N°. 122.
122® Jaargang,
1879.
26 Mei.
Bit blad verschijnt dagelijks,',
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m, franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.'
Advertentien: 20 Cent per regel.'
Geboorte-* Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaafrmimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de pablicité étrangère G. L. Daubï en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Eisbach en Jokbs.
Burgerlijke Stand.
Middelburg 24 Mei.
Belgisch en Nederlandsch spoor
weg-beheer.
l:
v i'
o oh'óï-:-,
De wethouder, ambtenaar van den burgerlijken
stand te Middelburg, brengt ter kennis van de
belanghebbenden, dat op den tweeden en derden
Juni a. de aangiften van plaats gehad hebbende
geboorten en overlijden kunnen geschieden tus
schen 12 en 1 uur 's namiddags.
Middelburg, den 23tn Mei 1879.
De wethouder voornoemd,
N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM.
BIJK8-BELAST1NGEN.
De burgemeester van Middelburg maakt bekend
dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger
der directe belastingen ter invordering is verzon
den het kohier van het patentrecht n° 7, over
het 4" kwartaal voor het dienstjaar 1878/79, met
uitnoodiging aan ieder wien zulks aangaat, om
na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag, ten
spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten,
met herinnering tevens, dat de bezwaren, welke
dienaangaande mochten bestaanbinnen drie
maanden na heden behooren te worden ingediend.
Hiervan is heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den 24en Mei 1879.
De burgemeester voornoemd,
SGHORER.
BIJKS-BELASTINGEN.
De burgemeester van Middelburg maakt bekend
dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger
der directe belastingen ter invordering zijn ver
zonden de door den provincialen inspecteur der
directe belastingen enz. te Middelburg, den 14"
Mei 1879, invorderbaar verklaarde kohieren voor
de belasting op het personeel nos. 11 en 22, over
het 4" kwartaal voor het dienstjaar 1878/9, met
uitnoodiging aan ieder wien zulks aangaat, om
na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag, ten
spoedigste het door hem verschuldigde te kwij
ten met herinnering tevens, dat de bezwaren,
welke dienaangaande mochten bestaan, binnen
drie maanden na heden behooren te worden
ingediend;
terwijl hij voorts de belastingplichtigen, die in
den loop des dienstjaars een perceel verlaten,
zonder daarin eenige roerende goederen of iemand
in hunnen dienst achter te laten, indachtig maakt
op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op
de personeele belasting van den 9 April 1869
(Stbl. n° 59).
Hiervan is heden afkondiging geschied waar
bet behoort.
Middelburg, den 24eo Mei 1879.
De burgemeester voornoemd,
S C H O R E R.
ii.
Men herinnert zich de gedachtenwisseling,
den 19e" December jl. in onze tweede kamer
gevoerd over de spoorwegtarieven. De heer
Van Kerkwijk klaagde, dat niettegenstaande
de spoorweg-politie-wet van 9 April 1875
(Stbl. N° 67) den 15en October 1876 in wer
king was gesteld, teneinde eenheid en verbe
tering in de verschillende tarieven te verkrijgen,
voornamelijk in die voor 't goederenvervoer
welke tot dusver zeer ongel ij k en ge-
fa e i m waren, daarin op 't oogenblik nog geen
merkbare verandering gekomen was. De hee-
ren De Bruijn Kops en Van de Werk riepen
's ministers tusschenkomst in, om een einde
te maken aan 't verzet der Exploitatie-maat*
schappij tegen de vaststelling van doorgaande
vrachttarieven over de lijnen der Noord-Bra-
bantsch-Duitsche spoorweg-maatschappij. Het
antwoord des ministers op deze vragen ge
tuigde van goeden wil, doch was meer lijd
zaam dan bemoedigend. Het kwam hierop
neer, dat de wet den minister tegenover de
maatschappijen niet genoeg macht geeft, zoo
dat zijne bemoeiingen zich grootendeels bepalen
pao eten tot „eene volumineuse correspondentie",
welke niet dan langzaam en moeilijk tot het
doel voert. Toen de heer Van Houten, naar
aanleiding van dit antwoord, erop aandrong
dat dan de wet gewijzigd moest worden, hetgeen
de minister, zoo kort na hare invoering, niet
wenschelijk achtte, kwam de minister in zooverre
op zijne eerste verklaring terug, dat hij nu
de bevoegdheid der regeering, ten aanzien van
het binnenland, „alleszins voldoende" noemde,
doch zijn twijfel te kennen gaf of wets-wijzi-
ging, voor de doorgaande tarieven naar het
buitenland, verbetering zou kunnen brengen.
Wij zijn benieuwd of de heer Van Kerkwijk,
bij het eerstvolgende spoorwegdebat, over de
wijze waarop de regeering sinds dien tijd,
voor zooveel de binnenlandsche tarieven be
treft, van hare alleszins voldoende bevoegdheid
gebruik heeft gemaakt, een juichtoon zal doen
hooren.
Wat hiervan zij, niemand zal beweren dat
in den toon van dit debat van de zijde van
ons opperste spoorwegbeheer een bijzonder
krachtig initiatief ten aanzien van het belang
rijk vraagstuk der tarieven weerklinkt. Ver
plaatsen wij ons weder in de zitting der
Belgische kamer van afgevaardigden van den
21m Maart 1879, dan valt in dit opzicht een
anderen indruk waar te nemen.
Een Antwerpsch briefschrijver, die ons nu
en dan over het Nederlandsch spoorwegbeheer
zijn nood klaagt op een manier, alsof hij
veronderstelt dat de directeur-generaal der
staatsspoorwegen op ons redactie-burëan gezeten
is, schreef ons onlangs„De tarieven uwer
Exploitatie'maat schappij staan zoo iioog en zoo
vast als een dukdalf in een marinehaven, tot
onheil en schade voor de scheepvaart." Het
was alsof de minister Sainctelette die klacht
had afgeluisterd, toen hij zeide
„De spoorwegtarieven zijn uiterst verander
lijk; aanhoudend worden ze, vooral in hunne
grondslagen, gewijzigd, zoodra de belangheb
bende partijen het over de toepassing eens
zijn. Zoo spoedig mogelijk nadat zulk eene
overeenkomst gesloten is, moet men ze laten
drukken en slechts met de grootste inspanning
komt men daarmede in tijds gereed. Wij heb
ben dan ook 64 tarieven en 180 supplementen.
„Ik ben er op bedacht in deze wijze van
bekendmaking vereenvoudiging te brengen.
Men moet niet langer in tarieven van 500 of
600 bladzijden, die zelfs voor den ingewijde
moeilijk verstaanbaar en zeer verward zijn, zijn
weg moeten zoeken. Voor Antwerpen heb ik
daarom twee verzamelingen doen maken, die
alles bevatten wat alleen op die haven betrek
king heeft. Men zal dus geen dikke boekdeelen
meer, maar slechts enkele boekjes te raadple
gen hebben, die ik even eenvoudig hoop te
maken als onze reiswijzer voor reizigers. Voor
de metaal-industrie ben ik voornemens iets
dergelijks te doen. Door deze maatregelen zal
het publiek zoowel als de administratie ge
makkelijker op de hoogte kunnen komen van
de bestaande leemten en gebreken. Het n i t-
oefenen vancritiek luistert toe,
o Nederlandsche spoorweg-dignitarissen, en
het aanbrengen van verbeteringen zal er lichter
door gemaakt worden.
„Het is voor den handel van groot belang,
vooral voor dien met ver verwijderde markt
plaatsen, dat men tot op een cent kunne bereke
nen hoeveel men zelf, en hoeveel een concur
rent aan kosten van vervoer zal hebben te
betalen. Daar het mij toescheen dat het pu
bliek niet genoeg op de hoogte was van onze
tarieven, heb ik bekwame deskundigen in be
trekking gesteld tot onze voornaamste hande
laren. Bij deze enquête is gebleken dat er
Wij brengen hier enkele zinsneden uit de rede
van den minister, die 22 kolommen van het officieele
zittingverslag vult, in een kunstmatig verband, dat echter
den zin daarvan onveranderd laat.
oog veel in deze richting te doen overblijft en
als een gevolg daarvan is een bureau opge
richt, aftsluitend belast met het geven van
inlichtingen van dezen aard.
„Van niet mindèr gewicht is het voor het
publiek, nauwkeurig te weten tot hoe laat aan
de stations vrachtgoed bezorgd kan worden
en op welk uur het zijne bestemming bereiken
zal. Een tijdwijzer voor ijlgoederèn is dus
even noodzakelijk als die voor reizigersdit
is een tamelijk gemakkelijk werk en wij hopen
er spoedig mede gereed te komen.
„Voor de verzending van stalen, in pakjes
van niet meer dan 5 kilo, bezitten wij een
bij zond er tarief. Voor éen frank kan men
zulk een pakje verzenden utt iedere plaats in
België', waar een staats-station is, naar geheel
Duitschland of Oostenrijk-Hongarije. Naar
Zwitserland of Denemarken is de prijs 1 fr.
40 c. Voor andere landen zijn de tarieven
meer ingewikkeld. Met Nederland hebben wij
geen overeenkomst kunnen sluiten, omdat de
Grand Central Beige ons in den weg zit.
„Wat het binnenland betreft, ben ik voor
nemens spoedig een tarief aan te nemen, waar
door alle verschil van afstand vervallen zal.
De prijs zal dan overal, in alle richtingen, ge
steld worden op 50 centimes voor pakjes die
met gewone en op 80 cent. voor die welke met
sneltreinen verzonden worden. De kosten
van rembours zullen 20 cent. en de assurantie
premie 10 c. op de 200 fr, bedragen.
„Met medewerking der kamers van koop
handel hoop ik tevens een bepaling in te
VO61*60. j WH'ai liot jpuVllvli xuiöovïiivïi—1» H Vo_
gin niet mede ingenomen zal zijndoch waar
van het spoedig de goede gevolgen zal onder
vinden. Ik bedoel de gedwongen frankeering
der pakjes. Voor de betaling zal men port-
zegels van 80, 50, 20 en 10 cent. kunnen
gebruiken. Eene groote vereenvoudiging inde
administratie zal hiervan het gevolg zijn.
Tevens zal de post zich belasten met de bezor
ging van klein bestelgoed op plaatsen waar
geen station is.
„Wat de reizigers-tarieven betreft, geloof ik
dat het beter is die onveranderd te laten en
ons op verbeteringen van anderen aard toe te
leggen. Niemand beklaagt zich over onze
prijzen en wij geven aan de reizigers zooveel
gemak van allerlei aard en zooveel gelegen
heid om op verschillende manieren te reizen,
dat er gemiddeld slechts 22 van de 100 zitplaat
sen bezet zijn. Eene verlaging van tarief zou
daarom moeilijk gaan. Daarentegen hebben wij,
bij wijze van proef, eenige rijtuigen naar het
systeem-Belpaire (stoomrij tuigen met ongeveer
60 zitplaatsen) ingevoerd en zullen wij mis
schien in sommige streken overgaan tot het
gebruik van lichte treinenbestaande nit een
locomotief en twee of drie rijtuigen van twee
klassen. Ten aanzien van het internationaal
reizigers-verkeer kan er echter nog veel ge
daan worden. Het zou van groot belang
wezenwanneer wij tusschen de groote han
delsplaatsen van Duitschland, Oostenrijk en ons
land het verkeer even gemakkelijk konden
maken, als het sinds langen tijd is tusschen
Brussel en Parijs. Er bestaat naar die landen
niet de geringste prijsvermindering voor groote
afstandenik zal mijn best doen om die te ver
krijgen, al ware het slechts in den vorm van
retour-biljetten."
Men ziet dat de Belgische minister een man
is van plannen en idealen. Voegen wij erbij
dat hij slechts heeft voort te gaan op den weg,
door zijne voorgangers, van andere staatkundige
richting, zonder afwijking bewandeld en dat
hij zich geplaatst ziet voor eene vertegen
woordiging die, welke ook hare politieke ver
deeldheid moge zijn, tegenover het departement
van openbare werken altijd eensgezind is in
ruimte van inzichten en in bereidwilligheid tot
hét toestaan der noodige uitgaven. Wij'künnen
echter 's ministers gèheele rede niet vertalen.
Slechts éene zinsnede nog, die wij wel zouden
wenschen dat onder de aandacht viel van den
toekomstigen directeur onzer staatsspoorwegen
„Onze aanhechtings-lijnen, onze verbindingen
en toegangswegen naar en van de sporen zijn
talrijk, maar nog niet talrijk genoeg. Ook
tracht ik meer eenheid te brengen in de wijze
waarop ze gebruikt worden. Want onze nij
verheid bezit geen beter en sneller middel van
vervoer dan de spoorweg. Een zijner grootste
voordeelen bestaat in de mogelijkheid om de
koopwaar met een en hetzelfde rijtuig, van de
plek waar zij wordt vervaardigd, te brengen
op die waar zij verbruikt wordt."
De rails van den Nederlandschen staats
spoorweg loopen tot het haven-station te Vlis-
singen, maar niet langs de dokken. De d&ar
liggende rails zijn onder beheer van den War
terstaat en om de goederen over die rails, met
hare wagens, langszijde der schepen te brengen,
brengt de Exploitatie-maatschappij afzonderlijke
tractiekosten in rekening. Volgens de bewering
van onzen Antwerpschen correspondent zijn
die kosten hoog; volgens hier door ons inge
wonnen inlichtingen zijn ze laag. Wij knnnen
bet niet beoordeelen, doch merken alleeD op
dat een betrekkelijk geringe verhooging op
groote, dikwijls terugkeerende goederen-massa's,
aanzienlijk kan worden. Zeker is het, dat de goe
deren te Antwerpen zonder verhooging met de
waggons vóór de schepen gebracht en ge
haald worden en dat diezelfde tractie-kosten
onzer Expl. mij een deel uitmaakten der grieven,
welke oorzaak zijn geweesi uaiucm
Vlissingen verlaten heeft.
Op eene gisteren avond gehouden vergadering
van leden der kiezersvereeniging de Grondwet
alhier, is tot candidaat voor het lidmaatschap
der provinciale staten gekozen de heer mr. G. N.
de Stoppelaar, secretaris der gemeente Middelburg.
Op de aanstaande algemeene vergadering van
aandeelhouders der Maatschappij tot exploitatie
van staatsspoorwegen zal door de directie ter
goedkeuring worden aangeboden eene overeen
komst met de stoomvaartmaatschappij Zeeland
waarbij de Exploitatie-maatschappij op zich neemt
een stoomschip, van het type Prinses Marie te
doen bouwen en dat aan de maatschappij Zeeland
af te staan, uitsluitend ten behoeve van den dienst
tusschen Vlissingen en Queenborough. De maat
schappij Zeeland zal daarvoor huur en aflossing
betalen, zoodat het schip na een zeker aantal
jaren haar eigendom zal worden. Zij verbindt
zich echter om het ook in dat geval voor geen
anderen dienst dan op de lijn VlissingenQueen
borough te bestemmen.
Krachtiger bewijs voor den bloei dezer stoom
vaart is zeker niet te geven dan dit contract.
In den aanvang door de Exploitatie-maatschappij
met onverschilligheid, zoo niet met onwil, beje
gend, wordt de Maatschappij Zeeland thans door
haar op zoo grooten prijs gesteld, dat de Expl. Mij
zelve haar in de gelegenheid stelt om door een
derde stoomschip, van het charter barer nieuw
gebouwde, den regelmaat en de uitbreiding van
haren dienst te verzekeren. Welk eene bron
van zelfvoldoening zou dit voor Z. K. H. prins
Hendrik, bij de vele bittere ervaringen die hem
misschien anders in de laatste dagen getroffen
zouden hebben, geweest zijn
Het dividend der Maatschappij tot exploitatie
van staatsspoorwegen zal, naar wij vernemen,
over 1878 op f 12.43 per aandeel van f 250 ge
steld. worden. Het saldo winst, tusschen den
staat der Nederlanden en de Maatschappij te ver-
deelen, bedraagt f 911,175.32$.
In de heden namiddag gehouden zitting van den
gemeenteraad van Vlissingen werd na langdu
rige discussie gunstig beschikt op het adres der
bakkers, om wijziging te brengen in het tarief der
gemaalbelasting en op voorstel van deu heef