N°. 131 122* Jaargaiii 1879. 6 Juni. De verkiezing te Goes. Voetstappen in de sneeuw. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m, franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 6 Cent, Advertentiens 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels 1,5*. iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére G. L. Daubjs en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Middelburg 5 Juni. PEXJILLBT03ST. ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff De onaangename taak, welke ons vóór vier jaren was opgelegd, om den grijzen vertegen woordiger van het district Goes te bestrijden, is ons ditmaal uit de handen genomen. De heer Saaymans Vader heeft, op meer dan tach tigjarigen leeftijd, geoordeeld dat het oogenblik voor hem gekomen was om zich aan werkza me deelneming in ons staatsleven te onttrekken. Zijne eigenaardige figuur, een van de trouwst aanwezigen der leden, die lof mag hem niet onthouden worden en in dat opzicht maakte hij menig jonger afgevaardigde be schaamd,zal voortaan in de kamer gemist worden. Instemmende met de betuiging van persoonlijke hoogachting, hem vóór korten tijd door den minister Kappeyne ten afscheid gege ven, kunnen wij tot het spreken over de keuze van zijn opvolger overgaan. Door het verstandig overleg, dat sedert het district Goes tot een dubbel kiesdistrict ge maakt is, tusschen de liberalen in de verschil lende deelen heeft plaats gehad, is Goes er de vorige maal in geslaagd de verkiezing van een liberalen vertegenwoordiger te doen ge lukken. Zonder zoodanige samenwerking is aan overwinning daar, zooals in zoovele andere streken, niet te denken. Voor de liberalen, bestreden als zij worden door alle fractiën der tegenpartij, is eensgezindheid eene levensvoor waarde. Wij hopen daarom dat thans, nu na rijp beraad tusschen al de afdeelingen der Centrale kiesvéreeniging, de candidaat der libe ralen bij meerderheid van stemmen is aange wezen, alle verschillen van meening onderge schikt gemaakt zullen worden aan het groote algemeene belang en allen, die de toepassing van vrij zinnige beginselen in de vertegenwoor diging als hét belang des lands beschouwen, zich met warmte en ijver zullen wijden aan de taak, om door eigen voorbeeld en opwek king van anderen, eene talrijke en eensgezinde opkomst der liberale kiezers aan de stembus te bevorderen. Wat omtrent de tegenpartij bekend is, doet op een goeden uitslag hopen. Door de anti- 52 DOOS DOHA BUSSEL, TWEEDE DEEL HOOFDSTUK V. Minnaars. sIk heb sir John Tyrell ontmoet", zei hij tot haar, „hij sprak met grooten lof over n, miss Gordon. Hij zei dat gij in Uplandshire buren waart geweest. Het is een deftig man." „Ja," zei Elisabeth, „en het ia zulk een goede man ook." „Daar ziet hij wel naar uit," vervolgde de majoor, „en zijn zoon, die eene die bij de marine is, is een knap jong mensch. Eva scheen erg met hem ingenomen, dien avond toen hij bij ons dineerde. Er werd een paar jaren geleden veel gesproken over den oudsten zoon, die vermoord was. Hij was ten minste dood gevonden maar er is nooit iets van uitgekomen, geloot ik? Herinnert gij u jbjtt geval opk?" revolutionaire leiders is een hunner alomtegen-, woordige' candidatende heer De Savornin Lohman, raadsheer in het gerechtshof te 's Her togenbosch die reeds in zes andere districten om den prijs der overwinning strijdt, ook voor Goes aangewezen. Een van de hoofden der partij, medewerker van de Standaard, geest verwant van dr. Kuyper en dezen in heftigen godsdiensthaat tegen de katholieken evenarende, is hij voor deze een volstrekt onaannemelijk candidaat. Door de Tijd is dan ook het wachtwoord gegeven om hem, zoo bij eerste als bij herstemming, te bestrijden en voor de katholieken treedt andermaal als candidaat op de Limburgsche leeraar dr. Vermeulente Rolduc. Tegenover deze twee candidaten is door de liberalen gesteld de heer mr. W. A. van Hoek, advocaat te Middelburg. Over den heer Van Hoek te spreken, levert voor ons een eigenaardig bezwaar en een ge noegen tevens op. Een bezwaar, dewijl de heer Van Hoek in eene betrekking tot ons blad staat, welke bij oppervlakkige kennis dei- verhoudingen zou kunnen doen veronderstellen dat wij ons niet met volkomen onafhankelijkheid over zijn persoon kunnen uitlaten. Doch ook niet anders dan bij zeer oppervlakkige be kendheid. De bemoeiing van commissarissen met de redactie van ons blad is eene zoo spaarzame, hun beginsel om aan de redactie vrijheid van oordeel en bemoeienis te laten, wordt door hen zoo stelselmatig in acht geno men, dat onze betrekking tot den heer Van Hoek in dat opzicht ons in 't minst niet be lemmert. Men heeft gefabeld over zijne per soonlijke medewerking aan ons blad, doch daardoor alleen eene belachelijke onkunde met den gang van zaken aan den dag gelegd of wel eene betrekking van den heer Van Hoek, van vóór vele jaren, met zijne tegenwoordige positie verward. Wij zouden wel wenschen dat de heer Van Hoek zich eene enkele maal met het behandelen der belangen van stad en land in ons blad wilde belasten. Zijne vaardige pen en uitgebreide kennis zonden hem zich daarvan zeker beter doen kwijten dan het ons gegeven is te doen. Maar het schrijven van dagblad-artikelen behoort niet tot de gewoonten van hen, die in Neder land aan de behandeling der publieke zaak deelnemen en het werk, waar een Bismarck, een Guizot, een Gambetta, een Gladstone, „Ja", zei Elisabeth en wendde het hoofd af op dat hij haar gelaat niet zou zien. „Nu deze ziet er ten minste heel goed uit" ver volgde de majoor, „hij heeft een donker, brons kleurig gelaat. Ik heb hem niet gesproken, want hij bad het zoo druk met de jonge meisjes dat hij geen tijd over bad voor de oude lui." „En en denkt gij dat onze dochter hem aardig vond, papa?" vroeg mevrouw be zorgd. „O niet zoo bijzonder", antwoordde de majoor luchtig lachende. „Er is een zekere sir Robert Dalze, een jonge baron uit het noorden, die vol gens Lady Curzon smoorlijk van Eva is maar het is bespottelijk om over die dingen van te voren te praten." De volgende brief van Eva was behoorlijk aan mama gericht en bevatte een trouwe beschrijving van alles wat zij gezien en gedaan had. Zij amuseerde zich „dol" en oom Kalf was zoo lief en Lady Curzon ook. Zij sprak in dezen brief niet over de Tyrells en Elisabeth had haar al twee maal geschreven voor dat zij weer een brief kreeg want Eva had het zoo druk dat zij geen oogen blikje over had „en dus moest haar beste Lissa niet boos op haar zijn." Daarop vertelde zij haar dat zij de Tyrells nu veel zag en dat zij zooveel van sir John hield. Zijne dochters waren ook in de stad en zij had er met Lady Curzon een visite gemaakt. Zij vond Fanny do liefste. Kende Elisabeth een Cavour, een Castelar, hun leven lang zich meer of minder rechtstreeks mede inlieten, is in den regel niet de bezigheid van hen, die eene plaats onder de Nederlandsche staatslieden innemen of wenschen in te nemen. Het genoegen is voor ons dan ook grooter dan het bezwaar en alleen de moeilijkheid blijft over om, zonder op de kieschheid inbreuk te maken, van den stadgenoot en vriend zooveel goeds te zeggen als wij anders reden zouden hebben om te doen. Van niemand meer dan van den heer Van Hoek, kunnen wij verklaren hem als publiek man, te k e n n e n. Door veeljarige werkzaamheid als gewoon en als rijks-advocaat met schier alle helangeu van ons gewest ver trouwd, heeft hij als lid van den Middelburg- schen gemeenteraad en van de plaatselijke schoolcommissie en in tal van andere openbare betrekkingen getoond, dat het liberalisme bij hem niet maar een klank of partij kleur, maar levensdoel en overtuiging is. Wie met hem in aanraking komt, ondervindt dat men te doen heeft met een man van hart en van karakter, te onafhankelijk om zich tot slaaf van kleine belangen en persoonlijke bedoelingen te maken, maar met te veel doorzicht en be leid om, door overdrijving van zelfstandigheid, het gemeenschappelijk bereiken van een groot doel onmogelijk te maken. Door niemand heter dan door hem kan Goes, dat zich door zijn streven naar ontwikkeling en verlichting op ieder gebied, een eerenaam verworven heeft onder de steden van Nederland, zich op waar dige wijze vertegenwoordigd zien. Wij zullen het hierbij laten. Niet ten on rechte wordt soms beweerd dat men over datgene, waar men het meest van zou kunnen zeggen, het spoedigst is uitgepraat. Dit slechts willen wij er nog bijvoegen, dat wanneer het in onze donkere en verwarde dagen een troost is het oog te mogen vestigen op een man, wiens eerlijkheid van karakter en overtuiging niet onder den schijn eener verdenking ligt bij allen die hem kennen, wij als zoodanig den heer Van Hoek gerust aan onze Goesche vrienden, onder welke hij trouwens geen onbe kende is, durven voorstellen. Heden had ten raadhuize alhier de opening plaats der in het kiesdistrict Middelburg ingele verde biljetten voor de verkiezing van een lid der provinciale staten van Zeeland, ter vervulling Fanny en kende zij den jongen Tyrell goed vroeg het jonge meisje. Dit waren natuurlijk pijnlijke vragen voor de arme Elisabeth en zjj vergoot bittere tranen eer zij die onschuldige woorden kon beantwoorden. Zij vertelde Eva dat zij de dames heel weinig gekend had; maar mijnheer Tyrell en zijn onge- lukkigen broeder beter. Zij deed in dezen brief ook een paar vragen aangaande Jasper in haar vorigen had zij aan Eva gezegd dat het beter was haar naam niet tegenover hem te noemen, gelijk sir John haar verzocht had; maar zij kon de verzoeking niet weerstaan om iets van hem te vernemen. Er verliepen echter drie weken eer Eva weer tijd had om haar te schrijven en in al dien tijd kwamen er slechts korte briefjes voor papa en mama. Eindelijk kwam er weer een brief voor Elisa beth die eenig nieuws bevatte. Hij begon„Beste Lissa, ik weet dat gij mij moet verfoeien, omdat ik u in zoolang niet geschre ven heb en ik haat er mij zelve om; maar elk uur is hier bezet en Lady Curzon knort altijd als ik niet dadelijk gereed ben om overal heen te gaan. Om te beginnen moet ik u vertellen dat die dame en ik een klein standje hebben gehad. Ik heb u nog nooit een beschrijving van haar gegeven, maar dat dien ik nu te doen. Zij is een groote, knappe, statige dame van ongeveer vijf zes-zeven-of acht- en vijftig jaar Zij kleedt zich goed en houdt veel van de wereld en hare van de vacature ontstaan door het overlijden van den heer W. Ph. Yis. Ingeleverd waren 620 biljetten; hiervan werden 8 om verschillende redenen van onwaarde verklaard, zoodat het getal geldige stemmen 612 bedroeg en de volstrekte meerderheid 307. Er zijn uitgebracht op de heeren Mr. G. N. de Stoppelaar 244 stemmen C. J. J. A. van Teijlingen. 235 J. H. Snijders110 W. A. Graaf van Lijnden 6 J. Verkuijl Qnakkelaar 5 terwijl 4 personen ieder 2 en 4 personen ieder éene stem verkregen. Er moet alzoo op 18 Juni eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren De Stoppelaar en Van Teijlingen. In de verschillende gemeenten van het kies- district is gestemd als volgt: Middelburg 265 van de 493 kiezers. Vlissingen 73 256 Veere 15 33 a Oostkapelle 23 41 Domburg 18 V 38 Vrouwepolder 18 41 Serooskerke 18 40 Aagtekerke 16 31 Grijpskerke 17 n 35 Wesfkapelle 18 51 St. Laurens 14 30 Meliskerke 8 32 Zoutelande 11 29 Biggekerke 8 44 0. en W. Souburg 18 44 Koudekerke 23 77 Ritthem 17 24 Nieuw- en St. Joosland 26 31 ff Arnemuiden 14 32 620 van de 1402 kiezers. Met de benoeming van den heer A. Smit tot burgemeester van Vlissingen, (reeds in een gedeelte der oplaag van ons vorig nomrner medegedeeld) vertrouwen wij dat Vlissingen geluk gewenscht mag worden. Sedert jaren is de naam der Kin- derdijksche en Alblasserdamsche Smit's eenslui dend met wakkerheid, eerlijkheid en wel over legden ondernemingsgeest. De benoemde, een man in de kracht van zijn leven, zelf scheepsbouw meester te Slikkerveer en kleinzoon van den bekenden Fop Smit, staat bovendien als president commissaris der Kon. Maatschappij van scheeps bouw en stoomwerktuigen De Schelde tot Vlissingen in nauwe betrekking. Zijn zijne belangen dus innig verbonden met die der gemeente, omgekeerd mag verwacht worden, dat zijne pogingen tot bevordering van den bloei der gemeente bij de genietingen. Haar zoon is gehuwd en ik geloof dat haar eigen inkomen gering is, maar zij heeft veel familie en een menigte vrienden en kennis sen, die allemaal een beetje nit de hoogte op mij neerzien. „Ik heb verteld dat ik op het eerste diner hier aan huis naar tafel gebracht werd door een saaien, plattelands-baron. Die sir Robert Dalze is volgens Lady Curzon een vereerder van mij en gisteren nam zij mij onderhanden, omdat ik hem niet genoeg aanmoedigde in zijn hof makerij. „Maar ik geloof niet dat hij mij het hof wil maken," zei ik. „Malligheid, ik verzeker u dat hij het wel doet. Zulk een rijk jong mensch zou zich in het geheel niet met u inlaten als hij er niets mede bedoelde. Hij weet dat ik het volste recht zou hebben hem te vragen wat hij bedoelde en als uw tijdelijke beschermster voel ik dat ik dat moet doen." „Dan zal ik nooit meer een woord tot n spreken," zei ik woedend, „en tot sir Robert ook niet." „Ik wilde dat gij haar verontwaardigden, ver baasden blik gezien hadt; zij zweeg een oogenblik en zei toon: „Lieve Eva, windt u zoo niet op, asjeblieft gij moet uw gebrek aan opvoeding niet zoo openlijk verraden. Uw vader is een ge- pensionneerd officier, niet waar en gij zijt een zijner drie dochters. Sir Robert is iemand vau

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1