Gemeenteraad van Goes,
458 worden begroot en dat het aanschaffen van
een 300tal vaten f 450 zal kosten, dns de geheele
inrichting met 1000 kan worden tot stand ge
bracht en dat daardoor de gemeente eene jaar-
lijksche opbrengst van 180 zal genieten, wordt,
op voorstel van burg. en weth., zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming, het gevraagde
crediet verleend.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de me-
dedeeling van den voorzitter dat van den kwee-
keling De Wolff een brief van dankbetuiging
voor de hem verleende gratificatie is ontvangen.
Van Belfroid c. s. is een adres ingekomen, hou.
dende verzoek om in plaats van 10 uren, zooals
de verordening voorschrijft, van 9 uren 's mor
gens af op de gemeente begraafplaats te mogen
hegraven.
Burg. en weth. stellen voor, om, met het oog
op de billijkheid van het verzoek, art. 12 der
verordening in dien zin te wijzigen, waartoe de
raad zonder hoofdelijke stemming besluit.
Van het burgerlijk armbestuur is ingekomen
de rekening en verantwoording over 1878, die,
op voorstel van burg. en weth., wordt gesteld in
handen der commissie van financiën.
De voorzitter legt nog over de van de gemeen
tebesturen van Gorinchem en Middelburg ont
vangen jaarverslagen, waarna, aangezien niemand
der leden meer het woord verlangt, de vergade
ring wordt gesloten.
Zitting van Vrijdag 23 Mei.
Voorzitter de heer De Witt Hamer.
Tegenwoordig 9 leden. Afwezig de heeren
Blaaubeen, Van der Hoek en Busing.
De notulen der vorige vergadering worden na
voorlezing goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede:
bestaan te verschaffen niet laten voorbijgaan
want hoe goed air John ook voor haar was,
voelde zij toch dat zij niet langer van zijn edel
moedigheid kon leven. Zoo begaf zij zich dus in
den zwaren rouw, met een dubbelen krippen
sluier voor haar gelaat, op het bepaalde uur op
weg en werd zeer vriendelijk door mevrouw
Perkins ontvangen.
HOOFDSTUK II.
Eva Dalziel.
De Dalziels waren er nog niet toen Elisabeth
het kantoor van mevrouw Perkins binnen trad en
terwijl zij een oogenblik wachtte had zij tijd
om er over na te denken hoe velen daar met
loome schreden en met een bedrukt gemoed waren
in- en uitgegaan.
Weldra echter hoorde zij een rijtuig stilhouden
en daar kwam een knappe man met grijs haar
binnen, vergezeld van een zeer schoon, jong meisje.
„Majoor en juffrouw Dalziel," zei mevrouw
Perkins opstaande. „Dit is miss Gordon," voegde
zij er hij terwijl Elisabeth ook opstond en boog.
„Ha zoo" zei de majoor. „Ha hem I"begon
hij weer buigende en scheen niet precies te weten
hoe hij het gesprek moest beginnen. Maar juf
frouw Dalziel trad met een vriendelijk gelaat naar
voren en zei:
dat het plantsoen aan de Koebarrière voor het
publiek verkeer is opengesteld;
dat de vacature, mejuffrouw C. Siepman, als
naaister aan de naai- en breischool voor on- en
minvermogenden op verzoek van de hoofdonder
wijzeres niet is vervuld, maar dat de kweeke-
lingen der bewaarschool behulpzaam zijn en ook
de jaarwedde znllen ontvangen;
dat de heeren Van Heel, Den Boer en Oehtman
zijn benoemd tot leden der commissie voor de
graanmarkt, tevens met verzoek eene aanbeveling
in te zenden ter benoeming van 3 korenmeters
en een beursknecht;
dat voor den loopenden cursus als waarnemend
directrice der meisjesschool is benoemd mejuff.
H. R. D. van der Meij;
dat de benoemde leden der commissie van
toezicht op de inrichtingen voor middelbaar
onderwijs hunne benoeming hebben aangenomen,
en dat door hen de heer Oehtman is gekozen tot
voorzitter en de heer De Marees van Swinderen
als secretaris;
dat, in plaats van den heer Fransen van de
Putte, als lid der districtscommissie yan het fonds
tot aanmoediging en'ondersteuning van den ge-
wapenden dienst is benoemd de heer De Jonge
van EHemeet, die de benoeming heeft aangenomen;
dat de hulponderwijzer P. Verhagen, die eerst
5 April in functie is getreden, doch reeds 1 Fe
bruari te HeinkeDszand eervol ontslag had be
komen, verzocht heeft de jaarwedde over de
maanden Februari en Maart, toen hij doorziekte
verhinderd was in betrekking te zijn, te mogen
ontvangen en burg. en weth, daarop eene gunstige
beschikking hebben genomen. -
Alles voor notificatie aangenomen.
Daarna wordt ter tafel gebracht
Van burg. en weth. het gemeente-verslag over
1878, dat reeds half gedrukt is en zoodra het
van de drukkerij komt aan de leden zal worden
uitgereikt, terWijl de verslagen van de oefenschool
en van het comité tot wering van schoolverzuim
beide over 1878 zijn ontvangen, die nog als
bijlagen in het jaarverslag der gemeente zuilen
worden opgenomen.
„Mevrouw Perkins heeft ons van u verteld; zooals
gij weet, zoekt mama een gouvernante voor mijn
zusjes. Zij zijn veertien en elf jaar, niet waar
papa
„Ja, ja, dat geloof ik wel," antwoordde de
majoor.
„En mama verlangt dat zij fransch en muziek
leeren," vervolgde het meisje op weiwillenden
toon. „In een woord de gewone vakken, wat
wij allemaal leeren is het niet papa
„Ja, dat geloof ik wel," zei de majoor weer.
„Zoudt gij by ons willen komen? vervolgde
juffrouw Dalziel.
„Ik moet u evenwel zeggen dat het plaatsje
waar wij wonen zeer stil is een echt boeren
dorp."
„O dat is niets," antwoordde Elisabeth. „Ik
houd van stilte-"
„Dan zijt gij niet zooals ik," zei de schoone
Eva„ik verfoei de stiite ik ga gaarne eiken
dag uit en zie graag dikwijls andere menschen.
„Dat zou u spoedig genoeg vervelen," zei de
majoor, zijn dochter aanziende.
Zij was het toonbeeld van een mooi Engelsch
meisje. Hare trekken waren fijn en zacht en hare
oogen blauw, vriendelijk en openmaar de grootste
bekoorlijkheid van haar gelaat was haar tint-
Men kon zich geen blanker fijner huid voorstellen
en bij elke voorbijgaande aandoening verscheen
er een allerliefst blosje op hare ovale wangen.
Van den heer Bevier de Fouw, bericht dat hij
wegens verandering van woonplaats zijn ontslag
als lid van den raad neemt.
Van verschillende gemeenten verslagen over
1878, die in de boekerij geplaatst zullen worden.
Van mejuff. Schootmau, verzoek om ontslag als
hoofdonderwijzeres der bewaarschool, wegens hare
benoeming als zoodanig te Buiksloot, welk ver
zoek wordt gesteld in handen van de plaatselijke
schoolcommissie.
Van den ingenieur bij den waterstaat H. E. de
Bruijn, rapport omtrent den toestand van het Sas.
Na de lezing van dat rapport, waaruit blijkt dat
de toestand van het Sas eenigszins achteruit
gaat, stellen burg. en weth. voor, de metingen
twee maal 'sjaars, zooals genoemde ingenieur
aangeeft, te doen plaats hebben en verder het
rapport voor kennisgeving aan te nemen. Wordt
alzoo besloten.
Alsnn wordt overgegaan:
1° tot de benoeming van eene regentes over
het gasthuis; daartoe waren door het gasthuis-
bestuur aanbevolen mejuffrouw J. Blaaubeen en
mejuffrouw S. M. van Renterghem en werd de
eerstaanbevolene met 8 stemmen benoemd;
2° tot behandeling van het verzoek van ar.
Polman Kruseman, leeraar aan de inrichtingen
van middelbaar onderwijs, om ontslag als zooda
nig tegen 1 Mei.
Nadat door den heer jhr. van der Feltz nadere
inlichting gevraagd was omtrent het waarnemen
der lessen en de voorzitter en de heer J. J.
Oehtman die verstrekt hadden, werd, op voorstel
van burgemeester en wethouders, het ontslag
eervol, tegen 1 Juli, met algemeene stemmen ver
leend
3° de behandeling der rekening van de com
missie van kazerneering wordt aangehouden tot
eene volgende vergaderingwegens het gering
aantal aanwezige leden
4° worden goedgekeurd de rekeningen der Ver-
eeniging van Werklieden en der Gezondheidscom
missie en de begrooting voor 1879 der laatstge
noemde commissie
5° worden de heeren B. van Asperen Vervenne
Ja Eva Dalziel was zeer mooi en even lief als
zij er uitzag. Zij was juist achttien jaar en had
nog geen zorgen of verdriet gekend. Haar eigen
moeder had zij vroeg verloren en de tweede vrouw
van majoor Dalziel had zich tot taak gesteld om
haar stiefdochter gelukkig te maken en daar was
niet veel toe noodig.
„Dus wilt gij komen vroeg zij weer, Elisa
beth aanziende.
„Als als gij denkt dat ik er geschikt
voor ben antwoordde Elisabeth sterk blozende
„O dat zijt gij zeker," zei Eva. „Het zal zoo
prettig voor mij zijn wij zullen samen gaan
wandelen en ik zal u al de schoonheden van het
dorp laten zien. Papa, zal het niet prettig voor
mij zijn als miss Gordon komt?"
„Zeker, zeker mijn kind," antwoordde de majoor.
„De kinderen zijn heel aardig," zei de schoone
Eva nadenkend, haar hoofdje op zijde houdende;
„maar het zijn natuurlijk kinderen. Mama zult
gij heel lief vinden, denkt gij ook niet papa?"
„Ja natuurlijk mijn kind, natuurlijk" zei de
majoor „en er was nog iets Eva ja
mama zou misschien wel informaties verlangen."
„O dat doet er niet toe" antwoordde Eva
haastig. „Ik ben zeker dat miss Gordon juist
iemand is zooals wij noodig hebben."
„Maar ik zou u toch liever inlichtingen geven"
zei Elisabeth vriendelijk. „Wanneer dus majoor
Dalziel zoo vriendelijk zou willen zijn om te
en J. J. Oehtman benoemd als leden van het
stembureau voor de verkiezing van een lid der
tweede kamer van de staten-generaal
6* komt in behandeling het verzoek van den
hoofd-commissaris der vereeniging van werklieden
om een renteloos voorschot van de gemeente tot
herstel der bergplaats van materialen; op ad vie 3
der financieele commissie, overgenomen door
burgemeester en wethouders, wordt zonder be
raadslaging of hoofdeljjke stemming besloten het
verzoek toe te staan, mits het geld binnen 2 jaren
terug worde gegeven
7» op de aanvrage van EL F. van Renterghem
om Zaterdags vóór kermis de tenten en kramen
te mogen opslaan, wordt, op voorstel vau burg.
en weth., besloten de verordening te wijzigen
zoodanig dat Zaterdags een aanvaDg kan worden
gemaakt met Let opslaan der kramen en Don
derdags na kermis alles verwijderd moet zijn
8° omtrent de aanvrage van het bestuur van
den Goeschen polder, tot sueering van water in
de haven van Goes, wordt op voorstel van bur
gemeester en wethouders, volgens advies van den
ingenieur de Bruin, besloten afwijzend te beschik
ken, doch mocht het bestuur van den Goeschen
polder vergunning van den Wilhelminapolder
kunnen bekomen om de sueering te doen plaats
hebben door de oude sluis, dit zooveel mogelijk
te bevorderen
9» Aan het gasthuisbestuur wordt machtiging
verleend tot af en overschrijving op de begrooting
voor 1878.
De punten der agenda afgeloopen zijnde,
vraagt de heer jhr. van der Feltz het woorden
vraagt of het zingen en schreeuwen op straat 's nachts
hij gelegenheid van feestdagen niet kan worden
beperkt, of de goten in de 's Heer Hendrikskin -
derenstraat en in het straatje naast zijn huis niet
beter kunnen worden gereinigd, en of het uit
kloppen der kleeden ook niet bij verordening kan
worden geregeld.
De voorzitter doet toezegging een en ander
nader bij het dagelijksch bestuur in overweging
te zullen geven en sluit daarna de vergadering.
schrijven aan sir John Tyrell in Uplandshire, ge
loof ik wel dat ik mij op diens antwoord kan
verlaten.
„Opperbest" zei de majoor en schreef het adres
op.
„Dan is alles afgesproken en gij komt bij ons.
Ik ben zoo blij en ik hoop dat gij gelukkig
bij ons zult zijn. Wanneer denkt gij dat gij
zoudt kunnen komen?
„Zoodra uw papa antwoord heeft van sir John.'
„O dat is goed! Het spijt mij dat wij over
morgen de stad weder verlaten, maar komt gij
dan de volgende week Papa, krijg nw reisgid s
eens en wijs Miss Gordon welke treinen zij heb
ben moet. Wij wonen twee mijlen van het sta
tion, maar mama zal u den hittenwagen zenden
en papa een kar voor qw goed."
Zoo bepaalde miss Eva alles en ook dat zij,
zoodra sir John den brief van den majoor beant
woord had, aan miss Gordon zou schrijven eu
haar verzoeken zoo spoedig mogelijk naar Hazel-
hurst te komen.
(Wordt vervolgd.)
GEDEUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS
TE MIDDBDEUKG,