N«. 94. 1879. Dinsdag 22 April. 122e Jaargang. FEXJILLBTOyr. Voetstappen in de sneeuw. Bit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien: 20 Gent per regel.' Geboorte^, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daübe en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Middelburg 21 April De Feesten te Amsterdam. AIDDELBURGSC Vlissingen, 21 April 1879. De oostelijke vloeddeur voor de schutsluis in de voormalige marinewerf, is Vrijdag te water gebracht en Zaterdag op hare plaats ingehangen. Nu nog de beweegwerktuigen aangebracht en de schutsluis is klaar. Gebouwd onder het toezicht van den waterstaat mogen we van dit werk getuigen dat het met nauwgezetheid en solide is afgewerkt. Wanneer het eenmaal de regeering behagen zal den havenmond gereed te maken, dan zal, des noodig, van deze sluis gebruik gemaakt kunnen worden. Tot zoolang doet zij weinig pf liever geen nut. De weinig uitgebreide Vlissingsehe zeereederij is weer wat ingekrompen. De alhier te huis behoorende schooner Anna Dorothea, reeder de heer J. J. Balk, is op hare reis van Engeland naar Noorwegen totaal verloren gegaan. De equipage is gered. We zullen hopen dat ze vervangen zal kunnen worden. Voor de betrekking van commies ter provin ciale griffie van Zeeland hebben zich 22 sollici tanten aangemeld. De benoeming zal, naar wij vernemen, waarschijnlijk heden avond plaats hebben. Men zal zich misschien herinneren dat vóór geruimen tijd melding werd gemaakt van de door den heer P. L. Thomas, te Hulst, in 't werk ge stelde pogingen tot opgraving van een Spaansch schip, geladen met staven zilver, dat in de nabij heid zijner woonplaats, op reis van Antwerpen naar Middelburg, gezonken en sedert vele jaren door den bodem overdekt zou zijn. Dit werk is indertijd gestaakt, dewijl men geen werktuigen bezat om dieper dan tot 13 voet te boren. Naar wij vernemen zulien de onderzoekingen thans voor rekening van den heer Thomas her vat worden door de heeren Gebr. Kronenburg, te Culemborg, en wel door middel van grondbo ringen tot minstens 30 a 40 meter diepte. Bij koninklijk besluit van den 19'» dezer is be paald dat het bij besluit van 12 April 1878, no. 28, voorloopig voor den tijd van éen jaar vast gestelde tarief van het kanaal- en havengeld op het Noordzeekanaalvan kracht blijft tot 20 April 1880. De kiesvereenigiDg Burgerplicht te Amsterdam heeft aan de Tweede Kamer een adres verzonden, waarin het verzoek wordt gedaan „óm het wets voorstel tot aanleg en verbetering van sommige 241. dook DORA BUSSEL, EERSTE DEEL. HOOFDSTUK XIV. Het geweten. „Hij meent den geest van Harry Tyrell te zien," fluisterde Hal Horton de ontstelde Elisabeth in het oor. „Hij heeft delirium tremenszei Bob, „wij moesten liever den dokter laten halen." „Neen, neen, Bob" antwoordde Elisabeth huive rend. „Laten wij hem zelf verplegen en het geheim houden." „Het kon niet uitblijven," vervolgde Bob, „bij zulk drinken als hij deed. Hij heeft gisteren zeker een flesch brandewijn gedronken." „Laten wij de luiken sluiten en het gas op steken," zei Hal, die met zijn tegenwoordigheid van geest zijn aangeboren scherpzinnigheid her werken in het belang der binnenlandsche scheepvaart, onverwijld in behandeling te willen nemen. De kiezérsVereenigfng Algemeen belang te Leiden heeft met algemeene stemmen tot candidaat voor het lidmaatschap der tweede kamer gesteld den heer L. M. de Laat de Kanter, oud-zeeofficier en Indisch ambtenaar, wethouder aldaar. Zaterdag werd te Rotterdam, onder voorzitter schap van den hoogleeraar Vissering, de verga dering gehouden der Vereeniging voor de Statis tiek. Het jaarverslag werd uitgebracht, een aantal nieuwe leden werden benoemd, waaronder ook de heer Mr. W. C. Borsius, lid der Eerste kamer en tot plaats der bijeenkomst in 't volgende jaar werd 'sGravenhage aangewezen. In zijne openingsrede gaf de voorzitter o. a. een overzicht van de niet bemoedigendegeschiedenis der rijks-statistiek in 't afgeloopen jaar. Daarentegen was de Vereeniging in vele op zichten met vrucht werkzaam geweest. Zij moest dan ook aan hare schoone taak getrouw blijven, nl. om te waken voor het recht en het belang der wetenschap op het gebied van de statistiek, de oeconomie, en het gansche sociale leven. Te meer was dat noodig in onze dagen, nu zich allerlei sociale problemen voordoen, die eene oplossing eischen, nu men maar al te dikwijls uit' naam der practijk met de theorieën der weten schap hoort spotten, nu een geest van reactie rondwaart bij vorsten en volken, die alle begin selen laat varen. Daarom moet de Vereeniging blijven werken, zooals tot nogtoe, kan het zijn, nog beter. Eene commissie werd benoemd om rapport uit te brengen over de voorstellen van 't bestuur, tot oprichting van een Statistisch Instituut. Door den hoogleeraar N. G. Pierson werd ver volgens eene discussie ingeleid over de inrichting der aanstaande volkstelling, welke leidde tot het vaststellen van eenige aanwijzingen over dit onderwerp, welke ter kennis van den minister van binnenlandsche zaken gebracht zullen worden. Daarna waren aan de orde de ingekomen mede- deelingen over de werking van het participatie- en coöperatie-stelsel in Nederland. Slechts enkele opgaven waren hierover ingekomen, waaronder éen van den heer Smid te Middelburg over reederij en visscherij aldaar. De anderen betroffen de zeevisscherij Neptunus te Nieuwediep, het premiestelsel der Exploitatie-maatschappij der staatsspoorwegen, de toepassing tan enkele maat regelen in deze richting op den Hollandschen- den Centraal - en den Rijn-spoorweg, het stukloonstelsel in de meubelfabriek van den heer Reuser te Utrecht, de productievereeniging der zakken dragers te Utrecht en eenige mededeelingen van den heer Sickenga te Dordrecht. kreeg. „Het maanlicht op de sneeuw doet hem aan spoken denken, want dit scheen juist zoo dien nacht toen Harry vermoord is." „Ja," zei Elisabeth, „doe de luiken dicht, Hal, steek het gas op en sluit de maan buiten. „Zijt gij weg zei Dick op denzelfden hollen toon, zoodra Hal de luiken dichthaalde. „Weggegaan, al wenkende altijd wenken de En hij sprong het bed uit en trachtte het venster te bereiken doch werd met geweld door zijne beide broeders tegengehouden. Zijn delirium veranderde van onderwerp zoodra er vuur en licht ontstoken was, en nu verbeeldde hij zich dat hij tamme fazanten, die hij als knaap gehad had, moest voederen en zocht op zijn bed naar de korrels om hen te geven. In die stemming was hij veel handelbaarder en het verdere gedeelte van den nacht bleven Elisa beth en de broers bij hem opzitten .en trachtten hem zooveel mogelijk tot rust te brengen; 's mor gens was hij zoo zwak en uitgeput dat Elisabeth ongerust werd en niet langer durfde verhinderen dat men om den dokter zond, die bij zijn komst heel bedenkelijk het hoofd schudde. „Ja"ja", zei hij, „hersenen, hersenen over spannen hersenen. Wat heeft hij gebruikt, me vrouw „Sedert den dood van mijn oom, heeft Dick, naar ik vrees, wel wat veel bracht zij aarze lend uit. Door den heer Van Marken, directeur der 'Bist- en spiritusfabriek te Delft, op dit gebied reeds gunstig bekend door zijne mededeelingen in de Vragen des Tijds, werd echter eene belang rijke mondelinge bijdrage geleverd over het door hem ingevoerd premienstelsel. Dit had in 1874, het jaar der invoering, eene verhooging der looneu met 10 pet. ten gevolge, welke in 1877 reèds tot 28 pet. gestegen was. Van onzen eigen verslaggever.) De lang verwachte dag van de „blijde inkomst" van HH. MM. den koning en de koningin brak heden voor de hoofdstad aan. Loodkleurig stond de hemeldoch tot op dit oogenblik, half twee, is het gelukkig droog gebleven. De drukte, die men in de laatste dagen allerwege in de straten en langs de grachten ontwaarde, Beeft plaats gemaakt voor een rustige kalmte in het grootste gedeelte der stad. Schijnt het dat Amsterdam elders is uitgestorven, op éen punt is de drukte verhon derdvoudigd en de pleinen, straten en grachten, waarlangs de vorstelijke stoet van het station van den Rijnspoorweg zich naar het paleis op den Dam zal begeven, kunnen op verre na niet aan de duizenden belangstellenden ook maar een klein, geschikt plaatsje aanbieden om hun nieuws gierigheid te bevredigen. Lang voor het bepaalde uur, te 10 uren werden allerwege de toegangen gesloten, zag men groote scharen naar Frederiksplein en stati onsterrein optrekken. Reeds te 8 uren werden de eerste rijen in de Sarphatistraat en langs den te nemen weg ingenomen. Wat al gedachten, wat al gesnap om de uren, die nog verloopen moeten eer er iets te zien is, door te breDgen Eindelijk wijst de spoorwegklok 12 uren, nog verloopt een kwartier, een schel op het perron geeft het sein dat de extra-trein het laatste station vóór Amsterdam is gepasseerd. Daar knalt het eerste van de 101 traditioneele saluutschoten, ten teeken dat de trein in aantocht is, en op dat eerste schot hoort men van al de torens die van bespeelbare carillons voorzien zijn bet Volkslied door de lucht weerklinken, waarmede de krioelende menigte gedurig instemt. Een donderend hoera, door de duizenden in de nabijheid van het station, of op de buizen en in de boomen in de omgeving aangeheven, is het teeken dat de trein de overkapping van het sta tion binnenrijdt. Weder een hoera, gepaard aan de opwekkende tonen der muziek onder het ijzeren gewelf, kondigen den volke aan dat HH. MM. met gevolg het salon-rijtuig hebben verlaten en de stilte die volgt, dat zij door de hoogwaardigheids- bekleeders de receptiezaal zijn binnengeleid, waar „Ja, dat dacht ik wel," zei de dokter en schudde op nieuw het hoofd, daar hij reeds nauwkeurig op de hoogte van alles was door de praatjes van de buren. „Overprikkeld zenuwgestel, tengevolge van misbruik van sterken drank. Een droevig geval maar niet zeldzaam en zeer te ver ontschuldigen in den heer Richard, na het droevig ongeval dat zijn vader het leven kostte." Dien geheelen dag was Dick erg ziek, maar tegen den avond werd hij kalmer en toen de dokter terugkwam vond hij dat de ziekte naar zijne middelen luisterde en voorspelde dat Dick spoedig zou herstellen. Elisabeth en Bob kwamen overeen om samen op te blijven en Bob viel in zijn stoel in slaap, doch tegen twaalf uur kreeg de ongelukkige patient weder een hevigeu aanval. Op nieuw gilde hij in vreeselijken angst den naam van Harry Tyrell uit en scheen met een onzichtbaren vijand te worstelen. Elisabeth werd ten laatste zoo angstig dat zij zich verbeeldde ook een bleeke gedaante, in een hoek van de kamer te zien, volkomen gelijk aan die van den levenloozen jongeling, die bij hen in huis was gedragen. „O Bobriep zij en wekte haar zwager, die overeind sprong en, zijn oogen wrijvende, vroeg „Wat is er? Ik droomde ik droomde van Harry Tyrell." een- aanzienlijk geta! van de voornaamsten van stad en lande zich hebben vereenigd om HH. MM. de eerste opwachting te maken. Onder hen merken wij op onderscheidene leden van het dienstdoende militaire huis des konings, den com missaris des konings in Noord-Holland met de gedeputeerde staten van dit gewest, den burge meester van Amsterdam, den secretaris, de wet houders, benevens onderscheidene leden van den raad, de feestcommissie, onderscheidene leden van de eerewacht te paard, den president, den vice-president, den procureur-generaal, de advo caten-generaal, den griffier en de substituut griffiers van het gerechtshof, den president, de vice-presidenten, den officier van justitie, de substituut-officieren van justitie, den griffier en de substituut-griffiers der rechtbank, den directeur en kommandant der marine, den kommandant van de 2e divisie, den bevelhebber in de le militaire afdeeling en den plaatseiijken kommandant. De salon waarin dit hooge gezelschap het oogenblik van aankomst afwachtte, is zoo rijk ingericht en versierd als zeker op dit oogenblik geen tweede in Amsterdam is aan te wijzen en kan gewis met de versieringen in de Nieuwe kerk wedijveren. De pracht en weelde hier tentoon gesteld doen aan den luister denken van da tooverpaleizen in de 1001 nacht. Zijde-fluweel, zijde-damast is overal kwistig, doch harmonisch aangebracht. De hemel is van wit geplooid fluweel met gouden sterren bezaaid. De comiches zijn van blauwe zijde, die tegen het witte fluweel prachtig afsteken. In het midden en uit de vier hoeken van dezen sterrenhemel hangen prachtige korven af, waaruit hoogst zeldzame en kostbare bloemen en planten haar geur ver spreiden. De gordijnen van zware zijde-damast zijn van witte kanten ondergordijnen voorzien, terwijl de portHres mede met zijde-fluweelen gordijnen gedrapeerd zijn. Aan de zijde rechts van den ingang is een canapé* voor het vorstelijk echtpaar geplaatst, waarboven een tropé van de nationale kleuren en die van Waldeck-Pyrmont prijkt. Aan de overzijde is een groote spiegel aangebracht dia op een console rust, waarop weder de kostbaarste gaven van Flora zijn geplaatst. In de hoeken van dit vorstelijk vertrek zijn hoogopgaande gewassen, voor welke weder fraaie plastische voorstellingen van kunst, wetenschappen, handel en scheepvaart op voetstukken zijn geplaatst. De zijwanden worden ingenomen door twee op korten afstand van elkander geplaatste antieke verzilverde standaards, die twee om twee een schild dragen, waarop de kwartieren uit de wapens van Nederland, Waldeck-Pyrmont, Luxem burg en Java zijn aangebracht. Tusschen deze schilden zijn zeldzaam schoone exemplaren van „Hij roept hem weer," zei Elisabeth sidderende en dicht naar Bob toegaande. „Wenk niet, wenk niet meerschreeuwde Dick. „Ik kom en hij trachtte wederom het bed te verlaten, doch dit werd hem door de anderen be let. Bijna een week lang kwamen die vreeselijke aanvallen iederen nacht terug, zoodat Elisabeth geheel uitgeput was van het waken, terwijl een vreeselijk vermoeden ingang bij haar begon te vinden, 's Morgens en overdag was Dick altijd kalmmaar 's nachts had hij steeds diezelfde worsteling met het spook, dat hij meende in de kamer te zien. Doch langzamerhand werden de aanvallen minder hevig en na tien dagen was hij, ofschoon bleek, vervallen en vermagerd, in staat om weer beneden te komen. Sir John kwam gedurende zijn ziekte hooren hoe het met hem ging en hij ontwaarde met leedwezen hoe zeer Elisabeth er ook onder geleden had. Zij was verontrustend zenuwachtig geworden en ontstelde bij het minste gerucht, zoodat het een treurigen indruk bij sir John achterliet. „Ik hoop de volgende week naar Parijs te gaan om mijn zoon te zien," zei hij op kalmen toon. „Is is hij wel stamelde Elisabeth. "Niet zoo heel wel, geloof ik," antwoordde sir John. „Ik vrees dat hij niet heel wel is geweest sedert hij naar China vertrokken i».

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1