N». 186. 122e Jaargang. 1879 Zaterdag 9 Augustus. Klaveren-aas. Jaarmarkt. Dit blad verschijnt dage lijk si met uitzondering van Zon- en Feestdagen." Prijs per 3/m, franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.1 Advertentienj 20 Cent per regel.' Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jonks. Middelburg 8 Augustus. FEUILLETON. 1HIDDELBURGSCHE COURANT. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien art. 12 der verordering op bet marktwezen van den 13en Mei 1857, nader gewijzigd maken bekend. dat de kramen, tenten en andere inrichtingen, welke bij gelegenheid der jaarmarkt zijn opge richt, Dinsdag den 12 Augustus a., des avonds zullen moeten zijn afgebroken en de daarin aan wezige koopgoederen en voorwerpen van de markt en pleinen weggevoerd. Hiervan is afkondiging geschied waar het be hoort. Middelburg den 8en Augustus 1879. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris. G. N. DE STOPPELAAR. De gemeenteraad van Middelburg besloot in zijne heden namiddag gehouden vergadering, na onderzoek der ingekomen geloofsbrieven, tot toe lating van de nieuw gekozen raadsleden, de heerenJhr. mr. J. W. M. Schorer, mr. N. C. Lambrechtsen van Ritthem, dr. J. P. Berdenis van Berlekom, D. A. Dronkers, B. A. Fokker en J. A. Tak. Aan mej. H. J. Boone werd op haar verzoek, tengevolge harer benoeming tot onderwijzeres te Delft, met ingang van 1 September e. k., eervol ontslag verleend als onderwijzeres aan de ge- meente-gymnastiekschool. Aan den heer J. L. Gruber werd op de reeds vroeger medegedeelde voorwaarden concessie ver leend voor den aanleg van een stoomtramweg van Middelburg naar Vlissingen. Een voorstel van burg. «n weth. om, met het oog op de intrekking van het raadsbesluit van 15 Nov. 1878, tot oprichting van eene herhalings school, alsnog terug te keeren tot het door hun college in de zitting van den 30 October 1878 gedaan oorspronkelijk voorstel, werd met 8 tegen 3 stemmen aangenomen. Dientengevolge zal de herhalingsschool den 15 Sept. e. k. worden geopend. Het verzoek van den heer G. Jeras, om een stukje gemeentegrond in de Korte Giststraat, thans door hem in erfpacht bezetenonderhands te koopen is ingewilligd. Tot hulponderwijzeres aan de school A (hoofd onderwijzeres mej. Gerth. van Wijk) is benoemd mejuffrouw A. G. Stam te Nijmegen. Tot as sistent-klokkenist werd benoemd de heer H. Varel. 3. Eene vertelling van L AU ZEN GRUBER. „God behoede u, houd een weinig moed, maar hoop niet te veel. Verder kunt gij er u op ver laten dat ik zal doen, wat ik kan!" „Dat zult gjj, uit christelijke liefde, dat weet ik. God zegene u Hautzner-Michel Zoo ging de een rechts en de ander links; Weishoser stapte met rasse schreden naar de stad, teneinde des te spoediger terug te kunnen keeren om te vernemen wat zijn vriend had uit gericht en hoopte in stilte dat met Gods hulp alles nog wel terecht zou komen. Hautzner-Michel ging peinzend het dorp in. Midden in dat dorp stond een klein huisje met een omheind erf, en daar het huisje slechts twee vensters aan de straat had, moest ieder die erin wilde, door een klein poortje in de heining en over het erf gaan. Dat deed de klokkenmaker dan ook. Een klein hondje aan een langen, zwaren ketting schoot op hem toe. Gedurende de week van 31 J'uli tot en met 6 Augustus zijn te Vlissingen aangekomen met de stoomschepen van de maatschappij Zeeland- 1324 en vertrokken vandaar naar Engeland 714 passagiers. Dit is gemiddeld 291 per dag, of 145 met iedere boot. De heer C. H. W. Kreeftmeijer, teekenaar bij de afdeeling tractie en materieel der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, is benoemd tot boekhouder der werkplaats Vlissingen van die maatschappij. Men maakt ons opmerkzaam dat de Middel- burgsehe „stadsklok" heden morgen 7 minuten achter was. Het gevolg daarvan moet geweest zijn, dat bijna alle reizigers en ook de omnibussen van 7 tot 10 minuten te laat zijn aangekomen voor den trein van 8 u. 50 m., zoodat enkelen geen plaats meer konden vinden en veel passa- giersgoed moest blijven staan. Moge deze klacht ertoe leiden dat zij, wien het aangaat, voortaan zorg dragen dat Middelburg beter „met zijn tijd medega!" Vlissingen, 8 Aug. De schadevergoeding aan de alhier binnen liggende Eng. schooner Margaret, welke door het stoomschip Prinses Elisabeth den 24en Juni jl. in de Wielingen werd aangevaren, is naar men ons verzekert door de maatschappij Zeeland op alleszins billijke wijze geschikt. De gezagvoerder van de Margaret, die tevens eigenaar is, zal zijn schip binnen kort in publieke veiling brengen. Het bestuur der Belgische staatsspoorwegen zet, onder de krachtige leiding van den minister van openbare werken, met ijver zijne pogin gen voort om het vervoer van kleine bestel- goederen (pakjes), tegen den minst mogelijken prijs, tot in de verst afgelegen streken te doen plaats hebben. Voor Belgie en de meeste Euro- peesche landen weet men dat dit sinds lang in orde is. Thans wordt weder, met alle kans op goeden uitslag, onderhandeld met de Nederlandsche spoorwegbesturen en de stoomvaartmaatschappij Nederland, over het rechtstreeksch vervoer der bedoelde goederen, van de Belgische stations naar Ned. Oost-Indië. In strijd met de loopende geruchten verneemt de Standaard, dat de heer Van Lijnden van San- denburg niet de portefeuille van justitie, maar die van buitenlandsche zaken zal aanvaarden. Voorts „Hei, mops", lachte Michel, „wat wilt gij van mÜ> £9 groote ketting met dien kleinen hond Hij schudde zijn zak met gereedschap tegen het dier, dat hem nog een poos aankeek en toen schuchter weer in zijn hok kroop. Hautzner-Michel ging de keuken binnen, waar het haardvuur lustig brandde en hoorde de boerin in de kamer een geestelijk lied zingen; hij klopte aan en ging binnen. „Goeden morgen!" „Zoo, zijt gij daar, Hautzner-Michel?" „Ja, ja, daar ben ik" zei hij en daar hij op dat oogenblik niets anders wist te zeggen, trof het hem hoe slecht de boerin er uitzag. Het was nog geen drie maanden geleden dat daar op die zelfde plek een roodwangig, blozend vrouwtje stond, met levendige donkere oogjes en nu was zij het of was zij het niet? nu vond hij een magere, ingevallen vrouw met doffe oogen. Een oogenblik zette hij een gezicht, zooals wij wel eens bij kinderen opmerken, als zij niet weten of zij lachen of schreien zullen. Daarop wierp hij zijn gereedschap op een stoel, nam de klokken van zijn schouder en zette die op een kast, ging naar de boerin toe en zei: „Jéminé wat ziet gij er uit? Zijt gij ziek? Geeft uw man niet meer om u? Of scheelt u misschien iets anders, zoodat gij over eenigen tijd met u driëen zult wezen?" „Houd toch op met die gekheid, Hautzner", zei de boerin. „Ik weet best wat mij scheelt. Gij kunt weldra achter mijn lijk gaan." „Wel sapperloot, zoo erg zal het toch niet zijn. staat vast dat graaf Schimmelpenninck financiën neemt; Heemskerk binnenlandsche zaken; Klerck waterstaat; justitie waarschijnlijk Meerbeke; oorlog Beyen, en marine Kip. Koloniën nog onbeslist. Volgens het Vaderland is in de laatste dagen niet met den oud-minister Van der Heim, maar met den heer J. C. Bloem, oud-hoofdinspecteur bij het dep. van financiën, over de portefeuille van financiën onderhandeld. In eene druk bezochte vergadering der kiesver- eeniging Nederland en Oranje te Dokkum is tot candidaat voor de aanstaande verkiezingen van een lid der tweede kamer gekozen de heer dr. A. Kuyper. Daar hij en de heer Oppedijk hetzelfde getal stemmen hadden, besliste het lot ten gunste van eerstgenoemde. Volgens het verslag over het jaar 1878 van den Nederlandschen consul te Port-Saïd nam Nederland in het vorige jaar de derde plaats in van de scheepvaartbeweging door het kanaal van Suez. Onder Engelsche vlag passeerden door het kanaal 1268 schepen, metende 2,630,285,09 ton: onder Fransche vlag 89 schepen, metende 250,665,45 ton; onder Nederlandsche vlag 71 schepen, metende 150,705,95 ton. Bij kon. besluit is de jaarlijksche vergoeding voor bureaukosten, verbonden aan het vacante ontvangkantoor der invoerrechten en accijnsen en voor de ontvangst der haven- en schutgelden op het kanaal van Walcheren te Vlissingen, met ingang van den len November 1879 verhoogd van f 300 tot op ƒ500 met bepaling dat de ontvanger daarvan jaarlijks minstens f 450 zal moeten be steden aan klerkenloon. Met 'skonings machtiging is de heer Frangois van der Eist, op den voet van Nederlandsch onderdaan, erkend en toegelaten als consulair agent van Duitschland te Dordrecht. De Brusselsche Gazette behandelt in eene nadere beschouwing der Belgische onafhankelijkheids- feesten van 1880, de wenschelijkheid eener innige aaneensluiting der beide in 1830 vaneen gescheurde landen: Nederland en België. „Een van de beide landen, zegt zij,moet openhartig het andere de hand toesteken, en België heeft in de viering van zijn jubelfeest eene gelegenheid zooals zich niet meer zal voordoen, om officieel en plechtig den wensch te doen blij ken tot eene verzoening en eene volkomen en Gij vrouwen kunt u altijd van alles verbeelden." „Ik geloof dat het al erg genoeg is en uit verbeelding zou ik mij toch niet zoo ijverig op mijn laatste uur voorbereiden als ik doe." De boerin wees op de tafel, waarop een groot, oud, versleten boek opengeslagen lag; de klokken maker nam het op en bladerde er in. Bijna op elk blad vond hij een leelijke, grove plaat met allerlei afbeeldingen van duivels, die arme veroor deelde zielen roosterden en braadden cn wat er al zoo meer in de hel pleegt te geschieden. „Kijk", zei Hautzner-Michel, „als ik in uw plaats was zou ik mij toch liever op den hemel voorbe reiden en als ik uw man was zou ik dit prnlleboek in het vuur gooien; want uw gezegde van zoo even dat uw dood nabij moet zijn, omdat gij er u op voorbereidt, houdt evenmin steek, als of gij zeidet: omdat de hond zich krabt, zal hij vlooien krijgen!" Dat maakte de boerin boos, heel boos. „Gij potsenmaker!" riep zij, „wat weet gij van zulke heilige, hoogst ernstige dingen! Verkoop uwe grappen in de herberg, maar niet in een sterfhuis! Disch uwe laffe aardigheden op voor menschen die wat te veel gedronken hebben, misschien zullen die u de eer aandoen van er om te lachen, maar erger er niet iemand mede, die den dood in het hart heeft. Verstaat gij mij Scheer u weg uit mijne oogenIk zou het u wel anders beduiden, als ik mij niet zoo ziek en ellen dig voelde!" „Nu", zei Michel, „ik merk wel, op de borst hebt gij het nog niet!" innige vereeniging. Zoo de gebeurtenissen van 1830 ons land de overwinning geschonken hebben door het de onafhankelijkheid te laten, het heeft toch aan Holland militaire zegepralen doen ver werven, maar die bij het volkomen vergeten van den gevoerden oorlog geen aanleiding kunnen geven tot wrok of gevoeligheid dit zou de ver zoening niet wezen welke de overwinnaar aan den overwonnene bood, maar de verzoening van twee oude vrienden die, na een langen twist, elkander plotseling weder de hand drukken. O, wat waren wij dom! Wat konden wij goed te zamen leven „Men moet niet gelooven, noch in Holland noch elders, dat wij ons gereed maken om het jubelfeest te vieren van een veldslag, die onze vaderen aan de Hollanders hebben geleverd. Wij willen den aanvang gedenken van dit roemrijke tijdperk, waaraan wij onze grondwet, onze vrij heden, onze nationaliteit te danken hebben. Laat ons vergeten, dat wij aan de Hollanders strijd hebben moeten leveren men twist wel eens in de eendrachtigste huisgezinnen en men heeft er elkander niet minder om lief, al heeft men besloten om elk zijns weegs te gaan. „Zij zijn gelukkig in hun land en denken er niet meer aan om te Brussel te komen regeeren. Zij kunnen er zich niet aan ergeren, dat wij ons geluk vieren, vooral nu wij hen uitnoodigen om dien dag het verbond der goede vriendschap te bezegelen. Zij hebben zich over ons te beklagen gehad, en wij hebben ons te beklagen gehad over hen; maar geen wrok zij er gebleven. Leven de kleine statenWeg met de veroveraars „Dit zijn de gevoelens van vele Belgen." De zg. „Brabantsche centen" beginnen zich te s Gravenhage weder te vertoonen. Men zij gewaarschuwd om goed toe te zien, want bij de wet is het uitgeven van die vreemde munt strafbaar gesteld; in de grensplaatsen is die strafbepaling reeds meermalen toegepast. {DU.) Op de algemeene vergadering der Vereeniging tot bevordering van fabriek- en handwerksnijverheid is o. a. nog het volgende behandeld. Naar aanleiding van een rapport der afdeeling 's Gravenhagewaarin gewezen wordt op de vele gebreken in onze faillisssementenwet, wenscht het hoofdbestuur de faillissementenquaestie opnieuw bij de vergadering aan de orde te stellen. Het hoofdbestuur stelt voor het rapport der afdeeling 's Gravenhage te stellen in handen eener rechtskundige commissie, om te dienen van advies en een onderzoek in te stellen naar de middelen, waardoor de vereeniging de oprichting van alge- Hierop keek de boerin een poos naar den vloer, waarschijnlijk om te zien of die wel goed geschrobd was, en toen begon zij te hoesten en zei met een stem zöo zwak dat de muis die in den hoek zat het niet kon hooren. „Ja, ja, beste Michel, gij moogt vrij lachen maar ik weet, wat ik weet." „Het zou dunkt mij niet moeielijk voor mij zijn om ook te weten wat gij weet, als gij het mij slechts wildet zeggen. Hoe zijt gij zoo op eens op dat denkbeeld van sterven gekomen!" „Door den vinger Gods." Hierbij hield zij zich aan de tafel vast, als vreesde zij te zullen om vallen. „O wat hebt gij u laten beet nemen" zei Michel. „Maar als het staan u moeielijk valt, neem dan een stoel." Zij ging zitten en vervolgde. „Op oudejaars avond hebben wij boerinnen uit de buurt elkaar de kaart gelegd." „Een aardige tijdpasseering," zei Michel. „Ja, ja, maar toen heb ik klaveren-aas gekregen." „Klaveren-aas?" „Ja klaveren-aas." „Nu, en wat zou dat?" „Is dat dan niet voldoende Weet gij dan niet wat dat beduidt? Als het ten onderste boven ligt met den steel omhoog, beteekent het een nieuw buis, maar ligt het met den steel naar be neden, dan beteekent het dat de dood iemand nabij is." „Het is de eerste keer dat ik dat hoor", zei Michel. 9A1 mijn leven heeft onder mensohea die

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1