N°. 180» 122e Jaargang. 1879; Zaterdag 2 Augustus. VERKIEZING. Middelburg 1 Augustus, Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen.' Prijs per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.' Advertentienj 20 Cent per regel.1 Geboorte-, Tronw-, Doodberichten enz,: van 17 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Rivier-berichten. MIDDELBURGSGHE Nog ontvangen voor het gezin van wijlen den hoofdonderwijzer Köhlerf 1.30. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend: dat bij de op den 30 Juli jl. plaats gehad hebbende opening van stembriefjes voor de be noeming bij herstemming van éen lid van den gemeenteraad, is gebleken, dat als zoodanig is gekozen, de heer mr. J. A. van Hoek. Voorts dat de processen-verbaal van steminle- vering en stemopneming van den 29 en 30 Juli jl. in de beneden-voorzaal van het raadhuis aan geplakt en ter secretarie voor een ieder ter in zage zijn nedergelegd. Middelburg, den 1 Augustus 1879. De burgememeester en wethouders voornoemd. SCHORER, De Secretaris G. N. DE STOPPELAAR. Bij gelegenheid van den verjaardag van H. M. koningin Emma wordt Z. K. H. prins Frederik op het Loo verwacht. Z. D. H. de vorst van Waldeck-Pyrmont is daar heden, vergezeld van de prinsessen Pauline en Elisabeth, 23 en 5 jaar oud aangekomen. Naar men aan het Dagblad verzekert, zon de heer Van Lijnden van Sandenburg de opdracht tot samenstelling van een nieuw kabinet slechts aanvaard hebben met het voornemen om eventueel niet zelf een portefeuille in dat kabinet aan te nemen. Gedurende de week van 24 tot en met 30 Juli zijn te Vüssingen aangekomen met de stoom schepen van de maatschappij Zeeland 1018 en vertrokken vandaar naar Engeland 690 passagiers. Het stoomschip Prinses Elisabeth, dat heden morgen aankwam, beeft den overtocht van bet hoofd te Queenboro tot aan de aanlegplaats te Vüssingen afgelegd in 7 uren en 10 minuten, met ongunstig getij in de Wielingen. Kerkwerve. Tot lid van den gemeenteraad is, bij herstemming, met 11 van de 20 uitge brachte stemmen gekozen de heer P. J. van der Cingel. *Aardenlmrg, 31 Juli. Tot archivaris dezer gemeente is benoemd de heer G. A. Vorsterman van Oijen, hoofdonderwijzer alhier. does, 31 Juli. Na afloop van het concert, dat heden avond door de stafmuziek van het 3e reg. infanterie in den tuin der sociëteit V. O. V. gegeven was, werd door verschillende corporatiën, als de handboogschutterij Jacóba van Beijeren, de Goesche Scherm- en tumclubde rederijkers kamer Aurora, de Vereeniging voor volksvermaken enz. eene serenade gebracht aan den burgemeester, mr. J. G. de Witt Hamer. De algemeene instem ming met deze demonstralie bleek uit de groote menigte, die den stoet naar de woning van den burgemeester vergezelde. De heer J. L. v. d. Pauwert, voorzitter van Volksvermaken, namens alle corporatiën het woord voerende, begon met te herinneren hoe alleen eene droevige omstandigheid oorzaak was ge weest dat niet reeds vroeger aan den wensch, om dit blijk van sympathie aan den burgemeester te geven, gevolg gegeven was. Daarna erken nende dat de werkkring van burgemeester ook vaak moeilijke en pijnlijke dagen roet zich brengt, meende hij er echter ook op te mogen wijzen, hoe de verschillende, hier verzamelde vereenigingen, alsmede de jubelende menigte zoovele getuigen mochten zijn van de sympathie, de toegenegenheid en den steun die hem bij de burgerij verzekerd zijn. Het „leve de burgemeester!" werd onder fantares van bet muziekgezelschap door den t oegestroomden volksdrom driemaal krachtig herhaald. De burgemeester dankte den spreker voor zijne vriendelijke en welmeenende woorden en alle aan wezigen voor de blijken hunner sympathieke geve clens. Maar degelijk en waardig als altijd, wilde hij het ook nu niet verzwijgen, hoe de spreker te recht erop had gewezen dat het hoofd van het gemeentebestuur vaak met moeilijke dagen te kampen heeft. Gisteren toch was het voor hem een dag van droevige ervaring, toen bet hem be kend werd dat hij weldra een wethouder zou moeten missen, wiens groote werkzaamheid, ijver en warme belangstelling voor de waarachtige belangen van Goes hem zoo zeer te stade kwamen. En al was het hier de plaats niet om daarover uit te weiden, hij wilde de burgerij erop wijzen, hoe alléén door bekwame mannen, begaafd met gezond verstand en ruimen practischen blik in het gemeentebestuur, het hem gegeven kan zijn de Goesche belangen te behartigen en te bevor deren. Met innig genoegen vernamen we deze krachtige, mannelijke, oprechte woorden van den burgervader tot zijne burgerij. Na nogmaals zijn hartelijken dank betuigd te hebben, ging een herhaald alge meen hoera op, waarna de heer v. d. Pauwert nog even het woord nam en vervolgens de muziek nog eenige stukken ten beste gaf, terwijl de ver tegenwoordigers van de verschillende corporaties ten huize van de burgemeester op diens welzijn en gelukkig bestuur meermalen een dronk instel den. Ten slotte keerde de stoet naar de sociëteit F. O. V. terug. De feesten te Mechelen, bij gelegenheid van het 17e Nederlandsch taal- en letterkundig congres, znllen o. a. bestaan in een grooten fakkel-optocht, een avondfeest op Maandag 25 Augustus in den kruidtuin der Koninklijke maatschappij van hof bouwkunde en een muziekfeest op den volgenden avond. Dit laatste wordt bestuurd door de heeren Benoit, van Antwerpen, Nicolaï, van 's Gravenhage, Waelput, van Gent en Van Hoey, van Mechelen. De dame3 Legive-Ledellier en Adolphine Biemans en de heer Blauwaert zullen op dit feest de solo-partijen vervullen. De aandacht onzer lezers wordt gevestigd op de achterstaande advertentie van den hoofd-di- recteur van het Koninklijk Meteorologisch Instituut, waarbij het doen van eenvoudige meteorologische waarnemingen in Zeeuwsch-Vlaanderen aanbevo len wordt. „In de overige provinciën, schrijft prof. Bups Ballot ons, heb ik menigen landbouwer en onderwijzer, die de hoeveelheid regen opteekenen en in hieroglyphisch schrift, dat zij zeer spoedig goed verstaan, mij ook de meeste weerverschijn- selen mededeelen. In Aardenburg had ik den heer R.; ongelukkig is deze naar België vertrok ken en nu komt uit dit district geen enkel be richt tot mij." Het doel der weerkundige waarnemingen is op den duur slechts te bereiken door medewerking in alle deelen des lands. Wij meenen te mogen veronderstellen dat ook in onze omgeving genoeg belangstellenden in dezen tak van wetenschap gevonden worden, om de oproeping van den di recteur van het Instituut niet vruchteloos te doen blijven. Behalve de regenmeter wordt aan de waarnemers ook kosteloos een exemplaar van het Jaarboek des Instituuts verstrekt. Het Handelsblad bevat de volgende berichten omtrent de reis van de Willem Barents naar de Noordpoolzee: „Ik stel mij voor, dat gij heerlijk weder in Holland moet hebben, want hier in het hooge noorden is het reeds sinds zoo lang goed weder. Met uitzondering van twee of drie stormen en voortdurenden tegenwind,hebben we tot den 22en Juni goed weder, en zelfs eenige zeer fraaie dagen gehad, en van 22 Juni tot nu, den lOen Juli, hebben wij voortdurend goed weder gehad, of schoon bewolkt en koud. Tot nu toe hadden we nog in het geheel geen regen, hetgeen een waar voorrecht is In de Barentszee hadden wij natuurlijk den onvermijdelijkeu mist, welke die zee zulk een ongelukkig water maakt om in te kruisen." Het is aan een particulieren brief van den heer Grant, den Engelschen vrijwilliger aan boord van de Barents, dat wij deze regels ontleenen. De Barents heeft een voorspoedige reis gehad, Je officieren én bemanning hebben weder druk werk gehad met het doen van diepzee-loodingen en meteorologische waarnemingen, en sinds den eersten Juli waren ze dagelijks bezig met de dreggen in de diepten der zee, met welken arbeid ze zes weken zouden bezig zijn. De Barents had tegen Noordoostelijke winden op te werken totdat hij op de breedte van de Noordkaap kwam van daar stuurden ze Noord totdat ze den 5en Juli te middernacht op 300 Engelsche mijlen van de Noordkust van Noorwegen het ijs ontmoetten. Langs en gedeeltelijk door het ijs werd toen ge stevend naar Vardö, om water in te nemen en brieven te ontvangen en te verzenden, en van Vardö liep de Barents de Barentszee weer in, om daarin te kruisen en waarnemingen te doen eer de steven gewend werd naar de Matotsckin Scharr, de straat, welke Nova-Zembla in tweeën deelt. Den 16en Juni werd de poolcirkel gepasseerd, hetgeen aan boord met een groot diner gevierd weid, bestaande uit erwtensoep, groenten uit een blikje, een omelet van de laatste eieren en Bor deauxwijn. Den 9en Juni was een der postduiven opge laten, die eenigen tijd aarzelde eer hij bet schip verliet, waarom men het te betwijfelen vond of hij wel naar Holland den weg zou vinden. Iedereen was gezond en wel en kommaudant De Bruyne toonde zich weder in alles de kalme voor treffelijke zeeman, en de aangename, welwillende kommandant. De bijzonderheden van den tocht zijn door den luitenant ter zee Broekhuyzen in een verslag medegedeeld, dat gelooven wij aan de dagbladen gezonden zal worden door de commissie. In afwachting daarvan zijn wij verheugd, reeds deze enkele goede berichten te kunnen mede deelen betreffende het schip, dat de oude driekleur op nieuw in de Barentszee toont, en in welks doel en bemanning zoovele duizende Nederlanders met ons hartelijk belang stellen. In dejongste vergadering van den geneeskundigen raad van Zuid-Holland werd van verschillende zijden leedwezen uitgesproken, dewijl gewichtige betrek kingen, als die van geneeskundig inspecteur en adjunct-inspecteur respectievelijk in Zeeland en voor Gelderland en Utrecht, opengevallen wegens overlijden of ontslag, reeds meer dan een half jaar onvervuld zijn. Naar aanleiding van nog andere bezwaren tegen de handelingen van het geneeskundig staatstoezicht, werd ten slotte de volgende motie aangenomen van dr. Snijders „De geneeskundige raad voor Zuid-Holland, gehoord de mededeelingen betreffende de hande lingen van het geneeskundig staatstoezicht, vol gens art. 22 der wet gedaan in zijn vergadering van 30 Juli 1879, heeft met leedwezen bij ver nieuwing opgemerkt, dat het geneeskundig staats toezicht zoo van hooge als van vele lagere besturen weinig medewerking ondervindt. „De raad spreekt zijne overtuiging uit van de noodzakelijkheid, dat daarin verandering en ver betering kome en besluit, deze overtuiging aan den minister van binnenlandsche zaken mede te deelen." Met het oog op het verslag der openbare gezondheidscommissie te Rotterdam over hare werkzaamheden in 1878, waarin een zeer belangrijk advies voorkomt van de commissie aan het gemeentebestuurbetreffende den afvoer van faecaliën, met eene bestrijding van de bekende beweringen van dr. Von Nageli, hoogleeraar in de botanie te Munchen, dat faecaliën enz. in voehtigen staat, minder of in het geheel niet als smetstof zijn te duchten, bracht de adjunct-in specteur dr. Garaten, de stellingen van dien hoog leeraar ter sprake. Hij betoogde de onhoudbaarheid van die stel lingen, maar vooral van het beweren over de onschadelijkheid van slecht, door faecale stoffen, verontreinigd drinkwater. Algemeen beaamde men het gevoelen, dat deze hoogleeraar wiens stellingen bij geen der leden bijval hadden gevonden, op een dwaalweg was gekomen. Hoewel een der leden meende, dat de genees kundige raad niet geroepen was, omtrent eene weten schappelijke quaestie als deze een oordeel uit te brengén, bracht de vergadering niettemin met algemeene stemmen het volgende door dr. Carsten voorgestelde votum uit. „De geneeskundige raad, overwegende den ongunstigen invloed van het in 1877 verschenen geschrift van prof. K. W.von Nageli Die niederen Pilze in ihre Beziehmg zu den Infectionskrankheiten und der Gesundheitspflege vindt in dit geschrift geen grond tot wijziging van zijne meening, dat de verontreiniging van water en bodem met in ontbinding verkeerende stoffen van dierlijken oorsprong schadelijk is voor de gezondheid. De St. et. bevat een kon. besluit, houdende aanwijzing van de gemeenten Dongen en Olst als standplaatsen van een postkantoor. Bij beschikking van den minister van water staat enz. van 30 Juli 1879, is aan F. Kloos zonen te Alblasserdam, tot wederopzegging, vergunning verleend voor een stoombootdienst, tot vervoer van personen, goederen en vee tusschen Zierikzee en Rotterdam. De St. ct. bevat het verslag omtrent het kabinet van pleisterbeelden, teekeningen, prenten enz., van de Leidsche universiteit over 1878. In eene werklieden-vergadering te Rotterdam, onder voorzitterschap van den heer De Rot, ia met algemeene stemmen de volgende resolutie aangenomen „De vergadering is van oordeel, dat door den minister Kappeijne met geene ernstige bedoelingen grondwetsherziening aan Z. M. is voorgesteld, en vooral niet wanneer daartoe uitbreiding van kies bevoegdheid moet leiden. De minister heeft een maal verklaard, dat het volk achter de kiezers barricades verdedigt en tronen omverwerpt; vol gens dit zoude uitbreiding van stembevoegdheid leiden tot oproer, en dat allen die nu achter de kiezers staan, oproermakers zijndit zonde alzoo niet practisch wezen om de stembus op zoodanige wijze te versterken, hét zoude tot oproer leiden, en dat kan toch niet de wil des ministers zijn. „De vergadering spreekt als hare vaste over tuiging uit, dat alleen door grondwetsherziening, waarbij het algemeen stemrecht wordt geschonken, redding is te wachten voor land en volk." Het tijdschrift De Indische Gids (uitgave J. H. de Bussy) bevat over Augustus een opstel van den heer Van Resteren over de vraag, waarom met de conversie van gemeentelijk in persoonlijk grondbezit getalmd wordt. De heer Oosthoek zet zijne studiën over het onderwijs van Europeanen in O. I. voort. In een ongeteekend stuk wordt eene beknopte beschou wing geleverd over de verhouding der land schappen Sumanap en Madura tot het N. I. gouvernement. De Atjeh-litteratuur wordt in deze aflevering verrijkt met eene nieuwe Waarheid over onze vestiging in Atjeh, zijnde eene critiek over het bekende boek van dien naam. Voorts bevat de aflevering verschillende overzichten en aanteekeningen omtrent belangrijke koloniale onderwerpen van den dag. De Globe (uitg. De Gebroeders Abrahams te Middelburg) over Augustus, bevat: De Post administratie te New-York; Russische Mémoires; De toestand der Sandwich-eilanden; Maria Taglioni. Uit Grave wordt onder dagteekening van 30 Juli aan het Handelsblad geschreven Het water blijft vallende. Het weder is prach tig; bij al de ellende is dit ten minste een uitkomst. Wij hebben gewacht, maar wij moeten vooral niet te lang wachten, om een paar woorden te schrijven over de rampen, die een groot gedeelte van Limburg en Noord-Brabant hebben getroffen. Wie had dit kunnen voorzien! Waar in het vorige jaar de korenhalmen golfden, golft thans het water. Wij willen wel aannemen, dat groote grondbezitters enorme schade zullen lijden, maar wie het meest getroffen worden, zijn de pachters, de kleine boeren. Er is sprake van om hier ter stede een commissie te vormen, die liefdegaven wil inzamelen voorde

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1