Arnhemsche Brieven. Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Kerknieuws. Marine en leger. Landbouw. Friedrichsplafe en over de Wilhelmshöher Allee naar Wilhelmshöhe, na eerst een spoorweg te hebben gekruist. Aan den voet van Wilhelms höhe eindigde de tramweg eerst, maar hij is nu hoogerop verlengd en de weg kronkelt tegen de hoogte op. Men verlangde, dat de weg nog hooger op den berg zou worden verlengd, maar dit is niet mogelijk wegens de sterke helling. „Last en ongerief ondervindt men niet van dit vervoermiddel. Geen stoom of rook wordt gezien. Zelfs in den open wagen, vlak bij de locomotief zittende, heb ik niets gemerkt, dan den reuk van de olie. „Hoezeer de trein langs de drukste straten en wegen loopt, veroorzaakt dit geen gevaar. De paarden schrikken er niet voor, en zelfs niet des avonds, wanneer de locomotief met het roode midden- en de twee lichten op zijde door de straten rijdtja, ik zag de locomotief met de twee rijtuigen op de Konigsplatz op een marktdag rijden, midden tusschen de vrouwen, die met vruchten en groenten op de markt zaten. Naar men mij verzekerde is er nooit een ongeluk ge beurd". Op de tramweglijn te Weenen, die van Sem- mering naar het Central Friedhof loopt, werden de vorige maand proeven met een tramweg-loco motief genomen. In het proces-verbaal omtrent die proefnemingen zegt de commissie„Gedurende den rit werd niet éen paard angstig van het groot aantal, dat gewoonlijk door de Keizerstraat loopt, hetgeen gemakkelijk is te verklaren, daar de machine noch stoom noch rook laat ontsnappen en nagenoeg geen gedruisch maakt. „Verder is de gang der machine zeer zacht, de geringe schokken moesten aan de aankoppeling geweten worden. „Naar aanleiding van een en ander kan de com missie niet het minste bezwaar inbrengen, noch wat de persoonlijke veiligheid, noch wat de cir culatie betreft, tegen het gebruik dezer locomotief op het traject waar de proevep genomen zijn". Het verslag van de Noorder-tramweg-maat schappij te Parijs over het jaar 1878, dat aan de aandeelhouders in de maand April 11. werd uit gebracht, behelst de navolgende bijzonderheden ten aanzien van den stoom als trekkracht. „Vervanging der paarden door stoomkracht heeft het onderwerp uitgemaakt van onze meest ijverige pogingen. „In het afgeloopen jaar, ongeveer op dit tijd stip, onderhielden wij u over de overeenkomsten, gesloten met twee verschillende firma's, om binnen vastgestelde termijnen op de lijnen Cour- bevoie en St. Denis-Montmorency de stoomkracht in te voeren. De voorwaarden van indienst- stelling der stoommachines zijn niet volkomen nageleefd; op de lijn Courbevoiel'Etoile is eerst de stoom als trekkracht toegepast den löen Augustus, in plaats van met den aanvang van den zomer. De vervanging der paarden door stoomkracht geschiedde naar gelang van de afle vering der machines, tot in Januari 11., toen de paarden definitief waren vervangen door stoom kracht. „De door paarden getrokken rijtuigen met 32 en 38 plaatsen, zijn thans vervangen door rijtui gen met imperiale met 46 zitplaatsen, waarvan bij buitengewone drukte twee door éene machine getrokken worden. Het is moeilijk met afdoende zekerheid in cijfers het voordeel op te geven, dat uit de vervanging der paarden door stoomkracht voor de maat schappij is gevolgd, wijl die vervanging succes sievelijk is geschied naar gelang de machines uit de fabriek werden afgeleverd; aangevangen met 3, geschiedt de dienst thans met 17 machines. Van 15 Augustus tot 31 December 1877, tijdvak van exploitatie met paarden en kleine rijtuigen, bedroegen de ontvangsten op de lijn Courbevoie l'Etoile 183,253 francs. Gedurende gelijk tijdvak in 1878, toen de dienst èn met paarden èn met machines, tevens met grootere rijtuigen geschiedde, bedroegen de ontvangsten 235,644 francs, of eene vermeerdering van 30 pet. „Tot dusverre is door het gebruik van stoom als trekkracht geen enkel ongeval veroorzaakt." Een en ander sterkt ons in de overtuiging, dat de stoom als trekkracht op de tramwegen ge roepen is eene gewichtige rol te vervullen. Deze voorbeelden, die wij nog met zeer vele zouden kunnen vermeerderen, kunnen wellicht er iets toe bijdragen om de tegenstanders van den stoom als trekkracht te bekeeren. Dit neemt niet weg, dat wij niet onvoorwaardelijk overal stoom als trekkracht zouden wenschen te gebruiken. Vele lijnen zijn er, waar paarden als trekkracht raad zaam zijn, een en ander hangt van de omstandig heden af. IV. De afgeloopen week is eindelijk voor de ten toonstelling, wat het weer betreft, eenigszins gunstig geweest. Uit alle oorden des lands heb ben de volkstreinen bezoekers aangebracht, die voor het eerst op andere wijze dan in gesloten rijtuigen of onder parapluies iets van Arnhem's schoone omstreken konden zien. Naarmate de kwik-kolom in de barometers in lengte toenam krompen de lange gezichten der talrijke restaura tie houders op de tentoonstelling in, daar hunne kans verbeterde om op de hooge pachtsommen, welke zij te betalen hebben, niet al te veel te moeten bijpassen. Vrijdag middag was, bij gele genheid der matinee musicale, die het muziekkorps van het 566 Pruisische infanterie-regiment uit Wezel kwam geven, het terrein, voor de muziek uitvoeringen bestemd, voor de eerste maal stamp vol. Een flink korps is het, door zijn directeur, den heer Grüne, met talent en bedaardheid aan gevoerd. Scherpe luisteraars beweren zelfs dat het Haagsche grenadierskorps bij zijne uitvoerin gen hier, beneden het Pruisische gebleven is. Wat de Brusselsche Guides betreft, deze zijn reeds herhaaldelijk aangekondigd, doch tot dusverre telkens verhinderd. Ze behooren dus tot de ruim 40 concerten die de Arnhemmers nog te wachten staan. Men heeft van de 77 uitvoeringen, die aan de tentoonstelling verbonden zijn zonder de dagelijksche gamelang-muziek te rekenen, er pas 37 achter den rug. Tot „Zondagsweer" heeft de Julimaand het echter niet kunnen brengen. Gisteren, Zondag, stroomde het hemelwater weder met woeste windvlagen over en op het tentoonstellingsterrein. Het is dus geen groote opoffering voor ons, wanneer wij binnen het hoofdgebouw onze toe vlucht zoeken, teneinde ons overzicht voort te zetten. In 't voorbijgaan echter nog een oog gewaagd aan de monumenten van losse steenen, door ik geloof wel" twintig steenfabrikanten tegen den buitenkant van 't hoofdgebouw opgestapeld. Wat een verscheidenheid in deze stof, die ons leeken in den regel niet anders bekend is dan onder den generieken naam van gewonen metselsteen! In dezen zelfden, vrij vergeten achterhoek vindt men de gezellige en sierlijke tuinmeubelen van mandenwerk, waarin vooral de firma Van Vliet te 's Gravenhage uitmunt. Men zou zich een tuin wenschen, alleen om er zulk een ameublement in te kunnen plaatsen. In ditzelfde vak kan men hier van J. van Hoof te Tilburg en van J. C. Smit te Arnhem tuinmeubelen zien van gewoon hout, die in netheid aan de anderen niets toegeven, in buigzaamheid en gemakkelijkheid voor het mandenwerk onderdoen, maar in stevigheid het weder overtreffen. In dit gangetje vindt men steeds eenige mode poppen, die van f 5.75 tot ruim f 8 kosten. Tot verklaring dezer goedkoopte, welke aan sommige huisvaders en echtgenooten raadselachtig schijnen zal, diene dat ze van mandenwerk gemaakt zijn naar 't lichaam van levende modellen. Dames, die haar kleederen zelve maken en daarbij te worstelen hebben met de. moeilijkheid van 't passen, houden deze poppen voor doelmatig en 'tgeld waard. In hoeverre ze dat blijven zullen, wanneer het tegenwoordige paling-toilet onzer dames weder eens vervangen mocht worden door een met aanhangsels en opzwellingen, als in den tijd der crinolines, poufs enz. zal de practijk moeten leeren. Zooals ze zijn, levert de reeds genoemde Haagsche firma W. F. van Vliet ze, op maat en tegen rembours. En nu het hoofdgebouw in, waar we nooit zouden aanlanden indien we ons bij alles wilden ophouden wat daarbuiten te zien valt en dat zulk eene groote verscheidenheid van allerlei, trouwens veelal bekende, zaken bevat, dat wij ons, meer nog dan in de buitenwijken, hier tot een heen en weder wandelen, op kapellen- manier, zullen moeten bepalen. Eerst hebben wij nog, in een vertrek aan de rechterzijde van 't portaal, de afdeeling Photo- graphie te bezichtigen. Niet alles wat wij hier vinden is nieuw, al doet een prachtig beeld van den photograaf Staas, te Leeuwarden, eene jonge Friezin, in de helaas meer en meer verdwijnende provinciale kleederdracht en hoofd-tooisel, ons de waarheid opnieuw beamen dat het schoone steeds nieuw blijlt. De oleographieën der firma Tres- ling en cie te Amsterdam, naar meesterstukken der oude Hollandsche school (Potter's Stier, Dou's Avondschool, Ruben's Afneming van V kruis, eenige stukken van Jan Steen enz.) zijn fraai, maar door tentoonstellingen voor schier iedere boekverkoopers-winkelkast even bekend als som mige opera-aria 's door draaiorgel-deunen. Nieuw en om allerlei redenen verblijdend is een pracht band der firma Wegner en Mottu, bevattende de 54, indertijd te Middelburg vertoonde lichtbeelden van den hee Grant, den dilettant-photograaf bij den eersten Noordpooltocht der Willem Barents. Nieuw en zeer belangwekkend eindelijk is de tentoonstelling der nabootsingen van schilderijen, naar de uitvinding van den heer Henri Bogaerts, uitgever te 's Hertogenbosch. De schoone uit slag waartoe deze gekomen is, mag inderdaad verrassend genoemd worden, en indien deze re- productiën mettertijd het bewijs leveren, dat ze niet het gebrek hebben, dat vele oleographieën aankleeft, van namelijk te verfletsen en afschu welijke blauwachtige en vale tinten aan te nemen op plaatsen waar deze het kleur-effect geheel be derven, dan is door de uitvinding van den heer Bogaerts het vraagstuk van het populari- seeren der kostbare werken van de schilderkunst zoo goed als opgelost. Uit dit vertrek spoeden wij ons den trap op, teneinde van de boven-galerij het woelige en schilderachtige tooneel der door al het tentoon gestelde rijk getooide benedenzaal, met hare be zoekers, te bewonderen. Van hier zien wij het geheele gebouw ia twee helften verdeeld door de reusachtige uitstalling der Deventer tapijtfabriek, die een viertal harcr schoonste fabrikaten recht overeind, dwars over de zaal, in een soort van omlijsting heeft opgesteld en daardoor het gezicht op wat daarachter ligt, geheel onderschept. Voor het totaal-effect der groote galerij is deze wijze van uitstalling stellig te betreurenmaar de fabriek zelve kon haar werk zeker op geen grootscher en meer in 't oog vallende manier aan 't publiek bekend doen worden. Op de bovengalerij, waar wij ons thans be vinden, treffen wij eene voortzetting der photo- graphie aan, door de inzending der fraaie af beeldingen in kooldruk, door den Haagschen hof- photograaf Verveermaar voor 't overige zien wij ons hier bijna uitsluitend omringd door dames liefhebberijen en handwerken. De postzegel-arbeid bekleedt daaronder eene zeer voorname plaats. Meesterstukken van geduld en smaak treft men onder deze verzameling van tafeltjes, bladen, schilderijen enz. aan en het mag betwijfeld wor den of ooit andere, dan vrouwenhanden, in staat zouden zijn, om de bijna microscopische brokjes van eenige duizenden postzegels zoo saam te voegen en te schikken, dat ze de uitwerking teweeg brachten en de vaak graeieuse vormen aannamen, welke men hier bewondert. Of echter het verbazende geduldwerk, dat ertoe gevorderd wordt, geëvenredigd is aan het doel dat ermede bereikt is, de vervaardiging van voorwerpen, die geen andere beteekenis hebben dan die van liefhebberij- en mode-artikelen, mag misschien gevraagd worden. Over de andere dames-handwerken, hier ten toongesteld, is het, om verschillende redenen, raad zaam ons geen oordeel aan te matigen. Een woord van lof mag echter aan éen nommer van den catalogus niet onthouden worden, dat de hand en het oog der vrouw van geoefenden smaak te zeer ver raadt om onze aandacht niet te trekken. Het is, volgens den catalogus, een „tafeltje en stoeltje, van boschvoortbrengselen vervaardigd op het tafeltje eenige kleine voorwerpen." Aan dit tafeltje is eene elegante pop, een klein meisje, gezeten, wier hoedje en wier toilet geheel gegar neerd is met deze „bosch-voortbrengselen", welke, zooals men weet, bestaan uit opgeplakte spar appels, knoppen, dennen-naalden, blaadjes enz. Het blad over de tafel i3 met een rand van de zelfde voorwerpen versierd. De uitwerking, hierdoor te weeg gebracht, is zoo schilderachtig en sierlijk, dat dit klein stukje speelgoed als een der meesterstukken van smaak en oefening op de tentoonstelling verdient geroemd te worden. Wij kunnen ons thans naar beneden begeven en bevinden ons, in het gedeelte der galerij dat door de Deventer tapijten-uitstalling gesloten wordt, in eene omgeving, waar meubelen, piano's, zilverwerk, eenige altaar-versieringen en een paar kasten met Delftsch aardewerk het meest de aandacht trekken. Aan 't begin der zaal, de borstbeelden van Z. M. den koning en H. M. de koninginaan 't uiteinde, vóór de üeventersche tapijten, twee fraaie photographieën van wijlen Z. K. H. den prins van Oranje, in generaals uniform en in burgerkleeding, door zilveren lau wertakken en rouwfloers omkranst. .3$ Onder de meubelen, welke ter weerszijden van de zaal zoodanig geplaatst zijn, dat ze met el kander verschillende kamer-ameublementen voor stellen, strijden die van de Amsterdamsche firma Jansen en Zoon en van de Haagsche firma Mutters en Zoon om den eereprijs. Schooner werk is in ons land zeker niet te zien. Vooral eene kamer deur en schoorsteen-lambriseering van licht hout, in renaissaUce-stijl, door de firma Jansen inge zonden, verdient wegens de onberispelijk fraaie en smaakvolle uitvoering van het beeldhouwwerk, dat in bas-relief daarop is aangebracht, den tol onzer bewondering. De Arnhemsche industrieelen hebben zich, uit den aard der zaak, op de tentoonstelling ijverig geweerd. Ruim 150 inzendingen in de verschil lende groepen strekken ten bewijze van wat Arnhem op 't gebied onzer nijverheid te beteekenen heeft. Een salon-ameublement van licht-grijs en blauw gecapitonneerd satin de laine, ingezonden door den meubelmaker Moritz Meyer, mag op een woord van waardeering aanspraak maken. Mogen deze soort van meubelen niet op de hoogere kunstwaarde bogen, welke aan de gebeeldhouwde meubelen in antieken stijl en kostbare houtsoor ten eigen is, er staat tegenover dat ze door hunne kleuren en vormen vroolijker, gezelliger, in onze moderne salons beter op hun plaats zijn, terwijl tevens de prijs ervan in den regel niet zoo geheel buiten het bereik eener middelmatige beurs valt, als met de gebeeldhouwde stukken het geval is. Onder de piano's en pianino's, over welker klank in dit groote, door allerlei geluiden gevulde lokaal moeilijk te oordeelen valt, is alleen eene in den stijl van Lodewijk XV beschilderde kast te vermelden, welke er frisch en elegant uitziet en een instrument van krachtigen en vollen toon omsluit. Wie echter de middelen niet bezit om een geheel muziek-salon in denzeltden stijl te meubeleeren, zal wel doen, wil hij zich niet aan wansmaak schuldig maken, zich dit hors df oeuvre niet aan te schaffen. In 't algemeen is dit een be zwaar, dat by de vervaardiging van dergelijke kostbare artikelen, in een bepaalden stijl, niet licht geteld mag worden. Slechts zeer gefortu neerde personen kunnen zich de weelde veroor loven een geheel ameublement, in denzelfden stijl, te koopen. Wanneer dus in ons land de bewer king van dergelijke meubelen dikwijls te wenschen overlaat, dan ligt de gevolgtrekking voor de hand dat zulks niet alleen te wijten is aan minderó geoefendheid of smaak onzer handwerkslieden, maar ook aan niet genoegzamen kunstzin bij hen, die door hunne fortuin tot het aanschaffen van deze kostbare liefhebberyen in staat zouden zijn. Bij de pogingen tot verbetering van de opleiding onzer handwerkslieden moet op deze zijde van het vraagstuk het oog gevestigd biy ven, wil men geen gevaar loopen in een cirkel te blijven ronddraaien. burgemeesters. Benoemd tot burgemeester der gemeente Neer J. H. Theelen, en der gemeente Berg en Terblijt B. Goossens. geneeskundige dienst. Benoemd bij het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Oost-Indië, tot officier van gezondheid 2e klasse, de studenten voor genoemden dienst (artsen) J. Ch. Th. Scheffer, J. H. Lindman en G. Ch. Eykman. pensioenen. Op pensioen gesteld de luitenant- kolonel P. van Harrevelt, directeur van het rijks magazijn van kleeding, uitrusting, enz. te Delft, en het bedrag van dat pensioen bepaald op f 1711 'sjaars. leger. Benoemd by het personeel der militaire administratie tot majoor en directeur van 's rijk3 magazijn van kleeding, uitrusting, enz. te Woerden, de kapitein J. A. Biörn, thans directeur van het garnizoens-hospitaal te Breda; tot directeur van het garnizoens-hospitaal te Breda, de kapitein W. F, A. Schoevers, laatstelijk directeur van het garnizoens-hospitaal te Maastricht en than3 op nonactiviteit; en in rang en betrekking overge plaatst naar Delft, de majoor J. W. Muller, directeur van 's rijks magazijn van kleeding, uit rusting, enz. te Woerden. Morgen, Donderdag, den 24en dezer, te 1 uur des namiddags, zullen bij eenigszins gunstig weer de getrouwe schoolbezoekers uit de le en 2e klassen van de scholen F en G alhier hun jaar- lgksch feest vieren. In 12 rijtuigen gezeten zullen zij, na een rit door de voornaamste straten der stad, een toertje maken over Vrouwepolder naar de Oranjezon. Na aldaar eenige ververschingen gebruikt te hebben, volgt een bezoek aan de duinen en het strand. Van de Oranjezon zullen zp over Oost- kapelle naar Domburg ryden. Daar wordt hun als vorige jaren door den heer Elout een nieuw genot bereid. Van Domburg keeren zij des avonds rechtstreeks naar huis. *Twee leerlingen, die hunne opleiding hebben genoten aan de openbare gemeenteschool te Aardenburg, zijn geplaatst, een als adelborst te Nieuwediep en een als cadet te Breda. Bij beschikking van den minister van bin- nenlandsche zaken is de heer J. Kwast, te Amsterdam, benoemd tot tijdelijk onderwijzer in zang en toonkunst aan de Rijkskweekschool voor onderwijzers te Middelburg. De vier leerlingen der H.B.S. alhier, welke zich voor het vergefijkend examen aan de Konink lijke militaire academie hadden aangegeven, zijn allen geslaagd. In de jongste raadsvergadering te Arnhem is aan dr. J. J. Cornelissen met 1° September eervol ontslag verleend als rector van het gym nasium. Dr. F. Goslings, dr. C. C. Mauve, dr. M. C. Valeton, dr. G. J. Dozy en J. Waterman zijn in hun betrekking bevestigd, en benoemdde heeren Busé en Lohman, tijdelijk tot 1 Januari 1881, voor de Ned. taal- en letterkunde en de Fransche taal, de heer W. F. C. van Laak; voorts tot leeraar in de gymnastiek de heer J. Blom. Tot tweeden leeraar in de wiskunde aan het gymnasium te 's Hage is benoemd de heer W. van Loghem, candidaat in de wis- en natuurkunde te 's Gravenhage. Op het drietal voor Harderwijk komt voor de heer J. Kromsigt te Cortgene. Ter voorkoming van misbruiken, zal het den miliciëns, bij hunne opkomst onder de wapenen, streng verboden worden, om aan onderofficieren of korporaals, geschenken of geld in bewaring te geven; een maatregel die geacht wordt, zeer nuttig en noodig te zijn. De luit. ter zee 2e kl. J. P. Lubbe Bakker, dienende aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, wordt met den löen Augustus a. op nonactiviteit gestelden de luitenants ter zee 2e kl. A. Seret en W. L. baron van Verschuer, met den löen daaraanvolgende, aan boord van dien bodem geplaatst. ^Kanton Oostburg, 22 Juli. In onze, geheel van den landbouw levende streek, heerscht eeü volslagen paniek tengevolge van de barre weers gesteldheid; na drie onvruchtbare jaren was de hoop algemeen op dezen zomer gevestigd, en hoewel de te velde staande gewassen niet prachtig konden genoemd worden, was er toch veel kans op een redeiyken oogst; de verleden week inge*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2