émmihHïmffyuu. Onderwijs. Marine en leger. Landbouw. Kunstnieuws. meene of plaatselijke vereenigingen kan bevorde ren, die zich ten doel stellen de bevordering van kontante betaliDg en het geven van inlichtingen omtrent credietwaardigheid, met het doel om het schrikbarend toenemen vooral der kleine faillis sementen, waardoor de nijvere middelstand zoo zeer gedrukt wordt, te voorkomen of het aantal daarvan te vermindereu. Het hoofdbestuurslid De Charro schetst de ge breken der wet, o. a. de kostbaarheid, het tijd- roovende en de niet genoegzame behartiging van de belangen der crediteuren, doordien bijna nooit de curator uit de schuldeischers wordt gekozen, zooals de wet eigenlijk wil. Het ontzettend toe nemen van het onderhandsch accoord zou door een betere wet worden verminderd, Mr. Rinkvan Tielbegreep niet hoe de heer De Charro een rechtsgeleerd advies kon willen, nu hij van meening is dat de belangen der credi teuren niet goed door de rechtsgeleerde curatoren worden behartigd. Hierop werd geantwoord dat het écn afgescheiden is van het ander. Het voorstel, in dit punt bedoeld, wordt aangenomen. Voorstel om bij de regeering er -op aan te drin gen, dat in het tegenwoordig stelsel van werk geven in de gevangenissen verandering worde gebracht, zoodat het niet strijde met de rechten en belangen der bijzondere industrie. Het praeadvies van het hoofdbestuur luidt: Door de voorstellende afdeeling wordt voorbij gezien dat elk industrieel het recht heeft, arbeid door de gevangenen te doen verrichten, en dat dus de industrie uit het oogpunt der patroons onder deze omstandigheid niet lijdt. Blijft dus over het argument der arbeiders, dat door het hoofdbestuur van zeer groot gewicht wordt geacht. De staat evenwel heeft te zorgen voor allen, en mag dus het belang der gevangenen niet zoover aan dat dér arbeiders opofferen, dat aan de zedelijke verbetering der eersten de hand niet worde gehouden, teneinde de arbeiders niet in hun levensonderhoud te belemmeren. De zede lijke verbetering zal niet kunnen worden verkregen dan door middel of met behulp van arbeid in de eerste plaats en arbeid in gevangenissen leidt tot niets, wanneer hij niet door betaling wordt gesteund. Na beraadslaging wordt het voorstel verworpen met 28 tegen 17 stemmen, zoodat de vergadering het praeadvies van het bestuur deelt'. Voorstel om aan de regeering te verzoeken, dat vrijdom van accijns van zuiveren spiritus wordt verleend, voor zooverre die noodig is voor de bereiding van scheikundige stoffen, die thans in het buitenland worden gefabriceerd en ingevoerd, zonder dat daarvan een invoerrecht wordt gehe ven, dat gelijk staat met den accijns op den spiritus, die voor de bereiding noodig was. Het hoofdbestuur kan niet aannemen, dat een verzoek, van de Vereeniging uitgaande, ten ge volge kan hebben, dat ook voor onvermengden alcohol vrijdom zou worden verleend. De onder vinding heeft voldoende aangetoond, dat misbrui ken daarbij niet te weren zijn en zulke maatre gelen worden gebezigd tot eigen bevoordeeliug ook langs andere wegen, dan die door de regee ring bij het invoeren van dien maatregel zouden worden bedoeld. De goeden moeten hier dus met de slechten lijden. Wat meer in het bijzonder de oprichting van eene of meer chininefabrieken betreft, meent het hoofdbestuur eensdeels dat de bestaande maatre gelen van vrijdom die oprichting niet beletten en dat de oorzaken, waarom deze fabrieken hier niet bestaan, elders moeten worden gezocht. Alle hulde brengende aan de firma die chinine- zouten, maakt en tentoonstelde, meent het hoofd bestuur evenwel, dat het aangehaalde voorbeeld iets van kaartleggen afweten, klaveren-aas een zak met geld beduid." „Houdt gij mij voor den gek vroeg de boerin. „Dat is nog nooit gehoord, zoo lang er op de wêreld kaart gelegd is, dat klaveren-aas een zak met geld zou beteekenen. Neen het beduidt een zak waar de dood mij insteekt, een kruis beduidt het op mijn grafzerk, waaronder ik weldra zal liggen. „En domme ganzen beteekent het, die zich be moeien met dingen waar zij niets van afweten Bchreeuwde Michel, op eens driftig wordende. „Weet gij er niets van, laat er u dan ook niet mee in. Klaveren-aas beteekent dat er een zak met geld in huis zal komen, dat is van oudsher bekend." „Dat zou wat nieuws zijn, het beduidt alleen den dood!" „Een zak met geld" gilde Hautzner-Michel en sloeg met zijn vuist op de tafel. „Wilt gij het beter weten dan een oud man, die vrij wat meer van de wereld gezien beeft dan gij, met al uwe knappe buurvrouwen te zamen Maar wat mij betreft geloof wat gij wilt, knies u dood, totdat zij u begraven kunnen, 'maar al liet gij ook een klaveren-aas op uw doodkist spijkeren, ik blijf er bij dat het niet den dood beteekent!" „Maar Michel!" riep de boerin en sloeg de handen ineen over zulk een ongehoorden onzin. „Vrouw Weishoser, lag dat klaveren-aas dicht bij u?" „Vlak naast ruiten-vrouw en dat was mijn kaart." „Ja dat weet ik, ongetrouwde hebben altijd geenszins bewijst wat de steller van het vraagpunt bedoelde te bewijzen: de mogelijkheid van den bloei van chininefabrieken in ons land. Het voorstel wordt verdedigd door Tiel, maar, na bestrijding van anderen, ingetrokken. De 63e jaarlijksche algemeene vergadering van het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden is op Woensdag 30 Juli 1879 te Amsterdam gehouden. Het daarin uitgebracht verslag bevat onder anderen de volgende bijzonderheden. De inkomsten van 1878 hebben bedragen eene som van f 97,844.05§, Behalve de renten van het kapitaal, die 51,633.44 beliepen, en de opbrengst der collecte ad f 31,940.281, zijn onder het aan gegeven cijfer der inkomsten begrepen eene gift van Z. M. den koning, groot f 200, benevens het bedrag der renten van het nationaal huldeblijk ter gelegenheid van Zr. Ms. 25jarige regeering ad f 9,070.33 en de subsidie van het rijk, ten behoeve van het invalidenhuis te Leiden, groot f 5000. Bijzondere schenkingen of legaten heeft het fonds over 1878 niet ontvangen. Tot dekking der tekorten van de beide voor gaande jaren werd van het kapitaal der 4 pets. inschrijvingen 20,000 verkocht; terwijl de on gunstige verhouding van inkomst en uitgaaf over 1878 andermaal afsteking van de hoofdsom nood zakelijk maakt. De uitgaven toch hebben het bedrag der inkomsten met f 13,525.881 over schreden. Aan 2252 deelgerechtigden keerde het fonds 88,421.32 aan gratificatiën en toelagen uit de renten van 'skonings geschenk uit. Onder die deelgerechtigden bevonden zich 19 verminkten en 5 nageblevenen van gesneuvelden bij Waterloo, 216 verminkten in Oost-Indie, 6 verminkten van oorlogen vóór November 1813, 95 verminkten en 11 nageblevenen van gesneuvelden in den strijd met België, 1668 infirmen, blinden en veteranen, benevens 232 oudstrijders van Waterloo. Het invalidenhuis te Leiden verkeert in goeden staat. Tegen afstand van hun pensioen en toe gekende gratificatie genoten 80 deelgerechtigden van het fonds daarin doelmatige huisvesting en goede verzorging. De recreatie-zaal alsmede de kleine bibliotheek, die met een niet onbelangrijk boekgeschenk verrijkt werd, dragen veel bij om het verblijf in het gesticht der invaliden aange naam te maken. De uitgaven ten behoeve van het invalidenhuis bedroegen ƒ24,278.69. Gedurende het afgeloopen jaar werden 177 nieuwe deelgerechtigden gegratificeerd, waaronder 34 ver minkten in den strijd met Atjeh. Het getal in firmen en veteranen op de sollicitantenlij st inge schreven bedraagt 1077. St.-Ct Uit Aden is telegraphisch bericht ontvangen, dat er een Engebche gouvernementsstoomboot naar Guardafui vertrokken is, om het onbekende Nederlandsehe stoomschip, dat aldaar gestrand is, op te sporen. Het bericht dat de heer Pij Is, burgemeester van Maastricht, zijn ontslag genomen heelt als lid van den gemeenteraad, is naar aan het Ebl. gemeld wordt, voorbarig. Het al of niet nemen van bet ontslag zou nog afhankelijk zijn van de benoeming van een wethouder, in plaats van den heer Fran- quinet, die niet als raadslid herkozen werd. O. I. MA1LDIENSTEÜff. Via Brindisi 15 Aug. 29 Aug. Marseille 8 22 De booten van Marseille vertrekkende doen Riouw, Banka en Palembang niet aan. Ned. mail naar Ned. Oost.-Indie via Napels, per stoomvaart-maatschappij Nederland. harten-vrouw en getrouwde gewoonlijk ruiten. Maar weet gij wat, vrouw Weishoser, ik ga hier niet levend van daan, de duivel moge mij in zulke kleine stukjes knippen en die in den wind strooien, dat ik bij het jongste gericht niet meer aan elkaar te plakken zal wezen „Om Gods-wil houd op Miehei „Mijn eeuwige zaligheid wil ik er onder verwed den dat er heel spoedig onverwacht een zak met geld in huis komtMij dunkt, meer kan ik toch niet zeggen Gij zult daar wel genoeg aan heb ben om mij te kunnen gelooven." „Lieve hemel! Gij lichtzinnig mensch! wie heeft er dan verlangd dat gij zulke zondige din gen zoudt zeggen Ik hoop dat God u niet aan uw woord zal houden, daar gij u toch vergist; want klaveren-aas beteekent nu eenmaal niets anders dan den dood." „Goed" zei Michel, nam zijn klokken van de kast en hing ze weer over zijn schouder. „Blijf daar maar bijMaar ik ben iemand die den heelen dag op straat loopt en niemand kan mij kwalijk nemen dat ik mijn voordeel dos met hetgeen ik weet. Wed met mij boerin! Eer gij den tijd hebt om u neder te leggen om te sterven, komt de zak met geld al in huis. Als ik het verlies zal ik uwe begrafenis betalen, met een heelen mooien stoet, daar kunt ge van op aan; al de priesters uit de buurt zullen er bij zijnmaar als ik het win krijg ik de zak met geld. Slaat gii toe?" „Ga heen, het zou u niet eens passen dat gij mij liet begraven!'' De verzending heeft plaats des Dinsdags om de veertien dagen. Eerstvolgende verzending 12 Augustus. Stoomvaart-Maatschappij Nederland Eerst volgende expeditiën van Amsterdam naar Neder- landsch-Indië via Napels: 16 Aug. Koning der Nederlandenkapt. A. G. M. Bruyns, (deze boot doet ook Padang aan); 30 Aug. Prinses Amalia, kapt. E. W. Fabritius. Rotterdamsche Lloyd. Van Rotterdam ver trekt 27 Augustus naar Padang, Batavia, Sama- rang en Soerabaija het stoomschip Drenthe, kapt. J. de Jong. De door zijne geschriften welbekende en geachte heer A. Ekker, phil. theor. mag. et lit. hum. doctor, is op ruim tachtigjarigen leeftijd overleden te Utrecht, waar hij tot 1872 rector aan het gymnasium was. Na zijne promotie in 1822 was hij gedurende korten tijd praeceptor aan de La- tijnsche school te Middelburg. In 1823 begon hij zijn loopbaan aan het Utrechtsch gymnasium, waarvan hij in 1849 het rectoraat aanvaardde. Naar men van gbederhaud verneemt, wordt er bij het korps mariniers een reorganisatie verwacht, die sinds vele jaren gewenscht, wordt. Zonderde sterkte van het korps uit te breiden, zal het aantal compagnieën grooter en daardoor een einde gemaakt worden aan de omslachtige administratie, welke het gevolg is van te groote compagnieën. (Fad.) Met 1 September aanstaande wordt den met dien datum tot luitenant-kolonel bij het korps mariniers bevorderden kapitein le kl. F. A. van Braam Houckgeest, het bevel opgedragen over het gedeelte mariniers in garnizoen te Willems oord, en worden de mede met gemelden datum tot kapitein 2e kl. bevorderde le luitenants bij dat korps J. H. van Wely eu G. J. Visser, inge scheept aan boord van Zr. Ms. fregat Evertsen, ter beschikking gesteld van den kommandant van gemeld korps. Men schrijft uit Beusichem, een belangrijke aardappelstreek „Bij al het pessimisme over den aardappeloogst, dat dezer dagen de ronde heeft gedaan, is het verblijdend van hier te kunnen melden, dat tot nogtoe de late aardappelen maar weinig door de ziekte zijn aangetast en het beschot over het algemeen uitmuntend belooft te zijn. Er zijn hier stukken lands, waaruit per 7, H,A, 25 H.L. worden gerooid; terwijl men tot heden niet meer dan 1§ H.L. kwaden er in vindt. (U. DU.) Tegen den tooneel-directeur Victor Driessens is door de schrijvers van het tooneelstuk VAssom- moir eene vordering ingesteld als schadeloosstel ling voor het zonder hun vergunning opvoeren van hun werk. De eisch bedraagt 10 pet. der bruto-ontvangst van alle voorstellingen, benevens 2000 franken in eens. De zaak zal voor de rechtbank te Antwerpen behandeld worden. De schrijver op het bureau van den directeur van het huis van arrest alhier, G. Mannessen, is „Dat doet er niet toe; eens gezegd, blijft ge zegd! Ik zou u zoo netjes er onder laten stop pen, dat gij er zelve pleizier in zoudt hebben. Sla toe „Maak dat gij weg komt." „Het fraaiste lijkkleed dat zij in de stad voor de groote lui bewaren, zal ik voor u huren. Nu zult gij toch toeslaan." „Dat zal ik niet; want dat zou een zondig spel zijn." „Ja, ja, gij durft niet omdat gij bang zijt dat op stuk van zaken klaveren-aas toch wel eens een zak met geld kon beduiden." „Den dood beduidt het" riep de boerin „en dat geld kunt ge present krijgenik zou niet weten waar het van daan zou moeten komen." „Goed vrouw Weishoser, ik houd u aan uw woord; gij geeft mij het geld present! Het kau mij niet schelen waar het van daan komt; maar gij moet er mij de hand op geven dat gij er u later niet aan kunt onttrekken." (Wordt vervolgd. bij ministerieele beschikking uit die betrekking ontslagen. Een drukfout onder kermistijd, in een ker- mis-bericht gemaakt, behoeft nauwelijks excuus. Toch willen wij niet onverbeterd laten wat men ons gisteren vertellen liet, dat de komieken en gymnasten in het Schuttershof „zongen voor aangename afwisseling." Ze zorgen ervoor, heeft onze verslaggever bedoeld. Te Sluis is Woensdag middag een 18jarig jongeling, P. N. genaamd, bij het vissehen in de Kaai verdronken. Alle pogingen om den dren keling in 't leven terug te roepen, mislukten. Het ontwerp tot invoering eener gemeente belasting te Amsterdam onder den naam van straatgeld, is volgens het Nieuws v. d. Dag met de koninklijke goedkeuring bekrachtigd. De heer Carré, eigenaar van het bekende paardenspel, heeft aan den heer Anderegg, ge neesheer te Rosmalen, als blijk van erkentelijk heid voor de vóór eenige maanden van hem genoten geneeskundige behandeling, een prachtig paard, een buitengewoon fraaien moor-schimmel ten geschenke gezonden. Een bewoner uit Hilvarenbeek, die gedeel telijk zijn verstandelijke vermogens mist, heeft in de gemeente Diesen een landbouwerswoning in brand gestoken. Het pand, dat niet verzekerd was, is met een groot gedeelte van den inboedel een prooi der vlammen geworden. De schade wordt begroot op 3000. Gisteren arriveerde te Scheveningen de haringschuit Johanna Geertruidaschipper Thomas Pronk, aanbrengende 80 zeetonnen pekel haring. De schipper bericht, dat er de laatste drie weken bijna geen haring was te vangen en de meeste te Scheveningen thuis behoorende visschers weinig ot geen haring aan boord hadden. De hoogste praaier was 45 ton. De baring is gisteren per lichter naar Vlaardin- gen ten verkoop gezonden. Zes van de elf raadsleden van Hennaardera- deel hebben een verbod in het leven geroepen om in die gemeente op Zondag te kaatsen. Mej. J. Van de Voordt, te Beugen overleden, heeft haar vermogen van ongeveer twee tonnen gouds bijna geheel aan de algemeene armen van Beugen en Rijckevoort vermaakt. De algemeene vergadering der Broederschap van Notarissen, te Kampen gehouden en door circa 80 leden bijgewoond heeft de heeren mr. Wichersen van Loppersum en mr. Maarschalk van Boskoop tot leden van het hoofdbestuur gekozen. Aan de koninklijke tapijtfabriek te De renter is een zeer groot tapijt vervaardigd, bestemd voor he,t koninklijk paleis te Stockholm, waarvan de teekening eu de kleuren door de hooge be stellers zeiven zijn gekozen. Stormweder tusschen gisteren en morgen op de Britsche en Noordsche kusten, uit het zuiden en rondloopende tot het westen, vergezeld van regen en vermoedelijk onweder, met hooge tem peratuur. Zoo luidt de jongste Amerikaansche weerprofetie. In verschillende landen van Europa, voor namelijk echter in Engeland, is men voornemens den 15en October a. het vijftigjarig bestaan der spoorwegen te vieren. Dien dag zal het een halve eeuw geleden zijn, dat de eerste locomotief van George Stephenson voor het eerst langs de ijzeren baan gleed. In 1830 werd de eerste spoorweg voor het publiek opengesteld. Het was de lijn tusschen Liverpool en Manchester. Allengs volgden andere landen het voorbeeld van Engeland en eindelijk werd ook den 20en September 1839 de eerste spoorweg in Nederland, tusschen Amsterdam en Haarlem, geopend. Een onbekend persoon, zwart van uiterlijk, niet groot, gekleed in een zwarten jekker en broek, castoren hoed, kwam in een klein sloepje Dinsdag avond tusschen 9 en 10 uren, aan booid van het Eng. barkschip Ebenhezerten anker liggende bij de buitenton van het Goereesche zeegat, iets te drinken vragen. Kort daarop maakte hij de sloep weder los en is naar zee afgedreven; heeft toen nog iets geroepen, maar was niet verstaanbaar. Een uur later is de wind aangewakkerd en naar het W.N.W. geloopen, zoodat het hoogst waarschijnlijk is, dat de man zijn graf in de golven zal gevonden hebben. Te Amsterdam is gisteren de algemeene vergadering gehouden der Vereeniging van den Ned. boekhandel. Als gewoonlijk werd verslag uitgebracht van de handelingen der vereeniging. Bleken de on derlinge geschillen niet van de baan te geraken, vooral te wijten aan de zeer gebrekkige landswet op het recht van kopy, toch was de invloed der vereeniging in staat geweest een deel dier quaes- tiën op te lossen. Het ondersteuningsfonds der vereeniging, zoomede 't door haar uitgegeven blad t hare bibliotheek en 'tdoor haar gesticht bestel huis voor den boekhandel, bleken in zeer bloeien- den staat te verkeeren. In plaats van de aftre dende en niet herkiesbare bestuurders, werden gekozen de hh. W. H. Kirberger te Amsterdam, H. A. Tjeenk Willink te Arnhem en S. C. van Doesburg te Leiden. Tot commissarissen van het ondersteuningsfonds werden benoemd de heeren J. H- Gebhard, P. Smidt van Gelder en G. van Heteren. Door het gemeentebestuur van Amsterdam

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2