N°. 163
122e Jaargang.
1879.
Maandag
14 Juli.
Middelburg 12 Juli.
Dit blad verschijnt dagelijks,"
met uitzondering van Zon- en Feestdagen^
Prijs per 3/m, franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentienj 20 Cent per regelt
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels l,5u
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
MIDDELBIIRGSCHE
Onder verwijzing naar ons hoofdartikel van
gisteren bevelen wij bij de verkiezing op a.
Dinsdag als leden van den gemeenteraad aan
de heeren:
D. A. DRONKERS
Dr. J. P. BERDENIS VAN BERLEKOM
B. A. FOKKER;
Jhr. Mr. J. W. M. SCHORER
Mr. N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM
J. A. TAK
en (blauw stembriefje)
Mr. J. A. VAN HOEK.
By de heden morgen alhier plaats gehad heb
bende opening der stembiljetten voor de verkie
zing van een lid voor de provinciale staten van
Zeeland, bij herstemming tusschen de heeren
W. A. Graaf van Lijnden en mr. G. N. de Stop
pelaar, is gebleken, dat zijn ingeleverd 856 bil
jetten hiervan werden 8 om verschillende redenen
van onwaarde verklaard, zoodat het getal geldige
stemmen 848 bedroeg. -
Op den heer W. A. Graaf van Lijnden werden
uitgebracht 530 stemmen, zoodat hij als lid der
staten is verkozen; mr. G. N. de Stoppelaar
verkreeg 318 stemmen.
In de verschillende gemeenten van het kies
district is gestemd als volgt
27 Juni. 11 Juli.
Middelburg 347 338 van de 493 kiezers.
Vlissingen 114 127 256
Veere 20
Oostkapelle 27
Domburg 25
Vronwepolder 22
Serooskerke 25
Aagtekerke 22
Grijpskerke 19
W estkapelle 21
St. Laurens 16
Meliskerke 17
Zoutelande 11
Biggekérke 21
O. en W. Soub. 20
Koudekerke 44
Ritthem 21
N.enSt. Joosl. 24
Arnemuiden 18
25
28
25
23
22
21
15
26
15
23
12
26
20
45
21
21
23
33
41
38
41
r> d
40
31
35
a 51
n 30
32
29
44
44
77
24
31
32
834 856 van de 1402 kiezers.
Uit de Hollandsehe bladen vernemen wij, dat
bij het hoofdcomité voor de Noordpoolvaart het
volgende telegram ontvangen is van den gezag
voerder der Willem Barends, gedagteekend Vardoe
10 Juli, 6 u. 16 m: „Te Vardoe aangekomen;
alles wel aan boord. Gedurende de reis felle
oost- en noordoostenwind. Ontmoet zwaar ijs op
75° noorderbreedte en 35° 36' oosterlengte."
Behalve wetten tot naturalisatie van verschil,
lende personen bevat de St.-Ct een koninklijk
besluit tot onteigening van eenige pereeelen in de
gemeente Stellendam, ten behoeve van de verbe
tering en vergrooting van de haven dier gemeente.
In de heden namiddag gehouden zitting van
den gemeenteraad van Vlissingen werd ter tafel
gebracht een verzoek van de kamer van koop
handel te Gorinchem om ondersteuning van een
adres tot verbetering van de Keulsche vaart
langs Gorinchem en afschaffing van de hooge
sluis-, schut- en bruggelden.
Het verzoek werd om advies verzonden naar
de Vlissingsche kamer van koophandel.
Naar aanleiding van bemerkingen van gedepu
teerde staten werd het tarief der gemaalbelasting
gewijzigd.
Werd besloten de gaskuip in de gasfabriek in
eigen beheer te herstellen en tevens den gashouder
te veranderen in een telescoop-gashouder. De
kosten zullen gevonden worden in de suppletoire
begrooting over 1877.
Concessie werd verleend voor een tramweg
VlissingenMiddelburg aan den heer Gruber met
algemeene stemmen,
VoIgevs d.z Ni Bolt. Ct. heeft het ministerie'
collectief nader hij den koning aangedrongen op
ontslag. Het Rott. Nieuwsbladdat dezelfde tijding
vermeldt, voegt er aan toe: „omdat de koning
niet wil treden in voorstellen tot herziening van
de grondwet, o. a. kiesrecht en defensie".
Men schrijft ons uit den Haag:
Aan geruchten aangaande de ministerieele crisis
is hier geen gebrek. Het zou zeker niet in het
belang van een gewenschten loop van zaken zijn,
aan al die geruchten openbaarheid te gevenvoor
een deel zijn zij dan ook zeer weinig betrouw
baar.
Dat het ministerie collectief, en thans in een
veel stelliger vorm dan terstond na de verwer
ping van de kanalenwet, ontslag heeft gevraagd,
is een feit. Uwen lezers zal dit misschien eenigs-
zins verrassend voorkomen, nadat de Middelburg'
sche courant in de vorige maand had medegedeeld,
dat de heeren Kappeijne en Tak besloten hadden
hunne aanvrage om ontslag terug te nemen. Die
mededeeling werd niet uit de lucht gegrepener
was toen alle grond voor. Maar er is gedurende
de weken, dat de crisis hééft geduurd, zeer veel
gebeurd,al' vernam het publiek daar niets van.
Ben ik wel geïnformeerd, dan waren de heeren
Kappeijné én Takalthans eerstgenoemde, wel
bereid te blijven op 's konings beschikking op de
eerste aanvraag om ontslag, doch alleen op zekere
voorwaarden, die ten doel hadden moeielijkheden
en bezwaren, zooals dit ministerie bijna van den
beginne af had ondervonden, voor het vervolg te
voorkomen. Het moet toen gebleken zijn, dat
niet op alle. punten van regeeringsbeleld tusschen
de kroon en hare raadslieden overeenstemming
te verkrijgen was, en voor de ministers bleef
daarom geen andere keuze over, dan óf af te
treden, óf af te zien van gewichtige maatregelen,
die zij in 's lands belang noodig achten.
Yan zekere zijde is beproefd, eerst om den
naam van den heer Fransen van de Puttelater
om dien van den heer De Koek in deze crisis te
betrekkenmfet de doorschijnende bedoeling om
de aandacht' af të leidenvan de ware raadgevers
des konings. De waarheid is, dat de heer V. d.
Putte in het geheel niet bij de behandeling der
zaken betrokken is geworden, en dat niet enkel
de heer De Koek, maar ook, en by herhaling, de
heer Van Lynden van Sandenburg door Z. M. is
geraadpleegd, en dat laatstgenoemde druk gecon
fereerd heeft met dep .heer Heemskerk. Men
meent ook te weten, dat. laatstgenoemde van zqn
verbiyf te Arnhem gebruik.heeft gemaakt om de
fraaie omstreken van Apeldoorn te bezoeken,
juist toen -zijn oud-collega Yan Lynden op het
Loo vertoefde.
Men leest in de Amsterdamsche courant het
volgende, dat wij echter niet zonder voorbehoud
overnemen: „Jhr. mr. F. de Koek, oud-direetetir
van 'skonings kabinet, houdt op liet Loo verblijf.
Men vermoedt, zoo schrijft men, dat zijne komst
aldaar in verband staat met de ministerieele
verwikkeling, die naar het schijnt, nog niet is
opgeruimd. Na de mededeelingen van den heer
Kappeyne in de eerste kamer, werd daaromtrent
niets officieels meer vernomen. Daar echter uit
de Staals-ct. blykt, dat de ministers geen audiëntie
meer geven, zoo schijnt het gerucht dat zij, althans
enkelen hunner, ontslag vorderen, met de waar
heid in overeenstemming. De heer De Koek,
sints elf jaren op wachtgeld, zou dan opnieuw
als 's konings raadsman zijn opgetreden. Zeker
is die taak op dit oogenblik niet gemakkelijk.
De heer Kappeyne toch is nog alfjjd het erkende
hoofd der georganiseerde liberale partij. Als nu
het hoofd wegvalt, is het niet zonder bezwaar de
andere deelen van het lichaam te behouden
tenzij de tegenwoordige leider den veldheersstaf
overdrage aan een ander en zich geheel terug-
trekke in het private leven,' althans de generaals
uniform verwissele met het soldatenpak. Niet
onwaarschijnlijk wordt derhalve geacht, dat de
heer de Koek den koning zal aanraden, den keer
Fransen van de Putte te belasten met de samen
stelling en leiding van een nieuw ministerie. Deze
zou zich dan met eenige der fungeerendd minis
ters zonder twgfel verstaan, zoodat het oude
bewind voor een deel kon herleven. Op den
steun der beide kamers ware vermoedelijk wel te
rekenen. Immers de combinatie zou zijn in over
eenstemming met de richting der meerderheid en
niet minder in den geest van den heer de Koek."
Naar aanleiding der candidatuur voor den ge
meenteraad alhier van mr. J. A. van Hoek, schrijft
de Goesche courant:
„Ook in ons stadsbestuur nam hij eertijds eene
eervolle plaats in. In October 1873 gekozen
voor eene tusschentijds ontstane vacature, werd
hy in Juli 1875 met groote meerderheid herkozen.
Tot zijn vertrek vervulde hy de betrekking van
raadslid en deed zich kennen als iemand van
zulk een onafhankeiyk, degelijk, eerlijk karakter,
gepaard aan groote kunde, dat menigeen, die
niet persoonlijk met hem sympathiseerde, eerbied
en achting voor hem koesterde.
„Hij was een dergenen, die de quaestie van
den hoofdeiyken omslag hielp regelen op billijke
wijze en aan dat moeielijk werk met hart en
ziel, vol ijver zich wijdde.
„Buiten den raad werkte hij steeds meê aan
alles wat tot welzijn van Goes kon verstrekken,
o. a. de coöperatieve voorschotvereeniging. En
bestonden er voor sommigen wel eens redenen
om zich minder door hem aangetrokken te ge
voelen, wij kennen er ook zeer velen, die bij
nadere kennismaking hem ten volle waardeerden
om zijn eerlijk hart, zijn waarlijk liberale be
ginselen.
„Goes zag hem dan ook bij de opheffing harer
rechtbank noode heengaan, en menig ingezetene
zou hem een zetel in den raad van Zeeland's
hoofdstad toewenschen, overtuigd als men is, dat
hij daarvan tot sieraad zou verstrekken."
Cloes, 12 Juli. Behalve voor de periodieke
aftreding van vier gemeenteraadsleden, zal er
aanst. Dinsdag nog keuze gedaan moeten worden
voor de vervulling van drie vacatures, ontstaan
door het vertrek van de heeren F. W. Busing en
J. A. Bevier de Fouw, en het overlijden van
mr. Blaaubeen. Van liberale zijde worden als
candidaten aanbevolen: mr. J. G. de Witt Hamer,
dr. G. T. Callenfels, J. J. Ochtman, mr. P. van
der Meer Mohr, C. E. Massee, mr. J. W. C. de
Jonge van Ellemeet en J. M. Pilaar. De drie
eerstgenoemde heeren zqn aftredende leden die
een verleden achter zich hebben, dat ons het
bewijs levert van hunne onverdeelde belangstelling
in de gemeentebelangen. Vooral het behoud van
mr. Hamer en den heer Ochtman is ons dierbaar.
Gelukkig hebben we reden om daaromtrent niet
onjuist te zijn.
Bij de benoeming van mr. Hamer tot burge
meester is het gebleken, hoe hij aller vertrouwen,
aller achting genoot. Ook den heer Ochtman
werd onlangs een hoog te waardeeren blijk van
vertrouwen gegeven door zqne medeleden bij
zijne benoeming tot wethouder, eene betrekking
die, naast die van burgemeester, de gewichtigste
is in het bestuur eener gemeente. Om bewijzen
te leveren hoedanig dezen het welzpn der gemeente
ter harte gaat, zouden we ruime stof hebben.
Sedert jaren lid van de comm. van toezicht op
het middelbaar onderwijs, toonde hij gaarne tijd
en moeite veil te hebben voor de publieke zaak
geldt 't het nemen van initiatief, hy heeft getoond
niet van verre te blijven staan.
Ook de overige candidaten zagen we, gelet
op de beperkte keus, sinds met de opheffing van
de rechtbank een aantal wakkere en bekwame
mannen onze gemeente verlieten, gaarne eene
plaats in de vertegenwoordiging der burgerij
aangewezen. In de heeren mr. Mohr, mr. De
Jonge van Ellemeet en notaris Pilaar vinden we
waarborgen voor bekwaamheid op het gebied van
wetskennis en reglementatie, in een raadslid zoo
zeer gewenscht, terwijl ook de onmisbare onaf
hankelijkheid, eigen aan hunne maatschappelijke
positie, een zelfstandig optreden verzekert. Ook
in den heer C. E. Massee ontmoeten we dit be
langrijk vereischte. Mist hij waarschijnlijk be
kendheid met wetgeving en bestuur, hij beschikt
daarentegen over moed en volharding, voor het
ontwerpen en tot stand brengen van maatschap-
pelgke verbeteringen vereischt. Als uitnemend
man of businessbekend met de burgerij, handel
en nijverheid, wier belang ook zijn belang is,
verdient zijne candidatuur ondersteuning. Door
zijne optreding zou te eer kunnen gezegd worden
„la représentation sera une vérité
Hebben we met een enkel woörd de candidaten
besproken, we wenschen nu nog tot talrijke
opkomst aan te sporen. We vinden daartoe geen
geschikter middel dan te herinneren aan de be
droevende wqze waarop de verkiezing voor
gemeenteraadsleden vóór onze gemeentewet plaats
vond. In de kennis daarvan ligt een machtige
prikkel om de tegenwoordige wijze van verkiezing
te waardeeren en den directen invloed op de
keuze op prijs te stellen. Slechts de ouden van
dagen zullen nog weten te verhalen, hoe vroeger
een gemeentebode, acht dagen na het rondbrengen
der stembrief jes, rondging by de kiezers om
hunne stembiljetten (die onderteekend moesten
zijn in een verzegelde bus op te halen. De
opening had ten raadhuize met gesloten deuren
plaats, en zq die daarbij de meeste stemmen ver
kregen hadden waren leden slechts van het kies
college dat, was er eene vacature in den raad
te vervullen, byeengeroepen werd en nadat de
helft der leden bij loting was uitgevallen eerst
tot benoeming overging. Wat bleef er toen over
van den invloed der stemgerechtigde burgers op
de keuze, waar vinden we de waarborgen
voor de onafhankeiykheid in het uitbrengen van
hun stem, voor de eerlijkheid van het opgemaakte
resultaat der stemming? Thans kan op al die
vragen een bevestigend antwoord gegeven worden.
En al kan in een kiesstelsel nog veel verbeterd
worden, een terugblik op het verledene spoort
tot waardeering van het heden aan, die zich in
de eerste plaats bij de kiezersbevolking door
uitoefening van hun stemrecht behoort te uiten.
Ïierlkïee, II Juli 1879. Ofschoon van de
heeren M. F. C. de Kater, G. A. de Looze, mr.
H. van Manen en mr. J. M. Isebree Moens, door
onze Liberale kiesvereeniging gesteld als candidaten
voor de aanstaande verkiezing van raadsleden,
alleen de eerste wordt bestreden, omdat zijn ver
leden in het oog van sommige kiezers niet kalm
genoeg is voor een plaats in den raad, worden
door „een," „eenige" „vele" en mogelijk nog wel
door „andere" kiezers, allen leden van de firma
Anonymus co., die in het geheel een kiezer
telt, candidaten genoemd en aanbevolen.
Ieder kan daar natuuriyk vrede meê hebben,
mits de bestrijding van door die kiesvereeniging
gestelde personen en het stellen van anderen niet
geschiede door hare leden, die zich door onder-
teekening van het reglement verbonden hebben
om, indien zij zich niet kunnen vereenigen met
eene door de vereeniging gestelde candidatuur,
geen anderen dan de door haar gestelde can
didaten aan te bevelen, zelf geen candidatuur aan
te nemen, noch de benoeming van anderen te
bevorderen.
In de tweede zitting van het Congres der
Neaerlandsche Maatschappij ter bevordering van
Nijverheid te Arnhem is de in de 3ae afdeeling
gestelde motie, strekkende ten betooge van de
wenscheiijkheid der wederinvoering van de diffe-
rentiëele rechten in Nederlandseh-Indië, verworpen
met 36 tegen 27 stemmen.
In eene gisteren-avond gehouden vergadering
van de leden van het district Amsterdam der
vereeniging Eigen Hulp is behandeld een voorstel
van het hoofdbestuur, betreffende het sluiten van
een contract met eene Rotterdamsche firma, tot
het voorzien van alle districten in ons land van
levensbehoeften op de in de concept-overeenkomst
aangegeven voorwaarden. Na langdurige beraad
slaging werd aangenomen eene motie van het
districtsbestuur, om aan het hoofdbestuur mede
te deelen, dat het sluiten van eene overeenkomst
als hierboven bedoeld, wellicht voor kleine dis
tricten aanbevelenswaardig, voor het district
Amsterdam niet was aan te bevelen, vooral ook
wegens het bestaande contract met de Amster
damsche Verbruilcs-Vereeniging, die, zooals uit het
verslag der afdeeling levensbehoefte bleek, gedu
rende het afgeloopen contractsjaar voor circa
10,000 aan 110 deelhebbers, leden van Eigen
Hulp, aan winkelwaren had afgeleverd.