N». 98.
122® J aargan;
26 April.
Voetstappen in de sneeuw.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers rijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 25 April.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
De heer J. van der Minne, industrieel te Zeven
bergen, heeft in een klein vlugschrift, van 14
bladzijden druks, een stelsel tot hervorming van
ons belastingwezen voorgedragen, waarop wij tot
dusverre verzuimden de aandacht te vestigen,
dewijl het algemeene en oppervlakkige in des
schrijvers redeneeringen en berekeningen het ge
makkelijker maakt die te resumeeren dan te
beoordeelen, en een vluchtig overzicht van een
betoog, dat zelf tot algemeenheden bepaald blijft,
uit den aard der zaak niet veel waarde hebben kan.
Toch is onze bedoeling niet, wanneer wij hier
het woord oppervlakkig bezigen, daaraan eene
absoluut afkeurende beteekenis te hechten. Het
vlugschrift van den heer Yan der Minne komt
ons veeleer voor, niet vluchtig opgevat, maar de
vrucht van ernstig nadenken te zijn over het
karakter onzer bestaande belastingen en de mid
delen om die te verbeteren. Wanneer hij niet
meer in bijzonderheden treedt, is dat vermoedelijk
dewijl zulks niet in het plan van zijn betoog lag,
maar hij in algemeene trekken eenige beginselen
van belasting-hervorming wilde vaststellen. Over
weging daarvan en gedachtenwisseling daarover
kunnen inderdaad, zooals de schrijver zich voor
stelt, haar nut hebben.
Accijnsen en invoerrechtenmutatie- en obliga
tierechten wil de schrijver uit onze belastingen
doen verdwijnen, teneinde den arbeid en het ver
keer vrij te maken. De nadeeleu, aan de beide
eerste soorten van heffingen verbonden, worden
aangetoond, eenigszins in bij zonderheden wat den
suiker-accijns betreft, en voorts door herinnering
aan de smokkelarij of de ontduiking met de
zeep, het zout, het gedistilleerd, de premie op
den uitvoer van vee, de versnijding van den wijn,
en de belemmering welke de invoerrechten den
handel doen ondervinden.
Wij wenschen hierbij te vragen of een deel
dezer redeneering niet afstuit op de wenschelijk-
heid, welke niet betwist zal worden, om het
verbruik van sterken drank althans niet te bevor
deren, door afschaffing van den thans daarop
rustenden accijns? Het moge waar zijn, wat de
schrijver aanvoert, dat verhooging van den accijns
niet repressief op het verbruik werktde proef te
wagen of de consumtie niet toe zal nemen als
men den drank goedkooper maakt, zal toch nie
mand willen. Liever nog zouden wij eene poging
willen om door plotselinge en aanzienlijke ver
hooging van den accijns, gepaard aan repressieve
maatregelen ten opzichte van den drank-verkoop
FEUILLET03ST.
27.
dook
DORA BUSSEL.
EERSTE DEEL.
HOOFDSTUK XV.
De verjaardag.
En toch was hij haar echtgenoot„Neen, neen,"
prevelde zij, toen dat hatelijke bewustzijn tot haar
doordrong, „dat kan niet en dat zal niet,
hij heeft mij mijn belofte door een schandelijken
leugen afgeperst, hij heeft Jasper op de meest
wreedaardige wijze benadeeld; ik kan en ik wil
geen dag langer in zijn huis blijven."
Toen zij dit besluit eenmaal genomen had werd
de uitdrukking van haar gelaat kalmer en stond
zij zonder gedruisch te maken op, teneinde hare
maatregelen te nemen, om Wendell West-House
te verlaten voordat er een nieuwe dag zou aan
gebroken zijn.
Stil en bedaard maakte zij hare toebereidselen.
en scherpe voorzorg tegen het smokkelen, aan
het jenever-misbruik voor een deel den kop in te
drukken. Gelukte dit, dan ging de opbrengst van
den accijns misschien grootendeels voor de schat
kist verloren en het oogmerk van den heer Yan
der Minne ware in dezen zin bereikt; doch de
gevaarlijke kans van het verbruik nog kunstma
tig te vermeerderen ware althans niet geloopen.
In plaats der af te schaffen belastingen wil de
schrijver een systeem van heffing op alle inkom
sten, hetzij ze uit grondbezit, uit effecten of
andere roerende goederen, uit bedrijf, uit handels-
winst, uit vaste bezoldigingen of uit arbeidsloonen
voortkomen, met dien verstande dat de vruchten
van den handen-arbeid slechts 1/3, die van anderen
arbeid slechts 2/3 in vergelijking met de inkomsten
uit kapitaal zouden bijdragen. Naar die evenre
digheid zou van het roerend en onroerend kapitaal
54, van den gewonen arbeid 19, van den handen
arbeid 7J millioen geheven worden. Gevoegd bij
de 13.7 millioen, voortspruitende uit de voor-
loopig behouden bigvende successie-en over
gangsrechten, het zegel- en registratierecht en de
waarborg-belasting, zou op deze wijze de 94
millioen verkregen worden, welke de schrijver als
normaal-cijfer onzer staatsbegrooting aanneemt.
Om tot zijne berekeningen te geraken heeft de
heer Van der Minne alle inkomsten uit de hooger
genoemde bronnen geraamd en die tot den penning
20 gekapitaliseerd. Langs dien weg komt hij tot
een nationaal kapitaal van 20,500 millioen gulden,
waarvan, naar de straks gemelde evenredigheid,
belasting te heffen is. Eigen aangifte is het
middel, waardoor hij tot den maatstaf voor den
aanslag wil geraken, met bevoegdheid voor de
administratie om, in geval van twijfel, de juistheid
der aangifte door beëediging te doen bevestigen
en voorts die door alle middelen te constateeren.
Hij koestert echter weinig vrees voor onjuiste
aangiften. „Ieder, zegt hij, vreest zoo iets
van een ander, maar op stuk van zaken is er,
bij billijke toepassing van belastingen, geen aan
drang tot ontduiking," vooral wanneer de
toepassing van weerszijdenop loyale wijze
geschiedt en de administratie dus ook niet, zooals
thans wel eens geschiedt, door overdreven fisca
liteit, meer tracht te verkrijgen dan haar naar
billijkheid toekomt.
Het valt in 't oog dat de cijfers en berekeningen
van den heer Van der Minne zoo geheel in de
lucht hangen, dat eene vruchtbare discussie daar
over ondoenlijk is. Hij zelf geeft geene, of niet
dan zeer onvolledige grondslagen voor zijne
ramingen op en het is dus even onmogelijk hare
juistheid na te gaan als ze te critiseeren. Zijne
redeneering over het geringe gevaar voor onjuiste
aangiften lijkt ons echter niet gegrond. Indien
Al wat zij mede kon nemen, moest zij bij zich
dragen, want zij had besloten heimelijk te ver
trekken, heimelijk te leven en ook liever heimelijk
te sterven, dan een dag langer met Richard Horton
te moeten leven, i,
Na een oogenblik nadenkens begreep zij dat zij
bijna alles zou moeten achterlaten. Zij kon Richard
niet verraden en zij was overtuigd dat zij niet
aan zijn macht kon ontkomen, tenzij zij hem
verried. Hij was haar man; hij had rechten op
haar, die hij zeker niet zou laten varen, zoolang
hij gevrijwaard was tegen de gevolgen van zijn
misdaaddie misdaad welke zij moest verzwijgen
tot dat hij in zijn graf lag.
Maar zij moest hem verlatenwat het ook
kosten mocht, daartoe was zij vast besloten en
dus pakte zij in het holle van den nacht, heel
stil, alles wat zij mee kon dragen in een lederen
tasch bij elkaar.
Zij nam hare juweelen mede, die meest geschenken
van haar oom en tante warendoch die welke
Richard haar gegeven had legde zij met een brief
aan hem op haar toilet. Een japon, eenig wasch-
goed en de brieven van Jasper vulden de tasch
verder aan en dat maakte, met een banknoot en
eenig goudgeld, (te zamen 500), de geheele be
zitting uit, waarmede zij haar eenzamen tocht
aanvaardde. De brief dien zij voor Dick achter
liet luidde:
„Vaarwel, Dick, vaarwel voor altijd want
na hetgeen er van nacht is voorgevallen is het
beter voor ons beiden dat ik u nooit wederzie.
het waar is, wat de schrijver zegt, dat „ieder zoo
iets van een ander vreest," dan zal in deze
het spreekwoord„Zooals de waard is vertrouwt
hij' zijn. gasten", vermoedelijk van toepassing
zijn. Gevoel van eigen zwakheid, wanneer men
zich geplaatst ziet tusschen zijne beurs en de
verplichting tot het mede-dragen in de staatslasten,
zal dan wel de oorzaak zijn van het wantrouwen^
dat „ieder" daaromtrent ten opzichte van „een
ander" heet te koesteren. Is dit waar, dan
vreezen wij dat de schatkist groot gevaar zal
loopen van, bij de eigen aangifte als voornaamste
grondslag voor hare inkomsten, te kort te komen.
Onze slotsom is, dat het stelsel van den heer
Van der Minne ons veel te absoluut voorkomt
om in de practijk waarde te hebben. Een samen
stel van directe en indirecte belastingen is, naar
wij meenen, het eenige middel om, vooreerst
althans, in de behoeften der schatkist te voorzien.
Het komt er maar op aan om te zorgen dat de
indirecte zoo weinig schadelijk en belemmerend
zijn als mogelijk is.
Gedurende de week van 17 tot en met 23 April
zijn te Vlissingen aangekomen met de stoom
schepen van de maatschappij Zeeland 451 en
vertrokken van daar naar Engeland 506 pas
sagiers.
Dinsdag 29 April a. zal er een extra-trein
loopen voor het vervoer van het depot van
discipline van Naarden naar Vlissingen (stad).
De trein zal te 4.35 des namiddags te Vlissingen
(stad) aankomen.
^Vlissingen, 25 April. Betreffende de twee
schroefstoomschepen, Valk en Arend, die voor
rekening van de Indische gouvernements-marine
op de werf der Koninklijke maatschappij de
Schelde zullen gebouwd worden en waarvan de
kielen deze week zijn gelegd, vernemen wij de
volgende bijzonderheden.
De schepen zullen van compositie-bouw zijn,
dat is inwendig van ijzer, en de buitenhuid, het
dek enz., van teakhout; de lengte tusschen de
loodlijnen is ruim 38£ m., de wijdte 6.10 m., de
holte 3.51 m. Ze zullen een campagne en bak
hebben met eene brug in het midden. De voor
boeg wordt klippervormig, de spiegel elliptisch
gebouwd, ze worden gekoperd tot boven de diepste
belading. De stuurinrichting wordt op de brug
aangebrachthet spil vooruit zal door stoom
bewogen worden. De schepen krijgen twee masten
met stengen aaneen, en zullen schoonersgewijze
getuigd worden.
De machines zijn directwerkend, staande, com
pound, met oppervlak condensatie en éen schroef
Uw geheim is veilig bij mijzoolang gij leeft zal
ik u niet verraden en ik bid dat God u genadig
zij en u al het kwaad vergeve, dat gij gesticht
hebt. Tracht echter niet mij op te sporen, want
ik wil nooit meer tot u terugkeeren.
Elisabeth."
Zij ontdeed zich van haar trouwring en legde
dien in den brief, daarop schreef zij ook een
paar woorden tot afscheid aan haar neef Bob,
ging naar zijn kamer om ze daar neer te leg
gen en naar zijn bed gaande bleef zij eenige
oógenblikken haar rustig slapenden neef beschouwen.
De tranen kwamen haar daarbij in de oogen.
De drie jongens waren zoo lang zij zich kon
herinneren alle altijd als broeders voor haar
geweest, totdat die dwaze hartstocht van Dick
begonnen was en zij vond het een soort van
verraad om Robert alleen te laten met zijn diep
gezonken broeder, wiens vreeselijk geheim hij
toch reeds half vermoedde.
Maar zij kon niet blijven, zij drukte even
een kus op zijn voorhoofd en verliet zachtjes de
kamer nadat zij een briefje had neergelegd, waarin
zij schreef:
„Ik verlaat Wendell dezen nacht, beste Robert,
want er is iets gebeurd waardoor het onmogelijk
voor mij is om hier te blijven. Maak u niet
ongerust over mijik heb eenig geld meegenomen
en ik zal werken voor mijn brood. Wees goed
voor Dick en Harry om mijnentwil en geloof
mij altijd, „Uwe u liefhebbende nicht
Elisabeth."
de ketels tubulair cirkelvormig. De kolenhokken
kunnen 30,000 KG. kolen bergen. Een distilleer-
toestel zal dagelijksch 4000 liters goed drinkwater
kunnen leveren. De bewapening zal uit vier
vuurmonden bestaan van verschillend kaliber.
Vlissingen, 25 Maart. Naar wij vernemen
is van hoogerhand aan het bestuur van de ge
meente Vlissingen last gegeven om het getal der
openbare scholen te vermeerderen met eene dus-
genoemde tusschenschool voor gewoon lager
onderwijs. Dit onderwerp zal in de eerstvolgend0
gemeenteraadszitting behandeld worden.
Kruiningen, 25 April. Zaterdag 3 Mei a.
zal alhier een proef genomen worden met twee
brandspuiten, volgens het stelsel van den heer
Jos. Beduwe te Luik vervaardigd, die door ste
vige bewerking en eenvoudige samenstelling
moeten uitmunten.
De heeren W. Hoven Zoon te 's Gravenhage,
eenige agenten voor dat artikel, vestigen de aan
dacht op die proefneming van alle brandweer
autoriteiten, die gaarne tot bijwoning zullen
worden toegelaten.
Men schrijft aan het Handelsblad uit Goes
Voor de derde maal sedert de oprichting onzer
hoogere burgerscholen heeft de commissie van
toezicht haar ontslag genomen, zoodat wij ons
zeer verheugen in de vierde commissie, die in de
laatste raadszitting benoemd werd. Naar men
verneemt is de laatste commissie afgetreden, ten
gevolge van een conflict met B. en W. over de
bepaling van den aanvang en duur der Paasch-
vacantie. Alvorens de nieuwe commissie benoemd
werd, heeft de raad echter een zeer belangrijk
besluit genomen en de verordening op het midd.
onderwijs in dier voege gewijzigd, dat het beheer
dier inrichtingen geheel bij B. en W. is overge
bracht en de commissie alleen handelend optreedt
in zake van paedagogischen aard. Mocht door
eene of andere omstandigheid ook de vierde
commissie haar ontslag nemen, dan zal het ge
makkelijk zijn nog meer te vereenvoudigen en
het zonder commissie te doen. De zaak van het
onderwijs zou er vermoedelijk niet door lijden
en onaangename botsingen, in kleine gemeenten
niet gemakkelijk te vermijden, zouden voorkomen
worden.
Z. K. H. prins Alexander is den 22™ dezer te
Parijs in het Hotel Continental aangekomen en
dienzelfden avond door den prins van Oranje be
zocht.
Men zegt dat prins Alexander weder, tot herstel
zijner gezondheid, op weg is naar Algiers.
Nu was alles klaar,-—dacht zij,alles; zij ging
nog even terug om naar Dick te zien, die be
nauwd adem haalde en zijn gebalde vuist op het
dek wierp.
„O Godvergeef hemprevelde zij, keerde
zich af en ging naar beneden, langs de trap
waarop zij zoo vaak als kind gespeeld had, en
liep het voorhuis door, waar haar zachte tred
den ouden Tory toch deed ontwaken, zoodat hij
jankende en snuffelende naar haar toe kwam;
„Arm dier arme Tory 1" fluisterde zij snikkend
en bukte zich om hem op zijn kop te kussen.
„Ga liggen, Tory", zei zij, „ga liggen." Maar
het stomme dier bleef haar met droevige, vragende
oogen aanstaren.
„Ga liggen", zei zij nog een^, streelde hem op
den kop, legde haar hand op* den deurknop en
een oogenblik later stond zij buiten, in den stillen,
donkeren nacht.
HOOFDSTUK XVI.
I
De vlucht.
De grond was hard bevroren en de sterren
fonkelden aan den helderen hemel, toen Elisabeth
het huis verliet en een reis ondernam waarvan
zij het einde niet vermocht te gissen.
Er is iets angstwekkends in de nachtelijke
stilte, voor een vrouw die geheel alleen de wijde
wereld ingaat. Elke schaduw doet haar huiveren,