N° 119.
122e Jaargang.1
1879.
Voetstappen in de sneeuw.
Uithoofde van den Hemel
vaartsdag zal deze courant
aanstaanden Donderdag niet
worden uitgegeven.
Bit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a Gent
Advertentiens 20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jonks.
Inspectie en exercitie
BE-ANEWEEE.
Middelburg 20 Mei.
FEUILLBTOTT.
43
HOOFDSTUK XXIV.
Haar besluit.
- - I -
BIJ DB
De burgemeester en-wethouders van Middelburg,
gelet op art. 20 der verordening op de brand
weer in deze gemeente, gewijzigd bij besluit van
den gemeenteraad van den ilen November 1858,
maken bekend:
dat de inspectie en exercitie met een gedeelte der
brandspuiten, volgens voordracht van het bestuur
over de brandweer, zal plaats hebben Dinsdag
den 27 Mei a. en wel met de spuit A ten 9 ure,
met spuit B ten 10 ure, met spuit D ten 11 ure,
en met spuit C ten 1 ure.
Weshalve de bedienden, aan die spuiten geplaatst,
opgeroepen worden zich ten voorschreven uren
aan de onderscheidene brandspuithuisjes te bevin
den, zullende bij niet verschijning, tegen hen
proces-verbaal worden opgemaakt tot toepassing
der bij de verordening vastgestelde straffen, be
staande in eene geldboete van f 3 tot 25 en
eene gevangenisstraf tan éen tot drie dagen, te
zamen of alzonderlijk.
Hiervan is afkondiging geschied waar het
behoort, den 19en Mei 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C E O E E B.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAE.
Men schrijft ons uit Botterdam dd. gisteren
De ramp, die onze stad getroffen heeft, wordt
reeds dienstbaar gemaakt aan politieke bedoe
lingen. In de eerste plaats door de katholieke
bladen, hieren elders, die de financieele ondernemin
gen van Pincoffs in verband brengen met de
liberale partij en het voorstellen als bad Pincoffs
alleen onder de liberalen zijne vrienden. Zij
vergeten, dat een van diens warmste vrienden,
commissaris van de Afrikaansche Handelsver eeni-
ging, de heer De Bruijn is, onze voormalige
wethouder van financiën, thans lid der tweede
kamer voor 's Hertogenbosch. Als de heer De
Bruijn zich liet verblinden door Pincoffs, waarom
kan dit dan niet met anderen bet geval zijn
geweest
Wat van hier aan de Amsterdamsche Ct ge
DOOK
DOHA BUSSEL.
KEBITE E EL.
„Daar zie ik geen reden voor," zei Elisabeth
en ondanks de smeekingen en voorgewende tranen
van mevr. O'Shee betaalde Elisabeth haar reke
ning (zonder van het gestolen geld te spreken,
dat was ten minste éen troost) en verliet om
twaalf uren Lambridge-street. Zij gelastte den
koetsier haar naar het postkantoor te brengen en
zond hem daar weg. hl adat zij haar brief aan
Jasper Tyrell op de post gedaan had, stapte zij
met haar tasch in de hand, naar een klein huidje
in de Buckingham-paleisstraat, dat zij op een
harer vele wandelingen had opgemerkt en ont
houden, omdat zij er een deftige, oude dame voor"
het venster gezien had en er kamera te huur
stonden,
schreven en uit hare kolommen in verschillende
andere bladen overgenomen is, is nog veel erger.
Daar is de bedoeling om Pincoffs met eene poli
tieke partij te vereenzelvigen, nog duidelijker,
en met die bedoelingen worden bepaalde onwaar
heden verspreid. Er wordt daar zelfs beweerd,
dat Pincoffs veel meer dan Kappeyne het hoofd
der liberale partij was. De waarheid is, dat
toen Pincoffs, vóór de oprichting der Rotterd.
Hundélsvereeniging, lid van onzen gemeenteraad
was, zijn invloed op de aangelegenheden van de
stad zeer groot was, hetgeen met het oog op
zijne buitengewone bekwaamheden zeer natuurlijk
was. Op algemeen politiek gebied heeft hij echter
nooit zoo grooten invloed uitgeoefend als men
beweertmet verkiezingen voor de tweede kamer
bijv. beeft hij zich nooit veel ingelaten, en zelfs
is het volstrekt onwaar, dat bij de jongste ver
kiezing mr. A. Kerdijk zijn candidaat zou zijn
geweest; hij heeft zich eerst met die verkiezing
bemoeid, toen men de Israëlieten tegen dien can
didaat trachtte op te ruien, op grond dat Ker
dijk 's vader tot het Christendom was overgegaan.
Een zeer stellige onwaarheid van de Amsterdam-
sehe Ct is ook, dat Pincoffs de „vertrouweling,
tafel- en boezemvriend" van den oud-minister
Fransen van de Putte was. Vooral deze bijzon
derheid moet doen twijfelen of de Amslerdamsehe
wel wezenlijk hare inlichtingen uit Botterdam
ontvangen heeft. Pincoffs en de heer Fransen
van de Putte waren volstrekt geen vrienden.
"Wat moet men oordeelen over eene partij, die
aldus eene ramp als Botterdam heeft getroffen
en waarin ook zoo velen buiten Botterdam deelen,
met behulp van opraapsels en onwaarheden tracht
te exploiteeren in het belang van haar politiek
eigenbelang, en te bezigen als middel om tegen
standers verdacht te maken?
Nadere feiten van eenig belang zijn niet bekend.
Het blijkt thans, dat de hooge raad reeds Vrijdag
een bevelschrift tegen Pincoffs heeft uitgevaar
digd. Dat deze over zee ontsnapt is, krijgt
steeds meer waarschijnlijkheid. Onwaar schijnt
het te zijn, wat hier en daar bericht werd, dat
Pincoffs en Kerdijk afspraak zouden gemaakt
hebben om te zamen te vluchten, maar dat P.
ten slotte zijn zwager en medeplichtige zon heb
ben laten zitten.
Aan allerlei onjuiste geruchten heeft het trou
wens in de laatste dagen niet ontbroken en ont
breekt het nog niet. Zoo had men o. a. beweerd,
dat de overgebleven directeuren en de procuratie
houder van de Roti. Handelsver eenig ing hunne
betrekking zouden verliezen. Daarvan is niets
gebeurd; heden hielden de commissarissen dier
vereeniging eene vergadering, waarin, met behoud
van de beide genoemde bestuurders, aan de directie
werden toegevoegd de heeren De Monchy (presi-
Zij werd opengedaan door een net meisje van
zestien jaar, die haar vertelde dat de salon en
twee slaapkamers te huur waren.
„De tantes houden de zijkamer voor zich, maar
als gij zoo goed wilt zijn binnen te komen zal
ik tante Jeanne roepen."
Zij had geen Londenschen tongval en geheel haar
uiterlijk en kleeding droegen het kenmerk van
de provincie. Zij was ook inderdaad van
Schotsehe afkomst en woonde hier met twee
ongehuwde tantes, juffrouw Jeanne en juffrouw
Elisabeth White.
Zij liet Elisabeth in de zijkamer, waar een
zekere kalmte en fatsoenlijkheid heerschten, die
haar bijzonder aantrokken. Alles was er netjes,
ofschoon sporen dragende van jaren lang gebruik.
Op een klein boekenrekje merkte zij een erg
beduimeld bijbeltje op en in een werkmandje
dat op tafel stond, lag nog een klein opengeslagen
bijbeltje. Zij had echter niet veel tijd om rond
te zien, want weldra werd de deur geopend door
een bejaarde, netgekleeda dame met een eenigs-
zins droevig uiterlijk, die bij het binnenkomen
een diepe dienaresse voor Elisabeth maakte.
„Gij hebt immers een paar kamers te huur?"
„Ja, mevrouw, een salon en twee slaapkamers."
„Ik heb maar een slaapkamer noodig."
„Zoudt gij ze ook eens willen zien?" vroeg
mej. Jeanne White (de oudste der beide zusters)
en ging Elisabeth voor op een smalle trap, waarop
een nette, doch tamelijk versleten looper lag.
dent der kamer van koophandel) en Schöffer
(chef van het bekende groote commissionairs-
kantoor). In de benoeming van den heer Schöffer
schijnt men een waarborg te hebben willen geven
aan de Düitsche financiers, die voor een zeer
aanzienlijk bedrag bij de Roti. Handelsver eeni ging
zijn geïnteresseerd. Over de definitieve samen
stelling der directie zal later de vergadering van
aandeelhouders te beschikken hebben. Dat
mannen als de heeren De Monchy en Schöffer
zich de benoeming tot directeuren hebben laten
welgevallen, mag voor een bewijs gelden, dat de
toestand dezer vereeniging niet zoo ongunstig
is als eerst werd gevreesd. Voor de toekomst
van Botterdam is ten slotte aan het behoud van
deze vereeniging veel 'meer gelegen dan aan
dat van de Afrikaansche.
Het Zuiden heeft een paar ontzettende dingen
vernomen.
De Ronggengs (dansmeisjes) van den rijksbe
stierder van Soerakarta, die de tentoonstelling te
Arnhem komen opluisteren en op de tonen der
gamelang (Indische muziek) haar kunsten zullen
vertoonen, die Ronggengs zijn
Nu ja, wat ze zijn, zullen wij hier niet neer
schrijven. Het woord is er een, dat in onze
rechtzinnige bladen en blaadjes gaarnemet
voorliefde, met innig welbehagen zouden we haast
zeggen, te pas gebracht, gebruikt en herhaald
wordt. In een beschaafden kring geldt het echter
voor ongepast.
Wat nu die Ronggengs betreft, men kan ze
ongeveer gelijk stellen met de „dames", die zich
in onze café-chantants sinds jaar en dag zien en
hooren laten. Ze zijn wat minder onbeschaamd,
wat minder onkiesch, wat minder bedorven, wat
minder kostbaar voor hare bewonderaars; maar
misschien zullen ze, na eenige weken verblijf in
ons meer beschaafd en meer „christelijk" wereld
deel, in dit opzicht hare Europeesche zusters wel
ingehaald hebben.
Op de pathetische vraag van het ZuidenM a g
dat, kan dat, zal dat - moet dus, gelooven
wij, tot antwoord gegeven wordenhet mag, het
kan en het zal zeker, zoolang men er niet toe
komt de soortgelijke tempels der kunst welke
iederen avond in onze groote steden geopend
worden, op grond van openbare zedelij kheidszorg
te sluiten.
Een tweede vreeselijke gebeurtenis moet te
Aardenburg gebeurd zijn. Daar zou niet alleen
door het diaconie-, maar ook door het burgerlijk
armbestuur in den afgeloopen winter ondersteu
ning geweigerd zijn aan lieden die broodsgetrek
ledep, dewijl zij de predicatiën van een evangelist
bijwoonden en niet van die van den Aardenburg-
schen predikant gediend wilden wezen.
De bovenkamers waren evenals de beneden
kamers geheel anders ingericht dan de meeste
apartementen in Londen. Al de meubels waren
groot, ouderwetsch en zwaar, zonder eenig ornament
of sieraad, maar daarentegen was alles zindelijk
en doelmatig. De bedgordijnen waren helderwit
en ouderwetsch gelijk al het overige.
„Gij ziet al onze meubels zijn oud," begon juf
frouw White, terwijl zij een bed afhaalde om te
laten zien hoe zindelijk het was; „zij hebben ook
al aan mijn vader en grootvader toebehoord. Wij
zijn dochters van buitenlui en volstrekt niet ge
wend aan de Londensche manieren maar de
tijden veranderen," besloot zij met een zucht.
„De kamers zouden ing wel lijken," zei Elisa
beth en daar de prijs niet hoog was, besloot zij
ze te nemendoch juffrouw White begon eenigs-
zins verlegen te worden en kreeg een erge kleur,
zoodat Elisabeth vroeg of er nog iets was.
„Het is alleen maar, mevrouw, van wega
de informaties," zei de juffrouw blozende. „Gij
begrijpt in Londen hier bleef zij steken, geheel
buiten staat om den zin te voltooien.
Elisabeth bloosde ook en aarzelde een oogen-
blik, doch daarop besloot zij te handelen volgens
het voornemen dat zij dien morgen opgevat had,
en de tusschenkomst van sir John Tyrell in te
roepen.
„Sir John Tyrell kan u inlichtingen omtrent
mij geven," sprak zij zoo kalm mogelijk. „Sir
Job» en Lady Tyiell te Wendell Hall in
Als dit waar was, zou het schande wezen.
Maar het Zuiden plaatst om den anderen regel
van zijn aan dit geval gewijd hoofd-artikel zelf
de vraag of het wel waar is. Mén heeft het aan
de redactie „verhaald", maar de redactie acht het
„bijna ongelooflijk" en stelt bij voorbaat haar
kolommen open tot het tegenspreken van „zoo
schandelijken laster". De geloofwaardigheid van
de „verhalende" men, schijnt dus alles behalve
boven twijfel verheven.
Nu, zoo lang de zaak zóo weinig om 't lijf heeft,
zullen wij er ons ook maar niet verder ongerust
over maken.
Uit het gebeurde met Pincoffs c. a. is, volgens
de Nieuwe Goesahe Couranto. a. te leeren:
„dat de vrij handels-theorie, hoe schoon en ver
leidend ook in schijn, in werkelijkheid niet aan
de verwachting beantwoordt."
De N. G. Ct heeft blijkbaar eene bijzondere
opvatting van de vrijhandels-theorie.
Ze schijnt te veronderstellen dat met de „vrij
heid van handel", bedoeld wordt de vrijheid om
al of niet met schurkerij om te gaan.
Zij is dan ongeveer even goed op de hoogte
als de man die over militaire zaken meê wilde
praten, en meende dat men onder het staande
leger het voetvolk te verstaan had.
Cfoes, 20 Mei. De uitslag der stemming in
de verschillende afdeelingen der Centrale Liberale
Kiesver eenig ing is als volgt
mr. v. Hoek. dr. v. Campen
Goes. 25 stem. 35 stem.
Bergen op Zoom 39
HulstV 14
Westelijk deel van Zuid-
Beveland ('s Gravenpold.) 16
Oostelijk deel Zuid-Beve
land (Hansweert) 5 8
Noord-Beveland.
19
84 stem. 78 stem.
Zoodat mr. W. A. van Hoek, rijks-advocaat te
Middelburg, de candidaat der vereeniging is.
Het programma voor de uitvoering door het
muziekkorps der dd. schutterij op Donderdag den
22 dezer, des avonds te 7 uren, op het Molenwa
ter alhier is samengesteld als volgtN°. 1 Marsch
des tambours, van Sidney Smithn°. 2 Koor en
duet uit de Postillon de Longjumeau, van Adam
n°. 3 Ouverture Joseph, van Méhul; n°. 4 Fan
tasie V Ombre, van Flotow; n°. 5 Andante, van
Haydnn". 6 Potpourri Ernani, van Verdi; n*.
7 Morgengebed, van Mendelssohn; n°. 8 Marsch
Voor een huwelijksgeschenk aan Z. M. den
Uplandshire. Ik zal mijnheer van avond schrijven;
want mevrouw is ziek en als gij het verlangt
zal ik in een. hotel gaan tot dat gij antwoord
hebt."
Maar de naam van sir John was blijkbaar reeds
voldoende. Juffrouw White verzocht haar te
blijven en niet naar een hotel te gaan, als zij dat
liever deed en vroeg duizendmaal verschooning
dat zij van informaties gesproken had.
„Maar gij begrijpt in Londen begon zij
weer en Elisabeth vond dat zij volkomen gelijk
had.
Zoo was zij een uur nadat zij Lambridge-street
verlaten had, reeds in dit kalme gezin gevestigd
en eer de dag om was had zij de geheele, een
voudige geschiedenis der familie vernomen; hoo
de vader pachter was geweest en gestorven zonder
haar iets na te laten; hoe de derde zuster nog
bij zijn leven getrouwd was met een klerk van
een wijnkooper in de city die ook gestorven was,
zijn weduwe onverzorgd achterlatende. Die hield
nu een informatie-bureau voor gouvernantes en
gezelschapsjuffrouwen en deed haar best om voor
zichzelve en haar eenig kindfatsoenlijk haar
brood te verdienenterwijl deze beiden, die na
haar vaders dood ook in haar eigen onderhoud
moesten voorzien, op haar aanraden naar Londen
waren gekomen en zich ingericht hadden om
kamers te verhuren. Het was haar vrij goed ge
gaan, zei juffrouw White met een zucht, maar
zij was toch volstrekt niet ingenomen met haar.