N°. 189, 122® Jaargang. 1879. Woensdag 13 Augustus. Um pede partij. Dit blad verschijnt dagelijks} met nitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentien: 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels 1,50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jonbs. Oprichting van een slachtplaats. Middelburg 12 Augustus, FETJILLETOnST. De burgemeester en wethouders van Middel burg maken bekend, dat bij hun besluit van heden aan J. Leijnse en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend, om perceel T. no. 27, aan den Veerschen-singel alhier, in te richten tot slachtplaats. Middelburg, den 11 Augustus 1879. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHOEEK, De secretaris Gr. N. DE STOPPELAAR. Heden wordt door eene commissie van 15 amb tenaren der Maatschappij tot Exploitatie van staatsspoorwegen aan den heer F. s'Jacob een geschenk aangeboden, ter herinnering aan zijne lOjarige werkzaamheid als directeur-generaal dier maatschappij en als blijk van achting en waardeering van het onder zijne bevelen geplaatst personeel. Geheel vrijwillig gaven 4312 ambtenaren van allerlei graad, de wisselwachters, wegwerkers, haanwachters, wachteressen enz. niet uitgesloten, aan de tot hen gerichte oproeping gehoor. Hunne bijdragen zijn aan niemand der ambtenaren, met wie zij dagelijks in aanraking kwamen, hekend geworden, doch bedroegen van 10 cent tot 5 gulden. Dit geschenk is dus een waarlijk vrijwillig huldeblijk, door de algemeene medewerking, die het ondervonden heeft, voor den heer 's Jacob een moeilijk te overtreffen eeretitel. Het bestaat uit twee candelabers, van het zuiverste zilver, met toepasselijke opschriften versierd. Daarbij is gevoegd een album, gebonden in blauw fluweel met zilveren versierselen, bevat tende de namen van al de deelnemers aan het geschenk. De calligraphische bewerking van dit album is te danken aan den heer F. J. Goddefroy, ambte naar der maatschappij, die daarmede een waar meesterstuk van kunst en smaak geleverd heeft. De Staatscourant bevat een overzicht van de invoerrechten in het Duitsehe tolgcbied, volgens het nieuwe tarief, voor eenige artikelen die voor den Nederlandschen handel belangrijk zijn. Nog altijd klagen onze visschers over de roofzucht der Engelsche visscherslieden, zoogenaamde tar- botters. Schipper W. Kastelein, van de sloep Actief, thans te Nieuwediep binnen, rapporteert, 1. Een Amerikaansche vertelling. Ik was te Newport gekomen om, zooals mijne tante Dagon bet noemde, iets van de wereld te zien, maar ik wist heel goed dat het haar bedoe ling was mij daar eene goede party te laten doen. Tante Dagon had reeds voor twee mijner zusters gezorgd en nu was ik aan de beurt. Ditmaal zou haar taak niet gemakkelijk zijn, want ik was niet mooi zooais de anderen. Om dit te vergoeden had men de uiterste zorg aan mijn opvoeding •besteed. Verlangdet gij opera-airs daar hadt gi) ze. Balladen?Ik zong de roerendste. Moest er gelezen worden Een professor in de welsprekendheid had mjj zijne beste leerling genoemd. Gedanst Had ik er mij niet sinds jaren in geoefend Ik was niet zonder vernuft, en dat hielp. Ik had smaak en gevoel en zon een hart gehad hebben als de omstandig heden het hadden vergunden toch wa3 ik met dat er den 28sten der vorige maand, des morgens te 9 uren, 15 van die Engelsche visschers langs zijn uitgeschoten beug zeilden, die de jonen (boeien) weg haalden en den beug gedeeltelijk vernielden. De nummers hunner vaartuigen waren, door den afstand, niet te onderscheiden. Onze visschers zijn reeds bang, als zij die roovers zien aankomen. Schipper Kastelein vreest, dat hunne baldadigheid en roofzucht te eenigertijd aanleiding tot wraakneming zal geven. (A. R. Ct.) Door de Haagsche afdeeling van het Neder- landsch Werhliedenverlond werd gisteren eene zeer talrijk bezochte vergadering gehouden ter behandeling van het algemeen kiesrecht. De heeren B. H. Heldt en A. Post leidden het onder werp in. Nadat nog eenige discussien gevoerd werden, werd met acclamatie eene motie aange nomen, voorgesteld door den heer H. A. de Ruijter, luidende als volgt „De vergadering, gehouden te 's Hage in het Ambachtsgebouw op 10 Augustus 1879, van oor deel zijnde, dat algemeen kiesrecht met geheime stemopname nuttig en noodzakelijk is en dat daarvoor de tijd rijp bevonden wordt, eischt, dat aau allen van meerderjarigen leeftijd, die kunnen lezen en schrijven, kiesrecht gegeven worde, zoodat zij hun vertegenwoordigers kunnen zenden naar de staten-kamer, opdat daar hun belangen worden behartigd." Het woord „algemeen kiesrecht" werd verkozen voor „algemeene kiesplicht," omdat bij kiesplicht straffen op niet naleving van den plicht zouden moeten worden vastgesteld, en men daarenboven bij kiesplicht alleen van een plicht in zedelijken zin kan spreken. Het woord „eischt" werd met opzet voor „verzoekt" genomen, omdat men wilde doen uitkomen, dat het hier geldt een recht, dat geëischt wordt. Bij de Maatschappij tot exploitatie van Staats spoorwegen is eene verandering gebracht in de wijze van aanstelling van telegrafisten, conducteurs en wegers. Deze zal namelijk voortaan plaats hebben na een vergelijkend examen, dat telkens wordt uit geschreven, wanneer dit voor de behoefte van den dienst noodig blijkt. Tot deelneming aan het eerste examen werden opgeroepen al de personen, die reeds op desolli- citantenlijst waren ingeschreven. Wegens den grooten toevloed van candidaten, (er hebben zich p. m. 100 personen aangemeld), zal het examen op drie dagen en wel op Dinsdag 12, Donderdag 14 en Maandag 18 Aug. a. s. aan het centraal- bureau te Utrecht worden gehouden. De oproeping voor volgende examens geschiedt bij aankondiging in de voornaamste dagbladen; (U. D tante Dagon te Newport gekomen om een huwe lijk te doen. Op onzen weg van mijne rustige landelijke woning naar het woelig tooneel hielden wij ons even iD het buis mijner tante te New-York op, en maakten onze wapenrusting gereed offensieve en defensieve wapenen in den vorm van ronde hoedjes, kapsels, sluiers, japonnen voor ieder uur van den dag, en allerlei dingen van minderen rang, sjerpen, handschoenen, waaiers en zakdoekjes. Tante Dagon was van nature niet mild voor an deren, maar ze deed nu alles roijaal, vast besloten dat haar plan niet uit gebrek aan de noodige middelen zou mislukken, al knorde ze wel eens over de kosten. Zij was eene kinderlooze weduwe en zeer rijk, ten minste door het jaavlijksch. inkomen van eene zeer uitgebreide bezitting die na haar dood aan de familie Dagon zou vervallen; al wat zij dus voor hare eigene bloedverwanten kon doen moest bij haar leven gedaan worden. Zij beschouwde het als hare roeping in het leven te zorgen voor goede huwelijken voor de dochters harer eenige zuster, mijne moeder, die uit liefde getrouwd en rijk met dochters gezegend was. Reeds was, door het behendig overleg van tante Dagon, Kate mevrouw Lorilard geworden, met een huis op Madison Square bijna even prachtig als dat van tante zelve, en zij had niets dan een geblaseerden, beginselloosen, zelfzuchtigen, veel Ter Neuzen, 11 Augustus. Met een extra trein kwamen hier gisteren morgen 270 pleizier- reizigers uit Brussel aan, die onmiddellijk met de daartoe beschikbaar gestelde provinciale stoom boot Zelandia naar Vlissingen vertrokken, 's Avonds hier teruggekeerd, zijn zij te 8 u. 20 m. weder per extra trein huiswaarts gevoerd. De 94e algemeene vergadering van de maat schappij Tot Nut van 't Algemeen, waarvoor zien de afgevaardigden van 276 departementen hadden doen inschrijven, werd hedeD te 10 uur in het Park-lokaal te Amsterdam geopend met eene toespraak door den voorzitter, den heer C. ten Brummeler. Naar aanleiding van eene reeds meermalen te vergeefs uitgeschrevene prijsvraag over „de beste wijze van armverzorging," wijdde de voorzitter aan dat onderwerp eenige korte beschouwingen. Waar de samenwerking van particuliere en ker- kelijke liefdadigheid met de staatszorg, zooals die gegrond is op de vigeerende Nederlandsche wetten, nog niet door iets beters is te vervangen, meende spr. ernstig te moeten opkomen tegen het streven om de geheele armverzorging op den staat te brengen, althans v a n de kerkelijke gemeente af. Hierdoor wordt zonder eenige noodzaak een ver band verbroken, dat in vele opzichten gunstig heeft gewerkt op zedelijk en maatschappelijk gebied. Hierna trad spr. in een korte bestrijding der verschillende argumenten, door de voorstanders van bedoeld streven aangevoerd, die beweren dat armverzorging niet zou liggen op den weg der kerkelijke gemeenten, en kwam vervolgens, niet van een kerkelijk, maar veeleer van een algemeen maatschappelijk standpunt, tot de gevolgtrekking, dat de kerk zich niet mag onttrekken aan dit schoone onderdeel harer taak. De voorzitter besloot zijne rede met eene her innering van de rampen, welke ons vorstenhuis getroffen hebben. „Dergelijke rampen, zeide hij, mogen het Nederlandsche volk bovenal leeren, dat onder alle omstandigheden de beste waarborgen voor de handhaving van ons onafhankelijk volksbe staan, zijn gelegen in de degelijke ontwikkeling van het volk zelf. Daarheen zij aller streven gericht, dan kunnen wij met vertrouwen de toe komst te gemoet gaan, zeker dat God helpt, wie zichzelven helpt." Hierna werd de agenda aan de orde gesteld nl, 1° het verslag aangaande den staat der maat schappij en hare departementen, gedurende het afgeloopen jaar. Blijkens de door de departementen verstrekte opgaven telde de maatschappij 17.469 honoraire en contribueerende leden, zoodat het leden-tal vergeleken met het vorige jaar weder een kleine ouderen echtgenoot tot haar last. Margaretha was mevrouw Minturn en haar echtgenoot was een man over wien niemand zich behoefde te schamen en die nog andere schatten behalve zijne rijkdom men bezat. Het eenig bezwaar was dat Margare tha hem niet lief had en van haar prille jeugd af, haar hart aan een vriendje op ons dorp had geschonken. Maar zij was te verstandig voor een romantisch huwelijk; en al vond mr. Minturn haar misschien te standbeeldachtig, hij had toch geen reden om zich te beklagen over haar koele zelf beheersehing en de onberispelijke doch ijskoude bevalligheid, waarmede zij de honneurs van zijn huis waarnam. Zij scheen er waarlijk de vrouw niet naar om sentimenteel op het pnnt van oude herinneringen te zijn. Toch vond ik, om de waarheid te zeggen, mijne zusters niet gelukkig genoeg om met een van beide te willen ruilen; maar ik deelde ook het gevoelen mijner tante, dat ik geld en stand moest houden ten einde mijne carrière niet te mankeeren. Vóór ik een week te Newport was geweest had ik opgehouden met speculeeren op de menschen in 't algemeen, hoewel ik natuurlijk danste en baadde en reed, en coquetteerde met ieder dien ik tegenkwam, op de manier der Newport-conver- satie; en geheel boven de verwachtingen mijner tante was ik erin geslaagd mij bij allen aange naam te maken. Maar mijne wezenlijke belang stelling bepaalde zich tot twee heeren die ik vermeerdering heeft ondergaan. Ook zijn enkele departementen opgelost en werden nieuwe opge richt. Tengevolge dezer wisselingen, bevat de lijst der departementen thans de namen van 333 afdeelingen. De finaneieele gesteldheid der maatschappij mag over het geheel als redelijk worden beschouwd. Uit de verantwoording blijkt, dat het kapitaal weder eenige vermindering heeft ondergaan, het geen echter geheel in overeenstemming is met de bepalingen der algemeene wet. Die vermindering zou aanzienlijker zijn geweest, had niet een onbe kende eene gift van f 4000 geschonken, die dankbaar werd aanvaard. Van de uitvoering der lastgevingen der vorige vergadering heeft het hoofdbestuur getracht zich naar vermogen te kwijten. Tot zijn leedwezen was het niet in staat geweest, de ten vorigenjare ten behoeve der prijsvraag „Armverzorging" uit geloofde som van 1000 weder ter beschikking te stellen van den onbekenden gever. Men heeft zijn naam niet kunnen ontdekken. Het bestuur hoopt, dat hij zelf zich zal bekend maken, want mocht het zijne bedoeling niet zijn geweest die som in de algemeene ka3 te doen vloeien, dan zou die gift voor het hoofdbestuur allicht eenige moeilijkheid kunnen opleveren. Ook is aan de „Industrieschool voor vrouwelijke jeugd" de f 6000 subsidie nog niet verstrekt, daar aan de gestelde voorwaarde, dat van de totstandkoming der zaak voldoende zou blijken, door het departement Amsterdam nog niet is voldaan. In afwachting dat dit geschiede is die som opnieuw op de begrooting gebracht. De commissie benoemd tot regeling en uitvoe ring van het besluit om werklieden naar de Pa- rij sche wereldtentoonstelling te zenden, heeft voor de beschikbare som van f 1000 16 werk lieden naar Parijs gezonden, waarbij zich een 17e op eigen kosten aansloot, die gedurende 7 dagen de tentoonstelling hebben bezocht. Allen hebben hunne bevindingen in een beknopt verslag aan de commissie ingediend, die nu aan de best ge keurde eene eervolle vermelding of bekroning wenscht toe te kennen. Het hoofdbestuur is van meening dat dergelijke bezoeken, hoe gewenscht ook voor de ontwikke ling van den werkman, te vluchtig zijn; opmeer afdoende wijze zouden zijne belangen zijn gebaat door een langduriger verblijf in het buitenland. Voor tentoonstellingen en wedstrijden zijn geen subsidiën verstrekt. Van de onderwijzeressenscholen te Haarlem en te Groningen zijn bevredigende verslagen inge komen.- Bijzonder talrijk waren ditmaal de aanvragen ter bekroning wegens het verrichten van loffe lijke bedrijven. Aan 51 personen zijn eereblijken toegewezen tot een bedrag van f 762.35; onder bezig was te bestudeeren. Op den een had mijno tante mij opmerkzaam gemaaktde ander had onwillekeurig zich zelf bij mg aanbevolen door eenige woorden die ik hem op zekeren avond had hooren zeggen. Het spreekt van zelf dat mr. Van der Voort het eerst moet genoemd worden. Hij vertegenwoordigde meer dan een half millioen. Hij behoorde tot een oud geslacht. Hij was hoogst beschaafd, op en top een gentlemandoor opvoe ding en overlevering. De beschaving van een lange reeks edele voor ouders had haar toppunt in hem, den eenigen afstammeling, bereikt. Geen wonder dus dat tante Dagon's oogen verblind werden en zij met geestdrift uitweidde over al zijn edele hoedanig heden. „Als ge hem maar kondt winnen, Marcia" zei ze. „Indien ge zoo mooi waart als Kate en Margaretha zon ik hoop hebbenmaar nu is het zoo wanhopig onwaarschijnlijk, dat „Dat ik het misschien liever daar moest be proeven waar ik redelijkerwijs meer kans heb van te slagen merkte ik op, kalm den zin eindigende, waarbij zij aarzelde. Maurits Trópier was iemand van een verschillend typejonger, niet schooner, misschien, tenzij men een gelaat naar de expressie wilde beoordeelen. Hij was hoe zal ik hem noemen? nauwelijks een schrijver, want hij had geene boeken uitge geven een letterkundige misschien. Hij had

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1