Gemeente-verslag over 1878. Benoemingen en besluiten. Onderwij s. Kerknieuws. Marine en leger. Rechtszaken. koning is in Oost-Indië voor ruim 36,000 inge- teekend. Op daartoe per draad gedaan verzoek heeft Z. M. geantwoord, dat Z. M. dankbaar het geschenk zal aanvaarden, maar de keuze daarvan aan het comité overlaat. Het geschil tusschen de heeren dr. L. Mulder en C. J. M. Jongkindt Coninck wordt thans door aatstgenoemden opgehelderd door een paar inge zonden stukken in de N. B. Ct van heden (2e blad). Den belangstellenden lezer verwijzen wij daarheen, dewijl deze persoonlijke twist ons verder geen belang inboezemt en wij het bij onze vroeger uitgesprokene betuiging van leedwezen over de verwijdering, welke tusschen de beide verdienstelijke mannen ontstaan is, meenen te kunnen laten. De St. Ct. bevat de wet, betrekkelijk het toestaan van credieten ten behoeve van tot de dienstjaren 1867 tot en met 1876 behoorende onverevende vorderingen ten laste der begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1879. Zondag jl. is te Rotterdam eene door het Ne der landsche fVerkliedenverbond belegde bijeen komst gehoudenter behandeling van het vraagóvuk van het kiesrecht, ingeleid door den voorzitter van het verbond den heer Held. Een besluit werd niet genomen, maar alle sprekers verklaarden zich voor de invoering van het al gemeen stemrechtsommige evenwel eerst na verloop van tijd, omdat zij de werklieden in het algemeen nog niet ontwikkeld genoeg achtten om als zelfstandige mannen politieke rechten uit te oefenen. De coöperatieve winkelvereeniging Ons voordeel te Amsterdam, wier hoofdkantoor gevestigd is in de Elandstraat, is failliet verklaard, naar men zegt met een passief van 25 a 30,000 gulden. Men seirijft aan het Handelsblad uit Antwer pen van 18 dezer: „Kerdijk, de voortvluchtige mededirecteur der Afrikaansche Handelseereeniging te Rotterdam, is in den avond van 14 dezer alhier aangekomen, zijn intrek nemende in het hötel St. Antoine. Nadat hem de kamer no. 32 in dat hötel was aangewezen, heeft hij zich in het vreemdelingen- boek ingeschreven als zijnde de heer Kareis, handelaar te Rotterdam. Ofschoon hij zich in den beginne vrij opgewon den betoonde en het zweet hem van het voor hoofd parelde, vatte niemand achterdocht. Op zijn verzoek werd hem een vrij copieus souper voorgediend, dat door hem met veel eetlust op zijne kamer werd genuttigd. Omstreeks 4 uren in den morgen van 15 dezer werden de hötel- houder, zijne knechts en de in de omliggende vertrekken gelogeerde reizigers plotseling opge schrikt door twee pistoolschoten, kort na elkan der in no. 32 gelost. Onmiddellijk toegesneld) vond men Kerdijk ongedeerd en betrekkelijk kalm. De pistoolkogels waren in de zoldering terecht gekomen; zij zijn op zoodanige wijze gelost, dat men niet kan aannemen dat K. ern stig het voornemen gehad heeft zich er door van het leven te berooven. Alvorens de schoten te lossen, had K. eene hoeveelheid chloroform ingenomen, te gering ech ter om daardoor zijn leven in gevaar te brengen. Het is onbegrijpelijk hoe het personeel van het hötel zich heeft laten overhalen om Kerdijk ver volgens eenige oogonblikken alleen te laten; misschien is het toe te schrijven aan de verwar ring van het eerste oogenblik. Zeker is het, dat deze van zijne eenzaamheid gebruik gemaakt heeft, om zich met een oud, versleten en afge stompt scheermes eene onbeduidende wonde aan nieuwen werkkring. Juffrouw Elisa scheen op den duur aan verkoudheid in het hoofd te lijden. Haar neus wa3 altijd rood en hare oogen stonden steeds vol tranen. „De arme Elisa heeft een te leurstelling gehad," zei juffrouw Jeanne tot Elisa beth juffrouw Jeanne was altijd vol medelijden voor haar en al de eigenaardigheden en kwade luimen van juffrouw Elisa werden steeds veront schuldigd. Elisabeth schreef aan sir John en de dames White kregen per omgaande, een zeer bevredigend antwoorddoch het is wellicht beter om te vertellen wat Elisabeth aan haar ouden vriend schreef. „Waarde sir John," begon zij, „vergeef mij dat ik dezen brief tot u richt, maar ik voel dat ik mij op uw edelmoedigheid mag verlaten en ik herinner mij ook de laatste woorden van mijn dierbaren oom en uwé belofte om mij te helpen zoo gij er toe in de gelegenheid waart. „Gij weet, sir John, dat ik Wendell verlaten heb, maar gij weet niet waarom en dat kan ik u niet zeggen; ik zal er echter nooit terugkeeren. Ik ben naar Londen gegaan met het plan om een betrekking als gouvernante of juffrouw van ge zelschap te zoeken, doch ik merk dat ik die niet kan krijgen en zelfs niet eens een fatsoenlijke woning, zonder behoorlijke informaties en daarom schrijf ik u nu om u te vragen of gij zoo goed wilt zijn die te geven. Als gij een paar woorden wilt schrijven aan de dames hier in huis, om te den hals toe te brengen, waarna hij zich eveneens twee weinig doorgedrongen sneden nabij de polsaderen heeft gegeven. Ook deze poging tot zelfmoord was volkomen onbeteekenendniemand gelooft hier dat K. ernstig het voornemen gehad heeft zich het leven te benemen. Een justitie-ambtenaar alhier, met de instructie der zaak belast, zeide mij, dat volgens zijn ge voelen, K. louter „comedie gespeeld" had. Nadat de geneesheeren en de politie den toestand ge constateerd en de zoon van den voortvluchtige op een hem gezonden telegram was overgekomen, begaf K. zich onder geleide, nog denzelfden mid dag, gedeeltelijk te voet, gedeeltelijk per rijiuig, naar het hospitaal St. Elizabeth. Reeds gisteren was hij zooverre hersteld, dat hij zijn verlangen te kennen gaf, het hospitaal te verlaten, om zijne reis voort te zetten. De justitie heeft zich slechts met moeite daartegen kunnen verzetten^ daar zij tot op het oogenblik waarop ik u schrijf, zonder ling en onverklaarbaar genoeg, nog geen mandaat tot aanhouding, noch eenig aanzoek daartoe van de Nederlandsche justitie ontvangen heeft. De politie alhier ziet, zonder onmiddellijk in te komen ver zoek tot dat eiüde uit Nederland, geen middel om den voortvluchtige langer aan te houden; zelfs heeft zij zich moeten bepalen K„ ongemerkt te laten bewaken. Mocht deze heden .het hospi taal verlaten, dan zal zij daarvan verwittigd worden en weten waarheen hij zich begeeft. Ver der meent zij vooralsnog en uit eigen initiatief niet te mogen gaan." In verband met bovenstaande mededeelingen meldt het HM. met volkomen zekerheid, dat Kerdijk Woensdagmorgen Rotterdam heeft ver laten, geheel alleen, slechts met een klein valiesje bij zich en een som gelds, driehonderd francs niet te boven gaande. Van de grooto som, die hij volgens de Haarl. Ct. bij zieh zou hebben gehad, blijkt niets. Zijn huisgezin, dat wel wist dat er moeilijkheden waren, maar niet dat bedriege- ïijke handelingen waren gepleegd, bleef zonder cent achter. Pincoffs verliet met vrouw, drie kinderen en een groot aantal koffers, men zegt wel dertig, in den namiddag, Rotterdam. Wat het ontdekken der bedriegelijke handelingen betreft, bericht het übl. nog het volgende. Voor eene nieuwe leening, groot, naar wij meenen, éen millioen, werden onderhands, ge lij k vroeger ook wel gebeurde, aan verschillende personen inschrijvingen aangeboden. Natuurlijk als eene soort van voorrecht, dat op prijs moest worden gesteld. Dit aanbod werd ook gericht tot vorstelijke personen. Een der raadslieden, om advies gevraagd, was schrander genoeg om te begrijpen, dat, indien voor het plaatsen eener betrekkelijk zoo geringe som, de medewerking van vorstelijke personen werd ingeroepen, de zaak niet zoo schoon wezen kon. Bovendien wist men toen waarschijnlijk reeds, dat Haagsche bankiers van het papier der Afrik. Handelsv. niet meer gediend geliefden te wezen. Nadere onderhandelingen waren in elk geval noodig en bedoelde raadsman begaf zich dus naar de firma, intusschen slechts met eenig wantrouwen in de soliditeit der zaak, volstrekt niet in de meening, dat ze reeds geheel verloren was. In den loop van het gesprek bood Pincoffs aan, de boeken te tooneDwat, tegen zijne verwachting, onmiddellijk werd geaccepteerd. Bij vluchtige inzage dier boeken werden nu verschijnselen ont dekt, die slechts het wantrouwen konden ver- grooten. De adviseur gaf zijn twijfel niet te kennen en behield zich nader overleg voor. Maar onmiddellijk deelde hij zijne bevinding mede aan andere in de zaak betrokken firma's en personen en een volledig onderzoek, door commissarissen was daarvan het gevolg. Toen bleken spoedig de vervalschingen, maar eerst gaandeweg werd den betrokkenen duidelijk, dat de schade veel aan zienlijker was, dan men aanvankelijk meende en zeggen dat gij mij en mijn familie sedert geruimen tijd kent, is het voldoende. Het schijnen stille, fatsoenlijke menschen te zijn en ik zou hier gaarne blijven, totdat ik een vaste woonplaats heb. „Ik heb uw zoon hier ontmoet eerst bij toeval; maar het is beter dat wij elkaar niet meer zien. Daarom vertrouw ik dat gij aan hem, noch aan iemand anders zult zeggen dat ik u geschreven heb of waar ik thans woon. „Ik hoop dat Lady Tyrell beter is en in het volle vertrouwen dat deze brief een geheim tus schen u en mij zal blijven, noem ik mij, waarde, sir John, uwe toegenegene Elisabeth Gordon-. „P. S. zooals gij ziet heb ik mijn eigen naam weer aangenomen, wees dus zoo goed mij daarbij te noemen. E. G.' Het antwoord van sir John was zeer karakte ristiek. Aan de dames White schreef hij „Sir John Tyrell heeft de eer de dames White mede te deelen, dat hij miss Gordon en haar familie sedert vele jaren van zeer nabij gekend heeft en voor haar achtenswaardigheid instaat," Zijn brief aan Elisabeth was langer en trof haar door zijn edelmoedigheid en vriendelijkheid. „Mijn waarde juffrouw Gordon, uw brief, dien ik zooeven ontving, heeft, eenigermate althans, de bezorgdheid weggenomen waarin ik, evenals uwe andere vrienden te Wendell sedert uw ver- er dus niet meer, gelijk eerst nog werd beproefd, te redden was. Men zegt, dat vele Rotterdammers, die anders uit den aard hunner betrekking met zulke finan- cieele ondernemingen minder in aanraking komen, half onbewust zich tot het aanprijzen van de soliditeit der onderneming lieten bewegen, door hetgeen zij deed voor de zendingszaak. Met het vervoer van missionarissen en dergelijken was de firma altijd zeer coulant. Menige vrouw, die slechts door de oogen van anderen ziet, bij de vraag wat zij met hare spaarpenningen moet beginnen, is op deze gemoedelijke wijze er toe gekomen, aandeelen in de Afr. Handelsv. te nemen. {Vervolg). Voor het onderhoud der gemeen te-wandelplaat sen, wegen, singels en begraafplaats, dat vroeger voor f 650 was uitbesteed, werd dit jaar voor niet minder dan f 900 ingeschreven. De poging om dit onderhoud in eigen beheer, door twee vaste arbeiders, bijgestaan door den tuinman der gemeente, te doen verrichten, slaagde aan vankelijk niet gelukkig en zal, als in 'tloopende jaar geen betere uitkomsten worden verkregen, weer opgegeven moeten worden. Mocht de gemeente zich in 1877 in een buiten gewoon gunstigen gezondheidstoestand verheugen, het afgeloopen jaar was dit niet het geval. Be halve dat in de tweede helft van Januari katar- rhale aandoeningen der luchtwegen zeer algemeen waren en eene tamelijk sterk ontwikkelde epide mie van influenza heerschte, die eerst in de tweede helft van April bedwongen werd, werden in de voorjaarsmaanden eenige gevallen van typheuse koortsen waargenomen, terwijl ook van diphteritis en croup enkele sporadische gevallen voorkwamen. Pokken en roodvonk ontbraken ten eenenmale, daarentegen ontwikkelde zich in de najaarsmaan den eene mazelen-epidemie, die op het einde van het jaar haar toppunt scheen te hebben bereikt. Ofschoon zij aanvankelijk geen kwaadaardig karakter vertoonde, was het gelijktijdig optreden van eene kinkhoest-epidemie oorzaak dat de maand December zich door een buitengewoon hoog sterfte cijfer kenmerkte. Met deze erfenis van den vorigen jaarkring is 1879 dus onder geene gunstige voorwaarden in getreden. Bij het gemeentebestuur werden in 1878 aan gegeven: 273 gevallen van mazelen; 6 van diphteritis5 van febris typhoïdea en 1 van typhus. Het aantal op de gemeente begraafplaats be graven lijken is, sedert hare oprichting in 1830, gestegen tot 22033. In 1878 werden er 457 lijken bijgezet. In het afgeloopen jaar werd een aanvang ge maakt met de veranderingen in de inrichting van het gasthuis, bestaande in het bouwen van twee lokalen tot tijdelijke verpleging van krankzinnigen, het inrichten van een lokaal speciaal voor ver pleging van syphilitici benevens eenige andere wenschelijke verbeteringen. Voor de daartoe benoodigde uitgaven werd uit het familiefonds, dat indertijd de gelden voor den bouw van het gasthuis heeft verstrekt, opnieuw een voorschot van 9000 gegeven, tegen een rente van pet., waarvan de aflossing zal ingaan na afbetaling der vroegere leeningen. Gedurende 1878 werden 158 personen in dit gesticht verpleegd, zijnde 69 mannen en 89 vrouwen. {wordt vervolgd burgemeesters. Benoemd tot burgemeester der gemeente Beusichem H. H. G. van Everdingen, secretaris dier gemeente; en tot burgemeester der gemeente Valkenswaard J. van Best. marine. Op verzoek eervol uit den zeedienst ontslagen, met den laatsten der maand, waarin dat besluit ter zijner kennis zal worden gebracht de off. van adm. 2e kl. P. Gallas, dienende bij het eskader in Oost-Indië. examen comhissien. Ingetrokken de benoeming van den luit.-kol. J. A. IJ. van Es, als lid der com missie tot het afnemen van het eind-examen aan de adelborsten der 2e kl. en in zijne plaats be noemd de luit.-kol. bij het korps mariniers J. Gautier. trek verkeerde. Ik zal niet spreken van de on getwijfeld zeer geldige reden die u noopte uw huis te verlaten. Ik kan mij begrijpen dat het u ondragelijk was gewordenmaar (vergeef een oud vriend) gij hebt zeer onvoorzichtig gehandeld met alleen en zonder eenige bescherming naar Londen te gaan en het is mij hoogst aangenaam dat gij nu vertrouwen in mij stelt en aan het laatste verzoek van uw oom denkt. In het vervolg moet gij mij toestaan, werkelijk als uw vriend te handelen. „Jasper kwam hier met Kerstmis en ontstelde zeer toen hij hoorde dat gij verdwenen waart. Hij vroeg veel naar u, maar ik behoef u niet te zeggen dat ik uw geheim voor hem en voor ieder ander zal bewaren zoolang gij het verlangt. Ik sluit hier een banknoot van 600 gulden in, bewijs mij de eer die aan te nemen en wees overtuigd dat niets mij aangenamer zal zijn dan u van dienst te mogen wezen. Ik hoop dat uw gezond heid goed is en blijf uw trouwe vriend John Tyrell" „P. S. Mijn arme vrouw is nog niet beter, zij heeft Jasper niet herkend toen hij bij haar kwam. Mijn dochters zijn wel. Laat mij nu en dan wat van u mogen hooren. J. T." Deze brief was een onbeschrijfelijke verlichting voor Elisabeth. In de eerste plaats verzekerde hij haar een aangename, rustige, fatsoenlijke woning, want de dames White waren zeer blijde dat zij een kennis van den baron mochten her_ belastingen. Benoemd tot ontvanger der dir. belast, en acc. te Vlijmen c. a. H. G. R. Ellens, thans ontvanger derzelfde middelen te 's Graven polder c. o., en tot ontvanger der dir. belast, en acc. te St. Oedenrode c. a. C. F. L. Gram, thans ontvanger der dir. bel., invoerrechten en accijnsen te Weert c. a. telegraphie. Benoemd tot telegrafist 3e kl. de directeur van een der rijks-telegraafkantoren P. Dekker, met bepaling dat hij rang zal nemen onmiddellijk na den telegrafist der derde kl. J. G. Jongman. Benoemd tot leeraar in de geschiedenis en aard rijkskunde aan 't gymnasium te Zwolle, de heer J. A. Strieker. Van de 100 herv. gemeenten in Zeeland zijn er thans nog 21 vacant, nl. Zoutelande, sinds 5 Dec. 1869, Bekerke 23 Nov. 1873, Arneniuiden 25 Oct. 1874, Goes 28 Feb. 1875, Meliskerke c. a. 31 Juli 1875, Grijpskerke 5 Nov. 1876, Schore c. a. 3 Dec. 1876, Gapinge 25 Febr. 1877, St. Philipsland 29 April 1877, Kleverskerke 28 Oct. 1877, Westkapelle 28 April 1878, Nieuwerkerk 8 Mei 1878, Overzand c. a. 12 Mei 1878, Vlissingen 9 Juni 1878, Oosterland 10 Nov. 1878, Kerkwerve 24 Nov. 1878, Axel 24 Nov. 1878, Zierikzee 1 Feb. 1879, Kruiningen 20 April 1879, Serooskerke (Walcheren) 27 April 1879 en 's-Heer Abtskerke c. a. 11 Mei 1879, terwijl Oostkapelle en St. Kruis, weldra vacant komen. ct.) m m m Door het groot aantal personen, dat zich in den laatsten tijd tot vrijwillige dienstneming bij het korps mariniers heeft aangeboden, heeft men aanleiding gevonden, het handgeld aanmerkelijk te verminderen. Zoo is aan sommige elders geën gageerde personen vijftig en zelfs honderd gulden minder ter hand gesteld, dan waarop zij aanvan kelijk gerekend hadden. In de zitting van den hoogen raad van gisteren heeft de adv.-gen. mr. Polis geconcludeerd tot verwerping van het beroep in cassatie van J. S. C. c. f., door de rechtbank te Zierikzee veroor deeld wegens het uitoefenen van visscherij op de Schelde en Zeeuwsche stroomen, gedurende den tijd, dat de visscherij door het bestuur der vis scherij op die rivieren gesloten was. Gisteren heeft zich in Den Haag het merk waardig geval voorgedaan, dat iemand begraven werd, die reeds 47 dagen geleden was gestorv en. Een werkman was namelijk sedert zoo geruimen tijd vermist, zonder dat men had kunnen ont dekken wat er van hem geworden was, totdat Vrijdag jl. zijn lijk werd gevonden op den zolder van een bewoond huis, waarin hij vóór zijn overlijden eenige werkzaamheden schijnt te ver richten te hebben gehad. Lloyd's agent te Lima schrijft onder den datum van 16 April aangaande den oorlog in Znid- AmerikaNadat door Chili aan Peru en Bolivia de oorlog is verklaard, kan ik u berichten, dat de Chilische vloot de haven van Iquique heeft geblokkeerd, na alle schepen gewaarschuwd te hebben binnen tien dagen de haven te verlaten. bergen en bewezen haar alle mogelijke attenties Bovendien onthief hetgeen sir John haar gezonden had haar van de dringende noodzakelijkheid om terstond een betrekking te zoeken en dus op nieuw gevaar te loopen van herkend en ontdekt te worden. Zij schreef hem dadelijk een welgemeenden brief van dankbetuiging, waarin zij ook naar Richard Horton vroeg en sir John verzocht haar bericht te zenden indien er eenige verandering te Wendell West-House plaats greep. Zij sprak in dezen brief niet over Jasper, en toch kwam er een flauw, droevig lachje op de lippen van sir John, terwijl hij hem las. Hij was inderdaad iemand die meer zag dan de oppervlakte der ge beurtenissen en hij begreep (of liever meende te begrijpen) dat de reden, waarom Elisabeth haar huis verlaten had, op de eene of andere manier in verband stond met zijn zoon. EINDE VAN HET EERSTE DEEL. ■mij J I '.j' Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2