De uitslag van de stemming is dat jhr. P. D. vau Citters 33 stemmen op zich vereenigt, terwijl op den heer Dronkers 2, en op den heer Sprenger 1 stem uitgebracht worden. Een briefje, geen bepaald persoon aanwijzende, wordt van onwaarde verklaard. De heer Van Citters alzoo verkozen zijnde, vraagt de voorzitter of de benoemde onmiddelijk over h6t al of niet aannemen der benoeming wenscht te beslissen. De heer van Citters verklaart zich hiertoe bereid, en zegt dat hij, toen hij door eene langdurige ziekte belet werd de betrekking van lid van gedeputeerde staten te blijven waarnemen, meende zijn plicht te betrachten met die betrekking neder te leggen, omdat hij niet wenschte misbruik te maken van het in hem gestelde vertrouwen. Spreker behoeft niet te zeggen hoeveel hem dit besluit heeft gekost. Het acceuil, waarmede hij heden morgen is ontvangen, heeft hem thans zeer getroffen en hij hecht aan dit nieuw bewijs van ver. trouwen groote waarde. Hij betuigt daarvoor zijn hartelijken dank en zal de betrekking volgaarne aannemen. De vergadering betuigt door applaus hare instem ming met het gesprokene. Na het stembureau onder dankbetuiging ontbonden te hebben vraagt de voorzitter, aangezien er verder geene zaken te behandelen zijn, of de vergadering ver langt gebruik te maken van hare bevoegdheid om ge durende den bij de wet voorgeschreven termijn van veertien dagen bijeen te blijven, hetgeen blijkt niet het geval te zijn. De resumtie der notulen en de uitvoering der ge nomen besluiten wordt aan gedeputeerde staten opgedragen en daarna deze zomervergadering der provinciale staten van Zeeland door den voorzitter, in naam des konings, gesloten.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 12