Laatste berichten.
BUITENLAND.
Benoemingen en besluiten.
On der wij s.
Marine en leger.
Kunstnieuws.
Rechtszaken,
Koloniën.
Provinciale staten van Zeeiand.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
Breskens, 23 Mei. De nieuwe verhoogde
steiger aan den kop van den westelijken haven-
dam alhier is thans voltooid. Hierdoor is aan
het verlangen van het publiek voldaan, daar nu
bij een waterstand wanneer de stoomboot niet
in de haven kan aankomen, aan gemelden steiger
behoorlijk kan gelost en geladen worden.
Men schrijft ons uit Eotterdam
Mijn tegenspraak van hetgeen van hier aan
de Amsterdamsche courant werd geschreven over
den politieken invloed van Pincoffs, wordt door
rdie courant „al te driest" genoemd. Driest noem
ik de wijze, waarop dat blad met behulp van
onwaarheid getracht heeft-uit de financieele ramp,
die Rotterdam getroffen heeft, politieke munt te
slaan. Eene onwaarheid bijv. is het, dat de heer
Fransen van de Putte en Pincoffs dikke vrienden
waren. En een onwaarheid is het ook, dat Pin
coffs meer dan de heer Kappeyne de leider der
liberale partij was.
In het geheele land is het bekend zoo wordt
nu door de Amsterdamsche Ct gezegd „hoe
het orakel Pincoffs sedert jaren door liberale
regeeringsmannen is geraadpleegd en hoe liberale
ministers herhaaldelijk zijne gasten waren." Dat
Pincoffs misschien nu en dan geraadpleegd werd
over zaken, waarvan hij speciale kennis had, is
zeer wel mogelijk, maar moet dat nu bewijzen,
dat hij meer dan Kappeyne de leider der liberale
partij was Bovendien, is het ook niet bekend,
dat koningen en prinsen een groot vertrouwen
in Pincoffs stelden Moeten zij daarom als
handlangers van den man worden aan de kaak
gesteld? Het is nog niet vele maanden geleden,
dat Pincoffs en Kerdijk beide de gasten waren
van den koning van België, die in de Afrikaan-
sche onderneming groot belang stelde. Wat zou
de Amsterd. Ct zeggeD, wanneer men op grond
daarvan koning Leopold mede. aansprakelijk
wilde stellen voor de schurkerijen van die beide
personen? Bekend is het ook,, hoe, weinige jaren
geleden, Pincoffs te Berlijn het voorwerp was
van de warme ovaties van de aanzienlijkste
mannen uit de financieele en de wetenschappelijke
wereld aldaar. Zal men misschien beweren, dat
allen, die toen met hem in Pruisens hoofdstad
aan een gastmaal aanzaten, en dat Reuter'»
telegraafbureau, dat van die ovaties als van eene
wereldgebeurtenis melding maakte, deelgenooten
en medeplichtigen van Pincoffs' schelmerijen
waren
De Amsterdamsche, om te bewijzen hoe intiem
liberale ministers met Pincoffs waren, spreekt
ook nog van het „Rotterdamsche ambachtsschool
feest". Daarmede wordt bedoeld, dat de minister
Kappeyne de jongste prijsuitdeeling van de am
bachtsschool (waarvan Pincoffs president was)
heeft bijgewoond. Het conservatieve blad ver
geet, dat vóór Kappeyne, Heemskerk minister
van binnenlandsche zaken was, en dat deze in
die qualiteit een vorige prijsuitdeeling der am
bachtsschool heelt bijgewoond.
Er is in de wijze, waarop getracht wordt de
liberalen aansprakelijk te stellen voor de schel
merijen van Pincoffs, een ontzaglijke kwade trouw.
Niet zonder bedoeling ook schijnt het verhaal
verspreid te zijn (in onderscheiden bladen mede
gedeeld), dat het de baron Yan Lijnden geweest
is, die, als raadsman van de erfgenamen van
Z. K. H. prins Hendrik, de bedriegerijen van de
directie der Afrikaansche Hv. ontdekt heeft. Dat
verhaal is een verzinsel, zooalst rouwens ieder
die nadenkt terstond uit den inhoud kan gewaar
worden. Wat met prins Hendrik gebeurd is,
schijnt op het volgende neer te komen. Pincoffs
zou den prins hebben medegedeeld, dat hij voor
de voltooiing zijner plannen met de handelsinrich
tingen op Feijenoord noodig had eene leening te
sluiten van drié millioen, en den prins hebben
verzocht voor het eerste millioen in die leening
in te schrijvende twee andere andere millioenen
Zouden dan gemakkelijk te vinden zijn. De prins
zou daarop ongeveer dit geantwoord hebben:
wanneer gij mij de bewijzen levert, dat die twee
millioen gevonden zijn, zal ik het derde mil-
lioen voor mijne rekening nemen. Dit is, naar
men zegt, gebeurd kort vóór dén plotselingen
dood van Z. K. H. Dat Pincoffs, op grond van
dit losse zeggen van den prins, bij de hooge
erfgenamen démarches zou hebben gedaan om
het millioen te krijgen (waartoe de prins zich
volstrekt niet verbonden had), en dat daarop de
raadsman dier erfgenamen een onderzoek zou
hebben ingesteld naar den staat van zaken van
de Afrikaansche (die met Feijenoord niets te
maken heeft), is al te ongerijmd. Het verzinsel
schijnt alleen bestemd te zijn om den indruk te
geven, dat alleen de baron Van Lijnden Pincoffs
te slim geweest is.
De justitie schijnt zich nog de illusie te maken,
dat zij er in slagen zal den voortvluchtige meester
te worden, Aan ijver zal het haar zeker niet
ontbreken, en men verneemt dat zij bij hare po
gingen alle gewenschte medewerking geniet, ook
bij de diplomatie. Dat zij slagen zal, hoopt ieder
maar het is te begrijpen, dat Pincoffs al zijne enorme
slimheid en energie dienstbaar gemaakt heeft
aan zijn laatste kunststukjustitie en diplomatie
te verschalken, zooals hij jaren lang de geheele
wereld verschalkt heeft.
De beide brave zoons van den braven vader
worden niet opgespoord. Hunne handelingen, hoe
afkeurenswaardig ook uit zedelijk oogpunt,
(Schijnen niet in de termen der strafwet te vallen.
De N. Bott. Ct deelt omtrent de betrekking
tusschen Pincoffs en haar, waarover zooveel ver
teld en verondersteld wordt, het volgende mede:
„Die betrekking bestond alleen in de verbeel
ding indien nog maar in de verbeelding
van hen, die gaarne met dien geschandvlekten
naam ons, hun gevreesden tegenstander, zouden
willen bezoedelen.
„Ook wij hebben dien man om zijne groote
gaven, om zijn zeldzamen ondernemingsgeest, om
zijne stoute plannen voor den bloei onzer stad,
geëerd. Zijne braafheid te verdenken, bij wien
kwam het op Wij zijn, als duizenden, bedrogen,
en de ontdekking trof ons dieper dan wij zeggen
kunnen.
„Maar ons blad stond geheel buiten hem en zijn
invloed. Voor éen aandeel 750) was hij in onze
zaak betrokken. Op onze vergaderingen is hij in
geen tien jaar gezien. Zelfs behoorde hij onder
hen, die door advies en aandeel, zich hebben be
ijverd om een concurreerend blad tegen Ons op
te richten en nog op de jongste vergadering van
het Botterdamsch Nieuwsblad was hij het, die
concurrentie tegen de N. Bott. Ct. het jonge blad
met nadruk als taak en plicht aanwees. Onder
de weinige dingen in onze stad, waar PinCoffs
buiten stond, was ons blad."
Door de rechtbank te Rotterdam is aan de
Commanditaire Bankvereeniging Rensburg en Van
Witsen provisioneele surséance van betaling ver
leend. Tot bewindvoerders zijn benoemd de
heeren P. Havelaar en mr. Taudin Chabot, kas
siers. (In hoofdzaak reeds in ons vorig nommer
medegedeeld).
Nu de directeur-generaal der Maatschappij tot
exploitatie van staatsspoorwegen aftreedt, is het
wellicht zaak de organisatie dier Maatschappij
ter sprake te brengen. Haar beheer toch is
nagenoeg geheel en al geconcentreerd in de
handen van éen enkel man, en het toezicht, dat
aan den raad van commissarissen is overgelaten,
is zoo beperkt en zoo onbestemd, dat het van
geen ernstigen invloed kan genoemd worden op
den gang der exploitatie onzer staatsspoorwegen.
Bij geen enkele groote spoorwegmaatschappij
in Europa bestaat een organisatie als deze.
Steeds is de directeur-generaal als uitvoerende
macht ondergeschikt en dagelijksche verantwoor
ding schuldig aan een permanent comité van
directeuren.
Het spreekt van zelf, dat er geen mensch op
de wereld bestaat, die genoeg verstand heeft van
al de onderdeelen van een groote spoorweg
exploitatie, van financieel beheer, van zorg voor
de veiligheid, van goederenvervoer, van personen
vervoer, van tarieven, van spoorstaven, van rol
lend materieel, van kunstwerken, van werkplaat
sen, van personeel-organisatie, om over dit alles
in het hoogste ressort te oordeelen zonder rugge
spraak met iemand anders. Of wel de directeur-
generaal doet te veel, omdat hij lichtvaardig is,
of hij doet te weinig, omdat hij voor zijn eigen
verantwoordelijkheid bevreesd is. Hij zal beginnen
met het eerste, en hij zal eindigen met het
laatste, in beide gevallen tot groot nadeel van
's lands verkeerswezen. Maar vooral financieel
is het van het hoogste belang, de rampzalige
geschiedenissen dezer dagen hebben ook deze
ernstige leering, dat niet alle macht gegeven
worde in handen van éen man. Thans, nu er
persoonsverandering bij de Exploitatie-maatschappij
plaats heeft, kan het voor niemand iets onaan
genaams hebben deze zaak, waarbij ieders belang
gemoeid is, ter sprake te brengen, en een toestand
te veranderen, die voorziening behoeft. Wat
tegenwoordig bestaat, dateert van een tijd, toen
onze spoorwegexploitatie in haar kindsheid was,
maar thans hebben het spoorwegnet en zijn
verkeer zich zoozeer uitgebreid, dat het overmoed
mag heeten, indien éen enkel man dit alles voor
zijn rekening nemen wil. (N. Bott. Ct).
ridderorden. Verlof verleend aan jhr. mr.
W. F. Wttwaall van Stoetwegen, Z. M. minis
ter-resident in Japan, tot het aannemen van het
officierskruis der orde van het Legioen van Eer,
hem door den president der Fransche republiek
geschonkenen aan den heer O. Opens, te Parijs,
tot het aannemen van het ridderkruis der orde
van St. Olaf, hem door den koning van Zweden,
en Noorwegen geschonken.
pensioenen. Op pensioen gesteld de generaal-
majoor W. A. A. B. van Toll, plaatselijke korn-
mandant der 1ste kl. en waarnemend gouverneur
der residentie, en het bedrag van dat pensioen
bepaald op f 2700.
leder. Belast met de waarneming der functien
van gouverneur der residentie, onder bepaling,
dat hij die functien zal vervullen gelijktijdig met
zijne betrekking, de generaal-majoor S. L. J.
Queysen, adjudant des konings in buitengewonen
dienst en kommandant der 1ste divisie.
Aarilenimrg, 21 Mei. Bjj koninkljjk besluit
van den 11 dezer is de vereeniging tot herorde
ning van het volksonderwijs in het kanton Oost
burg als rechtspersoon erkend.
(Reeds in een gedeelte der oplaag van ons vorig
nommer medegedeeld.)
De off. van gezondh. 1ste kl. J. A. G. Hulst,
van het eskader uit Oost-Indie in Nederland
teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld.
De Maatschappij tot bevordering der Toonkunst,
die heden te Amsterdam het feest tot herdenking
van haar öOjarig bestaan begint te vieren, werd
in 1829 opgericht voornamelijk door bemoeiing
van den heer A. C. G. Vermeulen, praeceptor te
Rotterdam, met medewerking van eenige mede
oprichters in verschillende steden, onder welke
wij uit Middelburg den heer J. J. de Kanter
vermeld vinden. Opgericht met 11 afdeelingen
(w. o. ook een te Middelburg) en 713 leden, telt
zij thans 14 afdeelingen (w. o. Middelburg is
verdwenen doch Goes in de plaats gekomen) met
3426 leden. Haar reservefonds tot verzekering
van haar bestaan, bedraagt thans f 70.000 en
wordt niet meer vermeerderd. Haar fonds voor
het geven van muziekfeesten is f 44.000 groot.
Haar kunstenaars fonds heeft f 50.000 in kas en
keert 2678 per jaar aan hulpbehoevende kun
stenaars of hun betrekkingen uit. Haar biblio
theek is een der rijkste van de wereld en telt
ongeveer 15000 toonwerken in partituur en stemmen,
van 400 componisten. In 1866 stichte zij eene
kor aalver eenigingsedert 1877 veranderd in eene
koor ver eeniging, tot veredeling van den volkszang,
welke reeds 200 koralen en eenige volksliederen
heeft uitgegeven. Haar Nederlandsche muziekge
schiedenis, gepaard met eene uitgaaf van oude
Noord-Nederlandsche werken, is met het schoonste
gevolg aangevangen en voortgezet. Behalve
de vermelden, hebben dr. Heye en prof. Loman het
meest voor de Maatschappij gedaan. De verdienste
lijkste directeuren barer muziekfeesten waren Van
Bree en Verhulst, welke laatste, na vóór 25
jaren haar zilveren feest-uitvoering te Rotterdam
geleid te hebben, nu in het paleis voor Volksvip t
te Amsterdam weder den dirigeerstok zwaait.
Zierikzee, 21 Mei. De arrondissements-recht-
bank te Zierikzee veroordeelde heden, met aan
neming van verzachtende omstandigheden, A. B.
de K,, zeepziedersknecht aldaar, tot eene cellu
laire gevangenisstraf van 45 dagen, wegens het
stelen als loonbediende ten nadeele zijns meesters,
van twee vaatjes groene zeep.
Een bij het departement van koloniën ontvangen
telegram van den gouverneur-generaal van Neder-
landseh-Indië, dd. 18 dezer, bevat de navolgende
berichten uit Atjeh:
Tegen het eind van April is de vijand aanval
lender wijs te werk gegaan, eerst tegen Indrapoeri,
en vervolgens, na in groote getale naar den lin
keroever der rivier te zijn overgetrokken, tegen
onze posten aan die zijde, terwijl ook onze
transporten dagelijks beschoten werden. Zoodra
het ingetreden droge weder zulks veroorloofde,
hebben onze troepen den vijand weder over de
rivier gejaagd en hem daarbij aanzienlijke ver
liezen toegebracht (1 tot 4 Mei). Daarop zijn den
6en Mei drie colonnes van Indrapoeri, Anak Galoeng
en Tjot Besoetoi uitgerukt om ook den rechter
oever van vijanden te zuiveren. Zij ondervonden
een zeer hevigen tegenstand, maar na een drie-
daagsch gevecht, waarbij te Panteh Karang
en Redieb eene rij zware versterkingen moest
worden bestormd, werd de vijand totaal verjaagd,
terwijl zijne kampongs (waaronder die van het
weder afvallig geworden hoofd der V moekim)
getuchtigd werden. Aan onze zijde sneuvelden
twee officieren (de kapitein Van Bergen luitenant
Schuit) en werden er tien gewond, terwijl meer
dan honderd mindere militairen sneuvelden of
gewond werden. De vijand moet belangrijke
verliezen geleden hebbenverscheidene voorname
hoofden, waaronder de imam van Gliëng, zijn
gesneuveldimam Longbattah wordt gezegd
zwaar gewond te zijn. Een der hoofden in de
XXVI Moekim heeft zijne onderwerping aange
boden. (St. Ct)
Ovezande, 22 Mei. Een driejarig knaapje
van B. W., landbouwer alhier, verloor gisteren
middag op noodlottige wijze het leven. Terwijl
de ouders op het veld werkzaam en de kinderen
aan de zorgen hunner grootmoeder toevertrouwd
waren, liep het kind het huis uit op het oogen-
blik dat deze met een der jongste kleinen bezig
was. Hij schijnt in een moddersloot geraakt te
zijn, waar hij spoedig omkwam. De ontsteltenis
der ouders bij hun terugkomst van den arbeid
is moeilijk te beschrijven.
In Londen klagen de gasverbruikers, dat
zij sedert eenigen tijd hooger moeten betalen.
De prijs van het gas is dezelfde gebleven, doch
de fabrieken schijnen middel gevonden te hebben
om iedere pit meer te doen verbranden. Wat dit
middel is zoekt men vergeefs te ontdekken.
Inmiddels is het feit onweersprekelijk, dat een
aantal verbruikers over de afgeloopen maand
Maart anderhalf maal zooveel betaald hebben dan
over Maart van het vorig jaar, terwijl bij het-
zellde aantal pitten het verbruik niet noemens
waard kon uiteenloopen,
(Per Telegraaf).
Londen. Door de regeering is in het lager
huis vermindering van uitgaven in Indië toegezegd.
De heer Gladstone heeft hierover zijne tevreden
heid betuigd en de heer Faivceth daarop zijne
vijandige motie ingetrokken.
Tweede kamer. Ingekomen eene mededee-
ling der regeering, houdende intrekking der ka
nalenwet.
Aan de orde was de behandeling der oorlogs-
begrooting over 1879. De heeren De Bieberstein,
De Casembroot en Van der Schrieek, betuigden
bun genoegen over het voornemen des ministers
om spoedig zijn hervormingsplannen te ontwik
kelen, en behandelden voorts eenige speciale pun
ten, inzonderheid tot aandrang op bezuiniging
die in verschillende diensttakken mogelijk is,
zonder schade voor den dienst. Het militair bud
get, zeide de heer De Bieberstein, is veel te hoog
voor de draagkracht der natie.
De heer van Kerkwijk achtte de plannen tot
betere behandeling van den officier en den sol
daat in strijd met hetgeen gebeurd is met een
schildwacht en een officier aan de hoofdwacht te
's Gravenhage, waarbij hij het vooral afkeurde
dat de koning persoonlijk eene straf opgelegd
heeft, hetgeen in strijd is met de constitutioneele
onschendbaarheid des konings en de*ministerieele
verantwoordelijkheid.
De minister van oorlog herhaalde dat hij, van
zijne zware taak bewust, met eene vaste over
tuiging is opgetreden. Veel is sedert 1870 in
ons krijgswezen verbeterd, doch er is nog veel te
doen, vooral voor de levende strijdkrachten. Op
deze en op onze doode weermiddelen steunende,
kunnen wij ons krachtig verdedigen zonder ver
hooging van het budget. Doch daarvoor is de
persoonlijke dienstplicht noodig. Legerorganisatie
bij de wet acht de minister vooralsnog onraad
zaam. Het plan bestaat tot eene wettelijke
regeling van den geneeskundigen dienst met
opheffing van den rang der officieren van gezond
heid 3e klasse. De minister is voornemens eene
traktemens-verhooging voor de officieren voor
te dragen.
De heer Heydenrijck constateerde dat de minis
ter de antimilitaristen verloochend en het liberale
beginsel der wettelijke legerorganisatie losgelaten
heeft. Voor die kordaatheid, als ook voor de
ronde verklaring aangaande de afschaffing der
plaatsvervanging bracht hij den minister hulde.
De heer Van Houten antwoordde dat voor de
beweerde nederlaag der antimilitaristen geen reden
bestaat, daar de minister geen verhooging van
het budget of van het militie-contingent wil. Hij
drong echter op wettelijke legerorganisatie aan,
welke een regeeringsbeginsel is.
Voor de aanstaande Juli-vergadering zijn reeds
nu de volgende stukken rondgedeeld.
Een voorstel van gedeputeerde stalen om af
wijzend te beschikken op een verzoek, door het
bestuur der Kweekschool voor machinisten te Am
sterdam aan de staten gericht, ter verkrijging
eener jaarlijksche subsidie van f 500 voor die
instelling.
Een voorstel tot vaststelling, volgens artikel 69
van het reglement voor de calamiteuse polders of
waterschappen in Zeeland, van de grenzen der
werken tot zeewering of oeververdediging van den
calamiteusen Suzanna-polder (Tholen).
Een voorstel om krachtens art. 95c van genoemd
reglement uithoofde van gemeenschappelijke be
dijking onder de bij art. 6 van de wet van 19
Juli 1870 bedoelde onderhoudsplichtigen der aan
grenzende dijken te brengenvoor het calamiteuse
waterschap Waarde, de Mairepolder, en voor den
calamiteusen Hoofdplaatpolder, den Dierentijd-
polder.
Een verzoek van het bestuur van het water
schap voor de uitwatering door de sluis in de
Piet, tot opname van den Perponcherpolder in dat
waterschap.
Zierikzee, 22 Mei. Door het dagelijksch
bestuur van het waterschap Schouwen is bij in
schrijving en opbod in het openbaar aanbesteed
het herstellen en onderhouden van de schutsluisjea
wachters, heulen of bruggen, duikers of zijlen,
voetbruggen en kistdammen van het waterschap
Schouwen gedurende 1879, 1880 en 1881, in 3
perceelen en wel le perceel, de streek Zuidhoek,
Borrendamme en Flaauwers, aan Jacobus Lammers
te Zierikzee, voor f 1075 2e perceel, district
Koudekerke, aan L. J. Kappers te Renesse, voor
f 6003e perceel, district Schoondijke, Langen-
dijk en Brouwershaven, aan Jac". Lammers to
Zierikzee, voor /1050.
21 Mei. 's av. 11 u. 54 gr.
22 's morg. 8 u. 62 gr. 's midd. 1 u. 70 gr.
's av. 5 u. 65 gr. 's av. 11 u. 59 gr.
23 's morg. 8 u. 54 gr. 's midd. 1 u. 56 gr.
's av. 5 u. 54 gr.
De wet van 1850 schreef in Frankrijk wel in