Kerknieuws.
Marine en leger.
Kunstnieuws.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Rechtszaken.
Voor onderwijzeres in het Franscb hadden zich
aangegeven 3 candidaten, waarvan er éen niet was
opgekomen. De beide anderen, de dames L. C. E. F.
Nonhebei, van Middelburg, en H. Risseeuw, van
Goes, werden geëxamineerd en toegelaten.
De examens zullen Vrijdag 25 April eindigen.
Benoemd: aan het gymnasium te Den Bosc h,
tot rector dr. L. J. W. Smit en tot derden leeraar
in de oude taleu F. Piper. Het minerval aan die
inrichting is bepaald op f 60 per jaar gedurende
de eerste vier studiejaren en op f 100 per jaar
voor de twee volgende.
OostkapelZe, den 18en April. Door den
kerkeraad der N. H. gemeente alhier, is toezeg
ging van beroep gegeven aan den heer P. K.
Dommisse, predikant bij die gemeente te Bieselinge
De Staatscourant bevat de statuten der veree-
niging de Gereformeerde gemeente", gevestigd te
Hoedekenskerke.
In verband met het aanstaand vertrek van het
3e bat. 3e reg. infanterie van Viissingen naar
Bergen op Zoom zal de helft van de miliciens der
lichting 1878 daartoe door het lot aangewe
zen reeds den 24ea dezer in het genot van
onbepaald verlof worden gesteld, terwijl de andere
helft nog tot het laatst van September moet
blijven dienen.'
Van burgemeester en wethouders van Gent ont
vangen wij het programma voor een internationalen
wedstrijd van muziekkorpsen voor Harmonie en
Fanfaren, welke op Zondag 13 Juli a. bij gelegen
heid der gemeentelijke feesten aldaar, zal gehouden
worden.
Ieder muziekkorps dat aan den wedstrijd deel
wil nemen, moet bestaan uit minstens 30 mede
werkende leden indien het uit eene stad van meer
dan 18,000 zielen afkomstig is, uit minstens 20
leden voor plaatsen van kleinere bevolking.
De uitgeloofde prijzen bestaan uit 8 gouden
medailles van 100 of 200 fr. waarde, vergezeld
van premiön van 300 tot 500 fr., benevens uit 6
medailles van vermeil, met premiën van 100 tot
150 fr. Bovendien zijn er nog extra-prijzen en
premiën voor ensemble- en solo voordrachten te
behalen, benevens eenige premiën voor de ver-
eenigingen, die zich het eerst laten inschrijven.
Zij hebben zich vóór den 15?n Juni, met overleg
ging van eene ledenlijst en andere, behoorlijk
gewaarmerkte, opgaven aan te melden bij den heer
Yandeweghe te Gent.
gemaakt worden, behandeld te hebben, gaat
Poggendorff, volgens Sibru, aldus voort:
Waar in den eersten tijd een verrekijker be
wonderd wordt, daar laat zich ook bewijzen of
althans zeer waarschijnlijk maken, dat het werk
tuig uit Holland afkomstig is en daarom moet
Holland met meer dan waarschijnlijkheid als de
wieg en bakermat der uitvinding worden beschouwd.
De vraag blijft nu slechts, wie als de uitvinder
moet worden aangemerkt, 'want niet minder dan
drie personen worden als zoodanig ons aangewe
zen. De oorkonden tot de geschiedenis dezer
uitvinding zijn juist evenveel in getal en zonder
ling genoeg geeft elke van deze aan eenen anderen
van het drietal de eer. Deze oorkonden zijn:
1® De Dioptrica van Descartes (1637).
2» De vero Telescopii inventore van Pierre
Borel (1655).
3° Uittreksels uit staatsarchieven, door prof.
VanSwinden gemaakt en na zijn dood door prof.
Moll (1831) uitgegeven. Deze laatste bron is de
meest zekere.
Descartes vermeldt eenvoudig, dat 30 jaren
geleden (dus in 1607) een eenvoudig man, Jakob
Metius, te Alkmaar, na vele proeven met holle
en bolle lenzen, den eersten verrekijker vervaar
digd heeft.
Deze Jakob Adriaanszoon Metius nu zond op
17 October 1608 aan de generale staten een ver
zoekschrift, waarin hij mededeelt, dat hij sedert
twee jaren zich op het vervaardigen van glas
heeft toegelegd en thans zoo ver gevorderd is,
dat hij een werktuig heeft vervaardigd, dat zeer
ver verwijderde voorwerpen grooter en duidelijker
vertoont, en voegt hij zelf er bij even
goede uitkomsten oplevert als dat, hetwelk een
burger en brillenslijper uit Middelburg voor
korten tijd aan de staten had aangeboden. Hij
beroept zich daarbij op prins Maurits en andere
personen, die zich van de goede werking van
zijn instrument hebben overtuigd en vraagt om
een privilegie (soort van patent) voor zijne uit
vinding.
Men ziet hieruit duidelijk, dat in October 1608,
volgens verklaring van Metius zeiven, de verre
kijkers reeds te Middelburg waren uitgevonden.
De generale staten weigerden overigens het
privilegie en dit is zeer verklaarbaar, daar in
de archieven te 's Gravenhage een ander docu
ment is gevonden, waaruit blijkt, dat de Middel-
burgsche brillenslijper, waarvan Jakob Adriaans
zoon melding maakt, zich reeds vroeger tot deze
staten om een dergelijk privilegie had aangemeld.
Een besluit der staten van 2 October 1608
houdt namelijk in, dat ten verzoeke van Hans
Lippershey, geboortig uit Wesel en brillenslijper
te Middelburg, uitvinder van een werktuig om
mede in de verte te zien, en vragende om een
patent voor 30 jaren of een jaarlijksck honora
rium, is besloten aan adressant te kennen te
geven, dat hij zijne uitvinding eerst in dier voege
behoort te volmaken, dat men met beide oogen
door het werktuig kunne zien en hij opgeve, hoe
groot de belooning zij die hij wenscht te ver
krijgen.
De eisch om een binocle te vervaardigen werd
overigens niet als van overwegend belang be
schouwd, want een besluit van 4 October 1608
zegt, dat eene commissie zal benoemd worden,
om, op den toren van het paleis van Z. E. prins
Maurits, het werktuig van Hans Lippershey te
onderzoeken en bij goedbevinding met hem in
onderhandeling te treden, om drie zulke werk
tuigen uit bergkristal voor billijker prijs te leve
ren. De .vordering van Lippershey was namelijk
,1000 gulden per stuk."
Het commissoriaal maken schijnt in het begin
der 17e eeuw sneller tot uitkomsten te hebben
geleid, dan in de laatste helft der 19e het geval
pleegt te zijn; althans reeds op 6 October 1608
vindt men vermeld, dat de commissie tot onder
zoek van het werktuig van Lippershey het nut
Toen sir John zag dat alle hoop vervlogen
was dacht hij het eerst voor Elisabeth te zorgen,
maar onder een stroom van tranen wees zij hem
met bevende handen op het verwrongen gelaat
van Dick.
„Tracht hem te troosten, sir John; tracht den
armen Dick te troosten."
Hij deed zijn best om aan haar verzoek te vol
doen en den jongen man eenigen moed in te
spreken, hij reikte hem de hand en wilde hem
helpen om overeind te komenmaar Dick deinsde
voor de aanraking van den baron terug.
„Neen, neen," riep hij met een huivering. „Ik
verlang geen goedheid ik verlang niets van
u."
„Ach, zeg dat niet. Er zijn tijden in het leven
waarop wij allen behoefte hebben aan goedheid,
en ik wil uw vriend wezen."
Norsch en onvriendelijk wees Dick dit aanbod
af en toen ging Elisabeth naar hem toe, knielde
naast hem neder én legde haar hand op zijn
arm.
„Laat mij met rust'-' zei Dick, „wat kan het
u schelen
„O, Dick, gij weet dat het mij wel kan schelen,"
fluisterde Elisabeth, „vermeerder mijn droefheid in
dit treurige oogenblik niet."
„Uw droefheidgij, die nooit van mij gehouden
hebtriep hij uit en duwde haar weg, „gij,
die dezen vloek over mij gebracht hebt."
ervan voor de staten beaamde en men daarom
aan Lippershey opdroeg zulk een werktuig uit
bergkristal te vervaardigen, en besloot hem dade
lijk 300 gulden en bij tijdige aflevering nog 600
te betalendaarna zou men beslissen of hem een
patent of eene jaarlijksche uitkeering zou kunnen
worden toegekend.
Terwijl nu deze onderhandelingen met Lippershey
werden gevoerd, kwam Metius met zijn adres en
werd afgewezen. Met Lippershey duurden daaren
tegen de onderhandelingen voorteen besluit van
15 December 1608 zegt, dat Lippershey het ver
langde werktuig voor beide oogen ten genoegen
van commissarissen had vervaardigd, maar dat
men hem desniettegenstaande geen privilegie kon
geven, daar ook andere personen (Metius?) ken
nis van de zaak droegen. Onder de vroegere
voorwaarden werden bij hem twee werktuigen
voor twee oogen voor 900 besteld. Lippers
hey nam hiermede genoegen en leverde op 13
Februari 1609 de van hem verlangde binocles,
waarvoor hem dan ook 1800 gulden werden
uitbetaald.
Behalve Lippershey eu Metius wordt nog als
uitvinder van den verrekijker genoemd Zacharias
Jansen, even als eerstgenoemde, brillenslijper te
Middelburg. Jansen vindt in Borel eenen verde
diger. Volgens hem zou het Hans en diens zoon
Zacharias Jansen in 1610 gelukt zijn eenen verre
kijker tot stand te brengen, welken zij aan prins
Maurits hadden geschonken, die de zaak geheim
zou hebben gehouden, doch het werktuig dikwijls
met voordeel gebruikte. In elk geval zou dan
toch Jansen eerst na Lippershey gekomen zijn,
en dus (evenals Metius) waarschijnlijk van de
uitvinding gehoord hebben, voor hij met zijnen
vader er zelf in slaagde eenen verrekijker te
vervaardigen.
Alles te zamen gevat schijnt het boven twijfel
verheven te zijn, dat de verrekijkers zijn uitge
vonden door Hans (of Frans?) Lippershey, bril
lenslijper te Middelburg en daar overleden in
1619.
zeemacht. Benoemd tot officier-machinist 2e kl
de machinist le kl. in het vaste korps bij 's rijks
stoomvaartdienst C. A. Brandt.
pensioenen. Op zijne aanvrage pensioen ver
leend aan den generaal-majoor W. deVilleneuve
inspecteur der artillerie, en het bedrag van dat
pensioen bepaald op ƒ2700 'sjaars en aan ge
noemden opperofficier Zr. Ms. dank betuigd voor
de vele en goede diensten door hem aan den
koning en aan het leger bewezen. {Reeds onder
Tel. Ber. in ons nomnier van gisteren medegedeeld.)
legér. Geplaatst d la suite van het 3e reg
huzaren, de ritmeester J. C. Rijnbende, thans a
la suite van het 4e reg. huzaren.
In afwachting van nadere beschikking, op
nonactiviteit gesteld de kapitein M. de Leeuw,
directeur van het garnizoens-hospitaal te Viissin
gen. Onder de Tel. ber. gisteren gemeld.)
Akte-examens in Zeeland. Gisteren werden
geëxamineerd 8 candidaten voor de akte van hulp
onderwijzer, waarvan er twee werden toegelaten,
te wetenH. Italië, van Viissingen en T. J. B.
Metz, van Middelburg.
Als onderwijzeres in het Engelsch werd geëxa
mineerd en toegelaten mej. B. K. van der Hoek,
van Goes.
Heden werden weder 8 candidaten voor de
hulponderwijzers-aktë geëxamineerd en 6 toege
laten: G. de Bruijne Brevet, van St Anna ter
Mui den, I. J. de Groot, van Schoondijke, A. Brak
man, van Groede, L. Brouwer, van Nieuwerkerk,
C. van Strien, van 's Heer Abtskerke en W. A.
Dekker, van Middelburg.
„Neen, neen, Dick. Laat ik u ten minste mogen
troosten,laat ik u nu liefhebben."
Toen zij dit zei liet hij het hoofd voorover
zinken en zij sloeg haar arm om zijn hals.
„Sta op en ga mee naar huis," sprak zij teeder,
want zijn wanhopige droefheid was blijkbaar zoo
oprecht dat zij diep bewogen was. „Sir John
zal voor vadér zorgen maar laat ik u naar
huis brengen."
„Breng mij weg." zei Dick en stond waggelend
als een blinde nan op. Sir John en de bedienden
bleven bij het lijk totdat het naar de pachthoeve
gebracht werd, waar den volgenden dag de lijk
schouwing plaats had.
Bij die gelegenheid bewees sir John dat hij
waarlijk Dick's vriend wilde zijn, door hem, zoo
veel in zijn vermogen was, vrij te pleiten van
alle schuld aan het droevig ongeval dat zijn
vader het leven gekost had. Het was inderdaad
een geluk voor den jongen Horton dat sir John
zijn gewichtigen invloed voor hem in de schaal
legdewant er waren verscheiden pachters onder
de twaalf rechtschapen lieden waaruit de jury
bestond, die niet zouden geaarzeld hebben om het
woord „manslag" toe te passen op de achtelooze
wijze waarop Dick zijn vuurwapen gehanteerd
had en bij wie de deelneming, waarmede zij over
den plotselingen dood van hun vriend en nabuur
spraken, met eene sterke verontwaardiging ver
mengd was. {Wordt vervolgd.)
De arrondissements-rechtbank alhier deed heden
uitspraak in de zaak van D. B.te Neuzen, be
klaagd van het uitgeven van een aan wij zing voor
100 sigaren, valschelijk voorgevende dat dit een
bankbiljet van 100 was. De rechtbank, over
wegende dat het feit rechtens niet was bewezen;
sprak den beklaagde vrij de kosten te dragen
door den staat.
Voor het gerechtshof te 's Gravenhage stond
gisteren terecht C. v. d. B., beschuldigd van in
den nacht van 26 op 27 Dec. jl., uit den winkel
van H. R. te Wolfaartsdijk, spek, tabak en een
parapluie te hebben gestolen.
Op grond der ongunstige bekendheid van den
beschuldigde requireerde de advocaat-generaal
mr. Gregory een gevangenisstraf van 1 jaar.
De advocaat jhr. mr. Van Capellen riep 'shofs
clementie voor den beschuldigde in. Uitspraak
24 April.
Ook verscheen voor den hove A. A., die in
den nacht van 7 op 8 November een paar koeien
van Eede naar Gent had vervoerd, welke uiteen
weide gestolen waren en aan wien was ten laste
gelegd, dat hij dit had gedaan, wetende, dat ze
gestolen waren. In de instructie had hij bekend
de koeien te hebben vervoerd, bewerende evenwel,
dat hij dit te goeder trouw had gedaan. Ter
terechtzitting evenwel wilde hij ook van het
vervoeren niets weten.
Adv. gen. Gregory meende, dat men hier met
een zeer ernstig feit te doen had, en requireerde
tuchthuisstraf van 5 jaren. De adv. mr. Schouten
vroeg het hof om een zachter straf. Ook in
deze zaak werd de uitspraak op 24 dezer bepaald.
De Haagsche rechtbank heeft uitspraak gedaan
in de onzen lezers vroeger medegedeele zaak van
den Parijschen juwelier Lkomme en de Haagsche
firma S., bij wie juweelen gedeponeerd waren,
door den gefailleerde Nicola, van den Parijschen
fabrikant ontvangen.
De rechtbank heeft het beslag, dat door den
eiseher op de juweelen was gelegd, nietig en van
onwaarde verklaard en hem veroordeeld om aan
de gedaagde firma te vergoeden alle kosten,
schaden en interessen, door en ten gevolge van
het beslag geleden en nog te lijden. De recht
bank overwoog o. a., dat, al waren de bedriege-
lijke handelingen, waarop de eiseher zich heeft
beroepen, volkomen bewezen en die als oplichting
te qualificeeren, hem toch zijn eisch niet kon
volgen en het ten bewijze der bedrieglijke han
delingen aangeboden getuigenbewijs niet was ter
zake dienende en afdoende.
De eerste repetitie voor de serenade, Maandag
avond door verschillende zangvereenigingen aan
den koning en de koningin te brengen, is Dinsdag
avond te Amsterdam in de militiezaal gehouden.
Er waren 400 zangers tegenwoordig en 200 afwe
zig. De laatste oefening zal Zondag voormiddag
in het paleis voor Volksvlijt plaats hebben. Eene
compositie van den heer Brandts Bups, op woor
den van den heer Hofdijk, is het belangrijkste
nommer.
Weder is eene dame in een winkel te 's Hage
door een straatjongen van haar portemonnaie
ontlast, die zij, overeenkomstig den eisch der mode,
in een openstaand achterzakje van haar mantel,
voor het grijpen droeg.
Een werkman is te Amsterdam in eene
suikerraffinaderij gedood door het breken van een
ijzeren ketting, waarmede vier balen beetwortel
suiker werden opgeheschen. De man laat eene
weduwe met drie kinderen na.
Een ingezeten van Zwolle, die een zeer
aanzienlijke betrekking vervult, heeft verzuimd
zijn zoon voor de nationale militie aan te geven,
ten gevolge waarvan deze als milicien is in dienst
gesteld.
Met het leggen der rails voor den tramweg
door Rotterdam, is in de Jonkerfransstraat een
begin gemaakt. Het leggen van deze rails gaat
zeer spoedig, daar er noch dwarsleggers noch
houten ramen onder komen. De rails namelijk
zijn hol en rusten met de kanten onmiddellijk op
den bodem. Door eene uitholling in den bovenkant
van de rails zullen de wielen zich bewegen.
Niettegenstaande te 's Bosch door de R. C.
geestelijkheid de zoogenaamde bidweg, die jaar
lijks door de inwoners langs de openbare straat
wordt gehouden, beperkt is, ziet men daar des
avonds duizenden, hardop biddende, dezelfde
straten doortrekken, zoodat men zich op sommige
punten ternauwernood een doortocht kan banen.
De oud-majoor der infanterie jhr. Servaris,
thans woonachtig te Kampen, werd vóór een
achttal jaren door bijna plotseling ontstane, vol
slagen blindheid genoodzaakt den militairen dienst,
waarin hij als officier en schrijver een goeden naam
vérworven had, te verlaten. In 't begin voelde
hij zich door deze ramp ontmoedigd, doch deze
neerslachtigheid begon te wijken toen hij er in
geslaagd was, zich bezigheid te verschaffen, zon
der anderen tot last te zijn. Deze bezigheid be
stond in het vervaardigen van allerlei houten
voorwerpen, als: vouwbeenen, étagères, colliers,
lezenaars, die in netheid toenamen en gaandeweg
aan de schrijnwerkershand deden denken. Hij
had het geluk een schrijfmachine voor blinden
uit te vinden, waarvan exemplaren te Philadel
phia en te Parijs ten toon gesteld werden en zeer
de aandacht trokken. Hij vervaardigde een klok
met cijfers en relief en beweegbare wijzers, om
den blinden te leeren voelen hoe laat het is; dit
voorwerp werd aau het blinden-instituut te Am
sterdam ten geschenke gegeven. Door volharding,
en zonder eenigen last of hulp van zijn omgeving,
bracht de heer S. het zoover, dat hij een reeks
van voorwerpen vervaardigde, die door hem op
de tentoonstelling te Arnhem zullen ingezonden
worden.
De opschriften op de te Amsterdam opge
richte eerepoorten bewijzen dat er in de hoofdstad
nog dichters gevonden worden, die een kernachtig
puntdicht weten te maken. Het fraaiste is dat
boven de poort op de Hoogesluis, aan den kant
der Sarphati-straat
Zij die als keizerin de kroon draagt uwer steden,
Strooit vreugdebloemen voor uw schreden.
Bedelen is toch een goed baantje. Een
blinde verkoos in 't afgeloopen jaar voor niet
minder dan f 13 's weeks in de werkinrichting
voor blinden te Utrecht opgenomen te worden.
Zooveel verdiende hij met bedelen.
Nu is een blindeman in sommige opzichten al a
bedelaar bevoorrecht: hij wekt meer medelijden
op. Maar van den anderen kant, is iemand die
zien kan, en in dit vak vooral is scherp
zien een vereischte, in staat om menige kans
waar te nemen, die een blinde voorbij moet laten
gaan. Het loon van f 13 is dus vermoedelijk
geen uitzondering, zelfs geen maximum.
De Weener Ne ue Freie Pres se geeft in een
brief uit Warschau eenige bijzonderheden omtrent
de inrichting der revolutionaire partij in Rusland.
De geheime regeering is in een aantal afdeelingen
verdeeld, die ieder tien tot vijftien leden tellen
onder het bevel van een opperhoofd {starista)
en die ieder handelen onafhankelijk van de ande
ren. Het doel dezer inrichting is om, als een der
afdeelingen ontdekt wordt en hare leden door de
politie ingerekend worden, de andere buiten schot
te laten. De leden der afdeelingen wisselen telkens
af en houden telkens hunne vergaderingen op
eene andere plaats, somtijds aan tafeltjes in
koffiehuizen, doch meestal op avondpartijtjes, bij
een der ingewijden aangelegd. De geheele orga
nisatie staat onder een „generaal," die van tijd
tot tijd een wachtwoord geeft, waaraan men el
kander kan herkennen. Iedere afdeeling mag een
doodvonnis vellen over gevaarlijke of verdachte
personen en moet zoo intiem mogelijk betrekkin
gen onderhouden met de aanzienlijken in den
lande. Een der middelen, welke men daartoe
gebruikt, is het plaatsen van nihilistische dames
als gouvernantes In de families van hooge ambte
naren. De opvoeding der meisjes in de hoogere