122e Jaargang.
1879
Dinsdag
12 Augustus.
Klaveren-aas.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 8/m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentieni 20 Gent per regel.'
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte*
Hoofdagenten voor'het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Daubk en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jonks.
Gemeente-FInanciën.
Middelburg 11 Augustus.
FEUILLETON.
a.
O
De burgemeester en wethouders van Mid
delburg,
gezien art. 219 der gemeentewet;
maken bekend:
dat de rekening van de ontvangsten en uitgaven
dezer gemeente over het dienstjaar" 1878 op de
secretarie voor een ieder ter inzage is nedergelegd
en in afschrift, tegen betaling der kosten, na
voorafgaande aanvraag aldaar verkrijgbaar is.
Middelburg, den 11 Augustus 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER.
De secretaris
G. N. DE STOPPELAAR.
Het Handelsblad en de Standaard verzekeren
eenparig dat het plan van grondwets-herziening,
door den minister Kappeijne na de verwerping
der kanalenwet aan den koning voorgelegd, „van
meetaf", dat wil zeggen van het oogenblik der
optreding van het ministerie af, heeft vastgestaan.
Beide bladen weten door ooggetuigen dat een
schema, bevattende de herziening in algemeene
trekken, geschreven was met de hand van wijlen
den heer De Roo, lang dus vóórdat van de kana
lenwet of hare verwerping sprake was.
Het Handelsblad voegt daar het volgende bij
«Dat deze waarheid voor sommigen zeer onaangenaam
is, valt te hegrijpen.
»Maar wat wij nooit zullen hegrijpen is de bijzondere
soort van eerlijkheid, die zulke waarheden, nu ze eenmaal
vaststaan, blijft verbloemen of ontduiken.
"Reeds herhaaldelijk hebben wij, ook onder aanvoering
van het getuigenis van de Standaard, andéren er op
gewezen, dat ze dwaalden, door te blijven beweren, dat
de heer Kappeyne eerst na verwerping der kanalenwet
het plan tot grondwetsherziening als expediënt had aan
gegrepen. "Wij hebben nog niet bespeurd, dat zij deze
dwaling erkenden.
"Wij herhalen dus, dat het plan van meetaf heeft vast
gestaan en dat de heer Fransen van de Pntte dit wist.
«Men zegt, dat de heer Van de Putte het op de extra
parlementaire vergadering heeft ontkend. Men zal dan
niet goed hebben gehoord, of niet verdacht zijn geweest
op de bijzondere manier van zich nit te drukken, waarin
sommige staatslieden onwillekeurig schijnen te vervallen
en die aan gewone, ondiplomatische leeken minder eigen
is. De heer Fransen van de Pntte kan in zekere be
woordingen hebben ontkend, wat hem in zekere bewoor
dingen werd gevraagd. Maar hij kon niet ontkennen te
hebben geweten, dat van meetaf het plan tot grondwets
herziening tot het programma der regeering behoorde."
Dit alles werpt een zeer treurig licht op de
dingen, die in den boezem der liberale partij
Eene vertelling van
L. AÜZENGBUBER.
En toen hij kwam werd hij met eenig wantrou
wen ontvangen, maar hij deed alsof hij dat niet
merkte, legde zijn boeltje neder en ging tegenover
de boerin aan de tafel zitten; Weishoser zat ter
zijde, op de bank aan den haard en hield zich
alsof hetgeen er nu volgen zou hem volstrekt niet
aanging.
Michel zat een poosje heel vroolijk door zijn
ronde brillenglazen te kijken en zei toen:
„Nu boerin, ik geloof dat gij nog leeft!"
„Ja," begon zij en kreeg hoe langer hoe meer
kleur. „Ja, het is waar dat klaveren-aas niet
den dood, maar een som gelds beduidt; maar als
iemand zóo zeker weet dat dat gebeuren moet,
alsof die kaart nog beter ware dan een aanwijzing
van het gerecht, dan moest hij niet met een ander
wedden, of het hem op een andere manier laten
omgaan, op de verhoudingen welke daarin worden
aangetroffen en op datgene wat wij, met een
aan ondiplomatische leeken wellicht meer dan aan
staatslieden eigen woord, de vrijheid nemen onzen
politieken crisis-knoeiboel te noemen.
Wij moeten echter aan het Handelsblad op
merken dat alle getuigenissen van niet genoemde
personen, die zeker stuk papier met eigen oogen
gezien moeten hebben, niet in staat zijn om den
indruk weg te nemen, dien het publiek ontvangen
heeft van een ministerie, dat „van meetaf" opge
treden moet zijn met een zoo gewichtig plan als
grondwets-herziening, doch er nooit een woord
van gerept, het denkbeeld daarvan in 't openbaar
eer afgestooten dan aanvaard, ja bij het opnemen
van een nieuwen collega, den heer Van Rees,
dezen niet eens daarover gesproken of zijn
gevoelen gevraagd heeft.
Terecht of ten onrechte, maar in ieder geval
onuitroeibaar en op goeden grond, zal bij het
publiek de overtuiging gevestigd zijn, welke de
Spectator op dit oogenblik in eene fraai getee-
kende plaat aanschouwelijk voorstelt: het plan
tot grondwets-herziening van den minister Kap
peyne is de pijl van den vluchtenden Parther.
Het is een oorlogswapen, een noodschot, eene ge
dachte van 't laatste oogenblik, maar in geen geval
een „van meetaf", niet slechts in algemeene trek
ken gekoesterd, maar uitgewerkt en vastgesteld
ontwerp voor de gewichtigste aller staatkundige
hervormingen.
Hontenlsse, 8 Augustus. Het aan de
Goesche Ct. ontleend bericht omtrent de aanstaande
spoorboot WalsoordeVlake in de M. Ct. van
Vrijdag jl. heeft hier eenige bevreemding gewekt.
Er zal volgens dat bericht gevaren worden zóo,
dat er aansluiting komt tusschen den spoorweg
MechelenTer Neuzen en de boot. Mooi, doch
hoe Zal er dan niet gevaren worden van Wal
soorde op den trein, welke tegenwoordig des
morgens te 7 u. 8 m. van Vlake in de richting
Roosendaal vertrekt? Voor de middagreis der
boot bestaat er mogelijkheid op bedoelde aan
sluiting en wellicht voor de avondreis naar Hulst
ook, doch des morgens is het onuitvoerbaar, zoo
lang de vertrekuren op de lijn MechelenTer
Neuzen blijven zooals ze nu zijn. Ook is het
raadselachtig welk gewicht er gehecht wordt aan
die aansluiting. Dat de stad Hulst eene gemak
kelijke gelegenheid krijge om Walsoorde te be
reiken, is zoowel voor die stad als voor hare
geheele omgeving Van het hoogste belang, doch
dit belang is geheel afgescheiden van den dienst
op den spoorweg MechelenTer Neuzen. Men
vergelijke slechts de uren van aankomst en ver
trek aan het station Hulst op de laatste lijn met
die aan het station Vlake en men zal inzien, dat
indien de eerste den grondslag der dienstregeling
verliezen, dat is niet eerlijk. Maar het is nog
minder eerlijk om een brave vrouw over te halen
om achter den rug van haar man het verspeelde
geld op te brengen. Begrijpt gij Dat zeg ik,
Omdat ik het zeggen moet." Zij trok de lade open
en haalde een pakje banknoten voor den dag.
„Ik heb evenwel toch uw raad opgevolgd en het
heele jaar gezwoegd en gewerkt om het bij elkaar
te krijgendaar is het, neem het nuals het u
te weinig is, zou het mij spijten, want ik heb niet
meer." Hierbij streek zij met de hand over de
tafel.
„Gij kunt dit ook houden," zei Michel lachend,
„daar was het mij niet om te doen. Ik wilde u
slechts bewijzendat kaarten nooit iets beduid
hebben en nog niets beduiden zullen. Klaveren-aas
beteekent niet den dood, want gij leeft nu nog;
maar het beteekent evenmin een zak met geld,
want dat heb ik maar gezegd omdat ik van te
voren wist dat uw man geld mede zou brengen
uit de stad; ik heb u echter aangespoord tot die
geheimhouding, teneinde u hals over kop met
dubbelen ijver aan het werk te zetten en daar
door de gedachte aan den dood en klaveren-aas
te verdrijven."
De boerin sloeg stom van verbazing de handen
ineen en Weishoser liep naar de tafel, pakte de
banknoten bij elkaar en stopte ze den klokken
maker in den zak van zijn jas, „dat moet gij
aannemen, dat moet gij aannemen" riep hij her
voor de aanstaande boot moeten uitmaken, er
geen sprake kan zijn van goede aansluiting voor
o stelijk ZèeuwschVlaanderen te Vlake.
Vlissingen, 10 Augustus. De aannemer
K. van der Linden, van Brouwershaven, is begon
nen met het opruimen der overblijfselen van de
op den 15en Mei jl. gezonken Italiaansche bark
Aportiop de reede van Vlissingen.
Weder een goede maatregel van den minister
van oorlog, die tot opheffing van onnoodige
diensten leiden zal.
Door den minister is namelijk bepaald, dat de
nachtposten, die gebezigd worden tot bewaking
van korpskassen, vaandels of standaards, moeten
worden ingetrokken.
Aan het Handelsblad wordt geschreven dat er
bij het algemeen depot vau discipline te Vlissingen
geen lijfstraften (slagen) meer worden toegepast,
sedert in het HUI. van 22 Juni jl. een afkeurend
oordeel over die straf is uitgesproken. „De
kommandant van dit strafkorps, wordt er bij
gemeld, moet een bij uitstek humaan chef zijn,
die de straf van slaan niet dan bij uiterste nood
zakelijkheid oplegt."
Aan de humaniteit van den chef van het straf
korps twijfelen wij geen oogenblik, maar wel
daaraan, dat hij zich in het opleggen van door de
wet voorgeschrevene straffen laat leiden door
dagblad-artikelen. Uit het medegedeelde blijkt,
naar wij meenen, alleen dat de lijfstraffen te
Vlissingen inderdaad niet dan „bij uiterste nood
zakelijkheid" worden toegepast, wat van humane
mannen, gelijk de groote meerderheid onzer
officieren van land- én zeemacht zijn, niet anders
te verwachten is. Nog beter en meer afdoende
zou het echter zijn, indien de wet deze barbaarsche
en verouderde straffen afschafte.
Namens de Flissingsche Handelsbank is door
hare rechtsgeleerde raadslieden eene circulaire aan
de crediteuren dier instelling gezonden, waarin te
kennen wordt gegeven, dat de heer A. Meijers tot
de liquidatie der door hem beheerde bank wenscht
overtegaan, en hun eene minnelijke schikking
wordt voorgeslagen daarin bestaande dat zij 45
a 50 pet hunner vorderingen zouden ontvangen.
Daarna worden eenige oorzaken van den achter
uitgang der bank opgegeven, als daar zijn de
algemeene stilstand in zaken, de invloed der Rot-
terdamsche handels-catastrophe en andere verlie
zen terwijl ten slotte aan de crediteuren de
vertroostende verzekering gegeven wordt dat zij,
ingeval de inrichting failliet mocht gaan, slechts
p. m. 15 pet zullen ontvapgen.
Van het bijeenroepen van crediteuren, of aan-
haaldelijk, „gij hebt het verdiend en ik geef het
u gaarne."
„Moet ik het nemen" zei Michel, „dan neem ik
het ook. Een dokter laat zich ook wel betalen,
al richt hij niets uit en ik heb hier meer uitge
richt dan een dokter. Nu boerin hoe is het?
Interesseert het u niet? Ik heb u immers beloofd
dat ik u ook eens de kaart zou leggen, op mijn
manier."
„Loop heen, denkt gij dat ik daar nu nog aan
geloof
„Ik denk ook wel dat gij het niet meer verlan
gen zult. Maar geef mij toch eens dat spel vuile
kaarten, dat daar in de lade ligt, ik heb het straks
wel zien liggen. Zoo dank uDat heeft ons
leed genoeg veroorzaakt! In vroegere tijden
werd het als een onschuldig tijdverdrijf uitge
vonden, maar zóoals het met veel dingen gaat,
toen zijn de menschen begonnen er misbruik van
te maken en het is al erg genoeg dat het hazard
spel de mannen arm maakt, moet nu het kaart
leggen de vrouwen nog dom maken ook Gij
begrijpt zeker wel dat ik ze in het vuur gooi,
dan krijgt niemand een kaart, maar dan blijven
ze alle twee en dertig even ver van iedereen af
en dat is de beste manier van kaartleggen. Naar
mate iemands uitwendig en inwendig bestaan is,
naar mate hij rechtschapen en tevreden of lui of
hebzuchtig is, kan men hem wel voorspellen of
hij kans heeft om gelukkig op de wereld te zjjn,
bieding om hun opening van zaken te geven, wordt
in de circulaire niets gemeld.
Door burg. en weth. van Amsterdam is voor
gesteld eene leening ten behoeve der gemeente
aan te gaan van 7£ millioen voor verschillende
openbare werken. Het weekblad De Amsterdam
mer treedt in een onderzoek naar de bestemming
dier gelden en komt tot de slotsom, dat ze hoogstens
voor 4 jaren zullen strekken en men dan opnieuw
voor de noodzakelijkheid zal staan om zich geld
te verschaffen. Het blad wijst daarna op ver
schillende reeds begane fouten van „dure klein
geestigheid." Het verzet zich niet tegen de uit
gaven voor den handel, voor het onderwijs of
voor de hygiëne. „Maar, zegt het, wat
wij overbodig achten, zoolang Amsterdam in
geldgebrek verkeert en omtrent zijn toekomstigen
bloei zoo weinig zekerheid bezit, is:
de stichting van een abattoir, ad minstens
900,000;
de verbouwing van het oudemannenhuis tot
universiteit, ad 50,000
het inrichten van een overdekte groenmarkt, ad
f 450,000;
de demping van de Hout- eu Leprozengracht
en de overdekking van een gedeelte daarvan tot
markt, ad 130,000.
„Men versta ons wèl. Had de stad over geld
te beschikken, veel van het bovengenoemde,
schoon in anderen vorm, zouden wij wenschelijk
achten.
„Maar daar is inderdaad geldgebrek en daarmee
behoort men rekening te houden.
„Dat er besloten is tot het oprichten van een
abattoir, een groenmarkt enz. is geen bezwaar.
De besluiten kunnen gehandhaafd blijven, alleen
het tijdstip van uitvoering worde verschoven tot
er betere dagen aanbreken."
Standaard en Nieuwe IJselbode wisselen met
elkander van gedachten over hun kerkgenoot
schap. Laatstgenoemd blad noemt het roomsch-
katholieke kerkgenootschap eene gepantserde
„Immaculata" en stelt daartegenover de „Cal
vinistische kof," die sommigen willen verbouwen
tot een nieuwerwetsch, rank en licht getimmerd
stoomschip, en waaraan anderen den vorm willen
geven van de Spaansche galjoenen van voor
drie eeuwen.
Wij zullen ons wel wachten in deze quaestie
ons te mengen; alleen rijst bij het lezen dier
vergelijking onwillekeurig eene opmerking. Aan
de kade vastgemeerd is er zeker groot verschil
tusschen genoemde vaartuigen, maar op de zee
der eeuwigheid zijn panterschepen, galjoenen,
koffen en stoombooten in grootte en duurzaam
heid niet van elkander te onderscheiden.
maar ander waarzeggen bestaat er niet. Men
zegt: 's menschen lot is in Gods hand en ik zou
niet weten hoe het daaruit en tusschen die vnile
kaarten en in de smerige handen der Zigeuner
vrouwen zou komen, 'tls mogelijk dat ónder al
hetgeen wat over de geheele aarde, rijp en groen
dooreen, geprofeteerd wordt, van de duizend ge
vallen bij toeval eenmaal iets uitkomt eu dat eena
geval hoort gij dan duizendmaal vertellen, maar
vau de negen honderd negen en negentig mislukte
voorspellingen boort gij nooit iets. Wanneer iemand
u dus tot zoo iets uitnoodigt, denk dan maar
dat een ezel een kameraad zoekt, en wees niet
bevreesd om voor hoogmoedig uitgemaakt te
worden wanneer gij voor die eer bedankt. Eu
hiermede is het uit!"
EINDE-