i Voorstel omtrent het adres van het ge
meentebestuur van Baarland om toepasslag
van art. 36 der wet van 13 Augustus 1857
(ëtbl. no. 193) voor den bouw van een
nieuw schoollokaal.
meente Zaamslag, nummers 257bis, 258, 266bis, 268bis
en 268, welke aan de eischers in eigendom toekomen,
een openbaren weg of voetpad hebben gelegd.
Aangezien echter de eischers ontkennen, dat hunne
genoemde perceelen met eenige erfdienstbaarheid of
last van openbaar voetpad zijn bezwaard.
Aangezien ieder eigendom wordt geacht vrij te zijn,
en hij die beweert eenig recht op eens anders zaak
te hebben, dat recht moet bewijzen.-
Aangezien derhalve, zoolang het bewijs niet is gele
verd dat de voormelde eigendommen der eischers op
wettige wijze met den last van openbaar voetpad zijn
bezwaard, heeren gedeputeerde staten van Zeeland bij
hun aangehaald besluit wederrechtelijk op het algemeen
tableau een openbaar voetpad over die eigendommen
hebben gebracht en daarover zonder eenig recht of
titel beschikt door ze met een openbaar voetpad te
bezwaren, waardoor is gepleegd eene onrechtmatige
daad, die den eischers schade berokkend.
Aangezien door of vanwege den burgemeester der
gemeente Zaamslag over de slooten, die de voormelde
eigendommen der eischers van de eigendommen van
anderen of van den publieken weg scheiden, vier
planken of bruggen voor voetgangers zijn gelegd,
teneinde tot die eigendommen der eischers toegang te
verleenen, tengevolge waarvan dan ook door het pu
bliek over die eigendommen wordt geloopen en de grond
vertreden, even als of daar een openbaar voetpad ware.
Aangezien echter de gemeente Zaamslag aan eene
onrechtmatige beschikking door heeren gedeputeerde
staten over de eigendommen der eischers,geen rechten
kan ontleenen en alzoo het door of vanwege den bur
gemeester dier gemeente leggen van planken of
bruggen voor voetgangers teneinde toegang tot die
eigendommen der eischers te geven is evenzeer
onrechtmatig.
Bij vonnis te hooren verstaan, dat der eischeren
gronden, gelegen onder de gemeente Zaamslag kada
straal bekend sectie O nummers 257bis, 258, 266bia,
268bis en 268 niet zijn bezwaard met den last of de
erfdienstbaarheid van openbaar voetpad en op het
algemeen tableau der voetpaden in de gemeente
Zaamslag over die perceelen f en onrechte een openbaar
voetpad is gebracht, met verbod aan de gedaagde om
zich op die eigendommen der eischers verder eenig
recht aan te matigen, wijders te hooren veroordeelen
primo den commissaris des konings; om binnen drie
dagen na de beteekening van het te vellen vonnis,
de onder nummers tien en elf op het algemeen tableau
der voetpaden in de gemeente Zaamslag gebrachte
openbare voetpaden voor zooveel zij over de ge
noemde perceelen der eischers loopen door te halen.
Secundo den bnrgemeester der gemeente Zaamslag, om
binnen drie dagen na de beteekening van het te vellen
vonnis, de bovenvermelde vier planken of bruggen
voor voetgangers weg te nemen en zich voortdurend
van het hebben of leggen van zoodanige planken of
bruggen, toegang gevende tot de meergenoemde per
ceelen der eischers, te onthouden; met machtiging op
de eischers om, ingeval van weigering of nalatigheid
van dezen gedaagde om aan die veroordeeling gevolg
te geven, zelf, des noods met behulp van den sterken
arm, die wegruiming te bewerkstelligen, in allen ge
valle de bedoelde perceelen af te sluiten en ontoeganke
lijk te maken, met veroordeeling van de beide gedaag
den tot vergoeding van alle kosten, schaden en intres-
sen door hunne onrechtmatige daden aan de eischers
berokkend, op te maken bij staat en veroordeeling van
dengenen hunner, die deze vordering mocht tegenspre
ken in de kosten van het geding.
De heer Van Delnse brengt het algemeen verslag
der afdeelingen uit, waaruit blijkt dat aan het onder
zoek in de afdeelingen hebben deelgenomen 37 leden,
waaronder 5 leden van gedeputeerde staten.
Nadat door heeren leden van het gedeputeerd college
eenige mededeelingen over het ontstaan van dit geding
zijn gedaan, hebben de leden in alle afdeelingen zich
met het voorstel van heeren gedeputeerde staten ver-
eenigd, zonder in appreciatie der zaak te treden.
De Voorzitter deelt mede dat gedeputeerde staten
in dit verslag geen aanleiding hebben gevonden om
hun voorstel te wijzigen.
Niemand het woord verlangende, wordt zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming het voorstel van
gedeputeerde staten aangenomen.
De gemeenteraad van Baarland verzoekt bij adres
aan den koning toepassing van art 36 der wet van
13 Augustus 1857 (Stbl. n° 103) voor den bouw van
een nieuw schoollokoal, waarvan de kosten werden
geraamd op 11200.
Gedeputeerde staten verzochten den inspecteur van
het lager onderwijs om, na den rijkBbouwkundige voor
de gebouwen van onderwijs enz. te hebben gehoord,
ons zijn gevoelen omtrent het bij het adres overge
legd bouw-ontwerp te willen mededeelen.
Big keus bericht van den inspecteur van 13 Mei
laatstleden had aangaande dit ontwerp een overleg
tusschen hem en genoemden bouwkundige plaats gehad
en is naar aanleiding van de toen gemaakte opmerkin
gen met goedvinden van het gemeentebestuur een
gewijzigd ontwerp in gereedheid gebracht, hetwelk
gedeputeerde staten vervolgens van den inspecteur
hebben ontvangen en waarmede hij zoowel als genoemde
bouwkundige zich vereenigt, behoudens eene kleine
wijziging omtrent de afmetingen der schoolbanken, welke
later vóór de aanbesteding in het bestek is te brengen
Dat gewijzigde ontwerp is geraamd op /11160.424
Gedeputeerde staten laten alsnu het gewone over
zicht volgen, getrokken uit de rekeningen over 1873—
1877 en uit de begrooting voor 1879.
In verband met dit overzicht kunnen de gewone
inkomsten en uitgaven aldus geschat worden:
Inkomsten.
Inkomsten van gemeente-eigendommen f 2600;
opcenten grondbelasting (gebouwde) 40 f 208.15; op
centen grondbelasting (ongebouwde) 10 224.45;
opcenten personeele belasting (40) f 434.03J; belasting
honden 54.60begrafenisrechten f 32.124 5 school
gelden f 250; verschillende inkomsten f 1694;
haven-, I03-, laad-en leggeld 400; samen f 3323.36.
Uitgaven.
Jaarwedden leden gemeentebestuur f 604; jaarwed
den onderwijzers f 750; jaarwedden verdere gemeente
ambtenaren 991onderbond en meubelen gebouw
f 20; vuur, licht, enz. f 234; gewoon onderhoud ge
meentewerken f 1033; belastingen f 17; renten ƒ130;
aflossingen 517.50volgens de gemeentewet verplichte
uitgaven 155; nitgaven bij andere wetten opgelegd
101kosten onderwijs 200verdere nitgaven f 141
onvoorziene uitgaven f 75; samen f 4968.50; te kort
1645.14.
De hoofdelijke omslag over 1879 bedraagt niet meer
dan f 1150, welke som wordt opgebracht door 128
personen in 12 klassen verdeeld. Per hoofd in de
gemeente wordt niet meer dan f 1.564 betaald.
Gedeputeerde staten zijn van oordeel dat die belas
ting aanmerkelijk kan worden opgevoerd zonder dat-
zij de ingezetenen te zwaar zal drukken; zoowel het