N°. 202. 122e Jaargang. 1879 Donderdag 28 Augustus. AAIT DE GEMZEN. Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen.' Prijs, per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a Oent.1 Advertentïen: 20 Cent per regelt Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publieité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Joitüfe Middelburg 27 Augustus, FEUILLETON. MORITZ VON REICHENBACH. Het XVIIe taal- en letterkundig congres, 1 r: 2 ri- De Standaard schrijft heden over de teleurstel ling, welke zij van den heer Yan Lijnden onder vindt "In trouwe, we willen het aan het Vaderland, aan de Middelburgsche courant en wat blad zich meer in dezen strijd, als liberaal orgaan, mengde, gevraagd hebben, of dan het menschelijk gevoel,ook zijn recht van meêspreken niet meer mag doen gelden "Gevraagd hebben, of ze dan zeiven niet hegrijpen, dat het ons tienmaal minder hard zou vallen indien zulk een slag ons overkomen moest door Kappeyne of Van de Putte, dan derwijs diep in het vleesch geslagen te worden door een man, die eens met en voor u in deze zelfde schoolworsteling streed. "Zie, tweemalen heeft nu ons Christenvolk tegen de ontkerstening van onze volksopvoeding geprotesteerd en gereageerdin 1856 en in 1878. "Beide malen stond de tegenstander zelf door de energie van de volksconsciëntie een oogenblik verslagen. "Beide malen geraakte hij zelf een tijd lang, mee door die energie, huiten staat om zijn plannen door te zetten. "En nadat we nu in 1857 op eens al onze hoop ver ijdeld hebben gezien door de vergissing van een broeder, die met ons had gestredenzullen we thans ten tweeden male al onze schoone hoop in rook zien opgaan door het met voorbedachten rade componeeren, door een anderen broeder, die in onzen strijd zelfs vooraan had gestaan, van een kabinet, dat, zonder ons op te offeren, naar men voorgeeft, nooit in de Staatscourant had kunnen staan. "Indien dit niet hardniet zeer diep grievenden stuitend voor ons gevoel iseilieve, wat is het dan Wij deelen deze woorden mede, omdat, na den aanval dien wij (M. Ct. van 23 dezer) op de Standaard deden, het billijk is haarzelve het woord te geven om redenen van verschooning te pleiten, die wij trouwens, wat hare klachten over den heer Van Lijnden betreft, uit eigen beweging hebben laten gelden. Er schijnt overigens nit te blijken, dat de Standaard zelve haar on verant woordelij ken uitval ten aanzien van den heer Six, niet tracht te verontschuldigen. Volkomen onverklaarbaar is het ons echter, dat de Standaard door de herhaaldelijk opgedane ervaring niet tot eene gevolgtrekking geleid wordt, die toch voor de hand schijnt te liggen. Hoe, zouden wij onze tegenpartij willen vragen, tot tweemaal toe ziet ge u fcu bedrogen door uwe „broeders." Is dan nog nooit de gedachte bij u opgekomen of niet misschien uw eigen voorstelling van den strijd, dien gij voert, aan onjuistheid en onzuiverheid mank gaat? Is het voor u aan nemelijk dat mannen als Van der Brugghen, als VAN II. SPOOKGESCHIEDENISSEN. „Gij zijt mijn lieveling!" riep zij en overdekte haar gelaat met kussen. Daarop liet zij haar los en zei: „Maar kom nu, wij willen verstandig zijn en gaan wandelen. De heeren zijn veel vrijer als wij er niet bij zijn." „O 1 voor dien luitenant Lichtenfeld behoeven wij ons niet te geneeren en wat Arthur aangaat weet gij wel Kamilla dat ik, als ik een man had, nooit zou denken dat ik hem stoorde." „Zottinnetje, wat weet gij er van hoe gij in dat geval zoudt handelen. Kom, ga uu mede, ik ver beeld mij dat er wel sneeuwklokjes zijn. Het is toch reeds Maart." „Hoe komt gij er aan, Kamilla, bij die sneeuw „Wezenlijk, ik weet een plekje achter in den tuin, dat beschut is en reeds sedert eenige dagen vrij van sneeuw. Daar heb ik verleden jaar ook de eerste gevonden." De zusters snelden den tuin in. Lichtenfeld Van Lijnden, als Six, wij noemen hem er nu bij, niettegenstaande het beter ware te wachten op zijn daden, dan over hem te oordeelen op grond van anonyme voorspellingen, dat zulke mannen, aan wier oprechtheid en zuiverheid van godsdienstig geloof gij niet twijtelen moogt, zouden medewerken tot wat gij „de ontkerstening van onze volksopvoeding" noemt? Is, ondanks den hartstocht en de bezieling, waarvan ieder woord getuigt dat gij schrijft, nog nooit de vraag bij u gerezen „Zou deze „ontkerstening onzer volks opvoeding," wellicht slechts een hersenschim kunnen zijn, uit geheel andere dan zuiver godsdienstige be doelingen geboren, nu mannen, die haar als een even groote ramp zouden beschouwen als wijzelven, zich ertoe leenen om haar over ons te brengen Eene andere vraag aan de Standaard. Binnen 25 jaren gebeurt het nu voor de tweede maal dat eene geweldige beweging, onder eene meeren- deels onkundige volksmenigte opgewekt, verijdeld wordt door mannen van uw eigen godsdienstige overtuiging, op Uët oogenblik dat het in hunne macht gegeven wordt het doel dier volksbeweging op het terrein der practische staatkunde te ver wezenlijken. Ligt ook niet voor u, als voor ons, de gevolgtrekking voor de hand, dat het wellicht die beweging aan geschiktheid om practiseh uit voerbaar te zijn kan haperen? Uwe macht over de menigte is zoo groot; van duizenden predik stoelen klinkt aanhoudend en nooit weersproken, met gewijd en priesterlijk gezag, tot onkundigen en niet tot de uitvoering geroepenen, het woord uwer predikers en volksmenners. Van waar komt het dat niemand uwer geloofsverwanten bij machte is geweest om iets uit te richten, wanneer hij uit den kring der declamatie en der alleen spraak, nit de werkplaatsen, waar de drijfveren gesmeed worden om op de kiezers of op het volk achter de kiezers te werkengeroepen werd aan de schrijftafel van den minister, waar ambtenaren hun bevelen komen vragen, en waar de verdedi ging der daden van den bewindsman voor de volksvertegenwoordiging moet voorbereid worden? Indien Groen zich steeds teruggetrokken, Van der Brugghen zich „vergist" heeft, Van Lynden of Six op het punt staat u te „verraden", zou het wellicht kunnen zijn dewijl de gezichtskring dezer staatslieden en ministers een andere is dan die uwer predikanten, godsdienstleeraars, straat predikers en volksleiders? En is zelfs deze her haalde teleurstelling - niet in staat om uwe over tuiging aan 't wankelen te brengen, omtrent de waarheid en de juistheid van datgene wat zoo luide verkondigd werd en omtrent de zuiverheid der bedoelingen van zoovelen, die in deze het woord voerenof in hun belang het woord laten voeren zag haar met leedwezen, door het venster der eetzaal, arm in arm over do sneeuw wandelen. Kamilla maakte zijn belangstelling gaande door het raadselachtige in haar geheele wezen en hare zonderlinge, droomerige oogen. Werkhart scheen haar evenwel volstrekt niet te missen en sprak druk over een bezending wijn, die hij gekregen had en vandaag probeeren moest, en van eenige eigen gefokte rijpaarden, die hij zijn gast wilde toonen. „Ik zal hetgeen u het beste bevalt tot uw beschikking stellen, zoo lang gij hier zijt," zei hij, „ook voor den nachtdienst, natuurlijk." „Gij zijt waarlijk zeer vriendelijk, mijnheer Werkhart." „Ik zal zeer gelukkig zijn, indien gij u hier geheel thuis gevoelt. Gij moet mijn huis voorloo- pig geheel en al als het uwe beschouwen, dan doet gij mij inderdaad genoegen." Hij sprak die woorden op zulk een welgemeen- den, hartelijken toon, dat Lichtenfeld gaarne de hem toegestoken hand drukte. Na een korte pauze, waarin zij hunne glazen leeggedronken en weer ingeschonken hadden, zei Lichtenfeld lachend „Nu gij mij zoo vriendelijk als huisgenoot op neemt, hoop ik toch dat uw huisgeest mij ook eens de eer van een bezoek zal gunnen, want zooals die oude vrouw mij vertelde, bezit gij een ja wellicht twee huisgeesten." „Wel zeker, maar die zijn veel te voornaam om u hier op te zoeken. Wie die zien wil moet naar hen toe gaandoch hoeveel moeite ik mjj ook gegeven heb, het is mij nog niet gelukt." Men beweert wel eens dat men nooit moet trachten een staatkundig tegenstander door rede neering te overtuigen. Met dat doel richten wij fiSn ook deze lang niet nieuwe bewijsvoering niet tot de Standaard. Maar als de feiten zelve spreken, dan dient men ze toch te laten hooren. Daarom stellen wij de namen der geloovige Christen staatslieden Van der Brugghen, Van Lynden, en wij hopen ook weldra Six, door onze tegenpartij zelve in het debat geroepen, tegen haar in 't gelid nu zij met haar geroep over „ontkerstening der volksopvoeding" andermaal tot ons komt. Sluis, 27 Aug. Bij de herstemming voor da verkiezing van een lid der provinciale staten in het hoofd-kieadistriet Sluis, is verkozen de heer mr, P. C. J. Hennequin, burgemeester van St. Kruis, met 245 stemmen. Op den heer J. H. Hennequin, burge meester van Sluis, werden 183 stemmen uitgebracht. Tllssingen, 27 Aug. Heden morgen stoomde Z. M. monitor Hydra naar de reede, alwaar de kommandant zich even aan boord van de FranscLe bark Chanderndgor begat, waarna het stoomschip onmiddellijk in de haven terugkwam. Hoewel het doel van het bezoek van dien zeeofficier geheim is, kan toch bepaald gezegd worden dat hij met eene commissie van het gou vernement belast was, welke in verband staat met de landverhuizers, die zich aan boord van dat schip bevinden. Bij de herstemming voor de verkiezing van twee leden van den gemeenteraad zijn gisteren te Rotterdam, van de 4166 kiezers, opgekomen 1995, tegen 1486 hij de eerste stemming. Zie laatste berichten). Voor het examen als notaris, dat den 1 Juli jl. aangevangen en den 23en Augustus geëindigd is, hebben zich aangegeven 126 aspiranten, waarvan drie zich terugtrokken. Van de overblijvenden zijn 70 geslaagd, waarvan 8 voor bet le, 2e en 3e gedeelte, 4 voor het 2e en 3e gedeelte, 5 voor het 3e gedeelte, 10 voor het le en 2e gedeelte, 5voor het 2e gedeelte en 38 voor het le gedeelte alleen. Afgewezen werden 53 aspiranten. De kamer van koophandel te Bergen op Zoom heeft de tusschenkomst der regeering ingeroepen, opdat maatregelen worden genomen in het belang der Ned. beetwortelsuikerfabrieken, die thans door bevoorrechte mededinging nit België met onder gang bedreigd worden. Het in België gevolgde stelsel laat toe, geosu- roseerde en bruine suikers met andere te vermen gen en uit te voeren tegen afschrijving 2eklasse? „Zij verschijnen natuurlijk in den zuilengang die naar de kerk leidt." „Juist, en het moeten de geesten van twee ver moorden zijn." „Ja, de oude vertelde mij van twee ingemet selde geraamten." „Die heelt men werkelijk in een muur van de tegenwoordige schuur gevonden, en ik ben er zelf ais kleine jongen bij geweest toen zij opgegraven werden. Mijn vader had een groote jachthoeve hier in de huurt, die ik later overgenomen heb en slechts kort voor mijn huwelijk opzegde om Krzidzanowitz te kunnen pachten. Zoo geschiedde het dat ik in der tijd die geraamten gezien heb." „En weet men niet hoe die daar in dien muur gekomen waren?" „Men weet er niets met zekerheid vanmaar er bestaan toch geloofwaardige veronderstellingen. Het goed behoorde vroeger aan graaf G., die een woest, ruw heer moet geweest zijn. Iu het gedeelte van het slot, waar nu de schuur is, hield die graaf een soort van harem. Ja, ja, lach maar het is niet meer dan vijftig jaar geleden en in dien tijd gebeurde er veel, wat nu ongeloofelijk schijnt. De half Poolsche, en voor hun tijd schatrijke Silezische grooten hebben wonderlijk huis gehouden op hunne kasteelen. Het is geen wonder dat die losbandigheid niet lang stand hield en dat de meeste oude geslachten uitgestorven of in verval geraakt zijn." „Zijn er geen Poolsche grondeigenaars meer in Ober-Silezië welke suikers hier te lande worden ingevoerd en evenwel 88° titreeren, hetgeen een voordeel geeft van f 2.16 per 100 KG. en als gevolg waarvan de raffinadeurs aan de Belgische suikers boven die van de Ned. fabrieken de voorkeur geven. Dat het kwaad van jaar tot jaar toeneemt bewijst de kamer door de navolgende cijfers: in het le halfjaar 1879 heeft de invoer uit België bedragen ruim 24,000,000 KG. tegen 28,000,000 in het geheele jaar 1878 en 26,000,000 in het geheele jaar 1877. (Hbl.) In andere landen kan men per post pakketten verzenden met en zonder waarde, tegen een zéér billijk tarief. In Nederland echter volgens brief port-tarief. Tot aan onze grenzen gaat dit goed, maar daar gekomen, gaan alle pakketten, voor Nederland bestemd, iu handen van de firma van Gend Loos. Wanneer men nu in aanmerking neemt, dat duizenden en duizenden pakjes op die wijze per post naar ons land worden verzonden, inzonderheid door en langs Duitschland, en dat al die pakjes, volgens gouvernementeele verorde ning, in handen moeten gesteld worden van de firma Van Gend Loos, werpt ons land dan op die wijze geen rijke bron van inkomsten weg, door die over te geven aan eene particuliere onderneming, welke daardoor zeer goede zaken maakt? ArnhCt.) Grooter zelfvoldoening kan aan een dagblad- schip ver niet licht te beurt vallen dan de onze is over twee opstellen, in onze nommers van 17 en 19 Maart dezes jaars geplaatst, over Kontante Betaling. Een Rotterdamsch lezer toch schrijft ons dat hij alleen door de lectuur ervan opge wekt is een winkel op te zetten, met het door ons aangeprezen beginsel tot grondslag, om door middel van kontante betaling, bij herhaalden en spoedigen omzet van kapitaal, eene kleine doch zekere winst te behalen. Daar de bedoeling der ons gedane mededeeling stellig niet zijn kan eene reclame uit te lokken, bepalen wij er ons toe, zonder den naam of de affaire te noemen, onze lezers op deze verblij dende toepassing van een bruikbaar beginsel, welke in onze stad plaats zal hebben, voor te bereiden. (Van oneen eigen verslaggever.) III Mechelen, Dinsdag middag. De dag van gisteren werd waardig besloten „Neen, geen enkele. De families werden zoo geheel verduitscht dat zij h un Poolsche af komst vergaten, öf zij werden door de Duitschers verdrongen. Alleen het volk op het platteland is Poolsch gebleven. Daarom zijn de toestanden bij ons heel anders dan in Posen bij voorbeeld. Maar ik wilde u nog van den harem van den graaf vertellen. Ginds op den zolder vindt gij nog een groot rond vertrek met verscheiden vensters boven in den muur. Het had nog slechts éen klein zijvertrekje en een enkelen uitgang naar een smalle wenteltrap, die met een verborgen ijzeren deur in het vertrek van den graat uit kwam. Hij moet den sleutel van die denr steeds in zijn zak gedragen hebben, en gij kunt wel nagaan dat zich in dat zonderlinge hok geen wilde dieren bevonden, maar een schaar van de schoonste Poolsche en Hongaarsche meisjes. Uit die ijzeren deur en de geheele inrichting van het gebouw blijkt de jaloersehe aard van den graal, en daar men iu den muur van dit ronde vertrek, bij het maken van een tweede denr, die twee geraamten rechtop ingemetseld vond en het eene herkende als dat van een man en het andere als een vrouw kunt gij u de verdere geschiedenis wel ongeveer voorstellen." „Maar dat is om iemand de haren te „borgo te doen rijzen 1" „Ja, fraai is het niet en als men aan het ver schijnen van spoken kon gelooven, dan zonden die twee ongelukkigen alle recht hebben zich op de menschheid te wreken door haar schrik aan

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1