N°. 117. 122® Jaargang. 1879. 19 Mei. Middelburg 17 Mei. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/rn. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Ad verten tiens 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20, Qroote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère O. L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Een bakkemfaturalist- In het Overzicht van geld- en fondsenmarkt in het Mei-nommer van den Economist worden nog eenige bezwaren, welke tegen de effectenbelasting zijn aangevoerd, wederlegd en enkele nieuwe bedenkingen geopperd. De meening dat door deze belasting de fondsen handel benadeeld zal worden, acht de schrijver van het Overzicht ongegrond, dewijl het bedrag der belasting van 1 per mille daartoe te gering is en geen voldoenden invloed op de voor- en nadeelen van de verschillende wijzen van kapitaal belegging uitoefent. Vooral zal dit bet geval zijn wanneer het ontwerp niet tot de effecten bepaald blijft, maar tot alle kapitaal in portefeuille woidt uitgebreid. Wat het bezwaar betreft dat bankiers en effecten-handelaars boven mate getroffen zullen worden, dit schijnt op eene dwaling te berusten. Immers het ontwerp verklaart ieder ingezeten belastingplichtig „voor alle effecten, tot het genot van welker renten, dividenden, aflossing of andere uitkeering hij gerechtigd is." Hieruit volgt dat handelaren geen belasting verschuldigd zullen zijn voor de effecten, die zij toevallig op 1 Maart als handelsobject bezitten; immers de rente daarvan wordt niet door hen genoten en zij kunnen in waarheid niet als houders dier stukken beschouwd, worden. Evenmin zal de handel belemmerd worden door formaliteiten aan de belasting verbonden, gelijk veel meer het geval zou zijn indien b. v. eene verplichte zegeling van alie effecten werd voorgesteld. Eene „belasting op het kapitaal," die onze kapitaalskracht zou aantasten, kan de belasting, volgens den schrijver niet naar waarheid genoemd worden. Het kapitaal wordt slechts genomen als maatstaf van het inkomen en de belasting is dus slechts eene indirecte inkomsten-belasting. (Het zelfde werd door ons betoogd in ons nommer van 4 Maart jl.) De wijze waarop de minister het belasten naar den maatstaf van het kapitaal ver dedigd heeft, acht de schrijver dan ook volkomen juist. Eene verbetering wordt door hem in de wet gewenscht, namelijk vrijstelling van alle aandeelen in binnenlandsche maatschappijen, die zich op 't gebied van handel, bankwezen, nijverheid enz. bewegen. Hierdoor zou de grief worden wegge nomen, welke met recht tegen de wet is aange voerd, dat zij het tot stand komen van dergelijke ondernemingen in den vorm van naamlooze ven nootschappen zal belemmeren. Acht de minister het pateutrecht, dat deze vennootschappen reeds betalen, te gering, dan is het wenschelijk daarin door eene herziening van de patentbelasting ver betering te brengen maar de eene onbillijkheid te verhelpen door er eene tweede bij in 't leven te roepen, is in elk geval verkeerd. Ditzelfde gevoelen wordt in een tweede opstel derzelfde aflevering van den Economistdoor ons reeds vroeger met een enkel woord vermeld, nader ontwikkeld en uit de geschiedenis der vorige wetsontwerpen tot invoering van effecten- of inkomstenbelastingen toegelicht. In het ont werp van 1851 waren de aandeelen van naam looze vennootschappen aanvankelijk onder de belasting begrepen, doch toen werd tegelijk intrek king van tabel IX der patentwet voorgesteld. Toen deze laatste om verschillende redenen bij de 2e kamer geen bijval vond, werd in het gewijzigd wetsont werp dit plan opgegeven, maar werden tevens de aandeelen van vennootschappen vrijgesteld. De inkomsten-belasting, welke in 1870 en '72 werd voorgesteld, belastte mede de aandeelen van ven nootschappen, doch schafte tegelijk de patentbelas ting geheel af, dewijl de nijverheids winst even als alle overige inkomsten getroffen zou worden. De tegenwoordige minister voert overigens voor de dubbele belasting, welke hij nu voorstelt, eene zeer onvoldoende reden aan. De aandeelen van vennootschappen, zegt hij, hebben alleen patentrecht te betalen voor zoover zij winst afwerpenterwijl alle andere patentplichti- gen belast worden, onverschillig of zij geld ver dienen of verliezen. Daarom, omdat de vennoot, schappen in dit opzicht in voordeeliger conditie zijn, kunnen zij wel dubbel betalen. Maar de schrijver van het opstel in den Economist keert het betoog juist om. Het is volgens hem een der meest verkeerde bepalingen van de patentwet, dat zij belasting heft zoowel van den ondernemer die niets verdient of die verliest, als van hem die verdient. Alleen tegenover de naamlooze vennootschappen betracht de wet het tegenover gestelde, meer juiste beginsel en het gaat dus niet aan om daarin eene reden te zoeken tot het begaan eener nieuwe onbillijkheid. De schrijver acht het daarom noodig, van de belasting vrij te stellen de aandeelen in vennootschappenvoor zoover die als zoodanig aan het recht van patent onderworpen zijn. Door deze bijvoeging zullen enkele niet-pateDt- plichtige ondernemingen, zooals b. v. de Billiton- tinmaatschappij, naar billijkheid onder de belas ting gebracht worden. De stand van het debat over de kanalenwet is thans aldus. De beraadslaging over litt. a, b en c van art. 1 (kanaal Amsterdam, waterweg MeppelZuider zee, id. AmsterdamRotterdam) is afgeloopen. Die over d (kanalen in Overijsel en Drenthe) blijft nog over. Maandag zal de discussie hervat en waarschijnlijk over art. 1, bevattende al de van staatswege uit te voeren werken, gestemd worden. Art. 2 (rijks-subsidiën voor andere werken) komt daarna aan de orde. In plaats van artikel 3, waarbij jaarlijks 5 millioen voor al deze werken verzekerd wordt, heeft de heer Fransen van de Putte als amende ment het volgende voorgesteld: „De aanleg van alle in art. 1 en 2 genoemde werken wordt aangevangen en voortgezet nadat de daarvoor benoodigde gelden op de staatsbe- grooting zijn toegestaan." Hierdoor zou dus het aanvangen en voortzetten der werken niet voorgoed beslist worden bij deze wet, maar afhankelijk blijven van de jaarlijksche vaststelling der staatsbegrooting. Het was geen wonder dat de Amsterdamsche afgevaardig den zich eenparig verzetten tegen het voorstel van den heer Van de Putte, om de beraadslaging over art. 3 te doen voorafgaan aan die over art. 1. Bij aanneming van art. 3, zooals het door den heer Van de Putte geamendeerd was, zou toch art. 1 zijne practische waarde verliezen. Het voorstel werd met 38 tegen 37 stemmen verworpen. Het eenig gevolg zal echter, naar het zich laat aanzien, zijn dat art. 1 zelf, of althans het kanaal naar Amsterdam, afgeat emd wordt. Men schrijft ons uit Rotterdam: De stad is nog altijd vervuld van geruchten omtrent de catastrophe der Afrikadnsche Handels- vereenigingAl wat men ervan hoort ook van personen, die nauw bij de zaak betrokken zijn en goed op de hoogte kunnen wezen van de bijzonderheden geeft den indruk, dat men met eene schurkerij op reusachtige schaal te doen heeft. Dit i3 zeker, dat er geen woord wordt ingebracht ter vergoelijking van de handelingen der mannen, die zulk een uitgebreide ramp over de stad hebben gebracht. Er zijn niet alleen sinds jaren valsche balansen overgelegd en de grofste bedriegerijen gepleegd om commissarissen en aandeelhouders der Afrik. Ev. om den tuin te leiden en winsten voor te spiegelen, die er niet waren, maar men heeft ook personen buiten de Vereeniging en financieele inrichtingen door allerlei schandelijke middelen slachtoffers gemaakt van oplichterij. Het groote vertrouwen, dat Pïncoffs genoot, heeft dat moge lijk gemaakt. Hij en zijn compagnon Kerdijk hebben daarbij ook hunne familiebetrekkingen niet gespaard. In den laatsten tijd is op groote schaal wisselruiterij gepleegd, en ten slotte heeft men (naar algemeen, ook door de meest vertrouw bare personen, verzekerd wordt) de kas der Nederlandsch-Indische Gasmaatschappijwaarvan Pincoflfs en een zijner zonen directeuren waren, voor een half milioen bestolen. Die som schijnt bestemd te zijn geworden om aan de familie voor reisgeld te dienen. Men zegt, dat Pincofls met zijn gezin en zijne volwassen zonen (een hunner stond met den heer Hoynck van Papendrecht aan het hoofd van een handelshuis) aan boord van een opzettelijk voor dit doel afgehuurd schip afgereisd is naar Amerika. Het gerucht, da,t hij gearresteerd zou zijn, blijkt onwaar te zijn. Kerdijk heeft te Antwerpen getracht zich den hals af te snijden en verkeert in bedenkelijken toestand. Hij wordt aldaar verpleegd, maar is onder bewaking der justitie. Zijne uitlevering is reeds aangevraagd en zoodra zijn toestand het toelaat, zal hij herwaarts worden overgebracht. Tot heden is nog niet met zekerheid bekend welke firma's in den val van de Afrikaansche Hv. zullen worden medegesleept. Men noemt vele huizen, die niet meer in staat zouden zijn aan hunne verplichtingen te voldoen, doch dit zijn slechts geruchten, waarop men niet kan afgaan. Het publiek verkeert nog altijd onder den indruk van de paniek. De kantoren onzer ban kiers en kassiers werden heden bestormd dóór personen, die hunne deposito's kwamen opeischen. Het wantrouwen is algemeen, en dit is wel het meest betreurenswaardige gevolg van de ramp, die op zich zelve reeds zoo groot is. Er wordt door dat vertrouwen onnoemelijk veel kwaad berokkend aan den handel in het algemeen. Het crediet toch, hier vooral zoo noodig, wordt zwaar geschokt. De schuldeischers der Afrik. Hv. zijn tot eene bijeenkomst op aanst. Dinsdag opgeroepen en den 31sn dezer heeft eene algemeene vergadering van aandeelhouders plaats. In die vergadering zal opening van zaken worden gedaan, en eerst dan zal men een overzicht hebben van de ge stichte onheilen. Heden waren de commissarissen bijeen om een onderzoek in testellen, terwijl ook de justitie ijverig in de weer is om den stand van zaken na te sporen en zich te vergewissen of er medeplichtigen zijn. Be zaken der Rotterdamsche Handelsvereeniging worden geregeld v oortgezet onder de leiding van den directeur Then Bergh, aan wien het naar men zegt te danken is dat ook zij niet door Pincoffs is ten val gebracht, zooals hij er zoo- velen met zich heeft medegesleept. Van staking der werken op Fejjenoord is nog geen sprake, s De financieele catastrophe te Rotterdam is te Weenen het onderwerp van alle beursgesprekken. Papier op Rotterdam is moeielijk te plaatsen. (N. R. Cf.) In den Antwerpschen Précurseur van gisteren leest men: Een heer, die aan het Hótel St.-Antoine afgestapt is en zich onder den naam van Carels had doen inschrijven, afkomstig uit Nederland, heeft gisteren getracht een einde aan zijn leven te maken door zich met zijn scheermes den hals af te snijden. De ongelukkige zou een Rotterdamsch bankier zijn, betrokken bij de zaak der Afrikaansche Handelsvereenigingwaarvan ons gisteren eene depêche de staking der betalingen berichtte. Deze bankier is naar het Ziekenhuis vervoerd en zijn toestand is zeer ernstig. De N. Rott. Ct. eindigt een korte opmerking over de financieele ramp, die Rotterdam getroffen heeft, met deze woorden: „Onuitsprekelijk zwaar is onze arme stad ge troffen. Diep is het vertrouwen geschokt, nu men zoo schandelijk bedrogen is door den man, in wien men zulk een onbeperkt vertrouwen had gesteld. „Maar laten wij onder de slagen, die gevallen zijn en nog vallen mochten, de zinnen niet ver liezen, maar ons sterken met het geloof, dat wie kloek de handen uit de mouwen steekt, alle moeilijkheden overwint. Rotterdam zal den slag te boven komen: de moed en de energie onzer wakkere bevolking staan er borg voor." In eene gisteren gehouden vergadering der kiezersvereeniging De Grondwet alhier is eene lijst opgemaakt van een zestal candidaten voor het lidmaatschap der provinciale staten. Het doen eener keuze werd uitgesteld tot eene vol gende vergadering. Uit Zierikzee ontvangen wij een brief, waarvan de schrijver zijne teleurstelling betuigt over de zomer-dienstregeling der spoortreinen, wat den laatsten trein uit Vlissingen betreft. Hij meende dat men met dien trein nog naar Holland komen kon, maar Van Santen's Officieele reisgids leert hem dat te 9.41, des avonds te Roozendaal geen aansluiting naar Zevenbergen te vinden is. Datzelfde hebben wij gisteren ondervonden en er ons over beklaagd. Maar de Officieele reisgids heeft het mis, de Correspondeerende spoorweg- diensten van H. L. Smits dwalen, het officieele tableau van den staatsspoorweg zwijgt over dep dienst op de Grand Central, en onze gevolg trekking, zoowel als die van onzen Zierikzeeschen briefschrijver, is daardoor onjuist geweest. Volgens de ons thans verstrekte inlichtingen, vertrekt de laatste trein, die te 9.41 te Roozen daal aankomt, te 9.51 van daar, komt te 10.27 te Zwaluwe, te 10.53 te Dordrecht en te 11.18 te Rotterdam-Beurs. (11.26 D. P.) Deze opgaaf plaatsen wij voortaan onder onze Spoorwegdiensten. Ze is juister dan de „officieele." Veere, 16 Mei. Tot ons leedwezen verne men wij, dat de vischsloep de Vooruitgang, toebe- hoorende aan den heer Hector te Vlissingen, zal verkocht worden te Ostende. Het vaartuig, dat voor weinige jaren geheel nieuw gebouwd werd, schijnt geen gunstige financieele resultaten te hebben opgeleverd. Ofschoon de vangst van visch en garnalen op ditoogenblik zeer gunstig is, is het voordeel, dat daardoor ook den reeders te beurt valt, niet groot genoeg om den doorgaanden ongunstigen toestand voor hen op te heffen. De pannen, die door de verschillende firma's voor oestercultuur te Bergen op Zoom zijn in zee -Ja*.'Ter V-OM --O— meer dan middelmatigen aanslag opgeleverd. De jonge oesters hebben weinig van de strenge vorst geleden. (Haarl. Ct.) De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in den loop van de maand Juli a. gelegenheid zal gegeven worden tot het afleggen der examens, ter ver krijging van akten van bevoegdheid als leerling apotheker (apothekers-bediende), en als vroed vrouw. De examens voor leerling-apotheker zullen worden afgenomen te 's Hertogenbosch en te Gro ningen en die voor vroedvrouw te Utrecht. Voor nadere inlichtingen verwijzen wij naar de St.-Ct van heden. In de Staats-courani van 22 December 1877 werd medegedeeld dat boekwerken en photogra- phieën bestemd voor de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, welke aldaar aan inkomend recht onderworpen zijn, niet ter verzending met de post kunnen worden toegelaten. Dit verbod komt te vervallen naar aanleiding eener mededeeling der postadministratie van de Vereenigde Staten, blijkens welke de verschuldigde rechten te dezer zake voortaan van de geadres seerden zullen worden ingevorderd. (St. Ct). De St.-Ct bevat het verslag aangaande de Koninklijke Akademie van IVetenschappen te Am sterdam, over April 1878 tot 1 April 1879. De jongste aflevering van het Album der Natuur bevat, van de hand van dr. R. E. de Haan, den „materialistischen" directeur der hoogere burger school te Winterswijk, eene korte levensschets van een merkwaardig man, wiens voorbeeld op nieuw bewijst hoe de liefde tot de natuur en de zin voorwetenschappelijk onderzoek denmenscb, onder de schijnbaar ongunstigste omstandigheden, tot de reinste levensvreugd en tot een hoogen trap van verstandelijke ontwikkeling kunnen voeren. Robert Dick was zijn naam, broodbakker zijn beroep, Schotland het land zijner geboorte, en wel het onherbergzaamste gedeelte van Schotland, het ruwe Noorden, waar nauwelijks een boom den rotsachtigen bodem beschaduwt en een armzalige plantengroei met de onderzoekingen van den plantkundige den spot schijnt te drijven. Op zijn 13e jaar d0or eene onvriendelijke stiefmoeder de deur uitgedreven, begon hij als bakkersjongen, terwijl hij het brood aan de klanten rondbracht, op de paden en wegen in de buurt zijner woon plaats Tullibody, bloemen en planten te verzamo-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1