N°. 199.
122e Jaargang.
187b.
Maandag
25 Augustus.
Dit blad verschijnt dagelijks J
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.1
Prijs per 8/m, franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.1
Ad verten tien; 20 Cent per regel.1
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daubs en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 23 Augustus.
IHIDDELBURGSCIE
De verijdeling van het plan der nu afgetreden
regeeriDg om, tegelijk met het scheppen van een
aantal andere kanalen, voor Amsterdam een bin-
nenlandschen waterweg naar Duitschland te graven,
heeft, gelijk te verwachten was, te Amsterdam
het denkbeeld doen geboren worden om op andere
wijze in deze behoefte onzer hoofdstad te voor
zien. De heer J. Gr. Jager, concessionaris voor
het nu voltooide Noordzee-kanaal, heeft daartoe
een plan ontworpen, dat in zijn geheel in het
Handelsblad wordt medegedeeld.
De grondslag daarvan is het kanaal-ontwerp,
zooais het door den minister Tak was aangenomen,
met eene wijziging van richting, van Weesp af
zooveel mogelijk naar de Eem, tot aan een punt
hij Eemnes, in plaats van met eene bocht over
Muiden en Naaiden. Er ;is nu tevens aan ver
bonden een ontwerp tot droogmaking der plassen
ten Oosten van de Vecht, waardoor 5000 bunders
goed bouwland gewonnen zouden worden en al
de aangrenzende landen, in Gelderland en Utrecht,
thans voor een groot deel bijna waardeloos, be
langrijk in waarde zouden stijgen. Uit deze
landaanwinning en verbetering zouden de inkom
sten voortvloeien tot rentebetaling voor het bij
de onderneming aan te wenden kapitaal van ruim
20 millioen. De staat zou daartoe jaarlijks bij
dragen eene som van f 650,000, te beginnen met
den dag waarop de naamlooze vennootschap zou
zijn opgericht, die binnen 6 maanden na het
verleenen en bekrachtigen der concessie tot stand
moet komen, en te eindigen met den dag waarop
het geheele kapitaal geamortiseerd zou zijn, of
uiterlijk 60 jaren na de voltooiing van het kanaal.
De overige inkomsten der onderneming zouden
bestaan in eene belasting, door den concessionaris
te heffen van de eigenaars der landen, welke
rechtstreeks door de uitvoering der werken ver
betering zouden ondergaan. Deze belasting zou
de helft bedragen van de waardevermeerdering
der gronden, te schatten door eene commissie van
drie deskundigen, gekozen door heide partijen of
door de rechtbank. De staat zou in de vergade
ringen van het bestuur en de aandeelhouders der
vennootschap vertegenwoordigd worden door een
rijks-commissaris met raadgevende stem, te be
noemen door den koning. De balans en de
winst- en verliesrekening der vennootschap
zouden aan de goedkeuring der ministers van
hinnenlandsche zaken en financiën onderworpen
wezen. Het plan en de begrooting, met eene
schets van den tijd en de orde der uitvoer
ring, zouden aan den minister van waterstaat
ingediend en door dezen goedgekeurd moeten
worden. De gronden en wateren, benoodigd
voor het werk, zouden, voor zoo ver ze staats
eigendom zijnkosteloos worden afgestaan. Het
gebruik van het voltooide kanaal zou geheel vrij
en kosteloos wezen. De staat zou de concessie
kunnen intrekken en de vennootschap ontbinden,
indien de werken niet overeenkomstig het plan
uitgevoerd of de aangegane verplichtingen niet
nageleefd mochten worden. De staat zou in dat
geval bevoegd zijn, zich de geheele onderneming
toe te eigenen, tegen betaling eener vergoeding
voor hare bezittingen, te schatten door drie des
kundigen, benoemd door beide partijen en door
den hoogen raad. De minister van waterstaat
zou echter bevoegd zijn de in de concessie ge
stelde termijnen te verlengen en de concessionaris
zich te beroepen op het geval van overmacht,
welke, indien zij wettig bewezen werd, de aan
den staat toegekende bevoegdheid tot naasting
zou doen vervallen.
In zijne memorie van toelichting zegt do heer
Jager o. a. dat het plan tot droogmaking der
plassen beoosten de Vecht reeds vóór 20 jaren
door eene staats-commissie en na dien tijd door
een aantal autoriteiten ten sterkste ondersteund
werd. Hg is overtuigd, dat als de wetgevende
macht in het aanstaande zittingjaar hare goed
keuring verleent, het vereischte kapitaal bijeenge
bracht en het werk binnen 5 jaren voltooid zal
worden. Ten aanzien der te heffen belasting
van de eigenaars der gronden, welker waarde
door het werk stijgt, merkt hij op dat die ook
|a andere landen bestaat, o. a. in Italië onder
den naam Bonificatione, en in onze wetgeving
een billijk beginsel zou invoeren, dat ook in andere
gevallen, zonder ernstig bezwaar zou kunnen
worden toegepast. Zij zou overigens ophouden
zoodra de staat niet meer geldelijk tot de onder
neming zou bijdragen.
«Wordt inmiddels, schrijft hij, gelijk te ver
wachten is, de vrije vaart op het Noordzeekanaal verkregen,
en is de vaart tusschen Amsterdam en den Bijn kosteloos,
dan zullen eerlang onze koloniale producten, door Neder-
landsche havens naar Duitschland, zonder ongelden worden
vervoerd en aan de grootste consumenten onder gelijke
conditiën van aanvoer verstrekt als waren zij rechtstreeks
in de Duitsche havens geleverd.
«De voordeelen, die de natuur aan Nederland schonk
door zijne ligging en die door de werken van de kunsten
des vredes en eener ware handelspolitiek werden verhoogd,
zullen door geheel Midden-Europa worden genoten, alsof
onze zeehavens en groote waterwegen tot haar eigen en
vrij stroomgebied hehooren."
Wij zullen ons natuurlijk onthouden van het
uitspreken van een oordeel over dit plan van den
heer Jager.
Maar dit toch wenschen wij te doen blijken,
dat de onvermijdelijke noodzakelijkheid door ons
erkend wordt, om het aangevangen en met goed
gevolg bekroonde werk, van het scheppen eener
kunstmatige verbinding van Amsterdam met de
zee, te voltooien door het verbeteren der gemeen
schap van de hoofdstad met Duitschland. Het een
is een onafwijsbaar gevolg van 't andere. Door het
een na te laten, zou het ander tot een dwaas en
doelloos geldvermorsen gemaakt worden. Yoor
het plan der afgetreden regeering zijn wij, met
vele anderen, huiverig geweest, omdat het ons te
reusachtig voorkwam en 's lands finaneieele toe
stand, op dit oogenblik, met een ongedekt tekort
voor zijne gewone uitgaven, ons niet geschikt
voorkwam voor 't aanvangen van dergelijke bui
tengewone ondernemingen. Is echter, naar de
heer Jager gelooft, aan de behoefte van Amster.
dam te voldoen met eene zooveel mogelijk beperkte
medewerking der schatkist, en niet vermengd met
andere werken, waarvan de omvang onmogelijk
vooraf te overzien is, dan zullen wij, en zal
zeker ieder, die een onbevooroordeeld oog heeft
voor de belangen van ons land, van harte wen
schen dat het mogelijk worde bevonden om deze
plannen te helpen uitvoeren.
Men schrijft ons uit den Haag:
Het Haagsche Dagblad verzekert, dat toen de
heer Van Lijnden met den heer Heemskerk onder
handelde over de aanvaarding eener portefeuille,
laatstgenoemde aan zijne bereidverklaring de
voorwaarde verbond, dat de nieuwe schoolwet
niet zou worden ingevoerd, en dat die voorwaarde
niet door den heer Van Lijnden werd afgewezen.
Het Dagblad maakt hieruit de gevolgtrekking,
dat te betwijfelen valt, of de wet door den te-
geuwoordigen minister van hinnenlandsche zaken
wel spoedig zal worden ingevoerd. „Als men
daarmee althans bedoelt de wet in haar geheel,
zóo als zij nu in het Staatsblad staat." Men
mag vragen, of dan eene wet gedeeltelijk kan
worden ingevoerd en gedeeltelijk niet; en of de
wet, zooals zij in het Staatsblad staat, anders is
dan zooals zij door de staten-generaal aangenomen
en door den koning bekrachtigd werd?
Er is echter eene andere vraag. Is misschien
niet juist de voorwaarde, door den heer Heems
kerk gesteld, de reden geweest, waarom de heer
Van Lijnden van zijn aanvankelijk voornemen om
een conservatief kabinet samen te stellen, heeft
afgezien Wij meenen met zekerheid te weten,
dat op deze voorwaarde geen ministerie te vormen
was, en dat de heer Van Lijnden daarom, en
daarom 'alleen, de personen, die bij aanvankelijk
had aangezocht, losgelaten en zich tot liberalen
gewend heeft. Het Dagblad zegt zeer voorzichtig,
dat de heer Van Lijnden de voorwaarden „niet
had afgewezen," hetgeen nog niet wil zeggen, dat
hij haar aangenomen of erin bewilligd heeft. Het
Dagbladdat gedeeltelijk ingelicht werd, zal waar
schijnlijk wel in de gelegenheid zijn ook het
overige te informeeren. Of mag misschien, ter-
wille van het partybelang, het feit niet openbaar
worden, dat geen acht mannen bijeen te brengen
waren, bereid om de zware verantwoordelijkheid
op zich te nemen, de schoolwet eenvoudig onuit
gevoerd te laten?
Wat daarvan zij, wij meenen zoo stellig moge
lijk te kunnen verzekeren, dat van het oogenblik
af dat de heer Heemskerk en zijne geestverwanten
door den kabinetsformateur werden losgelaten,
het vsststond dat dê schoolwet zou worden in
gevoerd, en dat dit bij de onderhandelingen met
hen, die thans als ambtgcnooten van den heer
Van Lijnden zijn opgetreden, geheel op den voor
grond heeft gestaan. De twijfel van het Dagblad
heeft dus geen waarde.
Uit de omstandigheid, dat de heer Van Lijnden
na het mislukken der eerste combinatie terstond
bereid was met erkende liberalen te onderhande
len, mag men misschien opmaken, dat ook hij
van den beginne af overtuigd is geweest van de
noodzakelijkheid om de schoolwet in te voeren.
Bij deze gelegenheid moet nog een ander punt
worden opgehelderd. De Tijd heett het voorge
steld als ware het een verlangen des konings, dat
de nieuwe schoolwet niet zou worden uitgevoerd.
Dat is meer gezegd, dan de Tijd waarschijnlijk
verantwoorden kan. Wanneer ik mij niet vergis,
dan is uw correspondent de eerste geweest, die
gemeld heeft, dat het ontwerp-koninklgk besluit,
waarbij het tijdstip voor het in werking
treden van de schoolwet werd vastgesteld, door
het kabinet des konings werd teruggezonden.
Wanneer de Tijd op deze mededeeling haar be
weren heeft doen steunen, dan heeft zij gedwaald.
Eene bepaalde beslissing werd door die terug
zending niet genomen. De kantteekening op het
ontwerp-beslnit duidde alleen aan, dat Z. M.
uitstel verlangde tot na de crisis.
Het eenige wat nu gebeuren kan is, dat in de
besluiten, die uitvoering aan de wet moeten
geven, enkele wijzigingen worden gebracht; doch
dit zou waarschijnlijk ook gebeurd zijn, wanneer
een volbloed-liberaal ministerie ware opgetreden,
omdat op enkele punten in die besluiten vrij
gewichtige administratieve bedenkingen waren
gerezen, die men o. a. in de adviezen van den
raad van state ontwikkeld vindt. Met de begin
selen der wet heeft echter dit alles niets te maken.
De Brusselsche liedertafel VOrphêon royal zal
morgen ten getale van ongeveer honderd leden
herwaarts komen, vergezeld van een 200tal heeren
en dames. Zij komen per extra-trein te Ter
Neuzen en van daar, met de daartoe afgehuurde
stoomboot Wester-Schelde, tegen half elf uur to
Vlissingen. Na de stad en de havenwerken
aldaar bezichtigd te hebben, begeeft het gezel
schap zich met verschillende reisgelegenheden
naar Middelburg, alwaar het bestuur der lieder
tafel reeds te half twaalf verwacht wordt, om
alles voor 't concert te regelen. Te 2 uren ver
eenigen allen zich in 't Schuttershof, om te half
drie met de uitvoering te beginnen en te 5 u.
20 m. per spoor weder naar Vlissingen te ver
trekken.
"Vlissingen, 23 Augustus. De heer Charles
Bonaventure du Breil, markies de Rays, consul
van Bolivia, in Frankrijk woonachtig, heeft aan
het consulair agentschap van Noord-Amerika
alhier, verzocht de Amerikaansche vlag te mogen
voeren op zijn hier ter reede liggend schip
Chandermgor, van Havre, en hem daartoe de
benoodigde documenten uit te reiken. Dit is
echter geweigerd, op grond dat de verkoop van
het schip te Havre heeit plaats gehad en alzoo
de verlangde formaliteiten aldaar volbracht konden
worden.
Prins en prinses Christiaan van Denemarken,
schoonzoon en dochter van de koningin van
Engeland, reizende incognito onder den naam van
graaf en gravin van Grafenstein, zullen Maandag
per mailboot via Vlissingen van Engeland naar
Duitschland reizen.
Goes, 23 Aug. Aan de gisteren gehouden
herstemming voor een lid van den gemeenteraad,
ter vervulling van de vacature ontstaan door
het ontslag van mr. J. G. de Witt Hamer, namen
311 van de 393 kiezers deel.
Op den heer J. J. Ochtman werden 172 en op
den heer J. Donner 129 stemmen uitgebracht
zoodat eerstgenoemde herkozen is. 10 briefjes
waren vau onwaarde.
Bij de eerste stemming vóór 14 dagen, verkreeg
de heer Ochtman 162, de heer Donner 141
stemmen.
We behoeven niet te zeggen hoe deze uitslag
ons verheugt. Meermalen gaven we te kennen,
hoe het behoud van den heer Ochtman voor de
waarachtige belangen van Goes gewenscht wordt.
De kiezers, doof voor „vrienden" die hunne
eigene partij trachten te ondermijnen, niet twijfe
lende aan de eerlijkheid en oprechtheid van hun
burgemeester, begrij pende dat het voor een
raadslid niet voldoende is dat hij tot een der
vele sehakeeringen van de „geloovigen" behoort,
maar dat onafhankelijkheid, bekwaamheid en
moed onmisbare factoren zijn, de kiezers gaven
een krachtig bewijs van hunne zelfstandigheid.
Amsterdam, 23 Aug. Mejuffrouw Jacobs,
die in het begin dezes jaars aan de hoogeschool
te Groningen den doctors-titel verwierf en zich
daarna te Londen in eene inricbtiDg voor zieke
vrouwen begaf om zich verder in de praetijk te
bekwamen, komt zich de volgende maand alhier
vestigen.
De ministerieele crisis is thans, op echt Neder-
landschen trant, geëindigd, al etende.
Gisteren kwamen de acht nieuwe ministers, als
gasten van den heer Van Lynden, bijeen in de
eetzaal van Paulez in Den Haag, op hetzelfde uur
dat de afgetreden bewindslieden in het Scheve-
ningsche badhuis bij den heer Kappeyne kwamen
dineeren. Zij echter waren slechts met hun zessen.
De heeren Gleichinan en Van Rees konden, aange
zien zij van meening zijn dat herziening der
grondwet thans niet aan de orde gesteld moest
worden, natuurlijk niet met hunne zes ambtge-
nooten mede-eten. Of zij nu ook te gelijker
tijd entète-h téte een afzonderlijk anti-grondwets-
herzieningsmaal gehouden hebben, wordt niet
gemeld.
IJzendijke, 21 Aug. Woensdag 20 dezer
herdacht de heer dr. E. van Brussel den dag,
waarop hij vóór 50 jaren door koning Willem I
tot burgemeester van het naburige Wafervliet,
toen nog niet door de Belgische grens vau
Nederland geseheiden, werd benoemd.
Eene beschrijving van alle plaats gehad heb
bende feestelijkheden zou te veel plaats vorderen,
evenals eene levensbeschrijving van den geachten
man, die zich niet alleen in België maar ook
vooral in ons westelijk gedeelte van Staats-
Vlaanderen zoo hoogst verdienstelijk heeft ge
maakt. Het volgende moge daarom volstaan.
Aan het den jubilaris aangeboden banket waren
omstreeks 150 genoodigden, waaronder een 30tal
Nederlanders, gezeten.
De spijzen waren uitmuntend, de wijnen keurig,
een algemeene vroolijkheid heerschte onder de
feestvierenden. Dit alles, was echter slechts
eene voorbode van iets meer degelijks, iets van
meer gewicht, dat volgde toen de in gansch België
geachte senator baron 't Kint het woord nam
om eeu heildronk uit te brengen op Z. M. den
koning en de koningin der Belgen.
In eene korte doch kernachtige redevoering
kweet de redenaar zich op eene uitmuntende wijze
van zijn plicht. De aanwezige Nederlanders waren
waarlijk als verbluft bij het hooren zijner zuiver
Nederlandsche uitspraak. Gewis zou menig uit
stekend Nederlandsch redenaar zijn Belgische»
confrère deze hebben benijd.
Een tweede toespraak tot den jubilaris werd
door een der wethouders gehouden, of beter
gezegd afgelezen. Recht komisch en primitief was
die lezing, in vergelijking met de schoone rede
voering van den senator. Op het platteland mag
men echter zoo kiesch niet zijn, weshalve wij het
den man niet ten kwade duidden. Menigeen kou
echter zijne lachspieren nu en dau niet in bedwang
houden.
Daarna stonden de hoeren graaf De Kerkhove
en Van Loo op en lazen het Kon- besluit voor,
waarbij de heer Van Brussel bevorderd werd tot
officier der Leopoldsordede overhandiging van
het eereteeken had mede door hen plaats.
Zichtbaar bewogen, zeide de jubilaris allen en
hijzonder zijnen gemeentenaren van harte dank.
Het feest werd daarop besloten door een
prachtige illuminatie en vuurwerk.
Moge de gemeente Watervliet nog eene reeks
van jaren haren burgervader behouden
Ter HTeuzsei», 22 Augustus. In de raads
zitting van heden is door burgemeester en wet-