N». 108. 122° Jaargang. 1879. Donderdag, 8 Mei. Advertentiën. Landbouw en Veeteelt MAATSCHAPPIJ Voetstappen in de sneeuw. VAN 13 jB PROGRAMMA .AJgemeene "Vergadering IN ZEELAND, TENTOONSTELLING PAARDEN, RUNDVEE, SCHAPEN, VAR- KENS, PLUIMGEDIERTE, enz. enz., FETJXXiX-.Ea?OIsr. Orde van de Werkzaamheden der Algemeene Vergadering. Bepalingen betreffende de Tentoonstelling, b. Dat, bij overweging wat het beste is, ook in aanmerking zullen genomen worden de omstan digheden waaronder de voorwerpen zijn voortge bracht, als daar zijnde behandeling en kweeking, de voeding, de ouderdom enz. d. Dat, wanneer er geen genoegzaam onder scheid is tusschen twee voorwerpen, de uitgeloofde prijs of prijzen zullen toegewezen worden door het lot, terwijl aan den anderen inzender alsdan een getuigschrift zal wórden toegekend. f. Dat bij de beproeving der Werktuigen vooral zal gelet worden op de deugd van het uitgevoerde werk; op den prijs daarvan, op de verbruikte kracht en op de deugdzaamheid en eenvoud der samenstelling van het Werktuig. r BIJVOEGSEL van de der tot bevordering van te houden te HULST den V7 JUNI 1879, en van de van te houden den 18en .11.VI 1879, door de Afdeeling Hulst van bovengenoemde Maatschappij, op het glacis, buiten de Begij nenpoort te Hulst, bereidwillig door den eigenaar, den heer D. SEIJDLITZ, ter beschikking van de Afdeeling gesteld. Maandag den 16™ Juni, des avonds te zeven uren: bijeenkomst van het Hoofd-Bestuur. Dinsdag den 17™ Juni, des voormiddags te tien uren: Algemeene Vergadering in „de Wapens van Zeeland" te Hulst. Des namiddags te éen uur zal, bij voorkeur aan de LEDEN der Maatschappij, buiten de Afdeeling Hulst woonachtig, voor zoover daartoe rijtuigen beschikbaar worden gesteld, kosteloos een rijtoer worden aangeboden, tot het bezoeken vaneenige der welvarendste streken der Afdeeling. De rijtuigen zullen gereed staan op de Groote Markt te Hulst, des namiddags te half een uur, doch aan niemand zal plaats verleend worden dan tegen afgifte van een toegangkaart, vóór of uit- terlijk op Dinsdag-voormiddag te bekomen zoolang de voorraad strekt, bij den heer L. J. M. VAN VAN WAESBERGHE-JANSSENS, Secretaris der Afdeeling, te Hulst. Woensdag den 18™ Juni, des voormiddags te elf urenTentoonstelling van Paarden, Rundvee, Schapen, Varkens, Pluimgedierte, enz. Des namiddags te éen uur: Harddraverij om prijzen, voor paarden, bereden door leden of hunne 3$. doör DORA RTJSSEL. £EBS!T£ DEEL. fiOOFDSTUK XX. Een dief in huis. Elisabeth slaakte een diepen zucht doch zei niets. „Nu," Vervolgde mijnheer Wilmot, „ik zag den taan lachende aan en zei. „Dat kan mijn vrouw iii geen geval zijn want zij heeft mij niet ver laten, maar is voor een paar dagen met mij in Londen 5 ik vrees dus, goede vriend, dat gij ditmaal üw belooning niet zult verdienen," »En geloofde hij vroeg zij sterk blozende. j,Dat hoop ik", antwoordde mijnheer Wilmot, «Maar nü moet mijn schoone echtgènoote niet boOS WOrden als ik zeg dat het geval zeer ernstig is." Elisabeth zag hem verstoord aan. ijk vrees dat er op dit oogenblik niet een politieagent in Londen is, die niet met gretige oogen zonen (gentlemen-riders) nabij het terrein van de Tentoonstelling. Aangifte voor deelneming aan de Harddraverij zal schriftelijk moeten geschieden vóór of uiter lijk op Zaterdag den 7e». Juni, bij den heer L. J. M. VAN WAESBERGHE-JANSSENS te Hulst. Des namiddags te half vijf uurgemeenschap pelijke maaltijd der leden en daarmede gelijk gestelde personenwaarvoor de bewijzen van deelneming, tegen 2.50 per couvert (met inbe grip van 1/2 flesch wijn) te bekomen zijn vóór of uiterlijk op Zaterdag den 7en Juni, bij den heer L. J. M. VAN WAESBERGHE-JANSSENS te Hulst. I. Opening der Vergadering door den Voor zitter. II. Voorlezing der notulen van de vorige Alge meene Vergadering. III. Mededeeling van ingekomen stukken. IV. Verslag door den Voorzitter mondeling uit te brengen omtrent den toestand der Maat schappij en van den Landbouw en de Vee teelt in Zeeland in 1878. V. Verslag der Commissie belast met het onder zoek der rekening over 1878. VI. Mededeeling van de namen der beoordee laars, belast met de keuring der bij de Tentoonstelling in te zenden voorwerpen. VII. Vermelding der Afdeeling alwaar in 1880 de Algemeene Vergadering zal gehouden worden. VIII. Bespreking van de volgende onderwerpen 1° Het nut der kruislijnen boven de een- lijnige paardenleiselsin te leiden door den heer A. G. V. Hombach. 2° Door welke middelen kan de verhouding tusschen den landbouwer en zijn hulp personeel worden verbeterd in te leiden door den heer 31 Welke eisehen stelt onze tijd aan land heer en pachter, met het oog op de tegenwoordige pachtprijzen? in te leiden door den heer G. J. van de Linde. 4" Zuivelbereiding; in te leiden door den heer E. van den Bosch. IX. Mededeeling en bijdrage der leden omtrent de belangen van Landbouw en Veeteelt. X. Vermelding van hetgeen het Hoofd-Bestuur vermeenen mocht nuttig te zijn ter kennis van de leden der Maatschappij te brengen. XI. Sluiting der Vergadering. oert op de „slanke gestalte in het zwart" en „den mantel van robbevel met licht bont ge garneerd," zoodat gij, indien gij werkelijk niet ontdekt wilt worden, een dichten sluier dient te dragen over die „bijzonder regelmatige trekken" en die „groote donkere oogen." Hij besloot dezen volzin met zijn eigenaardigen glimlach. „Het is een allertreurigste positie en ik weet waarlijk niet wat ik doen moet," sprak Elisabeth moedeloos. „Om te beginnen moet gij uw toilet veranderen en voorts van uw onderdanigen dienaar dit hoofdtooisel met blonde lokkeu aannemen, die zooals de kapper mij verzekerde volgens de laatste mode zijn opgemaakt." Dit zeggende haalde hij een pak te voorschijn dat hij haar aanbood. „Wat is dat?" vroeg zij. „Een pruik;" antwoordde hij met gemaakten ernst, „ik heb er een gevraagd voor een jong hoofd en een schoon gelaat, dus moogt gij hem niet versmaden." Elisabeth duwde met een ongeduldige beweging het pak Weg. „Neen, maar Waarlijk gij moet eenige vermom ming aannemen. Ik heb mij nog een vrijheid Veroorloofd ik heb een kleed van waterproof voof u besteld dat u zal thuis gebracht worden en waardoor gij er geheel anders, zult uitzien." „Nu dat is iets anders", zei Elisabeth opstaande. „Gij zult mij wel toestaan u het geld er voor De Tentoonstelling zal gehouden worden te Hulst, op Woensdag den 18 Juni 1879, en geopend zijn: van des voormiddags 11 uren tot des mid dags 12 uren, alléén voor de leden en van des middags 12 tot 4 uren, voor de leden en het publiek. De Tentoonstelling zal alle voorwerpen kun nen bevatten welke op Landbouw en Veeteelt betrekking hebben. De leden der Maatschappij alléén hebben het recht om, met hunne in te zenden voorwerpen, naar de uit te loven prijzen te dingenvoor inzenders van Werktuigen van buiten de provin cie is het lidmaatschap geen verëischte. Ten einde te kunnen mededingen, zullen de inzenders uiterlijk vóór of op Zaterdag den zevenden Juni eerstkomende, schriftelijke opgave moeten doen aan den heer L. J. M. VAN WAESBERGHE-JANSSENS te Hulst. 1» Van het nummer van dit Programma, waar naar de inzenders wenschen mede te dingen; 2° Van het getal, de soort, het ras, de kentee- kenen en den juisten ouderdom van het door hen in te zenden Vee, met vermelding daaren boven van de tanden, voor wat betreft de n°s. 11 en 12; 3° Van het getal en den prijs der door hen in te zenden Werktuigen met bepaalde omschrijving van alle bijzonderheden die zij verlangen dat bij de beoordeeling in aanmerking zullen wor den genomen. Inzenders, buiten de Afdeeling gevestigd, welke logies verlangen voor hun in te zenden Vee, moe ten daarvan te gelijk met deze opgave aangifte doen. Niet overeenkomstig voormelde bepalingen of na den bepaalden datum aangegeven, zoowel als later dan de vastgestelde uren aangebrachte Werk tuigen, Vee of andere voorwerpen kunnen wel op de Tentoonstelling worden toegelaten doch ver liezen het ïecht van mededinging naar prijzen. Het Vee en verdere in te zenden voorwerpen moeten vrachtvrij op het beproevings- of tentoon- stellings-terrein aangebracht worden. De Paarden, het Vee en verdere voorwerpen moeten op Woensdag den 18 Juni uiterlijk des morgens te acht uren, op het tentoonstellings terrein aanwezig zijn. De Commissie met de regeling belast, zal de plaatsen aanwijzen waar het aangebrachte moet worden tentoongesteldwaariu door niemand, zonder toestemming dier Commissie, eenige ver andering zal mogen worden gemaakt. De beoordeeling geschiedt door Commissiën elk van minstens drie leden. terug te geven hoeveel hen ik u schuldig „Volstrekt niets!" riep mijnheer Wilmot uit; maar Elisabeth had de kamers reeds verlaten en was in haar slaapkamer gegaan, teneinde haar lederen taseh te openen waarin zij haar beurs bewaarde. Zij stak in het donker haar hand er in op de plaats waar zij de beurs dacht te vinden, maar hoe ontstelde zij toen zij merkte dat die er niet was„Zij is zeker naar beneden gegleden" dacht ze eu bracht den tasch in de zitkamer, die door het haardvuur half verlicht was. „Wilt gij even het gas opsteken?" zei zij tot mynheer Wilmot. „Ik kan mijn beurs niet vinden." Zoodra het licht op was begon zij weder te zoeken en stak haar hand nu hier, dan daar tusschen het goed, doch te vergeefs. De beurs was weg 1 „Zij moet gestolen zijn," zei Elisabeth, bleek van schrik. „Ik heb haar nog gezien, gisteren voordat ik uitging er was twee honderd galden in en ik weet zeker dat zij daar lag." „Mag ik het slot van de tasch eens nazien zei mijnheer Wilmot. „Jawel, dat is geforceerd, daar zijn allerlei sleutels opgepast; Onze waarde vriendin, mevrouw O'Shee, is ongetwijfeld sedert gisteren een paar honderd galden rijker; Maar ik hoop dat dit verlies niet van Veel beteekenis voor u is „Dat is het Wel - dat zal hét zijn", zei Elisa beth zenuwachtig. Zij zei hem niet van hoeveel beteekenis het voor haar was; want zij wist dat nu haar heele rijkdom bestond in 120 gulden aan De Commissiën ter beoordeeling van de Paar den en het Rundvee zullen bestaan uit éen vee arts en twee andere deskundigen. Dc veeartsen worden aangewezen door het Hoofd-Bestuur, de deskundigen worden uit de daartoe voorgedra genen gekozen door de gezamenlijke inzenders, in eene bijeenkomst te houden in de Sociëteit der afdeeling, in „De Wapens van Zeeland" te Hulst, op Maandag den 0 Juni 1879, des namiddags te half drie uur. Gedurende de beoordeeling van het ingezondene wordt niemand toegelaten dan het volstrekt daarbij benoodigde personeel. De Commissiën van deskundigen beoordeelen het ingezondene en regelen, in overleg mét het Afdeelings-Bestuur, de toekenning van prijzen, premiën en getuigschriften. De Commissiën zullen, als voorwaarden van bekroning, tot grondslag nemen a. Dat geen prijs onvoorwaardelijk wordt toe gekend aan het beste der ingezonden voorwerpen, maar alleen wanneer dit bovendien op zich zelf beschouwd, uitmuntend en der onderscheiding waardig is. Dat vooral wat het fokvee betreft, de bijzondere eigenschappen en geschiktheid daar van tot veredeling van het ras worden in aan merking genomen. c. Dat prijzen ook dan toegewezen kunnen worden, wanneer er slechts êene inzending van eene gegeven soort plaats heeft, mits, het inge zondene op zich zelf der bekroning waardig zij. e. Dat, ten opzichte der mededingende werk tuigen, de voorkeur wordt gegeven aan die, welke bij gelijke doelmatigheid de eenvoudigste en goed koopste zijnterwijl geene derzelve bekroond worden, dan die welke door de Commissie van beoordeeling, of in hare tegenwoordigheid, be proefd zijn. Dartoe moet de inzender een werk man ter besturing leveren en zorgen dat de Werktuigen in goeden werkbaren toestand zijn en glad loopenverder benoodigde arbeiders en paarden worden door het Bestuur verschaft. bankpapier, die zij heel onder in de tasch, tusschen hare brieven, geborgen had. Met bevende hand haalde zij die voor den dag en reikte mijnheer Wilmot, die met een boosaardigen glimlach haar slecht verborgen gejaagdheid gadesloeg, een van de banknoten. „Hoeveel ben ik u schuldig „Niets," antwoordde hij kortaf. „Maar vindt gij niet dat wij uwe vriendin O'Shee iets verschul digd zijn Als wij haar eens boven lieten komen en haar uw verlies mededeelden, terwijl ik nog hier ben?" „Heel goed zei Elisabeth. Mijnheer Wilmot schelde en weldra verscheen mevrouw O'Shee, die verbleekte zoodra haar oog op de geopende tasch viel» „Mevrouw, men heeft mijn beurs uit mijn tasch genomen", zei Elisabeth, „ik weet zeker dat zij er gisteren nog in was." „Uw beursherhaalde mevrouw O'Shee, op bibberenden toon. „Uit uw tasch genomen en dat in mijn huis 1" „Ja, ik weet het Zeker. Het was een bruine lederen beurs. Ik heb haar gisteren nog in mijn band gehad, eer ik naar Regentstreet ging, want toen heb ik er geld uitgenomen." „Dan zult gij vergeten zijn dat gij haar in uw zak gestoken hebt en dan is zij* gerold," sprak mevrouw O'Shee weder moediger wordende. „Hebt gij in zoo'n „bus" gezeten? Ik zeg altijd tegen mijnheer O'Shee: ik geloof dat al de dieven in Londen daar inrijden."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 5