Laatste berichten.
Benoemingen en besluiten.
On der wij s.
scheidene malen daags telegrafische berichten
omtrent den toestand van den prins naar 's Hagei
De Willem Barents heeft gisteren zijn tweede
reis naar de Noordpoolstreken aanvaard.
Hoe ongunstig het weder ook was, toch hadden
velen zich vereenigd om de wakkere bemanning,
onder het bevel van den kommandant De Bruijne,
het vaarwel toe te roepen, en haar zoo ver doen
lijk te begeleiden.
Ontbraken ook bij dit vertrek de vele menschen,
die op den schoonen Meidag van verleden jaar
het ranke scheepje en zijne opvarenden een goede
reis toeriepen, het afscheid was er niet minder
hartelijk om.
De driekleur in top, voer de Nederlandsche
Noordpoolvaarder het IJ af, het kanaal in naar
IJmuiden. Het lag daar op den waterspiegel als
het zinnebeeld van het grootsche, dat met kleine
middelen kan worden gewrocht. Hbl
Men schrijft ons uit Botterdam
De vergadering van Zaterdag mag geacht worden
dit resultaat te hebben gehad, dat commissarissen
van de Afr. Handelsvereeniging zijn gerechtvaar
digd. Er waren van den beginne af allerlei booze
geruchten in omloop gebracht en beschuldigingen
vernomenmen had het aan commissarissen ge
weten, dat de bedriegerijen van Pincoffs en Kerdijk
niet eerder waren ontdekt geworden, en men had
hen beschuldigddat zij de beide schuldigen
moedwillig hadden laten ontsnappen. Welnu,
alle verdenkingen en aantijgingen zijn gelogen
straft. De goede trouw van commissarissen (die
trouwens van allen de zwaarste verliezen hebben
geleden) is buiten kijf. Het moge vaststaan,
dat bij naamlooze vennootschappen het toezicht
van commissarissen voor de aandeelhouders en
geldschieters onvoldoende is, dit ligt dan aan het
systeem, maar in dit geval althans niet aan de
personen. Ook het gerucht, dat commissarissen,
of althans éen hunner, nadat zij kennis hadden
bekomen van den stand van zaken, stukken
zouden hebben gespuid en alzoo er anderen heb
ben laten inloopen, is voldoende gelogenstraft.
Het verhandelde in de vergadering heeft dan
ook een weldadigen invloed op dë gemoederen
uitgeoefend. Opnieuw is het groote nut van
openbaarheid gebleken. Zoolang commissarissen
zwegen, had de laster vrij spel. Men had het
vooral tegen den commissaris-secretaris, mr. M.
Meesdeze, beweerde men, moest van de zaken
geweten hebben, omdat zijne firma kassier was
van de Afrïkaansche. Men trachtte verbittering
te wekken tegen het kantoor van B. A. Mees
Zoonen, en het kabaaltje, in de kiesverceniging
Botterdam tegen ons kamerlid B. P. Mees opgezet,
(ofschoon hij aan de kassiersfirma vreemd is;
hij is de halve broeder van de leden dier firma),
stond in zóóver daarmede in verbanddat men
de ramp, door de Afrïkaansche over ons gebracht,
dacht te exploiteeren in het belang van zekere
politieke bedoelingen. Welnu, ook de firma
Mees is in de vergadering van Zaterdag volkomen
gerehabiliteerd. Het enkele feit, dat zij nog
tusschèn 1 en 15 Mei aan de Afrïkaansche crediet
heeft verleend, bewijst voldoende, dat ook zij
door de flinkheid waarmede Pincoffs zijne kwade
praktijken dreef, is misleid geworden.
Mijne logenstraffing van het gerucht, dat de
ontdekking van den stand van zaken der Afrï
kaansche zou te danken zijn aan den heer Van
Lijnden, als raadsman der erfgenamen van Z. K. H.
prins Hendrik, hebt gij in de vergadering van
Zaterdag op de stelligste wijze bevestigd gezien.
Toen ik het belachelijke fabeltje tegensprak,
Wij lijn dit niet volkomen eens met onzen bericht
gever, Zijne informatiën zijn echter steeds zoo juist,
dat wij gaarne aannemen dat in sommige kringen te
Rotterdam de indruk heerscht, dat commissarissen in
alle opzichten gerechtvaardigd zijn. Red.
en mijnheer Tyrell". Ik dacht terstond aan u en
was zoo benieuwd of dat uw sir John zou
wezem Ik werd aan tafel gebracht door een
heel dom jong mensch, vond ik, maar lady
Curzon fluisterde mij in dat ik heel beleefd tegen
hem moest zijn en toen de heeren na het diner
Weer in het salon kwamen, zag ik dat sir John
naar mij keek eü met oom sprak, die hem naar
mij toebracht en aan mij voorstelde.
„Ik heb verzocht aan u voorgesteld te mogen
Worden" sprak sir John, op den stoel naast mij
plaatB nemende, „daar ik meen dat gij ccn vriendin
van mij, Miss Gordon, kent?"
Gij kunt nagaan wat wij toen orsr u afgepraat
hebben. Hij sprak met groote ingenomenheid over
u en zeide dat alleen huiselijke omstandigheden u
genoopt hadden gouvernante te worden en dat gij
zoo blij was dat gij bij ©ns zulk een gelukkig thuis
gevonden hadt (gij hebt hem dus gezegd dat gij:
u bij ons gelukkig voelt) en daar ben ik oh zoo
biij om maar hij heeft nog wat gezegd. Lissa
lief ik heb beloofd dat ik u alles zou vertellen,
dus moet ik u dit ook mededeelen, ofschoon ik het
heel vreemd vond en sir John onder het spreken
aarzelde en een kleur kreeg.
„Kent gij mijn zoon?" vroeg hij.
„Neen" zei ik.
„Nu dan, miss Dalziel" vervolgde hij „daar gij
waarschijnlijk met Jasper kennis zult maken, moet
ik u een gunst verzoeken."
„En dat is, sir John?"
meende het ülrechtsch Dagblad aan die tegen
spraak geen waarde te mogen hechten, omdat
het fabeltje van zoovele kanten verteld werd.
Alsof het daardoor alleen geloofwaardig werd
Een gewichtig feit, mede uit de mededeelingen
ter vergadering gebleken, is, dat in den avond
van den dag, waarop Pincoffs van hier vertrok,
de officier van justitie door commissarissen van
de Afrik. Handelsv. verwittigd werd van hetgeen
er gebeurd was, en dat die ambtenaar toen nog
nadere informatiën bij hen liet inwinnen, zoodat
aangenomen mag worden, dat dien avond reeds
de politie volkomen op de hoogte was. Den
volgenden namiddag eerst is Pincoffs te Liver
pool aan boord gegaan, terwijl men een nacht
en een halven dag heeft gehad om te beletten
dat hij ontkwam. Yan den ijver onzer justitie
geeft dit geen hoogen dunk.
In de Liverpool Mercury leest men het volgende
„Pincoffs reisde dag en nacht door tot hij te
Liverpool arriveerde, waar hij onmiddellijk passage
naar New-York nam voor zich en zijn drie zoons,
die hem vergezelden. De geheime Liverpooler
politie vernam zijn aankomst en vermoedde dat
er iets niet in orde was; maar daar zij denoodige
papieren niet bezat, was zij machteloos tot han
delen, ofschoon Pincoffs zonder moei
te had kunnen worden gearresteerd.
„De heer G. Williams, hoofd der geheime politie,
beval, dat de man niet uit het oog zou worden
verloren. Hg deelde dadelijk het noodige aan de
Nederlandsche autoriteiten mede en beval terzelf-
dertijd den geheime-politiedienaar Thornthwaite,
Pincoffs na te gaan. Voor hij evenwel antwoord
ontving, was het schip, waarop Pincoffs zich
bevond, vertrokken. Zeer kort daarop arriveerde
een beambte van Londen, met de noodige papieren
voor de arrestatie van den beschuldigde. Het
was te laat om deze hier te doen plaats hebben;
maar, dank zij de vlugheid van den heer Williams
en zijn beambten, verkreeg men een nauwkeurig
signalement van Pincoffs. Dit is aan de autori
teiten te New-York per telegraaf medegedeeld,
en zonder twijfel zal hij bij zijn aankomst worden
gearresteerd."
Wij weten dat dit laatste niet is geschied.
De rede van den heer G. A. Vorsterman van
Ogen, te Oostburg bij A. J. Bronswijk gedrukt
onder den titelDe strijd van 'f oogenblik, is een
warm pleidooi voor de zegepraal der liberalen
bij de verkiezingen op den 10en Juni a. De
schrijver treedt in een onderzoek naar de begin
selen en drijfveeren der anti-liberale partijen,
toont aan hoe onmogelijk bet is, met eerbiediging
der rechten van anderen, hare wenschen te ver
vullen en leidt daaruit af dat alleen de liberale
partij, indien zij eensgezind en krachtig is, in
staat is om op het fundament der grondwet het
recht voor allen te verzekeren en de ontwikke
ling van ons land en volk te bevorderen.
pensioenen. Op pensioen gesteld de ritmeester
H. J. P. Sebrassert Bert, van het 3e reg. huzaren,
en het bedrag van het pensioen bepaald op f 1430
'sjaars.
leger. Benoemd bij den generalen staf, tot
kapitein 2e kl., de le luit. W. F. Bappard, van
het 2e reg. veld-art.
college voor de zEEVisscHERiJEN. Herbe
noemd als leden van het college voor de zeevis-
seherijeu, J. Begtdoorzee, jhr. mr. J. W. M.
Schorer en jhr. E. de Wendt Alberda van Eken-
stein.
posterijen. Benoemd tot commies der poste
rijen van de 4e kl. W. Meijer, thans surnumerair.
„Hem niet te laten merken dat miss Gordon
goevernante bij uwe zuster i3 in het geheel haar
naam niet te noemen dat hij het hoort. Er bestaan
redenen voor" voegde hij er bij. „Miss Gordon
zou niet gaarne willen dat hg, of iemand anders,
behalve ik, een oud vriend harer familie wist
dat zij genoodzaakt was op die manier haar brood
te verdienen.
Zooals gij ziet is Jasper een jong mensch en ik
ben een oud man, dat maakt een groot verschil
in het vertrouwen dat de jonge dames in ons
stellendus moet gij volstrekt niet over haar
spreken."
„Ik heb het natuurlijk beloofd maar ik nam
mij dadelijk voor u alles te vertellen wat hij
gezegd heeft. Hij riep zijn zoon (die geloof ik
bij de marine is) en stelde hem aan mij voor.
Wij praatten een heelen tijd samenik vind hem
heel aardig en hij heeft zooveel gezienmaar ik
vrees dat hij mg een weetniet zal vinden, daar
ik mijn heele leven op een dorp gewoond heb.
„Maar nu zeg ik u vaarwel, lieveling. Schrijf
mij eens gauw en vertel mij van alles van Hazel-
hurst eu zooveel gij wilt over uzelve,
Uwe liefhebbende vriendin
„Eva."
Nadat in eene vorige vergadering der afdeeling
Walcheren van het Nederlandseh onder ivijzersge-
nootschap besloten was tot oprichting eener hulp
spaarbank is in de vergadering van 31 Mei jl.
bepaald, dat zij met 1° Sept. e. k. in werking
zal treden. Van dat tijdstip af zullen alle hoofd
en hulponderwijzers, hoofd- en hulponderwijze
ressen, mits leden des genootschaps zijnde, hunne
gelden op den tweeden Zaterdag van iedere
maand kunnen inbrengen. Na vaststelling van
bet reglement werden tot leden van het bestuur
dier hnlpspaarbank benoemd de heerenW. J.
Wendel, directeur der kweekschool voor onder-
wijzers en Ph. Bank Lz., leeraar aan die inrich
ting beide te Middelburg met het recht-om zich
een derde lid buiten Middelburg te assumeeren.
Aan het verslag van den staat der spaarbank
over 1878, waarvan de hoofdzetel te Amsterdam
gevestigd is en die tot de meest soliede instel
lingen behoort, ontleenen wij het volgende.
Op 1 Januari 1879 bedroeg de deelneming
f 891354,02§, de bijgeschreven rente f 43197,64
en het geheele kapitaal f 934,55I,66i. De totale
belegging op hypotheek heeft tot onderpand eene
getaxeerde waarde van f 1,856,250. Het gedeelte
in 1878 belegd n. 1. f 168,000 eene getaxeerde
waarde van f 331,000. De verkregen renten van
prolongatiehypotheek, beleeningen op obli-
gatiën met hypotheek en van pandbrieven
43203,98^, zoodat na aftrek van onvermijdelijke
onkosten aan de geldbeleggers eene rente ten
goede komt van 5,02° pet. 's jaars. Gedurende
het dertigjarig bestaan der spaarbank is de be
hoefte aan eenig reserve- of garantièfonds niet
gebleken, ofschoon dit laatste tot dekking van
in de toekomst mogelijke verliezen op 1 Januari
jl. beschikbaar heeft f 5697,55.
Gisteren werd te 's Gravenhage de algemeene
vergadering van Volksonderwijs gehouden. Het
getal afdeelingen bedraagt thans 129, dat der
correspondentschappen 18, dat der leden 10,001.
Tot leden van het hoofdbestuur werden gekozen
de heeren H. J. E. van Hoorn, Ph. B. Hugenholtz
en O. Bommerts. Met algemeene stemmen werd
een voorstel van het hoofdbestuur aangenomen
tot het openen van een cursus voor het geven
van onderricht in handen-arbeid te Botterdam,
onder leiding van den heer Groeneveldt, waarop
voorloopig 24 onderwijzers toegelaten zullen
worden. De vereeniging zal daartoe eene toelage
van f 1000 verstrekken.
Den heer mr. A Kerdijk, afgetreden secretaris,
doch niet in de vergadering aanwezig, werd her
haaldelijk warme hulde gebracht voor de gewich
tige diensten, door hem aan 't onderwijs en aan
de vereeniging bewezen.
De heer mr. A. Kerdijk verklaart in de
N. B. Ct-, naar aanleiding van een bericht dat
Pincoffs kort voor zijn vertrek nog onderhandeld
heeft met twee leden der familie van Kerdijk,
dat zoowel hij als zijn vader te Wiesbaden en
zijn broeder te Havre van de geheele treurige
aangelegenheid niets vernomen hebben vóór Don
derdag den 15°n Mei jl.
De heer K. P. Mackenzie stapte Maandag
avond te Deltt in een coupé 2e klasse van den
spoortrein naar Botterdam, in welke coupé zich
nog verscheidene reizigers bevonden, en eene ruit
gebroken was. Te Schiedam stegen alle mede
passagiers uit. Te Botterdam werd van den
overgeblevene door een conducteur op onbeschof-
ten toon een rijksdaalder geëischt voor het bre
ken van een ruit en op zijne weigering om te
betalen, zijn naam en woonplaats gevraagd, om
proces-verbaal te maken.
Voortaan mag men, bij 'tinstijgen, wel eerst
HOOEDSTUK V.
Minnaars.
Men kan nagaan welke de gevoelens van Elisa
beth waren bij het lezen van dien brief. Het is
altijd zonderling als men over intieme vrienden
boort spreken als over vreemden, maar het allerzon
derlingste was voor Elisabeth dat Eva Jasper
had leeren kennen.
Hoe gaarne zou zij haar gevraagd hebben hoe
hij er uitzag en wat hij gezegd had: zij had
haar zijne onbeduidendste gezegden wel willen
laten herhalen.
En het was haar eigenlijk ook een heimelijke
teleurstelling dat sir John haar geheim zóo goed
voor Jasper verlangde te bewaren, 't Was wel
waar, zij had het hem verzocht 't was ook
waar dat het veel beter was dat Jasper niet wist
waar ze was maar toch.
Had zij niet altijd nog in stilte gehoopt dat de
post haar eenig teeken van hem zou brengen, dat
sir John wellicht de ongerustheid van zijn zoon
eeiiigszins weggenomen zou hebben
Maar nu wist zij dat hij dat niet gedaan had
en toch kon Jasper in gezelschappen gaan en
aardig met jonge meisjes praten! Die brief van
Eva droeg niets bij tot haar geluk, en toen de
majoor na een week terugkeerde moest zij weer
van Jasper hooren.
{Wordt vervolgd
zelf proces-verbaal laten opmaken van den toe
stand, waarin de waggon zich bevindt!
Een aardig staaltje van den nonsens, die
dagelijks aan de groote bladen wordt geseind,
vindt men in een telegram uit Berlijn aan de
Times, waarin gezegd wordt, dat prins von
Bismarck in de tariefdiscussiën eene ongeëven
aarde kennis heeft ten toon gespreid van den
handel in al zijne onderdeelen. Nu zijn des kan
seliers vrienden en vijanden het vrij wel over het
tegendeel dezer bewering eens. Zoodra hij het
gebied van het algemeene verlaat om in bijzon
derheden te treden, maakt hij fout op fout. Zoo
beweerde hij verleden week, dat de graankoopers
in het noordoosten van Pruisen goede Duitsche
rogge mengden met Bussische, die steeds van
minder allooi was en dat dit mengsel in den
handel bekend was als „Stettiner mengsel." Nu
antwoordt daarop eene groote graankoopersfirma
in Stettin, dat zulk een mengsel noch daar, noch
op eenige vreemde markt bekend is, en dat bui
tendien in de laatste jaren de Bussische rogge
van uitnemende qualiteit was en haast niets goed-
kooper dan de Duitsche. Het is nu wel niet zoo
erg, dat prins Bismarck niet alles weet, maar
dan moet men hem het tegenovergestelde ook
niet nageven in bladen als de Times.
De bestuurders eener Amerikaansche spoor
weg-maatschappij hebben uit de rapporten van 26
andere maatschappijen eene statistiek opgemaakt
van den levensduur van hun materieel. Eene
locomotief duurt van 8 tot 24 jaren, personenwagens
van 8 tot 20, veewagens door elkaar 10 en
goederenwagens 11§ jaar. De houten spoorweg
bruggen in de Yereenigde Staten houden het van
vijf tot twintig jaren uit. IJzeren rails duren van 3
tot 12 jaar, stalen van 9 tot 20.
Men heeft voor den jongen vorst van
Bulgarije reeds eene vrouw gereed; de publieke
opinie koppelt gaarne een huwelijk aaneen. De
dochter van vorst Jussupow is wellicht het rijkste
meisje in Europa, doch haar vader is brandgierig.
Hij beschikt over een inkomen van ettelijke mil-
boenen roebels, geheele provinciën in Busland
behooren hem toe en hij heeft een aantal huizen
in St. Petersburg, die van buiten gezien ware
paleizen zijn. Van binnen zijn zij echter erg vuil
en slecht onderhouden, zoodat de vorst een week
of wat geleden wegens overtreding van politiever
ordeningen op de reinheid en het onderhoud der
woningen tot eene gevangenisstraf van vier weken
werd veroordeeld. Alle voorstellen en verzoeken
zijner administrateurs om wat aan de huizen te
laten doen waren vergeefsch. Trouwt nu echter
zijne dochter met een regeerend vorst, dan zal
wellicht de eerzucht de bovenhand houden boven
de zuinigheid.
Niettegenstaande een hunner drukkerijen
is ontdekt, hebben de Bussische nihilisten nog
middel gevonden om eene proclamatie te versprei
den. Zij begint met de bewering, dat het doel
der partij is eene radicale verandering te brengen
in de politieke en maatschappelijke inrichting van
Busland en om bij het volk het bewustzij n op
te wekken; dat het rechten heeft. Om dat doel
te bereiken moet het volk op de hoogte worden
gesteld van de misdadige bedoelingen der heer-
schende standen. Als de Bussen de ware oor
zaken zullen kennen van hun droevigen toestand
zullen zij spoedig middel vinden om voor hunne
bevrijding te vechten; dan zullen zij erkennen,
dat hun werk niet is de Turken uit Europa te
verdrijven en de Slaven te steunen, wijl zij met
hen van éen ras zijn, maar om hun eigen toestand
te verbeteren en hun bloed en have niet meer
ter beschikking te houden van eene kliek lieden,
die enkel op eigen voordeel uit zijn. „Wij heb
ben menigen broeder verloren, zoo eindigt
het stuk, laat ons over hunne graven elkander
in broederlijke eensgezindheid de hand drukken
en een beroep doen op het volk, als het geschikte
uur zal geslagen zijn."
Twee bekende paardendieven in Amerika
duelleerden onlangs met het gevolg, dat beide
er het leven bij lieten. Een New-Yorksch blad
merkt naar aanleiding daarvan op, dat wat men
ook overigens moge aanvoeren tegen de manie
van duelleeren, in een geval, waarin twee zulke
boeven tegenover elkander staan, een duel in het
belang der openbare veiligheid zeer wenschelijk
is, vooral als de uitslag zoo afdoende is als in
dit geval.
Amsterdam. Van Santen Kolff is door het
gerechtshof alhier wegens manslag veroordeeld
tot acht jaren tuchthuisstraf.
dravenhage. Prins Alexander heeft gis
teren avond uit Parijs getelegrapheerd dat de
gunstige wending in de ziekte van den prins van
Oranje bleef aanhouden en hij voor 'teerst zijn
broeder heeft gezien. De kroonprins wa3 bij dat
bezoek zeer aangedaan.
's dravenhage. Men verzekert dat het
ministerie gisteren collectief zijn ontslag ingediend
heeft, na weigering van den heer Kappeyne om
zonder den minister Tak aan te blijven.
Konstantinopel. De sultan heeft geweigerd
de benoeming der ambtenaren in Eumelië te be
krachtigen. Hij beschouwt het dragen van den