lie godshuizen met verzoek daarop advies te willen uitbrengen. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vereenigt de raad zich met de voorstellen van burg. en weth., tot het af- en overschrijven van eenige posten op de gemeentebegrooting voor 1878 en tot beschikking over eene som van f 150 uit den post voor onvoorziene uitgaven, begroo ting 1878. Thans komt in behandeling het voorstel van burg. en weth. tot het brengen van eenige wijzi gingen in de gemeentebegrooting voor 1879 en die aan de goedkeuring van ged. staten te onder werpen. De wijzigingen zijn de volgende: Inkomsten. Hoofdst. L. Art. 2. Prelevement uit het ver moedelijk batig slot der rekening van 1878 (nieuw artikel) f 5500. Uitgaven. Hoofdstuk III. Afd. 2, art. 4. Aankoop van straatkeien f 4000. Art. 5. Voortzetting der trottoirs in de Gist- straat f 1000. Art. 6. Aankoop van klinkers ter gedeeltelijke bestrating van de Gravenstraat f 500. In de memorie van toelichting deelen burg. en weth. mede dat de gemeenterekening van .1878 vermoedelijk een beschikbaar saldo zal opleve ren van ruim 8500. Het komt het dagelijksch bestuur wenschelijk voor om daarvan 5500 te besteden voor verbetering der straten, en wel f 4000 voor aankoop van dezelfde soort keien als thans in de Spanjaardstraat liggen en daar mede te bestraten hetzij de Sint Pieterstraat, hetzij de Molstraat en Koepoortstraat. Voorts het aan. leggen van trottoirs in de Giststraat, voort te zetten en ook te beginnen uitvoering te geven aan het besluit tot vervanging der keibestrating in de Gravenstraat met klinkers. De voorzitter deelt mede dat burg. en weth. in hun voorstel nog eene wijziging gebracht hebben door art. 5 van de begrooting af te nemen en dat zij de f 1000 nu voorstellen te bestemmen voor voorziening in den toestand van de brug buiten de Veersche poort. Daarna tot de artikelsgewijze behandeling over gaande, wordt bij art. 5 door den heer Jeras een amendement ingediend, strekkende om den post van 1000, thans door burg. en weth. voorgedra gen tot gedeeltelijke vernieuwing van de brug, te bestemmen tot voortzetting van den aanleg van trottoirs in de lange Giststraat. Tot toelichting van dit amendement zegt de heer Jeras, het niet wenschelijk en niet in het belang der gemeente te achten om, als eenmaal een werk is aangevangen, dit te laten rusten. Bovendien wijst hij er op dat het bestemmen van f 1000 voor do brug niets beteskent, dewijl toch voor eene brug voor voetgangers minstens f 3000 moot gerekend worden noodig te zijn en dat wan neer men een brug voor rijtuigen verlangt, die som zeker tot 8 a 10 duizend gulden zou oploopen. Een en ander geeft hem aanleiding zich voor de voortzetting van het aanleggen van trottoirs te verklaren. De heeren Lambrechtsen en Dronkers komen ter vergadering. De heer Van Eekelen is de meening toegedaan dat noodzakelijke werken, de tot verfraaiing die nende behooren vooraf te gaan. De bedoelde brug is in 1871 onherstelbaar genoemd en in 1874 voor rijtuigen onbruikbaar verklaard, zoodat ver nieuwing hem als een nuttig, een noodzakelijk werk voorkomt. Het spreekt van zelve zegt spreker dat de som van 1000 te weinig is voor eene nieuwe brug, maar bij de volgende begrooting kan die som verhoogd worden. Hij acht het daarom gewenscht dat die som worde uitgetrokken, als het ware als memorie-post, ten einde er de aandacht op gevestigd worde en de geweest en zooals gij ziet, heeft zij ons nu beiden in den steek gelaten." Dit zeggende haalde hij op nieuw de schouders op. „Ik kan uwe woorden niet in twijfel trekken," begon Jasper en hield toen eensklaps op. „Goede Godzou dit waar kunnen zijn," dacht hij. „Wat i® <^an voor een vrouw die ik twee maal tot de mijne heb willen maken „Hoe hebt gij haar het eerst gezien vroeg hij even daarna. „In den trein," antwoordde mijnheer Wilmot met groote openhartigheid. „Ik reisde met haar naar de stad toen zij 's nachts haar huis ont vlucht was en sedert „Genoeg," zei Jasper. „Ik wensch u goeden avond," en hij- verliet het huis met een bleek gelaat, op elkaar geklemde lippen en gebalde vuisten, Elisabeth uit de volheid van zijn hart vervloe kende. „Ik ben een zot geweest," mompelde hij, „de speelbal van een slechte vrouw en ik geloofde in haar dwaas die ik was." Mijnheer Wilmot zag hem met een kouden glimlach na en keerde zich toen tot mevrouw O'Shee. „Dus heeft mijne schoone vriendin nog een be wonderaar, naar het schijnt?" sprak hij met een' grijns. „Hoe komt het dat gij mij daar nooit iets van gezegd hebt?" „Omdat ik het niet wist," antwoordde zij bru taal, „omdat die mijnheer nooit een voet in mijn bedoelde brug eindelijk eens tot zijn recht kom?. De heer Jeras merkt nog op dat hij den vori- gen spreker gaarne toegeeft dat noodzakelijke werken vóór behooren te gaan, doch blijft bij zijn gevoelen dat door het bestemmen van de ƒ1000 voor de brug niets wordt gewonnen. Ook in verband met de besprekingen met de bewoners der Giststraat gevoerd, en met het oog op de van sommigen hunner met moeite verkregen toestem ming, acht hij de voortzetting van het maken' van trottoirs noodzakelijk. De heer Lambrechtsen verklaart zijne stem tegen het amendement te zullen uitbrengen, aangezien het voorstel om de f 1000 voor de brug te be stemmen door de wethouders in de vergadering van burg. en weth. gedaan is en hij zich geheel met het door den heer Van Eekelen aangevoerde vereenigt. Naar aanleiding van eene vraag van den heer Snouck Hurgronje, of herstelling van die brug wel noodig is en het niet beter ware die te doen vervallen, aangezien toch de passage langs den dam bij de oude Veersche poort ge schieden kan, wordt door den voorzitter herinnerd dat het denkbeeld om de brug af te breken reeds vroeger werd ter sprake gebracht doch nog niet wenschelijk is voorgekomen. De voorzitter ver klaart overigens de meening van den heer Jeras te deelen, dewijl wanneer de 1000 niet voor het trot toir maar voor de brug bestemd worden, toch niets ter wereld aan de brug gedaan zal worden, aan gezien 't zij eene voetbrug, 't zij een rij brug ge maakt moet worden, f 1000 onvoldoende is, zoodat men in deze zaak op andere wijze zal moeten voorzien. Een en ander geeft hem aan leiding zjjne stem tegen het voorstel van burg. en weth. uit te brengen. De discussie gesloten zijnde wordt het amen dement in stemming gebracht en aangenomen met 13 tegen 2 stemmen, (die van de beide wethouders.) De overige artikelen worden zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Alsnu komt ter tafel het (iu ons noinmer van Donderdag reeds in zijn geheel medegedeelde) rapport van de commissie van fabricage omtrent de uitdieping van de Heerengracht. Nadat door den voorzitter is medegedeeld dat het voorstel der commissie door burg. en weth. wordt overgenomen, wordt de beraadslaging geopend. De heer Van Berlekom kan niet zeggen dat het voorstel bij hem grooten bijval heeft gevonden aangezien hij, ofschoon zich met de vernieuwing der vloeddeuren kunnende vereenigen, de uitdie- 1 ping der gracht met éen meter slechts als een proef en niet als een afdoend middel (beschouwt, en, volgens zijne meening, het uitgeven van /4000 voor een palliatief niet gerechtvaardigd is. Naar sprekers gevoelen is er slechts een afdoend mid del: nl. afsluiting van alle facale stoffen. Men ziet tegen de kosten op die het aanleggen van een riool medebrengt, maar hij acht het laatste veel beter dan f 4000 voor een proef weg te gooien. Het afsluiten der riolen en het verstrekken van tonnen aan de bewoners der huizen die op die riolen sueeren, is, meent de heer Van Berlekom, een eenvoudige en niet kostbare weg. Hij stemt toe dat tegen het stelsel van tonnen, vooral zoo als dit te Middelburg wordt behandeld, veel aan te voeren is, en als voorbeeld wijst hij er op, dat, wanneer men 's Woensdags om 9 uren de Eam- hrechtstraat passeert, het fraaie trottoir georneerd is met allerlei vaatwerk, waarin de excrementen der bewoners gedurende een gansche week verzameld zijn; dat op de Loskaai 's morgens om 11 uren de verwisseling van tonnen plaats heeft, terwijl dit in de Geere op 't midden van den dag ge schiedt enz. Hiertegen is echter een middel en wel het in eigen beheer nemen van de gemeentereiniging met het oog op de kosten wenscht spreker dit huis gezet heeft. Zij placht in den laatsten tijd 's middags te gaan wandelen, zooals zij zei, en dan mag zij hem ontmoet hebben, maar hier is hij nooit geweest. „Wanneer heeft zij u het eerst gezegd dat zij weggiDg?" vroeg mijnheer Wilmot. „Van morgen eerst en zij had er van te voren geen woord van gereptbevestigde zij naar waarheid „en zoodra zij vertrokken was zette ik mij neder om het u te schrijven maar gij zoudt mijn brief natuurlijk te laat krijgen „Gij meent dat ik uw brief in het geheel niet ge kregen heb", viel mijnheer Wilmot haar barseh in de rede. „Ik heb Langshire van morgen verlaten en ben hierheen gereden zoodra ik in de stad kwam. Het is een onverklaarbare geschiedenis", voegde hij er peinzend bij. Als ik Tyrell's gelaats verandering niet zelf gezien had zou ik denken dat zij 'met hem op den loop wasmaar neen, daarvoor was hij te veel ontdaan. Hij is onge twijfeld een vroegere minnaar en nu heeft ze hem hier of daar gezien en verbergt zich voor ons allebei. Maar, mevrouw," dacht hij wraakgierig, „gij moet al heel knap zijn zoo gij u voor de Lon- densche politie en voor mij weet te verbergen." „Heb ik u wel gezegd dat zij in een cab ver trokken is!" vroeg mevrouw O'Shee. „Welk nummer? Gij hebt toch het nummer opgeschreven vroeg mijnheer Wilmot bits. „Daar heb ik niet aangedacht, ik was te veel van streek, zooals ik al tegen O'Shee zei". niet voor te stellen, doch wil het denkbeeld aan burg. en weth, in overweging geven. Na er nog op gewezen te hebben dat de quaestie van de Heerengracht in nauw verband staat met de volksgezondheid, zou de heer Van Berlekom wenschen dat het gemeentebestuur ge bruik maakte van de bevoegdheid om het advies van den inspecteur van het geneeskundig staats toezicht in te winnen. De voorzitter zegt dat veel van hetgeen door den vorigen spreker is aangevoerd omtrent de gebrekkige wijze waarop de faecalien worden opgehaald, moet beaamd worden, maar dat, zoo als in de vergadering meermalen is gezegd, ver betering veel geld kost. Volgens eene globale opgaaf is f 40.000 benoodigd om die verbetering tot stand te brengen. Het afsluiten der riolen, en voorziening in den afvoer van faecalien uit de privaten die daar thans op sueeren, acht de voorzitter ook niet zoo gemakkelijk ten uitvoer te brengen; hij herinnert dat het brengen van privaten op riolen, ofschoon het sedert 400 jaren in deze gemeente steeds verboden is geweest) steeds plaats heelt gehad, dat de bewoners der huizen die suatie als een verkregen recht be schouwen en dat behouden willen. Hierna wordt door den heer Van Berlekom een amendement ingediend, strekkende dat de raad. besluite, dat betreffende de verbetering van den toestand der Heerengracht, overeenkomstig art 14 der wet van 1 Juni 1865, het advies worde ingewonnen van den geneeskundigen in specteur voor Zeeland. Dit amendement voldoende ondersteund zijnde, komt in behandeling. De voorzitter zou het betreuren indien dit be sluit door den raad genomen werd, daar het weder tot uitstel zou lijden. De zaak is meer dan genoeg onderzocht, ze is 5 a 6 jaar in studie, alle proefnemingen zijn genomen, zoodat het spreker voorkomt dat de tijd voor het onderzoek als gesloten moet beschouwd worden. De heer Van Berlekom zegt het niet volkomen eens te zijn met de straks genoemde som van 40000 voor verbetering; dat is eene som waar voor de geheele stad met tonnen zou kunnen voorzien worden, hier echter geldt het slechts enkele riolen. Wat aangaat het uitstel dat de zaak lijden zou, wanneer het advies van den inspecteur gevraagd werd, dit wordt door den spreker niet toegegeven, daar hij niet twijfelt of binnen weinige weken is er een beslist antwoord op. Bovendien zou hij wenschen te vragen of het met het voorjaar wel de tijd i3 voor uit diepen en of dit niet eerst in het najaar zou plaats hebben. De heer Fokker zegt met groote ingenomenheid het voorstel van burg. en weth. begroet te hebben, en verklaart zich tegen het vragen van advies, terwijl hij opmerkt dat dergelijke werken als waarvan hier sprake is, in elk seizoen kunnen plaats hebben. Eene vraag van den heer Van Hoek wanneer burg. en weth, bij aanneming van hun voorstel, wenschen, aan te vangen met het werk, m. a. w. of zij de meening van den heer Van Berlekom zijn toegedaan, dat niet in het voorjaar begonnen zal worden, wordt door den voorzitter beant woord met de mededeeling dat het plan van burg. en weth. was het werk zoo spoedig moge lijk aan te vangen. Door den heer Van Berlekom wordt nogmaals erop gewezen datwanneer burg. en weth. zulks verlangen, door den inspecteur binnen zeer korten tijd advies zal worden uitgebracht. De voorzitter blijft bij zijn gevoelen dat de zaak zoo grondig onderzocht is dat hij het be twijfelt of nieuwe adviezen meer licht erover zullen verspreiden; de zaak is eenvoudig of een radicaal middel oi een palliatief aanwenden; en waar voor een radicaal middel geen gelegenheid en „Mal mensch prevelde mijnheer Wilmot zonder plichtplegingen en ging voort met haar over de kleinste bijzonderheden aangaande Elisabeth uit te hoorendaarna verliet hij het huis en liet het arme, kleine vrouwtje ten prooi aan een hevige woede, welke zij terstond op haar ongelukkigen echtgenoot ging koelen. Onderwijl had Jasper Tyrell, buiten zich zelven van drift, verontwaardiging en jaloezy, zijn hötel bereikt en den brief van Elisabeth gevonden maar diezelfde woorden die haar zoo veel tranen gekost hadden verhoogden zijn gramschap nog meer. „Huichelaarster!" riep hij uit en wierp den brief in het vuur„zoo t8 schrijven en dat aan mij nadat zij mij tweemaal bedrogen en voor den gek gehouden heeft 1" En toch kon hij het geval maar niet begrijpen. Hij zou zooveel voor haar hebben willen opof feren hij had haar zoo lief. Het scheen hem onmogelijk toe aan haar schuld te gelooven, en toch kon hij niet twijfelen aan hetgeen hij met eigen ooren gehoord had. Zij had dien man haar geschiedenis verhaald - was voor zijn vrouw doorgegaan en met een duren eed zwoer Jasper dat hij voor altijd zijn hart van haar zou af trekken. Terwijl hij aldus bezig was met haar te ver- wenschen, en afleiding zocht in luidruchtige vroo- jijkheid, lag Elisabeth geknield voor haar ledikantje ten huize der dames White en bad om vrede en geen geld is, moet wel door een palliatief verbe tering in den toestand worden gebracht. De heer Van Berlekom zou nog wenschen te vernemen of de gezondheidscommissie over het voorstel der commissie van fabricage gehoord is, waaromtrent de heer De Wind mededeelt dat dit niet het geval is, doch dat de gezondheidscom missie in de zaak der Heerengracht onderscheidene adviezen heeft uitgebracht en dat altijd het ge voelen der gezondheidscommissie geweest i3 een radicaal middel aan te wenden. De discussie wordt alsuu gesloten en het amendement van den heer Van Berlekom in stem ming gebracht en met 9 tegen 6 stemmen ver worpen. Voor stemden de heeren Van Hoek, De Wind, Van der Harst, Tak, Van Eekelen enVan Berlekom. Daarna het voorstel van burg. en wet. in stem ming gebracht zijnde wordt dit met algemeene stemmen, uitgenomen die van den heer Van Berle kom, aangenomen. Aan de orde is thans het rapport der commissie omtrent het adres van den heer A. A. Botzen, inspecteur van politie, houdende verzoek tot verhooging en betere regeling zijner jaarwedde. In zijn verzoek voert de adressant aan dat hij voor de beteekening van door het kantongerecht gewezen vonnissen, zijnde 176 exploiten, niet meer dan 50 ontvangt, of dezelfde som als voor honderd beteekeningendat zijne jaarwedde als inspecteur van politie ad f 750, plus f 100 voor toezicht op de straatverlichting en f 50 voor bovengenoemde beteekeningen, laag is en zijn inkomen sedert lang in geene verhou ding staat tot den stand, waarin een inspecteur van politie verplicht is te levendat de uit breiding zijner ambtelijke verrichtingen en de verantwoordelijkheid als hij als commissaris van politie moet fungeeren, naar zijne meening beloo ning vorderendat in de laatste jaren de jaarwedden der inspecteurs van politie door het geheele rijk belangrijk zijn verhoogd en de inspecteur te Vlissingen 900 geniet, terwijl adressant bij de laatste "traktements-verhooging van den commis saris en de agenten van politie geen verhooging heeft genoten, terwijl bovendien zijn gesplitst inkomen nadeelig werkt op de bij zijn eventueel overly den aan zijne weduwe te doene uitkeering uit het weduwenfonds. Alvorens deze zaak in behandeling te nemen gaat de zitting over in eene met gesloten denren. Na heropening der zitting geschiedt voorlezing van het rapport der in eene vorige vergadering benoemde commissie. De commissie stelt voor a af te schaffen de gewoonte om anders dan kosteloos en zonder belooning, de aanmaningen in het adres bedoeld door den inspecteur van politie te doen beteekenen b uit te betalen aan den inspecteur van politie vijftig cent voor elke beteekening eener aan maning, welke blijken zal niet reeds te behooren tot het over het jaar 1878 gedeclareerde hon derdtal c het toezicht over de straatverlichting als geheel onbezoldigde betrekking, tijdelijk te blijven opdragen aan den inspecteur van politie d de vaste jaarwedde van den inspecteur van politie te bepalen op negenhonderd gulden, en e deze besluiten te doen ingaan met den eersten Juli 1879. De voorzitter deelt mede dat, tengevolge van het in de gesloten vergadering behandelde, burg. en weth. als amendement voorstellen de jaar wedde van den inspecteur te bepalen op f 800 en zoolang het tegenwoordig contract met de gasfabriek loopt hem de toelage van 100 'sjaars te laten behouden. Alzoo wordt met algemeene stemmen besloten. Na de reeds in het vorig nommer medegedeelde benoeming der leden van het stembureau en van een stads-klokkenist wordt de vergadering gesloten. geluk voor Jasper Tyrell. Zij had hem verlaten, maar zij voelde zich nog zoo nabij hem, zij waren gescheiden, maar de geheimzinnige band der liefde bleef ongedeerd en ondanks den haat die bij de gedachte aan haar naam reeds uit Jaspers hart opwelde was het hem toch niet mogelijk elke herinnering aan Lissa Gordon ge heel te verbannen. De eerstvolgende weken verliepen zeer kalm in het ouderwetsche huisje waar Elisabeth een onderkomen had gevonden. De vier dames, die er de bewoonsters van waren, konden best met elkaar overweg en er verliepen zes weken voordat Elisabeth den drempel der huisdeur weer over schreed. (Wordt vervolgd.) GEDEUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDBEBUJtG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 6