Laatste berichten. BUITENLAND. Handelsberichten. Ingezonden Stukken Zeetijdingen. Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ijs, Kunstnieuws. Marine en leger. Thermometerstand. Algemeen Overzicht. Graanmarkten enz. eerste glas, voor het begin der besmetting, en make zich niet wijs dat men sterk genoeg is om geen dronkaard te worden. Buitendien wachte men zich voor dat glas uit het gevoel van soli daire aansprakelijkheid der menschen, dat ons voorschrijft geen kwaad voorbeeld te geven. Men houde de waarschuwing in het oog, die staat boven op den slanken toren dezer stad, waar hadn en kruis en appel den volke toeroepen „Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt." Het „enkele glas" is de vloek onzer natuurgenooten. De staat moet medewerken om den alcohol zoo min mogelijk schadelijk te maken. Wordt in een brief uit Amerika êen enkele coloradokever over gebracht, dan is het gansche ambtenaarspersoneel in de weer om den gevreesden vijand te bestrijden, doch de regeering laat toe, dat uit den bescherm den aardappel jenever wórdt gestookt. Dreigt veeziekte of overstrooming, dan worden de krach tigste maatregelen genomen; doch tegen den geesel van den alcohol strijdt de regeering niet. Het is treurig dat meer waarde wordt gehecht aan den aardappel, aan het vee, dan aan den menseh. Toch zijn er ook wel goede teekenen. De minister Tak van Poortvliet stelde voor om aan de tappers het kiesrecht voor de kamer van koophandel te ontnemen; vier jaren lang verde digde admiraal Fabius de goede zaak in de kamer, en nog is de voorzitter, jhr. De Jonge, in staat daar zijne stem te doen hooien. Vooral van den invloed der vrouw in het huis gezin verwacht spreker veel goeds. Doch de man moet medewerkenals Ulysses volgens de legende moet hij niet vreezen zich aan sterke banden te leggen om zich niet te laten verlokken door den zang der Sirenen. Daarin bestaat de ware moed. De jeugd ook moet gewonnen worden, want het is niet te ontkennen, dat op dit oogenblik de zaak der afschaffing haren voornaamsten steun vindt in lieden van leeftijd. Dat dan deze avond nieuw vuur voor de zaak in dit gewest ontbrande en men zich gelukkig moge achten eens te roepen: „van Middelburg begon de victorie!" De derde spreker was de heer Hiller uit 's Gra- venhage, die met later zeer onnoodig gebleken schroom zich voorstelde als een man uit het volk, wiens woorden zouden afvallen bij de redevoe ringen der beide vorige sprekers. Het doel der vereeniging is de verlossing der menschen uit de slavernij der dronkenschap. Men heeft het wel eens eene hersenschim geacht een mensch zonder sterken drank te willen, een feest zonder alcohol, een staat zonder inkomsten van het gedestilleerd, en toch zou men ook in afschaffershuisgezinnen zoowel in Nederland als in Amerika feesten kun nen aanwijzen zonder drank, ten bewijze dat de vereeniging niet streeft naar een ougerijmden toestand. Men meent wel eens, dat er niet zoo veel lieden worden gevonden, die aan den drank verslaafd zijn; spreker stelt daartegenover, dat er in Nederland zeker 600,000 drankslaven zijn, of, laat hij liever zeggen slaafjes, maar dan zijn er ook meer, en ook de drankslavinnetjes dienen niet vergeten te worden. Onnoodig is het eene definitie te geven van de slavernij der dron kenschap het is genoeg te zeggen, dat het stre ven der afschaffers is om den mensch te doen leven geheel zonder sterken drank, wijl de onder vinding heeft geleerd, dat die slaafjes der dron kenschap zich zelve en hunne huisgezinnen diep ongelukkig maken. Van eene kern van afschaffers moet de overtuiging uitgaan, dat sterke drank geene behoefte is, dat drinkers niet meer genieten dan eenig ander. Eene vergelijking moet zich opdringen aan het oog tusschen drinkers en niet-drinkersde ellende moet gezien worden om te leiden tot bekeering. De spreker deed ons daarop eeu voorbeeld van dieellende zien,want zijne voordracht van het huisgezin van den ambtenaar met 7 kinderen, dat gaandeweg in verval kwam en ten verderve geleid werd door de drinkzucht van den huis vader, was zoo realistisch, dat het geheele tafereel zich haast zichtbaar ontrolde onder de oogen van den hoorder. Twee bezwaren staan de beterschap van den drinker in den weg. Ten eerste, dat hij geen voet kan verzetten zonder drank of opwekking tot drinken te vinden. Bij ieder huiselijk feest, ja bij het verdeelen eener nalatenschap, wordt gedronken. Het „kraantje lek, lek, lek" langs de straat zet niet minder aan tot de ondeugd dan het „laat ons drinken, laat ons klinken" in beschaafder kringen, en alle klassen der maat schappij vereenigden zich bij de laatste kermis in de hofstad in het refrein: „we moeten een beetje hebben!" Daarom houden van de 100dronkaards die zich bekeeren geen vijf zich staande. De niet- drinkers moeten de kern vormen, moeten door hun voorbeeld het gevoel levendig houden, dat men ook zonder drank gelukkig kan zijn. bedaard te zijn. „Des avond s van den 28en is de sneltrein van het Zuidernet met een kolentrein in botsing gekomen en het schijnt dat Jasper daar in is geweest ofschoon ik het mij niet kan begrijpen, daar ik stellig meende dat hij te Londen in het Langham hotel was. Hij moet vreeselijk doodelijk gekwetst zijn!" „O mijn God, mijn Godriep Elisabeth ^uit, viel op hare kniëen en bedekte haar gelaat met hare handen. „Arm kind!" sprak sir John medelijdend en legde zijn hand op haar schouder. „Ga voort, zeg mij alles," kermde Elisabeth. „Ga voort." „Hij is gisteren naar het schijnt den heelen dag bewusteloos geweest," vervolgde sir John, „doch van nacht bijgekomen en toen was hij in staat om te zeggen wie hij was en den dokter te verzoeken aan mij te telegrapheeren. Hij zond mij ook nog een afzonderlijk telegram." „Wat stond daar in vroeg Elisabeth opziende. „Hier is het," antwoordde hij en gaf haar een papiertje waarop zij las „Kom bij mij vader, en breng Elisabeth Gordon mede. Ik verlang haar te zien voor ik sterf." Zoodra zij die woorden gezien had stond ze op en sprak gejaagd: „Kom, laat ons gaan, eer hij sterft." J „Ja," zei sir John met afgewend gelaat. JPordt vervolgd.) Een tweede bezwaar is, dat de dronkaards niet anders willen zijn dan zij zijn. Uit gewoonte vinden zij hun toestand een gewenschte. De spreker grifte deze bewering weder op zijne eigenaardige wijze in het geheugen zijner hoorders door de voordracht van eene in versmaat gestelde samenspraak van den dronkaard met de flesch. De zedelijke verblinding van den drinker wordt zoo sterkdat geen verlossing mogelijk is de lichtste prikkel is zoo machtig, dat bet beter besef niet vermag zich daartegen te laten gelden. „Geen redding dan door ons!" Alleen zij die zich geheel onthouden weten te onderscheiden, wat een bedwelmde, wat een onbedwelmde toe stand is. Zij moeten een kring vormen, die beschamend op anderen en daardoor behoedend werkt. Zeer wenschelijk is het ook deze spreker stelde dit op den voorgrond, dat ook vrouwen zich bij de beweging aansluitenwant aller medewerking is noodig. De rij der officieele sprekers was hiermede afgeloopen, toen de vice-admiraal Fabius opstond om een hartelijk woord te richten tot de jonge lieden, die hij onder de hoorders zag, tot „zijne jongens, waarvan hij zooveel houdt." Hun spie gelde hij de rampzalige gevolgen der dronkenschap en dus van den eersten borrel met overtuiging en groote hartelijkheid voorhij wees hun op hunne ouders, op hunne moeder, die bij hunne wieg gebeden had, dat God hen tot brave, eerlijke menschen zou doen opgroeien. Dat was een eigenaardig moment in de vergadering, die onge bogen grijsaard, die de aanwezige knapen wees op de zelfvoldoening, welke hij op zijn hoogen leeftijd over zijne nu veertigjarige onthouding gevoelde. De heer Roozemeijer, predikant alhier, sprak namens de afdeeling Middelburg een woord van dank aan bet hoofdbestuur. Ook hier is de arbeid der afschaffing hoog noodig, waar op iedere 76 zielen een drankhuis wordt gevonden. Dat getal is zoo ontzettend, zoo vreeselijk, dat de spreker God dankt voor iedere gelegenheid, gewijd aan de bestrijding van dien vloek van Nederland en van de Nederlandsche welvaart. De vereeniging, die het volk van Nederland toeroept: „schudt uw ketenen af; wordt, God dienende, een vrij volk," verricht als Johannes de Dooper een voor bereidenden arbeid voor het Godsrijk. Jhr. De Jonge resumeerde, als voorzitter, met een enkel woord den geest van het gesprokene en wees daarbij nog met name op het feit, dat het euvel zich niet bepaalt tot de lagere klassen der maatschappij, maar voortwoekert in alle lagen der samenleving, hetzij het lokaal waar men drinkt dan eene herberg of eene sociëteit genoemd worde. Alleen onthouding kan beter schap geven, niet matigheid. Een Engelschman heeft deze juist gekarakteriseerd, toen hij zeide, dat zij ligt tusschen een glas en een okshoofd. Een milde hand, geschriften, het levende woord zijn de middelen, waarmede de zaak der afschaf fing moet worden bevorderd. Hiermede was de meeting afgeloopen. De haast tot profetengeest stijgende warmte en overtuiging der sprekers, de gespannen aandacht der hoorders, konden niet nalaten den indruk te geven, dat hier werkelijk eene zaak besproken was, wier verschrikkingen een ieder duidelijk voor oogen staan. En toch blijft de kring der afschaffers betrekkelijk klein. Een der oorzaken daarvan, hunne strenge consequentie, die geen, ook niet het minste gebruik van drank toelaat, schijnt toch op den duur hunne groote innerlijke kracht. Men zij het niet met hen eens op het gebied der pratijk men oordeele, dat zij door te veel te vragen de bereiking van hun doel belemmeren; doch men geve met eerbied voor hun streven toe, dat hun voorschrift„niet drinken en niet schen ken" het streng logische gevolg is van de prae- misse, die zeker nergens tegenspraak zal ontmoeten: dat het drankverbruik een kanker van ons volksleven is. rechterlijke macht. Benoemd tot kanton rechter te Medemblik mr. N. Th. Witkop, thans griffier bij het kantongerecht te Almelo. marine. Vergunning verleend aan den gepen sioneerden opperstuurman in het vaste corps dek en onderofficieren J. T. Meijer tot het blijven dragen der uniform van zijne qualiteit. pensioenen. Bij vernieuwing toegekend aan den tijdelijk gepensioneerden le luit. A. J. C. de Roo, een tijdelijk pensioen ten bedrage van f 300 's jaars, voor den tijd van vijf jaren. ridderorden. Vergunning verleend aan den luiten.-kol. R. A. W. Sluiter, van den stal der artillerie, directeur van 's rijks gieterij van bronzen geschut, tot het aannemen eu dragen van het kruis der 2e klasse van de orde voor militaire verdiensten, hem door den koning van Spanje geschonken. ministbrieele departementen, Benoemd tot concierge bij het Departement van waterstaat enz. H. Koense, thans bode-concierge bij het bureau voor den aanleg van staatsspoorwegen. ©ost-§OMburg 8 Juli. Heden had alhier het gewone jaarlijksche schoolfeest plaats. Te halt elf uren was de jeugd in de school bijeen, waaraan de leerlingen, na het zingen van eenige toepasselijke liederen, eenige ververschingen aangeboden werden. Vervolgens deden de leer lingen, begeleid door hunne onderwijzers, eene wandeling en bezochten de buitenplaats van' den burgemeester, die van deu heer De Fremery, be - nevens den heer Knottenbelt, predikant alhier. Overal werden zij flink onthaald. Van de wandeling weder in de school terugge keerd, werden opnieuw ververschingen gebruikt en aan hen, die het getrouwst in 1878 de school hadden bezocht, vereerende getuigschriften en eenige prijzen in geld uitgedeeld en daarmede het, zoo voor leerlingen als onderwijzers, prettige feest besloten. Na een cursus van 5 jaren aan de tooneelsehool, hebben de heer Corn. Schulze en de jonge dames W. BouretA. Poolman en A. Sablairolles met goed gevolg eindexamen afgelegd en met een diploma de school verlaten. Het linieschip De Kortenaer, voor wachtschip gediend hebbende, zal op 's rijks werf te Nieuwe- diep gesloopt worden. Het beeld van Korte naer, dat aan den voorsteven prijkte, zal worden hersteld en op 'srijks werf bewaard blijven, als aandenken van ons laatste linieschip. De noodige bevelen zijn door den minister van oorlog gegeven om te zorgen, dat ook bij de opkomst onder de wapenen van een ot meer lichtingen der militie, bet personeel in de kazernes zoodanig worde gelegerd, dat voor ieder man ongeveer 16 M3. ruimte beschikbaar zij. Ook is last gegeven nauwkeurig te zorgen, dat gebouwen, lokalen enz., tot verblijf of ter huis vesting van troepen in gebruik, onbesmet zijn en blijven door wangedierte. Overwegende, dat bet tegenwoordig geweer klein kaliber, door eene vermeerdering der bus- kruitlading, het invoeren van een gewijzigden kogel en het aanbrengen van een ander vizier en korrel, belangrijk kan worden verbeterd, zoodat het een meer bestreken baan verkrijgt en geschikt wordt voor het vuur op grootere aistanden, waardoor zijn uitwerking minstens gelijk wordt aan die van de beste geweren van andere legers, heeft de minister van oorlog bepaaldDe voortaan aan te maken scherpe patronen voor de geweren klein kaliber zullen verkrijgen een lading van vijf gram buskruit no 2en een kogel, ont worpen door den kapitein J. C. Harsveldt; in verbaud daarmede zullen die geweren van nieuwe vizieren en andere korrels worden voorzien. (Dbl.) Voor het examen als leerling-apotheker hebben zich bij de beide commission te Groningen en te 's Hertogenbosch aangemeld 83 candidaten, onder welke 29 vrouwelijke. Axeï. Bij Gustaaf Poppe, wagenmaker te Koewacht zijn in den nacht van Zaterdag op Zondag ontvreemd eenige mans- en kinderklee- deren en vijf hammen. De daders zijn onbekend. Door bet breken van glasruiten zijn de dieven in het huis binnengekomen. De eerste harddraverij der Utreehtsche harddraverij-eereeniging is, opgeluisterd door de muziek van de rijdende artillerie uit Amersfoort, gisteren naar wensch afgeloopen. 13 paarden dongen mede. Als overwinnaars traden uit het strijdperk la Vitesse van den heer J. Smits uit Dubbeldam, bereden door den pikeur A. de Jong, met den prijs van 400 en S sanna van den heer O. Paarlberg met de premie van f 200. Ijeeuwardem. Door de provinciale staten van Friesland is heden, in plaats van jhr. G. R. G. van Swinderen, tot lid der eerste kamer verkozen jhr. mr. I. H. T. K. van Swinderen. 8 Juli. 's. av. 11 u. 55 gr. 9 's morg. 8 u. 58 gr. 's midd. 1 n. 65 gr. 's av. 5 u. 61 gr. De ministerieele crisis, uitgelokt door het votum der Italiaansche kamer van 3 Juli, toen omtrent de gemaalbelasting eenvoudig werd overgegaan tot de orde van den dag, duurt nog steeds voort. De moeilijkheid is, dat de verschillende groepen der linkerzijde, die samen vier vijfden tellen van de leden der kamer, niet tot overeenstemming kunnen komeu omtrent de belasting op het ge maal. Vandaar weder eene coalitie, die ongeveer hetzelfde heeft gedaan als de coalitie, die in De cember Cairoli en zijne ambtgenooten deed vallen. Dat is bet ongeluk van zulk een groot aantal partijen is er eene aan de regeering, dan heeft zij aanstonds vijanden genoeg om haar te doen vallen, die ieder voor zich weder niet sterk genoeg zijn om haar te vervangen. Ook indien de heer Cairoli er thans in slaagt om een ministerie uit éen, twee of drie groepen samen te stellen, zal ook hij geen duurzaam leven a!s minister hebben. Het is weer maar voor eenige maanden, tenzij hij aanstonds eene hervorming van het kiesrecht voorstelle en in de na ontbinding gekozen nieuwe kamer eene vaste meerderheid kan vinden. Die kans is echter minstens genomen onzeker. De uitbreiding van het kiesrecht zou de clericalen aan de stembus roepen en een ganschen omkeer in de politieke partpen kunnen tengevolge hebben. Voorloopig echter schijnt, volgens de Italië, de clerieale partij, na hare lange rust op het gebied der binnenlandsche politiek, nog niet voldoende georganiseerd te zijn om met vrucht een verkie zingsstrijd aan te gaan. Reden waarom men op bet Vaticaan niet gaarne zou zien, dat men met de herziening van de kieswet te veel haast zou maken, maar ook reden voor Cairoli om de zaak door te zetten, tenzij hij zich op een hooger standpunt plaatse dan dat van den partijman en juist wenscht, dat alle stroomingen der open bare meening in het land zich behoorlijk kunnen organiseeren, vóór eene zoo gewichtige wijziging in de staatsregeling als de uitbreiding van bet kiesrecht zou zijn, in werking treden zal. Dat standpunt ware zonder twijfel het juiste, indien men in het kiesrecht streven wil naar de ver wezenlijking eener theorie. Bedenkelijker wordt het, wanneer de leider eener staatkundige partij, welke de zaak te beslissen heeft, bet kiesrecht veeleer dan al3 doel, als middel beschouwt voor de verwezenlijking zijner op overtuiging steunende staatsrechtelijke wenschen. Het Rumeensche kabinet heeft gedaan wat het moeilijk laten kon, het heeft verklaard, dat het niet kon medegaan met het zonderlinge ontwerp van de rapporteurscommissiën der kamers aan gaande de toepassing der godsdienstvrijheid in het land. Het ontwerp is dan ook al te dwaas met de eene hand schenkt het de Israëlieten de vrijheid om naturalisatie te verzoeken, terwijl het met de andere hand door de bezwaren der toe kenning en het door niets te motiveeren uitstel van tien jaren, alvorens zelf eene beslissing op het verzoek genomen wordt, de gansche bepaling illusoir maakt. De regeering is in een zeer moeilijk parket. Volkenrechtelijk heeft zij zich verbonden tegenover de mogendheden om de verandering tot stand te brengen, welke de voorwaarde was van de onathankelijkheid des rijks. Maar als ze nu geene kamer vinden kan, die haar de noo dige grondwetsherziening toestaat, dan wordt haar de vervulling der voorwaarde onmogelijk. De mogendheden kunnen ook moeilijk den status quo van vóór het Berlijnsehe congres, de leen- plichtigheid van Rumenië aan den sultan, weder in het leven roepen en zullen, zoo de Rumeensche kamers hardnekkig blijven volhouden tegen alle diplomatieke vertoogen in, wel eindelijk erin moeten berusten dat Rumenië zijne huishoudelijke zaken zelf regelt. Alleen belooft het moeilijk t worden voor Rumenië een minister van buiteu- landsche zaken te vinden. De Duitsche Reichsanzeiger bevatte gisteren het besluit van den kanselier tot voorloopige heffing van de tabaksbelasting, zooals die in tweede lezing door den rijksdag is aangenomen. Men gaat in den rijksdag nog steeds voort met de behandeling der tarieven, en de Duitsche parle mentsleden, die zich om dezen tijd gewoonlijk in den schoot hunner familie bevinden of rust zoeken in de scboone natuur eener badplaats, zullen wel niet zoo verdrietig gestemd wezen over den kouden zomer, als men elders haast het recht gaat krijgen te zijn. Het debatteert in deze Februari-temperatuur heel wat gemakkelijker dan wanneer de zomer werkelijk volgens den almanak was ingetreden. De benoeming der heeren Bitter tot minister van financiën, Lucius tot minister van landbouw en Von Puttkammer tot minister van onderwijs en eeredienst, worden in de Duitsche bladen druk besproken. De Hannoversqhe Courier meent dat deze benoemingen het volledige bewijs leveren, dat het karakter der ministerieele crisis van den beginne af goed is gevatdat zij namelijk be duidt, dat ook de geringe mate van tegenspraak, welke de kanselier tot nu toe in het Pruisische ministerie en daardoor in de leiding der rijkspo litiek nog kon vinden, zoo goed als geheel en al verdwijnen zal, en dat de rijkskanselier voor goed gebroken heeft met zijn tijdelijk liberalisme en is teruggekeerd tot zijn programma van vóór 1867. Prosit de Duitsche natie. Mijnheer de Redacteur! Gisteren avond las ik tot mijne verwondering in het Zeeuwsch Daghlad mijn naam met groote letters aanbevolen als lid voor den gemeen teraad alhier, en wel door een kiezer; ik beschouwde de aanbeveling van dien e e n e n kiezer al dadelijk als eene flauwe aardigheid, of misschien ook wel- als eene hatelijkheid. Ik heb nimmer gewenscht lid van den gemeen teraad te zijn en thans wel het allerminst, ofschoon ik door mijne langdurige ondervinding in verschillende zaken vermeen, de behoeften en belangen der gemeente zoo goed te kennen, als ieder lid van den gemeenteraad. Spoedig, hoop ik, zal de dag aanbreken dat men niet meer, zooals nu, heeren candidaten voorstelt, om te believen of omdat men er voor zichzelve voordeel in ziet, maar de candidaat zichzelven voorstelt, als hij meent daartoe de bekwaamheid en lust in zichzelven te bezitten, en zich vrijwillig aan het oordeel van het gansche publiek onderwerpt. Wat dien een en k ie zer betreft, hij ware verstandiger geweest, indien hij het geld der advertentiekosten liever aan een arme had gegeven. Met de plaatsing van bovenstaande regelen zult u ten hoogste verplichten uw dw. dr. 9 Juli 1879. P. J. de Cloedt. Vlissingen. Heden middag gepasseerd naar Antwerpen de Amerikaansche oorlogskorvet Alliance, kommandant Yateskomende van Southampton. De kapitein van de Houthandel verzoekt ons te berichten, dat in het bericht omtrent zijn schip, in ons uommer van 5 Juli in deze rubriek opgenomen, eene onjuistheid voorkomt. De kapi tein heeft geene hulp van sleepbooten kunnen afwijzen, wijl die hem niet is aangeboden. Amsterdam, 9 Juni. Raapolie op zes weken f 56. Lijnolie f 26.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2