N°. 197 122® Jaargang. 1879.1 Vrijdag 22 Augustus. AAI DE GRENZEtf. Dit blad versohijnt dagelijks,1 met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.' Advertentien: 20 Gent per regel.1 Geboorte^, Trouw-, Doodberichten enz,.* van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Oroote letters worden berekend naar plaatsruimte^ Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Middelburg 21 Augustus. PBtnLLBTON-. MORITZ VON REICHENBACH. wat luitenant lichteneeld verwachtte en wat hij vond. TiiTafewtanmaea wWr^.TiiaiiCTr3tTir In de heden te Vlissingen gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders der stoomvaart- ra aatschappij Zeeland, is goedgekeurd eene over- ee nkomst, gesloten met de Maatschappij tot exploi tatie van Staatsspoorwegen, voor de aanschaffing van een derde stoomschip gelijk de Primes Marie en Elisabeth. Vlissingen, 21 Aug. Uit het ter reede van Vlissingen gezonken Italiaansche barkschip Aporti zijn heden de masten, die het vaarwater onveilig maakten, verwijderd, en is het daarbij geplaatste lichtschip weggenomen. Een wrakton blijft op de plaats liggen ter aanduiding dat het gevaarlijk is daar te ankeren. Vlissingen, 21 Augustus. Heden middag te 12 uren werd het lijk van den heer H. P. Winkelman, onzen oud-burgemeester, op eenvou dige wijze ter aarde besteld. Aan den ingang der begraafplaats waren de burgemeester, de leden van den raad, de leden der kamer van koophandel, officieren der schutterij en verscheidene andere autoriteiten en personen, tegenwoordig. Nadat de kist in de groeve was nedergelaten werd door den heer Th. van Uije Pieterse, in korte woorden, warme hulde gebracht aan de verdiensten van den overledene als overheidspersoon, als burger, echtgenoot, vader en vriend. Nadat door den zoon van den overledene eenige woorden van dank gesproken waren, was deze droevige plechtigheid afgeloopen. In de Daily News van den 20en dezer vindt men het volgende bericht: „Den 23en Augustus zal kapitein H. L. Stasse, gezagvoerder van het stoomschip Prinses Elisa beth, van de stoomvaartmaatschappij Zeeland, (lijn VlissingenQueenborough) de herinnering vieren van zijne 25jarige werkzaamheid als scheeps bevelhebber. (HQ was vroeger gedurende 18 jaren kapitein op eene stoomboot tusschen Dordrecht en Londen). Onder de 153,000 passagiers, die hij gedurende dat tijdvak veilig over het kanaal gebracht heeft, bevinden zich de prins van Wales, de groothertog van Hessen en wijlen prinses Alice met hun gezin, prins Christiaan van Denemarken, de hertog van Teek, Richard Wagner en andere voorname personen. Een aantal bewijzen van erkentelijkheid zijn hem ten deel gevallen, onder welke een diamanten doekspeld van den prins van Wales in de eerste plaats verdient genoemd te VAN I. „Ik had m^ voorgenomen iemand die mij geheel v reemd was en dus onbevooroordeeld en niet voor of tegen mg ingenomen, eens te vragen of het leelijk staat als een meisje zegt: „ik wil" en of het mogelijk is onbevreesd te worden. Gij zijt mij nu geheel vreemd en in Beuthen stap ik uit en zie u nooit terug. Gij kunt mij dus openhar tig zeggen of hetgeen ik denk onzin is of niet." „Denkt gij dan dat ik n precies het juist ant woord zou geven?" vroeg hij nu weder heel ernstig. Zij zag hem een oogenblik vorschend aan en zei toen: „Ofschoon gij zoo even zonder afdoende reden worden. Een en ander legt van zijn bekwaam heid en zijn geluk als zeeman, waardoor hem nog nooit eenige ramp op zee overkomen is, het gun stigst getuigenis at. Kapitein Stasse, die thans 51 jaar oud is, heeft daarvan 38 jaren op zee doorgebracht." In de jongste zitting van den raad van state, afdeeling voor de geschillen van bestuur, werd o. a. behandeld- Het beroep van den raad der gemeente Vlis singen van een besluit van ged. Staten van Zee land, de dato 12/21 April 1879, no. 1365 a/19, waarbij «vermeerdering van het getal scholen in die gemeente is bevolen. Rapporteur de staats raad De Vries. Halst, 19 Aug. Op Zondag 10 Aug. jl. alsmede op Vrijdag 15 Aug. d. a. v., zijnde feest dag van Maria Hemelvaart, hebben in de E. K. kerk te Ossenisse voorvallen plaats gehad, welke doen gelooven dat men op sommige plaatsen, onder den alles verstikkenden invloed van 'tcle- ricalisme, naar de middeleeuwen terugkeert. Op den eersten dier dagen heeft nl. de pastoor, de heer C. A. Hessels, een zijner parochianen op den kansel dermate beleedigd, door op diens broeder, welke reeds lang de gemeente Ossenisse heeft verlaten, smaad en bespotting te werpen, dat deze den pastoor openlijk in de kerk verweten heeft, dat hij (de pastoor) loog. De heer Hessels heeft daarop terstond den kansel verlaten, voor gevende dat die man hem deed schrikken. Vreemd zagen de parochianen den volgenden Vrijdag op, toen zij geheel de kerk in rouw vonden, en de pastoor alweer van den kansel hevig uitvoer tegen zijn openlijken tegenspreker; zijne verbazing uitsprak dat God geen mirakel had gedaan, om den schuldige terstond te straffen; zijne parochianen aanspoorde om het huis van den schuldige te vermijden, opdat aan hen daar geen mirakel zou gebeuren; verzekerde dat nog na jaren het nageslacht op dat huis hunne kinde ren zoude wijzen als op het huis van den man, die zich niet ontzien had een priester tegen te spreken. In de namiddag-godsdienstoefening werd de Miserere gezongen. Dienzelfiien dag moest er eene processie plaats hebben, welke vroeger ook het huis van den persoon in quaestie voorbij trok, doch ditmaal een anderen weg koos. Ten slotte verklaarde de dolzinnige priester op Zondag jl., dat hij de namen der overledenen uit de familie des schuldigen niet meer van den kansel wilde a flezen Hontenisse, 20 Aug. Naar men verneemt bestaat het voornemen om den spoorhootdienstj welke met 1 Sept. a. aanvangt, op 31 Aug. te gelacben hebt, denk ik toch dat ik u zou gelooven als gij mij iets heel ernstig zeidet." Hij boog nog een weinig dieper voorover en zei: „Nu dan, ik geloof dat gij evenmin volkomen gelijk, als geheel ongelijk hebt. Ik ben overtuigd dat een vrouw met eenige geestkracht alle dwaze vrees kan afleggen en zelfs hare zenuwen in be dwang hondenmaar ik zou het toch heel ver keerd vinden wanneer zij wezenlijke gevaren ging opzoeken. Want zij heeft niet de physieke kracht om die te trqtseeren. Blinde vreesachtigheid is zeker dwaas, maar een vrouw die alle voorzich tigheid in den wind slaat, stelt zich aan groote onaangenaamheden bloot, ol wordt verwaand en ingebeeld." „Wanneer men echter gelooft dat ergens volstrekt geen gevaar bij is en anderen beweren dat het wel zoo is moet men zich dan niet overtuigen „Als ik in een dergelijk geval verkeerde," meende Lichtenfeld openhartig, „zon ik mij overtuigen. Doch u zou ik raden om de zaak te laten rusten tenzij dat het voor iemand van veel belang was om die overtuiging te erlangen. Dan zou het een offer zijn dat gij bracht en geen „Bevrediging mijner nieuwsgierigheid" vulde zij aan. „Ja het is wel mogelijk dat ik nieuws gierig ben, maar ik dacht ook dat het een goed middel zou wezen om zich tegen den angst te harden." „Dus spreekt gij van iets dat in werkelijkheid doen voorafgaan door eene plechtige opening, waarbij o. a. eene feestreis gemaakt zou worden met de voornaamste autoriteiten en notabiliteiten uit het land van Hulst en uit Zuid-Beveland's oostelijk gedeeltemuziekgezelschappen uit Hon- tenisse en Kruiningen zouden daarbij hun mede werking verkenen, terwijl andere feestelijkheden aan den wal beiderzijds zouden strekken om deze heugelijke gebeurtenis tot een volksfeest te maken. Men spreekt ook van de deelneming van heeren gedeputeerde staten. Nadat omtrent de oorzaken van het lek zijn van het fregatschip 's Gravenhage, thans liggende aan de Loskade alhier, door twee commissiën van deskundigen in verschillenden zin rapport was uitgebracht, zijn door de gezamenlijke belang hebbenden in dat schip opnieuw vijf deskundigen uitgenoodigd een onderzoek in te stellen naar de volgende punten: 1° of de aan den bouwmeester opgedragen her - stellingen aan genoemd schip, zooals die uit de rekeningen blijken, en welke bestemd waren om het schip in zeewaardigen toestand te brengen, naar behooren zijn uitgevoerd, en zoo neen 2° welke herstellingen daaraan nog behooren té geschieden om gezegd schip in zeewaardigen toestand te brengen, met de opdracht om die herstellingen in al hare onderdeelen aan te geven; 3° welke van die herstellingen de kosten zullen zijn. De deskundigen waren de heeren R, Gips Czn., scheepsbouwmeester te Dordrecht, P. Haverkamp, scheepsbouwmeester te Amsterdam, J. C. Jansen, ingenieur 1* kl. der marine te Nieuwediep, J. Smit Czn., scheepsbouwmeester te Alblasserdam, en J. Th. Tinkelenburg, scheepsbouwmeester te Nieuwediep. Uit het ingestelde onderzoek is aan deze vijf heeren gebleken, dat het werk, in de rekening genoemd, voor zoover hun zichtbaar was, naar behooren is uitgevoerd. De lekkage is, volgens de commissie, een ge woon verschijnsel bij het vernagelen van schepen, en de gestadige vermindering van het water maken bij ledig schip doet haar veronderstellen, dat diezelfde vermindering ook zou waargenomen zijn, wanneer het schip, toegeladen, eenigen tijd in dien toestand was blijven liggen. Zij veronder stelt, dat ook bij eventueele toelading het water maken gaandeweg zal afnemen, ofschoon, door het blootgesteld zijn aan de zonnewarmte gedu rende geruimen tijd, het schip iu zeer ongunstigen toestand is gekomen, de oorspronkelijke lekkage waarschijnlijk verergerd zal zijn en de verminde ring niet zoo spoedig zal plaats hebben als dit in de maand Mei jl. mocht worden verwacht. bestaat en niet alleen over een quaestie van opvatting?" riep hij levendig uit, terwijl hjj de kleine blondine bijna verschrikt aanzag. „Ach neen, neen, dat begrijpt gij niet ik kan het u ook niet verder uitleggen het was maar zoo'n invallende gedachte maar daar hoor ik het fluitje reeds, wij zijn dadelijk te Beuthen." Zij greep haar faschje en haar plaid en ook Lichtenfeld nam zijn koffertjes in de hand, waarop zij hem verbaasd aanzag. „Gij stapt hier toch niet uit?" vroeg zij blijkbaar ontsteld. „Ja zeker, maar niet om te blijven." „O, moet gij verder?" „Ja, ik heb order gekregen om mij naar de grenzen te begeven." „Naar de grenzen? Waarom zegt gij dat nu eerst? Ik heb u zooveel verteld omdat ik dacht dat gij over een uur heel ver hier van daan zoudt zjjn. O!" riep zjj half boos en half weenend uit. „Ik heb er volstrekt niet aan gedacht dat u dit onaangenaam kon zgn," verzekerde Lichten feld, even verbaasd over dit verwijt als over zijn post van raadsman van zooeven. „Maar ik heb u toch gezegd dat ik hoopte u nooit weder te zien," zei zij pruilend, „en als gij nu aan de grenzen blijft - Eer Lichtenfeld een nieuwe verontschuldiging kon bedenken, hield de trein stil voor het station Beuthen en daar het pruilen der kleine dame hem In het tijdperk' yan 13 Juli tot 9 Augustus 1879 is, blijkens ingekomen ambtsberichten, éen rund in Zuid-Holland door longziekte aangetast. In het vorige tijdvak van vier weken waren 4 runderen door die ziekte aangetast. Het bericht van het 'weekblad de Portefeuillej dat ook de uitgever G. L. Funke zijn fonds onder den hamer zal brengen en dus o. a. de werken van Multatuli en Busken Huet binnen kort in andere handen zouden overgaan, wordt door het N. v. d. D. met de meeste zekerheid onjuist ge- noemd. Men schrijft ons uit Den Haag, dd. 19 dezer Wanneer men ter stembus gaat om een lid voor de tweede kamer of de provinciale staten te kiezen, dan zou men, bij eenige neiging tot zelfverheffing, licht uit de hoogte kunnen neerzien op hen die slechts hun stembiljet mogen brengen wanneer het de verkiezing geldt van een lid voor den raad; indien men niet spoedig bedacht dat slechts het betalen van een ietwat grooteren cijns ons dien voorrang schenkt. Wij gingen volstrekt niet lachend of met een schijn van hoogmoed ter stembus, om een lid voor de prov. staten te kiezen in plaats van den overleden baron Eengers van Warmenhuizen, van wien ieder die hem kende kon getuigen„ik acht een schoonen naam, die waardig wordt gedragen." Wij waren ten volle overtuigd, dat onze candi- daat de meerderheid niet zou verkrijgen. Welk van den ouden zuurdeesem doortrokken Haagsch kiezer zal toch niet stemmen voor baron Schim- melpenninck van der Oije? Daarbij koesterden wij de vrees, van over veertien dagen weder naar het stadhuis te moeten gaan. Hecht' voor allen en Nederland en Oranje stelden ieder een eigen candidaat en de invloed van beide kiesvereenigingen zal waarschijnlijk ten gevolge hebben, dat de baron niet dadelijk de volstrekte meerderheid krijgt en een herstemming noodig wordt. Dezer dagen vonden wij in ons brievenhusje een kennisgeving van jonkheer Elout van Soeter- woude en baron Van Lijnden, namens het comité voor de jaar-collecte, vermeldende, dat op 18 Augustus, in herinnering aan het „volks-petition- nement" een „ommegang", wat klinkt dat fraai- zoude gehouden worden, om ten behoeve der „scholen met den bijbel" gelden in te zame len, terwijl als P. S, er was bijgevoegd „tegen standers van den bijbel op school worden beleef delijk verzocht dit biljet als aan hen niet gezond- den te beschouwen." De vraag kwam bij ons op, waarom juist 18 Augustus en niet reeds de 3e? toen werd toch gedeeltelijk amuseerde en toch eenigszins ver droot, zei hij snel, terwijl zij uit het venster keek „Wees niet boos op my en laat ons goede vrienden blijven als we elkaar later nog eens aantreffen." Zij boog ver uit het venster en wenkte met haar mof een grooten heer met een zwarten baard, dje op het perron stond en nu schieiyk naar haar toekwam. Lichtenfeld had nog gaarne den naam zijner reisgenoot vernomen en voelde zich bestraft voor zijne nalatigheid dat hij verzuimd had zich voor te stellenmaar nu was er geen gelegenheid meer, want daar ging het portier open en het dametje deed verder geheel alsof hij er niet was en beantwoordde te nauwernood zijn afscheids groet. De heer met den zwarten baard wierp nog een onderzoekenden blik in den coupé, bromde iets van „geen damescoupé" en zag toen den uitstappenden luitenant een oogenblik strak aan, waarop hg met een beleefde buiging zei: „Neem mij niet kwafijk, heer kameraad, maar zgt gij soms naar Krzidzanowitz gecommandeerd „Ja zeker, ik „Zoo, dat dacht ik wel vergun mij dan dat ik mg aan u voorstel; ik ben Werkhart, raadslid van Krzidzanowitz." „Luitenant Lichtenfeld „Het verheugt mij dat ik u zoo dadelijk gé- vonden heb. Ik dacht wel dat gg van daag zoudt koraen. Gy zijt myn gast, luitenant, eq

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1