N°. 123.
122e Jaargang.
1879.
Dinsdag
27 Mei.
Dit blad verschijnt dagelijks,'
met nitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs pej 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nogfoiers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Ad ver ten tien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Daubk en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
Middelburg 26 Mei.
Benoemingen en besluiten.
'S fi J J
-
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend:
dat de patenten over het 4e kwartaal van het
dienstjaar 1878/79 ingevuld gereed liggen, en dat
tot de afgifte daarvan ten raadhuize zal worden
gevaceerd van den 28 Mei tot den 11 Junij a. des
Woensdags en Zaterdags van iedere week, des
voormiddags van 10 tot 12 uur.
De belanghebbenden worden mitsdien aange
maand om, binnen den boven bepaalden tijd, de
voorschreven patenten in persoon te komen af
halen, bij gebreke waarvan deze door den deur
waarder der directe belastingen, tegen voldoening
van tien cent, aan huis zullen worden uitgereikt,
terwijl zij zich blootstellen in eene boete te ver
vallen van vijftien gulden, indien zij, des gevraagd,
hun patent of een afschrift daarvan, niet kunnen
vertoonen.
Hiervan is afkondiging geschied waar het be
hoort, den 24 Mei 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHOEEE,
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Volgens het Vaderland zou de minister Tak
van Poortvliet zijne portefeuille ter beschikking
van Z. M. den koning gesteld hebben.
Wij zouden dit zeer betreuren. Er is niets
gebeurd dat dien stap zou wettigen. Een zeer
gewichtig, wetsontwerp, de kanalenwet, waar de
minister met reden veel aan hechtte, is door de
tweede kamer verworpen. Maar is dat eene reden
voor den heer Tak om heen te gaan? Het zou
er ongelukkig uitzien wanneer een staatsman,
zoodra hij in een of ander belangrijk opzicht
voor het oogenblik teleurgesteld werd, daarin
dadelijk eene reden moest zien om de handen in
den schoot te leggen. Zijn niet geduld en zelf-
beheersching, het vermogen om zijn tijd af te
wachten, en wat niet in eens te bereiken is langs
andere wegen te verkrijgen, de gaven van den
waren staatsman en zou de heer Tak, zoo kort
nog bij het begin zijner loopbaan, die wij hopen
dat in een ver verschiet tót heil des vader
lands moge voortgezet worden, het bewijs willen
geven dat deze gaven bij hem te vergeefs ge
zocht worden?
Wij hebben ons onthouden van aanbeveling of
bestrijding der kanalenwet, omdat wij aan den
eenen kant de noodzakelijkheid van een kanaal
van Amsterdam naar den Rijn (het hoofdpunt
der wet) niet konden ontkennen, maar van den
anderen kant eene groote huiverigheid niet van
ons konden afzetten om op dit oogenblik,
met een ongedekt tekort in onze staatsbegroo-
ting, de schatkist te bezwaren met zulk een
nieuwen last, waarvan, ondanks de schijnbaar
nauwkeurigste ramingen, de juiste omvang onmo
gelijk te overzien was. Datzelfde bezwaar heeft
de meerderheid der kamer teruggehouden. En
toch, ondanks deze bedenking, waarbij nog de
technische tegenwerpingen zich voegden,, die bij
niet éen groot werk ontbreken, hebben de helft
min een der 'stemmende kamerleden zich vóór de
wet verklaard. Bewijs genoeg dat er tegen het
beleid en de bekwaamheid van den minister,
waaraan door de tegenstemmers van elke rich
ting om strijd hulde werd gebracht, schijn noch
schaduw van wantrouwen bestond.
Waarom zou de minister dan heengaan? Om
dat de kamer kortzichtig is en hem in de uitvoe
ring zijner grootsche plannen tegenhoudt? Deze
stelling als juist aannemende, dan is het de roe
ping van den grooten geest, om door zijn leer
en invloed de kleineren gaandeweg tot den rui
men kring zijner bedoelingen op te voeren. Met
het werk uit de handen te leggen bereikt men
dat doel nooit. De minister wist toch, toen hij
vóór nog geen twee jaren de portefeuille aan
vaardde, met welke kamer hij te deen zou krij
gen en voor zijn scherpen blik kan het niet
verborgen zijn geweest, dat menigmaal het reculer
pour mieux sauter de eenige leuze zou zijn, onder
welke hij iets tot stand zou kunnen brengen.
fitwler en retirer zijn echter twee geheel ver
schillende dingen. Het eene is de uiting van den
volhardenden wil, het andere de opwelling der
moede- en machteloosheid. De minister Tak
heeft eene te schoone tóekomst voor zich, om
toe te laten dat deze laatste twee woorden ook
maar éen oogenblik met zijn naam in verband
kunnen worden gebracht.
Gelukkig wordt het bericht van het Vaderland
nog door geen der later verschenen bladen be
vestigd en door de N. Rott. Ct zelfs niet over
genomen.
Naar aanleiding van de vele klachten over de
houding der commissarissen van de Afrikaansehe
Handelsvereeniging, die niet gezorgd hebben dat
Pincoffs en Kerdijk Dinsdag avond onder de
hoede der politie gesteld werden, maakt de N.
Eott. Ct. heden eenige opmerkingen, welke naar
't ons voorkomt ernstige overweging verdienen.
Er is in al dit geroep om wraak, alsof de ramp
en de misdaad, waarvan hier sprake is, iets ver
minderd zouden worden wanneer de misdadigers
maar achter slot en grendel zaten, naar onze
schatting iets kleinzieligs en onedels, waartegen
wij waarschuwen willen. Wij trekken natuurlijk
in de verste verte geen partij voor de beide
oplichters, of voor hen, die door jaren lange zorge
loosheid en blind vertrouwen, het plegen hunner
wandaden mogelijk hebben gemaakt. Wij hopen,
voor de eer van recht en gerechtigheid van harte,
dat de justitie in hare pogingen om den nog voort-
vluchtigen Pincoffs te vatten, moge slagen. Maar
deze wensch, die zucht om haat te koelen en
„in te peperen", moet niet de grondtoon zijn
in het koor van verontwaardiging, dat bij den
smaad, der goede trouw aangedaan, van onzen
vaderlandschen bodem mag en moet oprijzen.
„Het valt gemakkelijk, schrijft de N. R. Ct,
zich op een verheven standpunt te plaatsen
met de in het afgetrokkene onbetwistbare spreuk
in den mond: recht en gerechtigheid gaan boven
financieel belang; doch waar het niet eigen be
lang, maar het belang van stad en land geldt;
waar vorderingen van niet minder dan 12,000,000
in de waagschaal staan, waarmede het wel en
wee van honderden familiën verbonden is,
daar mag het doortasten en het fiatjustitia pareat
mundus heldhaftig klinken, maar daar verdiende
de mogelijkheid van redding wel eene nauwge
zette overweging. Die overweging schijnt op
dien Dinsdag avond, volgens de mededeelingen
in de vergadering van crediteuren gedaan, bij
commissarissen op den voorgrond te hebben ge
staan. De hoofdvraag die de commissarissen voor
den geest zweefde, was: hoe is het mogelijk de
onafzienbare ramp, die eene onmiddellijke staking
van betaling der Afr. Hv.. moest ten gevolge
hebben, nog af te wenden Daarom besloten zij
in overleg met de grootste crediteuren, den vol
genden dag na te gaan, of het mogelijk was een
plan tot bereiking van dat doel te vormen.
Inmenging van de justitie zou op dat oogenblik
alle andere overwegingen belet en ieder kalm
overleg afgesneden hebben, en van de bezittingen
aan de Kust ware waarschijnlijk niets terecht
gekomen."
Door het Haagsche Dagblad onvoorzichtig uit
gelokt om over de berichten zijner correspon
denten te Rotterdam, betreffende de zaak-Pincoffs,
hare meening te zeggen, laat de N. R. Ct zich
als volgt uit over den Rotterdamschen bericht
gever van het Dagblad:
»Als een blad zich van eeh individu bedient, dat beur
telings het wildste ongeloof predikt, voor het Dagblad
conservatieve berichten schrijft, bij de liberalen zijn
diensten aanbiedt, en aan de ultramontanen geld verdient,
is zulk een blad dan zelf van schuld vrij?"
De N. R. Ct zal zeker wel weten wat zij schrijft.
Maar kras is het
Uit goede bron vernemen wij, dat door den
minister van waterstaat, handel en nijverheid is
goedgekeurd het aan hem door commissarissen
der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen,
volgens art. 17 der statuten, voorgedragen twee
tal candidaten ter vervanging van den heer
's Jacob, die met 1° Juli aanstaande als directeur-
generaal dier maatschappij aftreedt.
In de vergadering van 5 Juni a. te Amsterdam
te houden, zal door de aandeelhouders uit dit
tweetal, bestaande uit de heeren Vrolik, secretaris,
en Van der Goes, chef van het mouvement der
Expl. Maatsch., eene keuze worden gedaan.
(N. R. Ct.)
■,r%
Door Johannes L. Gruber, fabrikant en
werktuigkundige te Utrecht, is concessie aange
vraagd voor den aanleg en de exploitatie vau een
stoomtramweg voor het vervoer van personen en
goederen van Vlissingen naar Middelburg langs
den Nieuwen weg.
Men deelt ons omtrent die aanvrage verder
het volgende mede
Het plan is niet alléén personen, maar ook
bagage, kleine pakjes en goederen te vervoeren.
Bij de berekeningen is aangenomen dat de dienst
's morgens om zes uren zou aanvangen en des
avonds om elf uren eindigen.
Voorloopig zal ieder uur een rijtuig vertrekken,
zoowel van Vlissingen als van Middelburg, zoo
dat men dagelijks 18 maal gelegenheid zal hebben
om van den tram gebruik te kunnen maken.
De exploitatie zal geschieden met stoomrijtui-
gen, waarvan de machine en het rijtuig zelf
éen geheel vormen. Mocht het voor het goede
renvervoer noodzakelijk blijken, dan zullen ook
een paar losse machines aangeschaft worden.
De stoomrijtuigen en de machines zullen zoo
danig ingericht worden, dat zij geen gedruisch
maken, geen vonken of stoom laten ontsnappen,
zoodat geen gevaar voor brand of voor het schrik
ken van paarden bestaat. Zij zullen op een af
stand van vijf meters volkomen tot stilstand
kunnen gebracht worden. Met deze rij tuigen
kunnen 50 personen en 5 ton (5000 kilogr.)
goederen vervoerd worden, terwijl zoo noodig,
daarachter nog een gewoon tramwegrijtuig of
een goederenwagen kan gekoppeld worden.
De rij tuigen rusten op twee geheel op zich
zelfstaande stellen van twee assen. Dit stelsel,
bekend onder den naam van bogie of truck, is
toegepast om zelfs bochten van 14 meter straal
te kunnen passeeren.
De weg zal geheel uit ijzer bestaan. Hij is
in hoofdzaak samengesteld uit vignoia-spoor-
staven, aan de einden door laschplaten verbonden
en op gelijke afstanden rustende op ijzeren stoelen,
waarin grove ballast is gestampt. Deze stoelen
zijn veroenigd door ijzeren stangen, welke de
spoorwijdte bepalen.
De richting van den weg binnen Middelburg is
aldus aangevraagdGroote markt, Pottenmaikt,
Langeviele, Pottebakkersingel, Zandstraat ea Lan-
gevielesingel naar den Vlissingschen weg.
In Vlissingen zou hij loopenHavenstation,
Lokaalstation, Kanaal, Dok, Walstraat en Kleine
markt, aldaar zou een afzonderlijke dienst ge
organiseerd worden in verband met de aankomst
en het vertrek der stoombooten en treinen.
Tot heden is door het plaatselijk comité alhier
voor den aanstaanden tocht naar de Noordpool
streken aan het hoofdcomité te 's Hage opge
zonden.
Inschrijvingen te Middelburg 773.50
Oost-Kapelle 32.55
Aardenburg 17.
Ter Neuzen en Hoek 66,95
Te Zamen f 890.
Daar aan de som, vereischt voor het onderne
men van den tocht, nog een aanzienlijk bedrag
te kort komt, blijft de gelegenheid tot inschrijving
bij het comité opengesteld, waarvan wij niet
twijfelen dat door velen, die tot dusverre meenden
dat het geld er wel komen zou, nog gebruik ge
maakt zal worden.
Rilland-Batik, 25 Mei. Tegen een
landbouwer te Rilland werd verleden week proces
verbaal opgemaakt door den rijksveldwachter uit
Krabbendijke, omdat hij een koewachter in dienst
had beneden den twaalfjarigen leeftijd.
't Schijnt dus dat de wet op den kinderarbeid
het wachthouden bij koeien niet langer tot den ge-
oorloofden veldarbeid rekent.
De St. Ct. bevat het verslag omtrent het rijks
archief te 's Gravenhage over 1878.
„De ramp, die onze stad getroffen heeft, zoo
schrijft men aan de Arnh. Ct uit Rotterdam,
is van zulk een omvang, dat er met zekerheid
nog niet te bepalen is, wat er het gevolg van
zijn zal. Bijna alle bankinstellingen zijn er in
meer of mindere mate' door getroffen.
„Bijna alle,' zeg ik, omdat ik er tot mijn ge
noegen éen ken, en wel de oudste onzer stad, die
met de catastrophe volstrekt niete te maken
heeft. Het is de firma Moze3 Ezechiels Zonen.
Reeds jaren lang waarschuwde zij, en maakte bij
herhaling hare vrienden attent op den grooten
zwendel, welke met behulp der wisselruiterij door
Knrdijk en Pincoffs en hunne Afrikaansehe Han
delsvereeniging en al die vereenigingen, door hen
gesticht, op zulk een groote schaal gedreven
werd. Men wilde echter niet luisteren en be
schouwde de waarschuwingen als voortspruitende
uit persoonlijke antipathie. Thans, nu de slag
gevallen is, komt men tot de conclusie, dat die
solide en ouderwetsche Ezechiels toch wel gelijk
had. Maar de groote credietgevers hadden het
evengoed kunnen inzien, want zij kregen even
eens dag aan dag wissels van enorme bedragen
in handen, dat niets anders dan familie- of acco-
modatiepapier was en het is onbegrijpelijk dat
dit zwendelpapier door bijna alle groote instel
lingen zoo jaren lang gemakkelijk in disconto
genomen werd.
„Men zag namelijk wissels getrokken door
M. L. Bauer C° te Londen (zwager van Kerdijk
en van Pincoffs); op de Afrik. Handelsv. op
Kerdijk Pincoffsop de Rotterdamsche Bank
(commissaris Pincoffs)op de Commanditaire
Bankvereeniging Rensberg van Witsen (stich
ting van Pincoffs); op L. J. Enthoven, den
Haag (zwager van Kerdijk en van Pincoffs). Een
huis te Lissabon door hen opgericht, Brucher
Muurling, trok maar altijd door op bovenge
noemde firma's. Een familielid, Halle te Parij3,
idem, idem.
„En al deze wissels gingen in grooten getale
dag aan dag door bankiershanden en werden
gedisconteerd en betaald, zonder dat men zich
waarschijnlijk een enkele maal de vraag stelde:
„Mijn hemel! wanneer die lui toch met zooveel
millioenen werken, waartoe dan al die trekkerijen!"
„De eenige oplossing hiervoor is, dat Pincoffs
een scherpzinnigen geest had en een i edeneer-
kracht, wellicht zonder weêrga, waardoor hij
ieder wist te winnen en aan zijn wil dienstbaar
te maken. Door de hooge positie, die hij zich
in het openbaar leven wist te verschaffen, waa
men vereerd met hem in aanraking te komen,
maar kon men er dan ook tevens verzekerd van
zijn aandeelen Afr. of Rolt. Handelsvereeniging
te moeten slikken.
„Het buitenland heeft door bovengenoemde
waarschuwing van den heer E. meer geprofiteerd
dan onze stad. Zoo is een Europeesch koning
voor groot verlies behoed, door de informatiën
hem indirect verstrekt en het zijn ook deze,
thans zoo hoog gewaardeerde inlichtingen die de
voornaamste bankiers der wereld voor een groot
gevaar behoed hebben, dat hen boven het hoofd
hing, daar een laatste poging, zoo het schijnt,
bij deze werd aangewend om het wankelende
gebouw staande te houden, dat thans zoo plot
seling en met zulk een hevigen knak is ineen
gestort."
burgemeesters. Benoemd tot burgemeester der
gemeente Landsmeer H. J. Calkoen, ten einde
deze betrekking gelijktijdig waar te nemen met
die van burgemeester van Ilpendam.
marine. Verlof verleend aan den gepensio
neerden luitenant ter zee le kl. A. W. Vinkhuyzen,
op zijn verzoek, tot bet blijven dragen der
activiteits-uniform van zijnen rang.
ministerieels departementen. Benoemd tot
adjunct-commies bij het departement van financiën
mr. C. E. Achterberg, thans commies ter directie
van de registratie en domeinen te Maastricht.
geneeskundige dienst. Benoemd bij het per
soneel van den geneeskundigen dienst van het
leger in Oost-Indië tot officier van gezondheid
2e kl., de student voor genoemden dienst (arts)
A. Faassen.
pensioenen. Op pensioen gesteld de ritmeester
jhr. A. Engelen van Pijlsweer, van het le reg.
huzaren, en het bedrag van het pensioen bepaald
op 1300 's jaars.
leueb. Benoemd bij bet wapen der artillerie.