Wij stellen u derhalve voor de volgende besluiten
te nemen waarvan de ontwerpen hierbij zijn gevoegd.
Het voorstel aangaande het waterschap Waarde
luidt als volgt
Art. 1. De artt. 1, 2 en 4 van het bijzonder re
glement voor het bestuur en beheer der waterksering
van het calamiteuse waterschap Waarde, zoo als die
artikelen zijn vastgesteld bij hun besluit van 4 Juli
1873, goedgekeurd bij Zr. Ms. besluit van 25 Augustus
daaraanvolgende, no. 32 (Prov. blad no. 91), worden
gelezen als volgt
Art. I. Voor het besturen, beheeren en bekostigen
van de zeewering en oeververdediging van het calami
teuse waterschap Waarde wordt een waterschap opge-
richt, dat bestaat uit dit calamiteuse waterschap, uit
het aangrenzende waterschap Kruiningen, en uit de
aangrenzende Emmanuel-, Nieuw-Valkenisse-, Maire-,
Nieuw-Krabbendijke-, Monniken-, Maags- en Nieuw-
landepolders.
Art. 2. Ter uitvoering van litt. en i van art. 95
van het reglement voor de calamiteuse polders of
waterschappen in Zeeland, wordt:
a als onmiddellijk aan het calamiteuse waterschap
Waarde grenzende dijk beschouwd de dijk, die ligt
tusschen den polder Waarde, ter eene,en de Emmanuel-,
Nieuw-Valkenisse-, Nieuw-Krabbendijke-, Monniken-,
Maags-, Nieuwlande-, Kruiningen- en Oost-Inkelen-
polders, ter andere zijde; en
b de onderhoudsplicht van dezen dijk opgelegd aan
de Emmanuel-, Nieuw-Valkenisse-, Maire-, Nieuw-Krab
bendijke-, Monniken-, Maags- en Nieuwlandepolders
en aan het waterschap Kruiningen, elk voor dat ge
deelte waardoor zij van den polder Waarde worden
gescheiden.
Art. 4. De dijkraad bestaat uit:
8 vertegenwoordigers van het calamiteuse waterschap
Waarde; 2 vertegenwoordigers van het waterschap
Kruiningen; 1 vertegenwoordiger van de Emmanuel-,
Nieuw-Valkenisse-, Maire- en Nieuwlandepolders; 1
vertegenwoordiger van de Nieuw-Krabbendijke-, Mon
niken- en Maagspolders.
Art. II. Tusschen art. 4 en art. 5 wordt gevoegd
het volgende:
Art. 5. De benoeming van den vertegenwoordiger
van de Emmanuel-, Nieuw-Valkenisse-, Maire- en
Nieuwlandepolders geschiedt door de stembevoegde
ingelanden van die polders, daartoe te zamen geroepen
door den dijkgraaf van den Nieuwlandepolderen die
van den vertegenwoordiger Van den Nieuw-Krabben
dijke-, Monniken- en Maagspolders, door de stembe
voegde ingelanden van die polders, daartoe te zamen
geroepen door den dijkgraaf van den Nieuw-Krabben-
dijkepolder.
De bijeenkomsten worden gehouden te Krabbendijke,
respectievelijk onder leiding van ieder der genoemde
dijkgraven; voor de benoeming gelden de bepalingen
tot het doen van keuzen van personen, opgenomen in
de artt. 38, 39 en 40 van het reglement op de cala
miteuse polders of waterschappenzij geschiedt door
de stembevoegde ingelanden, die zijn opgekomen
daarvan wordt een verbaal opgemaakt, onderteekend
door den dijkgraaf en de commissie van stemopneming
en dit verbaal wordt medegedeeld aan den dijkraad.
Art. III. Het tegenwoordig art. 5 wordt: art. 6.
Art. IV. Dit besluit treedt in werking 1 Mei 1880.
De kaart, bedoeld in art. 3 van het voorschreven
bijzonder reglement wordt, zoodra mogelijk na afkon
diging van dit besluit, in overeenstemming gebracht
met het hiervoren in art. 1 bepaalde, onder inacht
neming der voorschriften in gemeld art. 3 vervat.
De vertegenwoordiger van de Emmanuel-, Nieuw-
Valkenisse-, Maire- en Nieuwlandepolders wordt tijdig
genoeg benoemd om 1 Mei 1880 in betrekking te
treden.
HQ vervangt alsdan dien vertegenwoordiger van de
Emmanuel-, Nieuw-Valkenisse- en Nieuwlandepolders en
treedt af op het voor dezen bepaalde tijdstip.
De volgende mededeeling van gedeputeerde staten
houdt de weerlegging van een ingediend bezwaarschrift
De volgens art. 28 onzer instructie aan de polder
besturen gedane mededeeling van ons voorstel tot de
hiernevens bedoelde wijziging, heeft alleen aan dat van
den Emmanuelpolder aanleiding gegeven tot bedenking.
Dat bestuur schreef het volgende:
„Art. 2b luidt: „de onderhoudsplicht van dezen dijk
wordt opgelegd aan den polder Emmanuel enz."
„Het bewijs ligt voor de hand, dat de polder Waarde
ouder is dan de Emmanuel. De geschiedenis en de
taluden der dijken bewijzen zulks daghelder. De Em
manuel beschermt dus den Waardschen polder, waarom
ingelanden het onbillijk achten dat gedeelte der dijk
te moeten onderhouden, daar toch het mindere onder
houd van dien dijk, door bedijking van den Emmanuel,
reeds ten voordeele komt van den Waardschen polder."
Het zal geen opmerking behoeven dat het voornoemde
bestuur niet heeft gelet op hetgeen, ter uitvoering
van art. 6 der wet van 19 Juli 1870, Staatsblad no.
119, is bepaald onder lr. a en b van art. 95 van het
reglement voor de calamiteuse polders of waterschappen.
Het bestuur ziet ook voorbij dat de bedoelde dijk den
polder zou beschermen ingeval de waterkeerende dijk
van het calamiteuse waterschap Waarde doorbrak.
Bovendien geldt de bedenking niet de nu voorge
stelde wijziging, maar het reglement zooals het 12
Juli 1871 door u werd vastgesteld.
De heer Pompe van Meerdervoort brengt
het algemeen verslag der afdeelingen uit.
Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel
genomen 37 leden, waaronder 5 leden van gedeputeerde
staten.
In geen der afdeelingen werden bezwaren tegen het
voorstel, zooals het luidt, ingebracht- Alleen werd
door twee der afdeelingen in overweging gegeven,
voor wat dit waterschap betreft, in art. 4 van het
ontwerp-besluit in plaats van 1 Mei 1880 te lezen
l Juni 1880.
Gedeputeerde staten hebben, blijkens de mededeeling
van den voorzitter, in dat verslag aanleiding gevon
den om hun voorstel te wijzigen in denzin, dat in
artikel 4, in plaats van 1 Mei 1880 zal gelezen worden
1 Juni 1880.
Van het aldus gewijzigde ontwerp worden de
artikelen zonder discussie of hoofdelijke stemming en
later het ontwerp in zijn geheel met algemeene stemmen
aangenomen.
d Voorstel tot wijziging van het byzonder
reglement voor het bestuur en beheer der
waterkeerlngen van den calamlteusen
Hoofdplaatpolder.
De toelichting van dit voorstel is opgenomen in de
memorie, die ook over het vorige voorstel handelt en
boven is te vinden.
Het voorstel luidt:
Art. I. De artt. 1, 2 en 4 van het bijzonder reglement
voor het bestuur en beheer der waterkeering van den
calamiteusen Hoofdplaatpolder, vastgesteld 12 Juli 1871)
goedgekeurd bij zijner majesteit besluit van 16 Augustus
daaraanvolgende, no. 15 (Provinciaal blad no. 110),
worden gelezen als volgt
Art. 1. Voor het besturen, beheeren en bekostigen
van de zeewering en oeververdediging van den cala
miteusen polder Hoofdplaat wordt een waterschap
opgericht, dat bestaat uit dien polder, uit deaangren-