BUITENLAND.
Laatste berichten.
Rechtszaken.
De eerste locomotieven.
Hfcróljfc*.
Weerkundige waarnemingen,
13 Augustus des morgens te 8 uren.
Algemeen Overzicht,
(1829—1879.)
In de openbare terechtzitting van het kan
tongerecht te Middelburg dd. 12 Aug. 1879 zijn
de navolgende vonnissen gewezen
H. J.te Middelburg, wegens het laten loopen
van vee over iemands in den oogst staanden
grond (tweemaal gepleegd) veroordeeld in twee
geldboeten van 3 of 1 dag gevangenisstraf voor
elke boete.
J. M.te Middelburg, het zich ophouden met
waarzeggerij, in eene geldboete van f 7.50 of 1
dag gevangenisstraf.
J. B.te Oostkapelle, het maken van nacht
geruchten, veroordeeld in eene geldboete van
f 5.50 of eene gevangenisstraf van 1 dag.
J. H. en M. H.beide te Middelburg, A. B. te
Gapinge, J. Ph. M. te Veere, allen wegens dron
kenschap, veroordeeld de drie eerste in eene boete
van f 1 of 1 dag, de laatste in eene geldboete
van f 3 of 1 dag gevangenisstraf.
J. P. R., te Middelburg, dronkenschap 2 maal
gepleegd en burengerucht, veroordeeld in eene
geldboete van f 3 voor het eerste en 5.50 voor
het 2e feit en 2 dagen gevangenisstraf voor de
eerste en een dag voor de tweede boete.
P. D,te Nieuwland, niet tegenwoordig zijn
bij de exercitiën der brandspuit, f 1 boete of 1
dag gevangenisstraf.
T. van R., te Zontelande, K. B. te Domburg,
P. W. en D. de P. te Westkapelle, C. de N. en
M. de N.te Arnemuiden, wegens het zoeken
van eieren van waterwild, veroordeeld de le in
f 10 boete of gevangenisstraf van 1 dag, de 2e
3e en 4e ieder in f 10 boete of 1 dag, de 5e en
6e in f 10 boete of 1 dag gevangenisstraf.
J. K.te Middelburg en J. L. te Koudekerke,
het spelen met muntspeciën, ieder in eene geld
boete van 1 of gevangenisstraf van 1 dag.
J. H. en Johannes H.te Biggekerke, L. van
E. en J. 0. de B.beide te .Arnemuiden, A. de
T. te Koudekerke, zoeken van eieren in de maand
Mei, ieder in eene geldboete van 3 of 1 dag
gevangenisstraf.
M. de W. en C. S.te Vlissingen, wegens het
rapen van kreukels en bevisschen der Schelde
zonder consent, veroordeeld de le in eene boete
van f 1 en f 10, de tweede van 10 of 1 dag
gevangenisstraf voor elke boete.
C. R,te Vlissingen, wegens het- uiten van
scheldwoorden, vrijgesproken.
En alle veroordeelden in de kosten.
Aan het Handelsblad wordt het volgende
uit Vlissingen gemeld:
Maandag morgen, bij het lossen van de Prinses
Marie (nfaatschappij Zeelandwerd opgemerkt,
dat ongeveer twee voeten water in het schip was,
waardoor een groote menigte vrachtgoederen
beschadigd zijnalleen van het expeditiekantoor
Brasch en Rothenstein werd voor een waarde
van acht en dertigduizend mark geweigerd in
ontvangst te nemen. Na het uitpompen van het
water, heeft men nergens een lek kunnen ont
dekken, zoodat men op dit oogenblik nog in
het onzekere verkeert hoe dit water in het
schip is gekomen.
Men schrijft uit Ouderkerk a/d IJsel van
11 Aug.
Bij genoegzaam onbewolkte lucht werden heden
nacht met het bloote oog waargenomen:
Van 11$ tot 12 uur1 schietende ster 2de
grootte, rood; 12 schietende sterren, inferieure
grootte, wit; 1 schietende ster, 2de grootte, groen.
Laatstgenoemde vertoonde zich eenige weinige
seconden aan den hemel en verdween daarna weer
plotseling, zonder van plaats te zijn veranderd.
Van 12 tot 12$ uur: 1 schietende ster, 1ste
grootte, geel (met een staart die ongeveer 20 sec.
na het verdwijnen der ster nóg zichtbaar was);
1 schietende ster, 2de grootte, rood; 5 sterren,
inferieure grootte, wit.
Van 12$ tot 12| uur 6 schietende sterren van
inferieure grootte, wit,
Van 1 tot 1$ uur: 1 schietende ster, 2e
grootte, geel8 schietende sterren, inferieure
grootte, wit.
Alhoewel de zoogenaamde St. Laurentiusregen
dit jaar dus niet bijzonder groot is te noemen,
is hij toch veel duidelijker waarneembaar geweest
dan verleden jaar. Vermoedelijk zal hij het
volgend jaar weder toenemen, om in 1881 weder
een glanspunt te bereiken. (N. B. Ct.)
Bij den zeilwedstrijd, Zondag te Antwerpen
gehouden, is de eerste prijs behaald door de
centreboat Nova Lis van den heer Arie Smit,
burgemeester van Vlissingen.
Eenige huzaren te Bergen op Zoom hebben
zich op baldadige wijze aangesteld. Donderdag
avond de voormalige Wouwsche poort uitgetogen
zijnde, ontzagen zij zich niet eens anders eigen
dom te betreden en den bewoners schrik aan te
jagen. Op hun terugtocht dreigden zij de wacht
door elkander te zullen slaan en pleegden balda
digheid aan den tuin van den tuinman L. Een
uur lang maakten zij den weg onveilig. Bij het
binnenkomen der stad vielen zij in handen van
eene huzaren-patrouile, die de nachtverstoorders
echter liet ontsnappen. Drie hunner werden den-
zelfden nacht nog gevat, drie anderen 's morgens
weder óp den Wouwschenweg gezien. Zaterdag
kwamen zij thuis. d. D.)
In de Belgische gemeente Menin,in West-Vlaan
deren aan de Fransche grenzen gelegenis door
een tusschen burgers en aardappelkooplieden ont-
stanen twist Maandag avond een algemeen oproer
veroorzaakt, zoodat de gendarmerie en de pom
piers spoedig van hunne wapenen moesten gebruik
maken. Eén man werd gedood, een ander zoo
zwaar gewond, dat hij gisteren avond overleed.
Van nog een derde vond men het lijk buiten de
stad. Gisteren was het wat kalmer, hoewel er
toen nog groote gisting heerschte.
Amsterdam. Op de algemeene vergadering
der maatschappij lot Nut van algemeen werd
heden aangenomen het voorstel tot het verleenen
eener subsidie aan 10 departementen, voor den
aankweek van bloemen enz. Mede werd aange
nomen het voorstel tot het toestaan ecner som voor
het zenden van handwerkslieden naar het bui
tenland. Het voorstel betreffende het bevorderen
van de oprichting van schoolspaarbanken, werd
overgelaten aan de prudentie van het hoofdbe
stuur. Aangenomen werd het voorstel van het
departement Leeuwarden tot het organiseeren van
een algemeen petitionnement aan de regeering, tot
het nemen van maatregelen ter beteugeling van
het misbruik van sterken drank.
NAMEN
DER
PLAATSEN.
Ba-
rom.
afwijk.
Wind
Toestand der
richt.
kracht
lucht
zee
N. Shields
1.3
ZZO
2
z. bew.
deining
Sylt
3.6
NNO
1
1. bew.
Hartlepool
3.
ZO
goed
deining
Swiuemunde
1.4
NNW
2
1. bew.
Hamburg
1.7
N
2
betr.
Delfzijl
LI
NO
2
1. bew.
Groningen.
1.7
ONO
0
bew.
Helder
-f-
0.5
O
2
bew.
kalm
Yarmouth.
ozo
5
helder
deining
Vlissingen.
-f-
0.5
ozo
2
1. bew.
Maastricht
0.8
NNO
2
helder
J
Valentia
8.9
zw
5
betr.
golvend
Portsmouth.
ZO
4
betr.
deining
Grisnez
3.
ZO
2
mist
Parijs
44
NO
1
helder
St. Mathieu.
64
NW
1
betr.
Biarritz
4.8
Z
1
mist
Grootste verschil in Nederland
's ochtends 8 urenG. 2.2 M.
des namiddags:
Barometer te Middelburg (Graanbeurs): 765
Thermometer 12 Aug. 'sav. 11 u.59 gr.
13 's morg. 8 u. 62 gr. 's midd. 1 u. 75 gr.
's av. 5 u. 75 gr.
Er heeft eergisteren in het Engelsche lagerhuis
eene discussie over Egypte plaats gehad, die
behalve om haren inhoud ook niet onbelangrijk
is om haren toon. De verwijten tot het ministe
rie gericht, waren zeer scherp van inkleeding,
zooals in het laatste jaar reeds meermalen het
geval was. We zouden ons vergissen, als die
toon enkel te wijten was aan de mate van afkeu
ring, welke de regeeringspolitiek bij de oppositie
vindt; hij is veeleer eene uiting van de alge
meen bij het liberale deel van Engelands bevol
king heerschende overtuiging, dat het voor dit
ministerie tijd van heengaan wordt, althans zeker
tijd om zich door een beroep op de kiezers te
overtuigen; dat het nog het vertrouwen des volks
geniet. De ministers en kamers hebben te lang
tegenover elkander gestaan en kennen elkaar te
goed om de voorkomende quaesfies uit een zuiver
objectief oogpunt te beschouwen, zoodat hoe
langer hoe meer persoonlijke argumenten een ver
keerd doch onvermijdelijk element der debatten
gaan vormen.
Sir Julian Goldsmid opende het vuur. Hij
vestigde de aandacht van het huis op de tus-
schenkomst der regeering in de zaken van Egypte
en op de internationale verwikkelingen, die daaruit
waren voortgesproten en nog voortspruiten kon
den, en beweerde, dat de ministers niet alleen
Ismail hadden bedrogen en den uitsluitenden
invloed van Engeland in Egyptische zaken hadden
vernietigd door samen met Frankrijk ten profijte
der houders van Egyptische schuld te ageeren,
maar dat zij ook door de inroeping van de hulp
des sultans, de door Engeland tot 1875 gevolgde
staatkunde hadden omvergeworpen en den invloed
van den harem hadden hersteld.
Sir Charles Dilke dreef de oppositie niet zoover
om sympathie met Ismail te betoonen, doch
meende, dat de ministers het huis onbehoorlijk
hadden behandeld door terughouding van belang
rijke stukken en het geven van verkeerde inlich
tingen. Zoo ook de heer Jenkins, die meende,
dat de regeering door hare onoprechtheid beurs
speculaties had in de hand gewerktterwijl de
heer Lefevre ronduit zeide, dat het weerhouden
van volledige berichten gestrekt had om in deze
zaak de vriendschappelijke betrekkingen tusschen
het huis en den minister van buitenlandsche
zaken te verstoren. Sir George Campbell resu
meerde het debat en zeide dat het huis in het
duister beraadslaagde, bij gebrek aan officieele
beseheiden, maar hij vreesde toch, dat het streven
der regeering ten bate der houders van Egypti
sche schuld in dat land zou leiden tot de instel
ling eener Shylock-regeering. Men denkt bij
deze averechtsche vergelijking aan de woorden,
waarmede des Schoolmeesters Gelukzoeker zich
de zonderlinge rekenkunst tracht te verklaren,
waarmede zijn vader zijn kroost optelt: „Wat
zeit al niet een man, die driftig isEr bestaat
toch niet veel kans, dat de Fransche schuldeischers
van den khedive, die hier de Shylock-rol zoude
moeten vervullen, hunne kans op geleidelijke
betaling hunner vorderingen zouden laten varen
voor eene operatie, als de tot het uiterste getergde
Jood in Shakespeare's meesterwerk op zijn
schuldenaar wilde toepassen. Dat zou hoogst
onpractisch zijn, en de Europeesche diplomatie
zou dan wel een rechter vinden, een tweeden
Daniël, die op nog beter gronden dan Portia
het deed, de voltrekking van het vonnis wist te
verhinderen. Zulk een moord aan een land, „het
uitsnijden van een pond vleesch, het dichtste aan
het hart", kan alleen geschieden als de groote
Europeesche machten het allen eens zijn, zooals dat
in het vorige jaar te Berlijn betreffende Turkije
het geval was.
Wij meldden onlangs, op gezag vdn een Itali-
aansch blad, dat paus Leo XIII bezig was aan
een volledig samenstel der leerstukken van de
Roomsche kerk. Als een vervolg op dat bericht
strekke een telegram aan de Par ij sche Monde
gericht, waarin gemeld wordt, dat eerstdaags eene
encycliek van den paus het licht zal zien, waarin
deze krachtens zijne onfeilbaarheid voorschrijft,
dat in de scholen de wijsbegeerte van den hei
ligen Thomas van Aquino zal moeten geleerd
worden. Men weet, dat deze geleerde Dominicaan
in de dertiende eeuw leefde. De paus zal dus
het tijdstip aangeven, tot waar de geloovige Ka
tholieken moeten terugkeeren. Het zij verre van
ons het gezag van den geleerden monnik te willen
in twijfel trekken. De man heeft dikke boeken
geschreven, vol godsdienstig-wij sgeerige, in Midden-
ecuwcch Latijn gestelde verhandelingen, over
hetgeen de kerk ten goede kwam, wanneer eenige
harer leden meer goede werken hadden verricht
dan waartoe zij wel verplicht waren geweest,
over de transsubstantiatie en hoe die tot aanbid
ding der hostie moet voeren, en over meer der
gelijk geknutsel, dat aanleiding kan geven en
gegeven heeft tot eindeloos kaatsspel met woorden
en definities. Onze tijden zijn daarvoor echter
te practisch en willen meer eenvoud van uitdruk
king, en daarom schijnt het denkbeeld van den
paus, ook van zijn standpunt, niet erg gelukkig.
Buitendien zouden de meeningen van den heiligen
Thomas, als hij nu nog eens op de aarde kon
rondkijken, al heel wat wijziging hebben ondergaan,
daar vooral hij te geleerd en te veelzijdig ont
wikkeld was, om den invloed te ontkennen
welken de levensbeschouwing van het mensckelijk
geslacht heeft moeten ondergaan door het vele
wat wij geleerd hebben sedert 1275, toen de ge
leerde scholast overleden is. Ook godsdienstige
begrippen kunnen zich niet ontworstelen aan de
lessen der tijden en iedere poging tot immobili-
satie van dcnmenschelijken geest moet schipbreuk
lijden op de onwrikbare rots der feiten. De poging
des pausen om zijne geloovigen terug te voeren
op een standpunt van voor zes eeuwen, moet ook
bij menig ernstig katholiek een medelijdenden
glimlach wekken. Inter parietes wel te verstaan.
{Vervolg.)
Het eerste werktuig, dat met recht den naam
van locomotief verdiende, werd in 1803 naar de
plannen van den hierboven genoemden Amerikaan
Olivier Evans vervaardigd. Hij vond de hoog
drukmachine zonder condensatie nit. Hij gaf
deze machine den naam van Oruator Amphïbolos
en nam daarmede in de straten te Philadelphia
onder den toevloed van duizenden toeschouwers
proeven, die vrij wel slaagden. De middelen ont
braken hem echter om de proeven verder door
te zetten. Hij ondervond bij zijne tijdgenooten
medewerking noch erkenning voor zijne uitvinding
en stierf in 1819 zonder het doel, waarnaar hij
streefde, te hebben bereikt.
De gewone strijd tegen vooroordeelen en tegen
strijdige belangen moest ook hier doorworsteld
worden, om de waarde van een beginsel, dat
thans zoo onwederlegbaar is bewezen^ tot haar
recht te doen komen.
Ongeveer terzelfdertijd werd door Trevethick
en Vivian in Engeland een stoomwagen gebouwd,
waarmede te Londen proefritten plaats hadden.
Het is niet van belang ontbloot omtrent deze
eerste proefritten iets nader mede te deelen.
De rit begon van Leatherlane en werd voort
gezet tot Paddington én terug over Islington,
waarbij een klein ongeval plaats had, daar de
stoomwagen tengevolge van de gebrekkige be
sturing een stuk van een tuinhuisje afreed.
Dit eerste ongeval met den stoomwagen was
echter niet toe te schrijven aan de gebrekkige
constructie, noch aan de omstandigheden waar
onder de proef plaats had, daar bij het gebruik
der beste machine van onzen tijd op een gewonen
straatweg een dergelijk ongeval even gemakkelijk
zou kunnen plaats hebben. De proef in het
algemeen, het beginsel om stoomwagens op gewone
straatwegen te gebruiken, had natuurlijk met
groote moeielijkheden te kampen en het moet ons
daarom te minder verwonderen, dat men bijna
met vrees den stoomwagen aanschouwde, wanneer
wij eraan denken in welken staat destijds nog de
constructie vanzulke machines was, en welke
tegenwerkingen men nog heden voor het gebruik
van stoom als trekkracht op de tramwegen onder
vindt.
De eerste werkelijken dienstdoende locomotief
treffen wij in 1805 op den Merthyr-Tydvilschen
weg in Zuid-Wallis aan. Ze was vervaardigd door
de evengenoemde ingenieurs Trevethick en Vivian,
zij bezat reeds bijna alle wezenlijke deelen onzer
tegenwoordige locomotieven en rolde zonder
getande raderen over de sporen heen. Zij bleef
echter niet lang in gebruik, daar de uitvinders,
evenals alle werktuigkundigen in dien tijd, de
meening hadden opgevat, dat de wielen te weinig
vat op de gladde spoorstaven zonden hebben, om
ze tegen hellingen op te trekken of zware treinen
te rijdenen door een zonderlingen samenloop
van zaken, gebeurde het dat men zich veertien
jaren lang bezighield met het vervaardigen van
machines, die alle ten doel hadden, de wielen
vaster op de sporen te doen staan, in plaats van
zich door proefnemingen te overtuigen, dat de
wrijving der gladde wielen voor alle gevallen
toereikend was.
Zeven jaren later verkreeg Bellenskaw te Leeds
octrooi voor eene locomotief waarbij een getand
rad, dat in een langs de rails liggenden getanden
staaf ingreep, door de machine rondbewogen
werd en waarmede men het gebrek aan adhesie
meende te verhelpen.
Willem en Eward Clapman namen in 1812 hun
toevlucht tot een ketting, die tusschen de spoor
staven lag en om een onder de machine beves
tigd wiel geslagen was. De proeven konden
wegens de buitengewone wrijving van den ketting
geen gunstige resultaten opleveren en de uitvin
ders zagen dan ook spoedig van het voortzetten
der proeven af.
In 1813 vervaardigde Brunton een locomotief,
die van achteren voorzien was van twee beweeg
bare beenen, welke beurtelings vooruitschoven en
alzoo het werktuig voortduwden. Deze nabootsing
van de natuur is geheel in het water gevallen.
De proeven met en het vervaardigen van al deze
machines, waren steeds gegrond op het valsche
denkbeeld, dat men zich van de adhesie maakte.
In hetzelfde jaar werden door Blackett de eerste
proeven genomen met een locomotief zonder tand
wielen, kettingen of iets van dien aard, teneinde
na te gaan of de wielen zouden glijden. De be
moeiingen van Blackett werden met gunstigen
uitslag bekroond; men bevond, dat de wrijving
tusschen wielen en spoorstaaf niet zoo groot was,
als men tot dusverre had verondersteld.
Toen nu bewezen was, dat deze wrijving aan
de wielen een voldoend steunpunt verschaft, werden
de vorderingen met den dag grooter en de namen
der beide Stephenson's, van Hackworth, van
Segiun, van Blackett, van Clareke en vele anderen
kenmerken dit tijdvak, zoo vruchtbaar voor de
toekomstige ontwikkeling der ijzeren wegen.
In 1814 liet de vader van het tegenwoordige
spoorwegwezen, George Stephenson, een locomotief
met gladde wielen en met twee cylinders maken. Tot
dusverre had men slechts een cylinder gebruikt.
Den 25en Juli van dat jaar werd dit werktuig in
dienst gesteld. Daar de proefnemingen goed slaagden
liet hij in zijne fabriek meer dergelijke machines
vervaardigen. Ofschoon deze machines zich
zeer langzaam bewogen en slechts matige trek
kracht bezaten, nam Stephenson toch in 1817
octrooi voor de toepassing van het beginsel
waarop zij berustten. De langzaamheid van be
weging dezer machines was ooizaak, dat het
niemand inviel om ze tot vervoer van reizigers
te bezigen, hetgeen trouwens destijds in Engeland
reeds veel sneller plaats greep, door de beroemde
diligences of stage-coachesè
De eerste dageraad der locomotieven brak aan
in 1829.
Den 25en April van dat jaar schreef de directie
der lijn Manchester-Liverpool, waar de trekkracht
door paarden geschiedde, eene prijsvraag nit,
waarbij 500 pond sterling werd uitgeloofd voor
een locomotief, die haar drievoudig gewicht met
eene snelheid van 17 Engelsche mijlen per uur
zou vervoeren. Zij moest op veeren rnsten, geen
rook veroorzaken en niet meer dan 550 pond
sterling kosten.
Vier locomotieven meldden zich tot mededinging
naar dien prijs aande Novelty van Braithwaite,
de Sans Pareïl van Hackworth, de Boeket van
Stephenson en de Perssverance van Burstall.
Deze laatste kwam echter defect aan. Zij
voldeed daarenboven niet aan de gestelde voor
waarden en werd daarom niet tot de proefneming
toegelaten.
Den 8en October had de proefneming plaats.
De locomotief van Stephenson, waarvan het hoofd
beginsel bij den bouw der tegenwoordige machines
nog altijd gevolgd wordt, won den prijs. Buiten
verwachting trok zij haar vijfvoudig gewicht met
eene snelheid van 33 Engelsche mijlen per uur.
De toepassing van vlampijpen om een grooter
verwarmingsoppervlak te verkrijgen en het in