schepseltje," bromde hij nog, ter
wijl hij te paard steeg. „Maar zij kan nog wel
mooi worden, al zal zij nooit bij haar zuster
halen. Ach! eigenlijk ben ik toch heel goed af,
want het is toch buiten kijf dat het aangenamer
is mooie gezichten om zich heen te zien dan lee-
lijke. En met deze twee ben ik bovendien geheel
zeker, dat er geen lastige liefdesgeschiedenissen
uit kunnen voortkomen. De eene is nog veel te
jong en de andere is immers getrouwd? Ik kan
mij zoo gerust aan de betoovering dier schoone
oogen overgeven, zoo gerust, als had ik den besten
talisman in mijn zak. Het is bepaald een lot
uit de loterijwant mijn gastheer is ook de
vriendelijkheid zelf."Ja, dat was allemaal
heel mooi; maar daarna kwamen er eenige nabe
trachtingen. Of hij eigenlijk gelukkig is met zijn
vrouw „Die ontmoeting dezen morgen op de trap,
het algemeen stemrecht te komen verdedigen
tegen eenige daarover gerezen bedenkingen,
voornamelijk wat de door hem gestelde beper
kingen betreft. De afgevaardigde beeft echter
geantwoord dat hg zich daartoe niet geroepen
achtte en zijne drukke bezigheden hem zulks
niet veroorloofden. Hij zou echter gaarne van de
beraadslagingen der vereeniging kennis nemen en
die, zoo noodig, op andere wijze beantwoorden.
In eene Zondag gehouden vergadering is nu
over dit onderwerp van gedachten gewisseld,
waarvan den heer Van Houten een verslag zal
worden gezonden.
Zooals gisteren reeds door ons werd medegedeeld
zijn te Botterdam de beide liberale candidaten,
de heeren Ebeling en Baartz, bij herstemming
tot leden van den gemeenteraad verkozen. Zij
bekwamen ieder 1022 en 1095 stemmen,, terwijl
op de heeren Voorhoeve en Eeijmer 934 en 857
stemmen waren uitgebracht.
De regeering is onlangs, door een wijziging der
staatsbegrooting, gemachtigd om de ingetrokken
koperen centen ter versmelting te verkoopen.
Op Woensdag 17 Sept. e. k. zal daaraan gevolg
worden gegeven. Alsdan worden aan bet dep.
vaD financien inschrijvingen ingewacht voor den
verkoop der bij verschillende rijkskantoren aan
wezige hoeveelheid van hoogstens f 175,000 kope
ren centen, wegende ongeveer 63,000 KG. De
voorwaarden liggen ter lezing bij de betaalmeesters.
Omtrent het ergerlijk geval, dat in het Diaco
nie weeshuis te Amsterdam is voorgekomen, deelt
een belangstellende de volgende bij zonderheden
mede aan het Nieuws v. d. Dag.
„Op zekeren dag in Juli 11. (de juiste datum is
mij onbekend) waren vader en moeder van het
genoemde weeshuis afwezigen werd het dagelgksch
avondgezang daarom door den schoolmeester Van
Leijen waargenomen.
„Een der weesmeisjes deed uit jok haar best
om met een trillende stem, evenals een oud
vrouwtje, te zingen, wat den lachlust opwekte
van haar buurvrouw, evenals zij 19 a 20 jaren oud.
„Elk goed mensch kan zich zoo iets gemakkelijk
begrijpen, dat het was een uiting van jeugdige
vroolijkheid.
„De schoolmeester Van Leijen echter dacht er
anders overhij liet de beide misdadigsters in
't donker opsluiten en verklikte toen alles aan de
beide regenten A. H. Bautnan en I. Ph.Meynink.
„Deze heide, in het gesticht niet beminde heeren,
waren ten hoogste verontwaardigd over zooveel
snoodheid en maakten van de gelegenheid gretig
gebruik, om hun macht te doen gevoelen. Het
die was toch raar. En gisteren of zij wezen
lijk zoo bang is voor spoken Waarom zou er
nu en dan zulk een sombere trek op beider gelaat
komen en hoe komt zij aan dien zwaarmoe-
digen, droomerigen blik, dien ik een paar maal
opgemerkt heb 1 of zij gelukkig is
III.
IEMAND DIE MET VÏÏÜR SPEELT.
Er waren veertien dagen verloopen, een korte
tijd om nieuwe bennissen in de stad te beoordee-
len, waar men telkens andere mensohen ziet en
nieuwe indrukken krijgt, maar een lange tijd voor
de bewonerB van een buitenverblijf, die eiken dag
minstens eenige uren ongestoord bij elkaar zitten
en in den tuaschentijd alle gelegenheid hebben
om na te denken over hetgeen zij samen bespro
ken of beleefd hebben. Lichtenfeld had verschei
den malen patrouilles naar de grenzen begeleid,
die niets uitrichttenhij had de buurt leeren
kennen en was tot de overtuiging gekomen, dat
hij zich nergens prettiger kon voelen dan te
Krzidzanowitz, waar zelfs de geesten dit gevoel
van welbehagen schenen te eerbiedigen en voor
loopig hunne nachtelijke verschijningen geschorst
hadden. Hij bereed de paarden van Werkhart,
plaagde Vallinka en las Kamilla verzen van Byron
voor, waar zij bijzonder veel van hield. Hij be
greep niet waarom zg, die zoo zacht van aard