Laatste Onder wij s. Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. Marine en leger. Landbouw. T8m<§G». Thermometerstand. Provinciale staten van Zeeland. groote transatlantische booten, de Caland en de Scholten, met 57 en 58 dm. diepgang, met onge broken lading voor de stad gekomen. Vroeger moesten deze booten eerst gelicht worden. De hoop op het welslagen der groote onderneming leeft op." Tot vereering der nagedachtenis van wijlen den heer D. A. Thieme is door 15 der voornaamste uitgevers van ons land het plan opgevat een fonds te stichten, bestemd om in Thieme 's prac- tischen geest werkzaam te zijn. Van 90 personen, die op de eerste circulaire toetraden, werd reeds bijna f 1300 ontvangen. De ontwerpers doen thans eene tweede oproeping tot medewerking aan het D. A. Thieme 's fondswaarvan de aard en de bestemming later, op eene vergadering van alle deelnemers, bij meerderheid van stemmen, uit de verschillende aanhangige voorstellen aangewezen zullen worden. Daar deze wijze van algemeene vereering van een verdienstelijk man ons nuttig en aanbevelens waardig voorkomt boven de meeste plannen van monumenten of grafteekenen, voegen wij gaarne bij deze naededeeling onze betuiging van sympa thie voor de zaak. Aan den heer R. G. Philipson, leeraar in de staathuishoudkunde en staatswetenschappen aan de inrichtingen voor middelbaar onderwijs te Kampen, is op zijn verzoek eervol ontslag verleend. De Juli-aflevering van De Indische Gids (uitgave van J. H. de Bussy, te Amsterdam) bevat: Een opstel van K. W. van Gorkom, over eene circulaire van den G.-G. naar aanleiding der ge leidelijke expiratie van de gouvernements-suiker- contracten. Ret onderwijs voor Europeanen in N.-L, door Oosthoek. De verhouding tusschen gouverneur-generaal en opperbestuur, door C. E. van Resteren. Maandelijksche revue; Varia; Correspondentie; Wetenschap en industrieFeuil leton enz. De Juli-aflevering van De Globe (uitgave De Gebr. Abrahams) bevat: Zuid- A/riJca en de Zoeloe-oorlog. De rechts- bedeeling in Rusland. De mislukking van het algemeen stemrecht in Amerika. Met belangstelling blijven wij de nieuwe uit gave van Van Lennep's Geschiedenis van Nederland, onder toezicht van dr. J. van Vloten, bij D. Noot hoven van Goor te Leiden, volgen. De 12e en 13e afleveringen zijn thans verschenen. Ze ver plaatsen ons in die roemvolle eerste helft onzer 16e eeuw, waarvan de geschiedenis een heldendicht zou lijken, indien ze geen geschiedenis was. Maurits, Frederik Hendrik, Huig de Groot, Jan Pieterszoon Koen, Piet Hein, Vondel, Rembrandt, het beleg van Maastricht, dat van Den Bosch, de zeeslag bij Duins, al die portretten en tafereelen, geteekend en beschreven door den meest populairen prozaschrijver onzes tijds en met platen opgehelderd, ziedaar wat deze afleveringen te genieten geven. burgemeesters. Benoemdtot burgemeester der gemeente Ferwerderadeel, J. J. Cannegieter Hz., met toekenning van eervol ontslag als bur gemeester der gemeente Wedde, en tot burge meester der gemeente Noorddijk, G. C. Jorissen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan jhr. F. de Charon de Saint-Germain, als burgemeester der gemeente Oudshoorn, en tot burgemeester dier gemeente benoemd C. J. van Eeghén. marine. De adelborst le kl. j. Rozendaal is op zijn verzoek eervol uit den zeedienst ontslagen. ministerieele departementen. Benoemd tot hoofdcommies bij het departement van oorlog F. E. L. A. Abel, commies bij dat departement. geneeskundigen dienst. Benoemd bij het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Oost-Indië tot ofBcier van gezondh. 2e kl., de studenten voor genoemden dienst (artsen) W. J. van Haeften en L. Marcus. dagen vroeger te zien, dan zij gehoopt had. Zij schreef hem dus, kort na zijn ontmoeting met Wilmot, op welken dag en met welken trein zij zouden komen een bericht waarover Jasper alles behalve verheugd was. Hij had niets van Wilmot vernomen, daar deze erg ziek te bed lag. Hij had een lichte hersen schudding gehad en de dokter had hem de grootste rust aanbevolen, iets wat moeilijk te bereiken was voor iemand die zóo woedend was als Edgar Wilmot. Hij was trotscb, verwaand en boosaardig en kon zich bijna geen begrip vormen van hetgeen er met hem gebeurd was. Men had hem geran seld, geslagen als een hond en daar lag hij nu geheel hulpeloos, en hij zwoer Jasper bittere wraak zoodra hij weer in staat zou zijn zich te bewegen. Wat Jasper aangaat, die voelde zich zoo rampza lig en ongelukkig dat hij, als Wilmot hem uitge daagd had, zijn leven zou gewaagd hebben om Elisabeth te wreken. Maar hij hoorde niets van hem en ook niet over hem; want de knecht was zoo voorzichtig geweest het geval voor zich te houden en dadelijk om den dokter te zenden, die natuurlijk zijn voorbeeld volgde en Wilmot wilde ook niets liever dan de zaak stil houden. Maar hij lag uren lang te bedenken op welke manier hij het best zijn wraak aan Jasper Tyrell zou kunnen koelen. Eva wist er natuurlijk niets van, toen zij in de stad kwam, dat haar minnaar zich strafbaar ge- Noordgouwe, 2 Juli. Zondag namiddag vereenigde zich in de kerk alhier eene breede schaar, om getuige te zijn van de inwijding van het fraaie, nieuwe harmonium-orgel, geleverd door den heer C. Kettner te Amsterdam. De heer D. H. Ezerman, muziekdirecteur te Zierikzee, bespeelde het, en zijn meesterhand deed het in zijne zachte liefelijkheid, in zijn volle kracht, in zijn ganschen rijkdom kennen. Blijkbaar was men dan ook algemeen voldaan, zoo over het orgel als over de toepasselijke rede van den predikant der gemeente, den heer Knuttel. Eenige leden der Israëlietische gemeente te Kampen, zich niet kunnende vereenigen met de handelingen van den tegenwoordigen kerkeraad, zijn voornemens eene afzonderlijke gemeente te stichten. De off. van gezondh. le kl. G. F. Rochat en de luit. ter zee 2e kl. L. A. H. Lamie, van het eskader in Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, zijn op nonactiviteit gesteld. In aanmerking nemende, dat door de bepaling der wet van 29 Mei 1877 (Stil. no 114) genoeg zaam is voorzien in het lot der gepensioneerde onderofficieren heeft Z. M. bepaald, dat het fonds voor onderofficieren enz. geleidelijk met in standhouding van de verkregen rechten der deel- genooten zal worden opgeheven en in verband daarmede na ultimo Juni dezes jaars geen nieuwe deelgenooten worden toegelaten. Schouwen—Duiveland, 29 Juni 1879. Aan het verslag der kamer van koophandel en fabrieken te Zierikzee, over 1878, ontleenen wij het volgende betrekkelijk de meekrapdie we een mensch is zoo aan zijne goden gehecht evenmin kunnen vergeten als de kinderen Israëls het oude Jerusalem. De handel verkeerde in den aanvang van 1878 in treurigen toestand. De prijzen waren uiterst laag: f 11 a /T2 voor puike nieuwe onberoofde en f 6 a f 7 voor nieuwe racine. De vraag was echter in de eerste maanden onbeduidend en hier aan verbond zich de vrees, dat de oude vaten, in meerdere ot mindere mate met rafactie bezet, weldra geheel bedorven en waardeloos zouden worden. Onder deze omstandigheden daalden de prijzen steeds, zoodat eindelijk, vooral het oude goed, voor eiken prijs werd van de hand gezet. In Juni kwam eene gunstige wending. Van den eenen kant ontstond er vraag voor werkelijke behoefte der wolververijen en van de andere zijde werd een middel in practijk gebracht om oude meekrap voor verder bederf te behoeden, door zuiveren en overmalen. Beide oorzaken brachten mee, dat er groote omzettingen plaats hadden en de prijzen geleidelijk opliepen. Ook de vraag voor Amerika en Engeland bestendigde de rijzing, zoodat bij den aanvang van de nieuwe teelt van f 14 tot 16 werd besteed voor puike oude of Overgemalen onberoofde. De nieuwe teelt kwam langzaam ter markt; de vraagprijzen waren tevens in den regel te hoog om tot zaken te leiden. Toch werd er van /16 tot 18, voor een enkel vat zelfs ƒ20, be taald, terwijl de nieuwe racine, die eerst tot 12 werd afgedaan, opliep tot f 15 a 16, en tot deze prijzen grif werd gekocht; maakt had voor de wet; doch zij merkte terstond op dat hij zeer veranderd was. Hij trachtte te vergeefs zich te beheerschen en zijn neerslachtig heid te verbergen, zoodat een angstige twijfel zich van haar meester begon te maken. Dat bezoek te Londen was niet opwekkend, ofschoon mevrouw Dalziel in het eerst zoo verdiept was in zijde en kant dat zij er niets van merkte; doch op eens trof haar een gezegde van Jasper „Goede hemelriep hij al geeuwende uit „wat is dat japonnen uitzoeken een vervelend werk „Vindt gij dan niet dat het er veel op aankomt hoe een jonge dame er uitziet als zij voor het eerst bij de familie van haar echtgenoot ver schijnt." „Ik vind dat het er al heel weinig toe doet" antwoordde Jasper en Eva, die dit gesprek hoorde, slaakte een zucht. Dien avond vroeg mevrouw haar of Jasper niet wol was omdat hij er zoo gedrukt uitzag, Ik vind ook dat hij er slecht uitziet" antwoordde Eva vriendelijk, doch met een beklemd hart. Wordt vervolgd.) In December verminderde de beweging, doch de prijzen bleven dezelfde. De nieuwe teelt bedroeg voor SchouwenDui veland ruim 300 vaten. Hiervan is reeds vrij wat verkocht, zoodat van nieuw goed de voor raad niet anders dan klein kan zijn. Ook van andere gewassen is de voorraad aanzienlijk ver minderd tengevolge der buitengewoon ruime verzendingen in de laatste zes maanden van 1878. Het valt niet te ontkennen, dat bij het einde van dat jaar, de meekrap in gunstiger toestand verkeerde, dan in de laatste jaren het geval was. De handel heeft eene vrij vaste houding aange nomen en de prijzen zijn weder tot zoodanige hoogte gekomen, dat het den landbouwer mogelijk wordt, zonder verlies, meekrap te verbouwen, en hij althans ze niet geheel en al behoeft te verlaten. Deze betere stemming is aan verschillende oorzaken toe te schrijven, doch voornamelijk aan het feit, dat voor zekere doeleinden, in het bijzon der voor de wolververijde meekrap onmisbaar is bevonden. Voor deze industrie zal de kuituur vooreerst, op beperkte schaal, kunnen worden voortgezet. Van de 31 meestoven die Schouwen-Duiveland telt, werkten er gedurende de teelt 187778 slechts 19, die te zamen het volgende getal kilogrammen bereid hebbenhard goed 553,525, racijn 12,309, muilen 124,782, gemalen muilen 76,361, gemalen racijn 55,250. Twee meestoven zijn afgebroken, zoodat er thans nog 29 zijn. De uiterst beperkte handel in garancine was oorzaak, dat in de garancine en meekrapfabriek te Zierikzee slechts nu en dan gegarancineerd is geworden, terwijl overigens een gedeelte van het jaar meekrap werd gemalen uit racine en ook oude meekrappen werden overgewerkt. De vraag naar garancine kwam in 1878 hoofd zakelijk uit Amerika, waar nog vrij wat verbruikt wordt. De aanbiedingen uit Frankrijk waren echter zoo laag, dat van deze zijde aan geen mededinging kon gedacht worden. De nieuwe meekrapfabriek te Zierikzee was van 1° Mei af het geheele jaar in werking, hoofd zakelijk tot het overmalen vau oude meekrappen. Langs de haven van Zierikzee werden 155,000 kilo's in- en 321,000 kilo's meekrap uitgevoerd. {Wordt vervolgd.) Toen Zondag het stoomschip W. A. Scholten uit New-York te Rotterdam binnenkwam, kon het aan de gewone kaden geen plaats vinden, daar alles door ladende booten was bezet. Aan de Scholten werd toen een plaats gegeven aan. de overzijde, aan de kaden van het handelster rein van de Rotterdamsche handelsvereniging op Feijenoord. De doelmatige inrichting van dit terrein werd zeer geroemd. De onwil, die bij een groot aantal sjouwers, sleepers enz. bestaat om op het nieuwe stadsgedeelte te werken, zal nu wel spoedig verdwijnen. {Hbl.) Uit een door de justitie te Maastricht inge steld onderzoek omtrent de herkomst en den in houd der beide koffers, waarvan gisteren werd melding gemaakt, is gebleken dat zij kramerijen inhielden, afkomstig waren van een zekeren K., te New-York, en bestemd voor A. Pinkhoffs te Hamburg. Op het verzoek der kamer van koophandel te Bergen-op-Zoom, om plaatsing van een kust licht te Strijenham, heeft de minister van marine te kennen gegeven, dat bedoeld licht moet worden geacht geheel van plaatselijk belang te zijn en om die reden aan het verzoek der kamer niet kan worden voldaan. De directeur van het stads-armen-en zieken huis te Haarlem is in hechtenis genomen. Naar men zegt, wordt hij beschuldigd van het njaken van valsche handteekeningen. {Amst. Ct.) Voor den aanleg van een paardenspoor van Stadskanaal naar Zuidbroek (Groningen) is reeds ingeschreven voor f 75000 van de benoodigde ƒ100,000. Het tot stand komen ervan is dus verzekerd. Ik ging op een mooien Zondag, schrijft een Amerikaansch correspondent, met eenige kennissen per spoor naar Philadelphia. Wij hadden tot tijdkorting kaarten meegenomen en waren spoedig geheel en al in ons quadrillespel verdiept. Maar op eens ik had juist met een gelukkigen glim lach een solo aangekondigd daar wordt eea hand op mijn schouder gelegd en een barsche stem riep: „Halt." We sprongen allen verschrikt op. De conducteur stond voor ons, vergezeld van de andere passagiers, die ons met dreigende blikken aanzagen. „Halt," riep de conducteur nogmaals op luiden toon: „de heilige Zondag mag niet ontwijd wo:den, dat spel is vandaag verboden weg met de kaarten!" .Weg met de kaarten!" riepen allen in koor. Wat stond ons te doen! Wij staken de kaarten weer in den zak en waren blij dat wij er heelhuids afkwamen. „En ik bad nog wel eene solo met vier matadors in de hand. 't Was een der droevigste oogen- blikken van'mijn leven." De vrijmetselaarsloge de Geldersche Broeder schap heeft met de beide Brusselsche loges Les amis philanthropes en Les vrais amis de V Union te Arnhem Zondag eene feestelijke bijeenkomst gehouden, ter versterking van den band tusschen Noord en Zuid. Ruim 120 vrijmetselaars namen deel aan dit feest, dat uit eene vergadering, een rijtoer over Bronbeek, Velp en Rozendaal en een diner bestond. - Maandag is te Amsterdam de nieuwe stoom- diamantslijperij van de heeren Gebr. Boas, in de Uilenburgerstraat, feestelijk geopend door den waarnemenden burgemeester, eenige raadsleden en andere genoodigden. Deze fabriek is de grootste der wereld en bevat ruimte voor 357 slijpers. De hoofdzetel der firma is te Parijs. Er zijn uit Zuid-Afrika uitvoerige berichten gekomen omtrent de wijze waarop prins Louis Napoleon het leven verloor. Luitenant Carey heeft een rapport gemaakt, en de soldaten, die het er levend afbrachten, hebben het hunne ver teld, wat niet altijd met het zeggen van den luitenant overeenkomt. Het doel der verkenning was om eene plaats voor een kamp uit te zoeken, en prins Louis was kommandant van het troepje, terwijl Carey als vrijwilliger meeging. Men hield halt op eene ongunstige plaats waar de Zoeloes ongezien tot op twintig ellen afstands konden naderen. Daar nam men de zadels van de paar den af. Na de rust werd weder opgezadeld, Carey was daarmede het eerste gereed en steeg te paard. De prins beval toen ook aan de zes soldaten om op te stijgen. Op dit oogenblik, terwijl prins Louis reeds den voet in den beugel had, zag men de Zoeloes op twintig ellen afstand komen aanloopen terwijl zij op het troepje vuurden. Wie toen goed en wel in den zadel zat galop peerde weg. Prins Louis was nog bezig op te stijgen; zijn paard, zenuwachtig door de schoten, ziet zijne makkers van den ganschen dag voort- galoppeeren, volgt hen en belet zoo den prins het opstijgen. Hij valt en is spoedig afgemaakt door de Zoeloes, wier aantal door een der solda ten op ongeveer 50 wordt geschat. Carey en vier man waren weggegaloppeerd zonder er maar op te letten of ook hunne kameraden waren opge stegen, en aan hen is waarschijnlijk de dood van den jongen prins te wijten, daar het paard van dezen in gezelschap dèr andere paarden wel had blijven stilstaan en zijn berijder het opstijgen niet had onmogelijk gemaakt. De overhaaste vlucht van Carey wordt zelfs in zijn eigen rapport niet voldoende verdedigd. Hij stond onder het kom- mando van den prins, die wel niet voorwaarts zal gecommandeerd hebben vóór hij zelf te paard zat. Niettegenstaande dat was het een algemeen sauve qui peut, er bestond een angst, alleen te verklaren, maar niet te verdedigen, omdat de karabijnen niet geladen waren. Lord Granville, het hoofd der Engelsche oppositie in het hoogerhuis, stelde onlangs een dronk in op de ministers aan een diner in Trini ty House. Hij deed daarbij eene eigenschap van het politieke leven in Engeland uitkomen, die wel navolging verdient in andere constitutioneele landen, welke zich wel gevormd hebben naarEn- gelsch model, maar den geest van hun model niet altijd juist gevat hebben. Het is de geheele afwezigheid van rancune in de politiek. Lord Granville of de markies van Hartington zullen uren aan uren het ministerie op de hevigste wijze staan te bestrijden; zij zullen zeggen, dat lord Beaconsfield het land ten verderve voert; dat er door het tegenwoordig regime gapingen in de schatkist komen, die niet meer zhllen aan te vullen zijndat de veroverings-oorlogen van Engeland in de koloniën misdadig in hun doel en rampzalig in hunne uitwerking zijn; zij zullen dat alles in onzachte woorden verdedigen, zonder daarom den persoon van lord Beaconsfield, of van lord Salisbury of van eenig ander minis ter een haarbreed minder te achten. Engelsche politieke mannen en ook de bladen van goeden stempel zijn zoo doordrongen van het recht, dat ieder heeft om eene overtuiging te hebben en naar die eerlijke overtuiging te handelen, dat zij wel die overtuiging zelve, de leer, zullen bestrijden, maar nooit den man om de leer. Lelden. Aan de hoogeschool alhier is be vorderd tot doctor in de rechten de heer C. Lu- casse, geboren te 'sHeer Arendskerke, op eene dissertatie. Weenen. Volgens de berekening der Neue freie Presse hebben de liberalen bij de verkie zingen voor de kamer tot dusverre 19 plaatsen verloren. 1 Juni. 's. av. 11 u. 54 gr. 2 Juli 's morg. 8 u. 58 gr. 's midd. 1 u. 66 gr. 's, av. 5 u. 62 gr. De gisteren avond geopende zomervergadering werd bijgewoond door den commissaris des konings, 34 leden en den griffier. Afwezig waren de heeren P. Damas van Citters, Cau en Hennequin, die door ongesteldheid werden teruggehouden;de heer Collot d'Escury, wegen3 verblijf buitenslands en de heeren Van Uye Pieterse, Wagtho en Risseeuw, welke laatsten echter de volgende vergadering hopen bij te wonen. De heeren H. G. Hammacher en C. J. J. A. van Teylingen, sedert de vorige vergadering tot leden der staten gekozen, werden na onderzoek der geloofsbrieven toegelaten en legden m handen des voorzitters de voorgeschreven eeden af. De voorzitter hield daarna de volgende toespraak „Mijne heeren. Wij ontmoeten elkander ditmaal onder treurige omstandigheden. Ik geloof met dat ooit, in een tijdsverloop tusschen uwe verga»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2