N«. 118
122e Jaargang.
1879,
Dinsdag
20 Mei.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m, franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publipité étrangère 6. L. Daubs en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
gemeenteraad.
JAARVERSLAG.
Middelburg 19 Mei.
De burgemeester van Middelburg maakt bekend,
dat op Woensdag den 21en Mei 1879, des_ namid
dags te half twee ure een openbare zitting van
den gemeenteraad zal plaats hebben.
Middelburg, den 17en Mei 1879.
De burgemeester voornoemd,
SCHOEEE.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat het verslag van den toestand dezer ge
meente over 1878, door hen, naar aanleiding van
art. 182 der gemeentewet, aan den gemeenteraad
gedaan, tegen betaling van f 0 50 bij de uitgevers
J. C. en W. ALTORFFER, verkrijgbaar is gesteld.
Middelburg, den 19fn Mei 1879.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
SCHORER.
De Secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
In de Arnhemsche courant leest men het vol
gende:
«Een onedel verwijt wordt aan de N. R. ct. gericht.
Eene handelsfirma is gefailleerd waarschijnlijk op
eene wijze die haar tot schande strekt - waarvan de
hoofden als stadgenooten en politieke geestverwanten, of
mogelijk ook door andere banden, in betrekking stonden
tot uitgevers, directeurs of redacteurs der N. R. ct., die
niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de ver
keerdheden van vrienden, die zij vertrouwden.
"Nu deze zoo onverwacht het vertrouwen schonden,
dat algemeen in hen gesteld werd, maakt de N. R. ct.
daarvan slechts met weinig regels melding, en dit verwijt
men haar. Wij noemen dit verwijt onedel. Elk van ons
kan in denzelfden toestand verkeeren, en voor zooveel wij
eenig begrip van betamelijkheid hebben, zullen wij ons
onthouden in het breede uit te weiden over de misslagen
van hen, die gisteren nog onze vrienden waren. Er zullen
er genoeg zijn die hen aanvallen en naar verdiensten
berispen en veroordeelenmaar men verge dit niet in de
eerste plaats van diegenen, die door goede herinneringen
aan hen zijn verhondenal stemmen, zij ook in hun hart
in met de afkeuring, die slechte daden bij elk eerlijk
man ondervinden.
«■Wij voor ons zonden het laag gevonden hebben, in
dien de N. R. ct. eene andere houding had aangenomen.
Zij heeft niet verzwegen, niet vergoelijkt, niet verdedigd
en slechts het feit medegedeeld; maar aan haar was het
niet om hier in deze wonde te wroeten."
Wij wenscben bier nog iets bij te voegen, niet
omdat de N. Rott. Ct. niet mans genoeg is om
zichzelve te verdedigen, maar dewijl zijzelve het
in dit geval moeilijk kan doen en wij het als
onzen plicht beschouwen, onjuiste voorstellingen
omtrent onze dagbladpers te bestrijden.
De Rotterdamsche bladen zouden, naar het ons
voorkomt, ten eenenmale hun roeping miskend
hebben indien zij te midden der onbeschrijfelijke
ontsteltenis, welke zoodra het onheil bekend
begon te worden, in alle lagen der Rotterdamsche
handelswereld heerschte, het als hun taak be
schouwd hadden dien schrik levendig te houden
en aan te wakkeren. Niet vergoelijken, dat
hebben zij ook niet gedaan; niet den storm
van verontwaardiging bezweren, dat ware hun
onmogelijk geweest; maar ook niet de gemoe
deren prikkelen, op 't gevaar af van nieuwe on
heilen te veroorzaken, dat was hun plicht.
Men stelt aan de N. Rott. Ct den eisch, dat zij
't publiek dadelijk op de hoogte gebracht zou
hebben van alle bijzonderheden der ramp, van
de wijze waarop de ontdekking heeft plaats gehad
enz. Wij houden 't er voor dat de N. Rott. Ct
dit op het oogenblik nog evenmin nauwkeurig
weet als de justitie zelve, die nog bezig is haar
weg te zoeken in den doolhof, waarin de sluwe
bedriegers, die den Nederlandschen goeden naam
tot schande gemaakt hebben, zich hebben ver.
stoken. Wanneer wij zien hoe de correspon
denten van het Haagsche Dagblad o. a. zich in
deze treurige zaak herhaaldelijk tot tolk gemaakt
hebben van straatgeruchten en koffiehuis-nieuws,
dat zij verplicht waren onder voorbehoud mede
te deelen ofzelfs later tegen te spreken, dan
bestaat er naar onze wijze van zien alle reden
om de Rotterdamsche bladen geluk te wenschen,
dat zij in deze meer voorzichtigheid en beter hun
plicht betracht hebben.
Die plieht was overigens voor de N. Rott. Ct.
nog eene andere dan die van elders gevestigde en
minder algemeen verspreide bladen.
Rotterdam is onze eerste handelsstad. Haar
relatiën zijn over de geheele wereld verspreid.
In al deze oorden wordt nu en in de volgende
weken, nadat de telegraaf de eerste berichten
omtrent de Rotterdamsche ramp verspreid heeft,
door belanghebbenden en belangstellenden naai
de N. Rott. Ct gegrepen, om zich met eigen oogen
op de hoogte te stellen van den stand van zaken.
Zou men denken dat de N. Rott. Ct aan den Ne
derlandschen handel een dienst bewezen zou heb
ben, wanneer in haar kolommen het beeld te zien
ware geweest van den onberedeneerden schrik,
van de ondoordachte wanhoop, welke in de eerste
oogenblikken van het ongeluk daar, zooals overal
in zulke omstandigheden, geheerscht zullen heb
ben?
De N. Rott. Ct heeft hare roeping beter be
grepen. Het Rott. Nieuwsblad heeft een bewijs
van tact en van juist besef zijner taak gegeven,
door het voorbeeld zijner oudere zuster te volgen.
Met instemming nemen wij daarentegen de op
merking van het Dagblad over, dat Uilenspiegel
over de geheele zaak geen woord gerept heeft.
Het spot-blaadje heeft hierdoor bewijs van weinig
zelfstandigheid gegeven.
Men schrijft ons uit Rotterdam
Volgens art. 92 der wet op dé rechterlijke
organisatie kan alleen de booge raad in bet eerste
en tweede ressort kennis nemen van misdrijven,
gedurende den tijd hunner functiën begaan door de
leden vap de staten-generaal. Vandaar, dat voor
de inhechtenisneming van Pincoffs een bevelschrift
van den hoogen raad noodig is. Nu hebben eerst
Zaterdag de procureur-generaal en een raadsheer
commissaris van ons hoogste rechtscollege een
onderzoek ingesteld. Vóór dat dus het bevelschrift
er is en langs den officieelen weg alle maatregelen
genomen zijn om den voortvluchtige in het bui
tenland op te sporen en, als de hand op hem
gelegd kan worden, aan onze justitie over te
leveren, kan heel wat tijd verloopen, dien hij wel
niet verzuimen zal zich ten nutte te maken.
Onze officieele personen onderstellen, dat hij
naar eene der Engelsche of Duitsche zeehavens
vertrokken is, om daar scheep te gaan naar de
Vereenigde Staten. In dat geval zou er kans
bestaan hem in handen te krijgen. Wat aan deze
onderstelling eenige waarschijnlijkheid zou geven
is de meening van sommigen, dat hij op zijne
reis niet van veel geld voorzien is. Het geld uit
de kas der Qpst-Indische Gasmaatschappij zou
gebruikt zijn om gaten te stoppen.
Daarentegen wordt door anderen aangenomen
(en men meent daarvoor redenen te hebben), dat
Pincoffs op eigen kosten te Londen eene stoom
boot zou gecharterd hebben onder Argentijnsche
vlag en te Ostende zich met zijne familie aan
boord van die stoomboot zou begeven hebben.
In dat geval zou de vogel stellig gevlogen zijn.
Hij kan dan gemakkelijk het grondgebied der
Vereenigde Staten bereiken, voordat de arm der
justitie daarheen reikt.
Een feit is het, dat Pincoffs bij zijn vertrek
vergezeld was van zijne vrouw en zijn jongsten
zoon, en zich kalm, alsof het een onschuldig
reisje gold, met zijn rijtuig naar het spoorweg
station liet brengen. Zijne volwassen zonen zijn
op eigen gelegenheid vertrokken en hebben waar
schijnlijk in het buitenland zich bij de overige
familie gevoegd.
Men weet thans ook wat er gebeurd is kort
vóórdat de catastrophe eene publieke zaak was.
In eene bijeenkomst met commissarissen der
Afrikaansche Handelsvereeniging en enkele geld
mannen, beeft Pincoffs gedeeltelijk opening van
zaken gedaan. In die bijeenkomst zou reeds
gebleken zijn dat men met een schurk te doen
had. Een der commissarissen moet hem dit toen
onbewimpeld hebben te verstaan gegeven, en
onmiddellijk de justitie hebben willen verwittigen,
tegelijkertijd maatregelen willende nemen opdat
Pincoffs niet zou kunnen ontsnappen. Op de
vermaning echter van een der aanwezigen (een
man, die in de financieele wereld eene zeer hooge
positie bekleedt en wiens goede trouw in deze
boven alle verdenking staat), om geen overijlde
stappen te doen, maar liever alles te beproeven
om de dreigende ramp te voorkomen; besloot
men Pincoffs 24 uren tijd te laten om volledige
opening van zaken te geven en maatregelen voor
te stellen om de Yereeniging te redden. Pincoffs ver
klaarde in deze, bijeenkomst, dat eene som van
ƒ600,000 voldoende zou zijn om aan de eerste
moeilijkheden het hoofd te bieden en den val der
Handelsvereeniging te voorkomen.
Hij heeft van de 24 uren, die hem gegeven
waren, gebruik gemaakt om zich zelf te redden,
waartoe blijkbaar alle maatregelen reeds tevoren
genomen waren. Misschien waren de 6 ton, als
hij ze gekregen had, bestemd om met hem de
reis over zee te maken.
Zijn zwager en compagnon, H. Kerdijk,
heeft, naar men vaa alle kanten hoort,
bevestigen, het voornemen niet gehad zich "dooi
de -vlucht te redden. Zijne eerste gedachte moet
zijn geweest zich van het leven te berooven, doch
de moed zou hem ontbroken hebben om dit in
zij a huis te doen, waar zijne vrouw ziek lag.
Met een berooid hoofd en door angst en wan
hoop voortgejaagd, zou hij daarop naar Antwer
pen zijn vertrokken, met het voornemen zich
daar in zijn logement van kant te maken, zooals
hij dan ook werkelijk beproefd heeft. Zijne
familie was bij zijn vertrek in den waan, dat hij,
aan den aandrang zijner vrouw toegevende, zich
in het buitenland in veiligheid zou stellen. Op
het bericht uit Antwerpen, dat hij met half afge
sneden hals aldaar lag, heeft een zijner schoon
zoons, van dokter Van der Hoeven vergezeld,
zich derwaarts begeven. Kerdijk heeft toen, men
zegt nog vóórdat aanvrage van onze justitie om
héü aan te houden te Antwerpen ontvangen was,
zich ter beschikking van de justitie gesteld. Zijn
toestand is niet verontrustend bevonden.
Algemeen is hier de indruk, dat van de twee
directeuren der Afrik. Hv., Kerdijk niet de meest
schuldige is, maar steeds onder de pressie van
zijn zwager en compagnon gehandeld heelt. Een
feit trouwens is het, dat vele der voorbeeldeloos
schurkachtige handelingen van Pincoffs zijn ge
pleegd in andere qualiteit dan die van directeur
der genoemde vereeniging en dus buiten Kerdijk
om. Bij vele zijner transactiën heeft Pincoffs
de handteekening Pincoffs qq. gebezigd, voorge
vende dat hij die transactiën sloot als gemachtigde
van een consortium van bankiers. Op goed ver
trouwen zelfs op die handteekening, hebben
financiers hunne firma 's^voor tonnen gouds ver
bonden. Zóo weinig werd aan de soliditeit en
eerlijkheid van Pincoffs getwijfeld
De firma Kerdijk en Pincoffs (dit is de oor
spronkelijke firma der beide zwagers) is in staat
van faillissement verklaard en op de goederen
en bezittingen der beide firmanten beslag gelegd.
Pincoffs bezat hier een aanzienlijk woonhuis en
een buitenplaats onder Katendrecht.
De firma Wed. Polak &c°, die door beleeningen
enz. voor veel meer dan een millioen bij de ramp
is betrokken, heeft ter beurze steeds als een der
meest soliede huizen (geldhandel) bekend gestaan.
Men vreest, dat ook de val van dit huis onvermij
delijk zal zijn. De handelsvereeniging Mozam
bique (Dunlop en Mees), die mede een zwaar
verlies lijdt, zal, naar men zegt, staande worden
gehouden.
Ook de firma Mees en Zoonen is zwaar getrof
fen, doch voor haar heeft geen oogenblik vrees
bestaan, dank zij haar groot kapitaal en het groot
persoonlijk fortuin der firmanten.
Zóo algemeen is in alle kringen bet opgewekte
wantrouwen, dat zelfs de spaarbank letterlijk
belegerd wordt door menscheD, die hunne spaar
duitjes komen opeiachen, ofschoon het groote
reservefonds der spaarbank ruimschoots toerei
kend is om de verliezen, die ook zij geleden
heeft door beleeningen enz., te dekken. Onder
de lagere klassen ging echter al dadelijk het
gerucht, dat de spaarbank gesprongen was
De gemeenteraad van Middelburg zal op a.
Woensdag, des namiddags om half twee uur, een
openbare zitting houden ter behandeling der vol
gende zaken Ingekomen stukken missive gedep.
staten beschikking op bezwaarschriften inkom
stenbelasting 1879vaststelling kohier hondenbe
lasting 1879; rapport comm. adres van A. A.
Botzen, wijziging jaarwedderapport comm. van
fabricageverbetering van den toestand der
Heerengrachtrapport en voorstel van burg. en
weth.a adres J. A. Pieters, verhuring van ge
meentegrond bij het Armeniaansch Schuitvloth
adres L. Meerman, verkoop van gemeentegrond
bij den ouden Arnemuidschen wegc adres A.
Meerman, vergrooting van het terrein voor den
aanleg zijner werf, uitgift in erfpachtregulari-
satie uitgaven gemeentebegrooting 1878supple-
toire gemeentebegrooting 1879; benoeming stem
bureau, verkiezingaanbeveling, vacature van
gemeente-klokkenistbrief burgerlij k armbestuur,
voorziening in de vacature van gemeente-heel
meester adres W. Vogel, geldelijke ondersteuning,
aanleg van een roeibootveer, kanaal door Wal
cheren aan de Winterstraat.
Goes, den 17 Mei. De afdeeling Goes der
Centrale liberale kiesvereeniging in het hoofd-
kiesdistrict Goes hield heden avond eene verga
dering om van gedachten te wisselen over de
voorloopige eandidaten voor het lidmaatschap
der tweede kamer en daarover te stemmen.
Niemand der druk bezochte vergadering het
woord- verlangende om over de voorloopige ean
didaten iets in 't midden te brengen, werd tot
stemming overgegaan, waarvan de uitslag was
'dat van de 60 ingeleverde stembriefjes er 35 den
naam van dr. A. W. van Campen en 25 dien van
mr. W. A. van Hoek vermeldden. Vóór dat daarna
de vergadering gesloten werd, verzocht nog een
der leden het woord om, nu de stemming
heeft plaats gehad en de strijd omtrent personen
in deze afdeeling geëindigd was, er op aan te
dringen dat alle liberalen bij de verkiezing hun
stem zullen uitbrengen op den liberalen candi-
daat, wie het dan ook zij door de kiesver
eeniging geproclameerd. Uit de warme toejuiching
welke op deze woorden volgde, bleek de instem
ming der vergadering met dit gevoelen.
Het valt nog zeer moeilijk, nu reeds te bereke
nen wie der voorloopige eandidaten de candidaat
der vereeniging en der liberale partij zal zijn.
liergen op Zoom, 17 Mei. Heden werd
alhier eene vergadering van de leden der centrale
liberale kiesvereenigingafdeeliDg Bergen op Zoom,
gehouden, waarin tegenwoordig waren 39 leden.
Er werd medegedeeld, dat de heer Armand
Sassen, leeraar in de staatswetenschappen te Breda,
in drie afdeelingen onder de voorloopige eandi
daten genoemd, èn ook door kiezers, niet-leden
der kiesvereeniging, krachtig aanbevolen, ditmaal
voor eene candidatuur bedankt, omdat hij en de
voorstanders van zijne candidatuur met het
oog op de toestanden in dit kiesdistrict meenen,
dat het belang der richting, welke zij willen be
vorderen, eiseht, dat nu niet aan zijne candidatuur
vastgehouden, maar de verdeeldheid verminderd
worde, door de candidatuur te ondersteunen van
mr. W. A. van Hoek, waarnemend rijksadvocaat
te Middelburg.
De uitslag der stemming in de afdeeling Bergen
op Zoom is, dat alle 39 stemmen op mr. W. A.
van Hoek zijn uitgebracht. Aanstaanden Dinsdag
zal in de centrale vergadering worden opgemaakt
de lijst van de stemmen, in de afdeelingen uitge
bracht en dan definitief een candidaat worden
geproclameerd.
Zlerikzee, 18 Mei. De alhier gevestigde
afdeeling van het Nederlandsche Gymnastiek-ver-
bond had op 16 dezer eene buitengewone Turn-
bijeenkomst in het gymnastiek-lokaal in de
Poststraat, ter bijwoning waarvan bet gemeente
bestuur en vele belangstellenden waren uitgenoo-
digd. Het programma werd met veel ijver en
onvermoeidheid afgewerkt en verwierf algemeen
bijval. 11
De afdeeling „Westelijk deel van Zuid Beveland"
der Centrale liberale kiesvereeniging heeft met
algemeene (16) stemmen tot candidaat voor de
tweede kamer gekozen dr. A. W. van Campen,
te Goes.
Men bericht, dat de heer mr. H, H. baron
Roëll met November e. k. zal aftreden als com
missaris des konings in Noord-Holland. In ver
band daarmede staan, naar men beweert, verande-