N°. 87
122e Jaargang!
1879.
Zaterdag
12 April.
RIJKS-TELEGRAAF.
Voetstappen in de sneeuw.
Wegens liet Paaschfeest zal
deze courant a. Maandag
niet uitgegeven worden.
Gemeenle-Financiën.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.'
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien! 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G, L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
GEMEENTE-BELASTINGEN.
PETJILLETOjST„
Middelburg 11 April.
('■iniiia iiiiiii innnmi
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gezien de circulaire van den commissaris des
konings in Zeeland van den 5eï Maart 1879 Prov
blad no. 37).
Noodigen de ingezetenen uit, om bij het rooien
of vellen van boomen, in de nabijheid van tele
graaflijnen, de noodige voorzorgen tegen het be
schadigen dier lijnen te nemen, en door eene
voorafgaande tijdige waarschuwing aan het naaste
rijks-telegraaf kantoor, van den aanvang van het
werk te doen kennis dragen, opdat ook door die
administratie zooveel mogelijk tegen het bescha
digen dier lijnen kunnen worden gewaakt.
Middelburg, den 10 April 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHOKEE.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Kohier voor de plaatselijke directe belas
ting op de inkomsten over 1879.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat het kohier voor de plaatselijke directe
belasting op de inkomsten, over het jaar 1879,
waarvan de heffing is goedgekeurd bij konink
lijke hesluiten van den 23 December 1871,
n° 31, van den 10 December 1875, n° 28 en van
den 7 December 1876, n° 16, door den raad in
zijne zitting van den 9™ April 1879, vastgesteld,
ingevolge art. 265 der gemeentewet, gedurende
acht dagen, aanvangende Zaterdag den 12Pn April
a., voor een ieder op de gemeente-secretarie zal
zijn nedergelegd.
Hiervan is op heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den 10™ April 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De Secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat op den 9en April 11. in de openbare zitting
van den gemeenteraad heeft plaats gehad, de
uitloting
a van vier obligatiën der geconverteerde
schuld dezer gemeente, ter aflossing waarvan zijn
aangewezen de n°» 360 gesplitst, 366, 377 gesplitst
en 426 gesplitst, ieder ad f 500;
b van vijftig aandeelen in de geldleening van
f 200,000, en dat ter aflossing zijn aangewezen
lï.
DOOK
DOHA HUSSEL.
E E R T DEIL
HOOFDSTUK X.
De jonggehuwden.
„Gij dacht dat zij om zou waaien", zei hij en
Bob die gewoon was nooit veel te zeggen, maakte
geen enkele aanmerking .en keerde zich fluitende
af. Maar ofschoon uiterlijk kalm, bleef Hal den
heelen dag in groote ongerustheid en toen 's mid
dags het uur genaakte waarop de reizigers ver
wacht werden, zag hij met groote blijdschap dat
zijn boog nog stond. Hij was voortdurend in
de weer om het portaal en de kamers met guir
landes te versieren en had bijna zijn hals ge
broken bij zijne pogingen om een vlaggestok op
een van de schoorsteenen te plaatsen. Eindelijk
was het vier uur en reed het rijtuig weg om het
jonge paar van het station te halen, terwijl de
de n°' 125, 133, 170, 172, 56, 124, 12, 71, 151,
152, 131, 89, 198 gesplitst, 127, 113, 75, 102, 181
gesplitst, 157, 73, 10, 92, ll, 96, 153, 104, 111,
197 gesplitst, 31, 138, 189 gesplitst, 146, 67,
135, 45, 179 gesplitst, 43, 103, 171, 187 gesplitst,
33, 21, 42, 126, 38, 98, 167, 84, 166 en 29, ieder
groot ƒ1000.
c van éen aandeel in de geldleening van
ƒ20,000 en dat ter aflossing is aangewezen n° 4,
groot 1000.
Deze stukken zijn na den len Juli a. ten kan
tore van den gemeente-ontvanger betaalbaar
gesteld.
Middelburg, den 10en April 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Gedurende de week van 3 tot en met 9 April
zijn te Vlissingen aangekomen met de stoom
schepen van de maatschappij Zeeland 383 en
vertrokken van daar naar Engeland 331 pas
sagiers.
Ter aanvulling van het gisteren door ons
overgenomen bericht uit de Flissingsche courant,
betreffende de door den heer Willemse inge
brachte bezwaren tegen de laatst plaats gehad
hebbende verkiezing van een raadslid te Oost- en
West-Souburg, zijn wij in staat gesteld te be
richten, dat de niet-ontvankelijk-verklaring van
het bezwaarschrift van den heer Willemse door
den raad was gegrond op het feit, dat de
door den adressant ingezonden bezwaren berust
ten op verkeerde uitleggingen en onjuiste
mededeelingen. Gedeputeerde staten, aan welke
door den gemeenteraad zeiven de bezwaren van
den adressant ter kennis zijn gebracht, hebben
in denzelfden geest ah de raad beslist,
Haamstede, 10 April. Heden viel den heer
C. M. Bolle, burgemeester der gemeenten Haam
stede en Burgh, het voorrecht ten deel zijn zilve
ren ambtsfeest te vieren. Vele en rijke geschenken
van de gemeente- en kerkbesturen en van de
ingezetenen, versieringen, illuminatie, vuurwerk
enz., gaven een duidelijk bewijs, dat de jubilaris
zich de algemeene achting en toegenegenheid heeft
weten te verwerven.
Utrecht, 10 April. Aan het heden alhier
aan het centraal-bureau der Maatschappij tot
exploitatie der staatsspoorwegen gehouden examen,
voor surnumerair bij die maatschappij, is deelge
nomen door 18 personen, waarvan er 6 geslaagd
zijn.
pachter eenigszins gejaagd voor het huis heen en
weder liep om hen op te wachten. „Zij komen,'
riep Hal, die voor een van de bovenvensters op
den uitkijk stond, „zij komen" en hij vloog naar
beneden, waar hij zich bij zijn vader voegde.
Zij waren in aantocht - maar zij kwamen
niet en na verloop van eenige minuten kon
Hal het niet langer uithouden van oDgeduld en
liep de laan af om te zien wat hen weerhield.
Dit werd hem duidelijk zoodra hij het rijtuig
in het gezicht kreeg. Een van de wielen had bij
het binnenrijden van het hek aan den boog gehaakt
en daar was de heele toestel naar beneden ge
komen, eerst op het hoofd van den koetsier en
vervolgens op de paarden, die door den slag
verschrikt, aan het springen waren geraakt en
nu verward zaten in de touwen, waarmede Hal
zijn kunstwerk weer bij elkaar had moeten binden.
Hij snelde er heen om hen te bevrijden, vatte
hen bij den kop en trachtte hen met zachte
woorden tot bedaren te brengen, terwijl Richard
boos uit het rijtuig sprong.
„Wat beduidt al die gekheid, Hal?" vroeg hij
driftig, toen hij zijn broer in het oog kreeg. „Is
dat uw werk Ik zal het je betaald zetten»
daar kunt gij op aan."
„Het is zoo erg niet Dick," zeiLissa, „zijt gij
daar Hal Kom Dick, er is immers toch geen
ongeluk geschied."
„Het mocht wat I" vervolgde Dick, worstelende
Weder hebben een honderdtal firma's en be
langhebbenden te Amsterdam een adres van
instemming geteekend met het bekende bezwaar
schrift tegen de effecten-belasting.
Terwijl wij van dit feit kennis namen, kwam
ons heden toevallig de interessante verzameling
weder in handen, in 1876 hij Blom en Olivierse
te Kuilenborg verschenen, onder den titel: De
geprojecteerde tabaksaccijns bekeken door voor- en
tegenstanders. Men vindt daarin achtereenvolgens
aangetoond de: -
practische onuitvoerbaarheid van de wet
vernietiging der industrie en verkeerde ministe-
rieele berekening;
onbillijkheid der wet in cijfers bewezen;
moeilijke toepassing en controle;
adressen van kamers van koophandel, groot
handelaars, planters, fabrikanten, particulieren
enz. enz.
Het declameeren tegen belastingen, niet
slechts tegen nieuwe, maar ook tegen de be
staande, begint overigens aanstekelijk te
worden. In het Utrechtsch Dagblad roept een
inzender, die gaarne tot de afgeschafte accijnsen
zou terugkeeren, uit:
Nu is men zoover gekomen dat de ingezetenen van
Amsterdam, die, dunkt mij, door het ruim betalen hunner
belasting, recht op bestrating verkregen hebben, nog
straatgeld moeten opbrengen. Misschien zullen zij
later bij klimmenden nood nog voor de lucht, die zij
inademen, moeten betalen."
En het Haagsche Dagblad, die gulden woorden
overnemende, voegt pathetisch daarbij
»Dat doen zij reeds: de personeele belasting heeft
immers belasting naarmate van de lucht en het licht, die
men verbruikt."
Hoe meer wij over het onderwerp nadenken,
hoe stelliger wij tot deze diepzinnige slotsom
komen: „het ideaal van ieder belastingschuldige
is: niets te betalen."
De minister van financien wordt beleefd maar
dringend verzocht op dezen „volkswensch," dien
wij de moeite deden voor zijne excellentie uit te
vorschen en op 't papier te brengen, te willen
letten. Andere belooning verlangen wij voor onze
ontdekking niet. Het bescheiden voordeel, dat
ook wij bij de inwilliging daarvan zullen genieten,
is ons voldoende.
Onlangs, schrijft het Vaderland, - hebben
wij te goedertrouw voorgesteld, de jongens, die
hij Heerenveen zooveel spreeuwen doodmaken, te
straffen. Thans blijkt uit de Landbouw Ct., dat
zij veeleer een beloouing verdienen. Volgens dit
blad toch heeft de Landeskulturrath van 't ko
ninkrijk Saksen uitgemaakt, dat de spreeuw niet
tot de „nuttige," maar tot de „schadelijke" vogels
behoort. Als een Landeskulturrath dat zegt, zal
't wel zoo wezen, en ons blijft derhalve niets
met bordpapier, touw en stekelig groen dat aan
houdend op hem neerviel. „Wie heeft ooitzoo'n
dommen streek beleefd Geef mij een mes, Karei,
dat is al te erg!"
Nu kwam ook de pachter er bij, die ongerust
werd over het lange oponthoud en hij lachte zoo
hartelijk over het ongeval en maakte zooveel
gekheid, terwijl hij met zijn groot mes de over
blijfselen van de fraaie eerepoort hielp uit den
weg ruimen, dat Richard beschaamd zijn booze
luim liet varen. Daarop ging mr. Horton naar
het portier, hielp Lissa uit het rijtuig en omhelsde
haar hartelijk.
„Welkom thuis mijn kind," zei hij, „driewerf
welkom. Hal had u een verrassing bereid, zoo
als gij ziet," voegde hij er lachend hij. „Nu hij
deed het uit liefde voor u, Lissa, dus moet ge
het hem niet euvel duiden."
„Natuurlijk niet, oomlief," antwoordde Elisa
beth en toen de pachter haar stem hoorde, zag
hij haar aan en slaakte een zucht.
„Kom", zei hij daarop, „jongeheer Hal, daar
gij al dat kwaad gebrouwen hebt, moogt gij u
wel haasten om het weer ongedaan te maken
kom nu mede in huis, Lissa, en laat de jongens
met den koetsier maar voor het rijtuig en het
goed zorgeu."
Zij stak haar arm door dien van haar oom en
wandelde met hem langs de welbekende bloem
perken, door de welbekende laan, naar het oude
anders over dan ootmoedig onze dwaling te be
kennen. Voor een niet-deskundig mensch wordt
het wel eens wat moeilijk, precies te onthouden,
wanneer een vogel of ander dier „nuttig" of
„schadelijk" moet worden genoemd, te meer omdat
een beest soms van den nuttigen naar den scha
delijken kant verhuist, of omgekeerd, gelijk nu
met de spreeuwen het geval is.
Den jongelieden te Heerenveen, die blijkbaar
zooveel beter dan wij op de hoogte waren van
de Landeskulturrathliche beslissing, bieden wij
onze verontschuldigingen aan en wenschen hun
verder veel succes in 't uitroeien van het spreeu
wengeslacht.
De minister van marine brengt ter kennis van
belanghebbenden dat dit jaar zes jongelingen, na
afgelegd examen, als scheepsklerk zullen kunnen
worden aangesteld.
De jongelingen die tot dit examen, hetwelk in
de maand Augustus zal plaats hebben, wenschen
te worden toegelaten, moeten zijn Nederlanders,
en op den len Januari 1879 den ouderdom van
15 jaren hebben bereikt, doch mogen hun 18e
jaar nog niet zijn ingetreden; alzoo komen alleen
in aanmerking zij, die geboren zijn in de jaren
1862 of 1863.
Nadere inlichtingen bevat de Staats-Ct.
De St.-Ct. bevat een kon. besluit, houdende
vaststelling van een reglement van politie voor
de scheepvaart door de Koningshaven en op de
Nieuwe Maas, onder de gemeente Rotterdam.
In de St.-Ct. is opgenomen het kon. besluit tot
wijziging en aanvulling van het reglement voor
den dienst van de rijkstelegraaf, goedgekeurd bij
kon. besluit van 12*December 1875 (St.bl. n° 240).
De St.-Ct. bevat de statuten der Nederlandsche
Maatschappij tót bevordering der oestercultuur,
ten doel hebbende, onderlinge bespreking en samen
werking in alles wat de oestercultuur betreft,
des uoods optreden voor hare belangen bij het
bestuur der visscherijen, provinciale besturen en
de hooge regeering.
De zetel van de maatschappij is te Bergen op
Zoom, alwaar ook het bestuur gevestigd zal zijn
De maatschappij wordt geconstitueerd voor den
duur van 29 achtereenvolgende jaren, te rekenen
van af 19 Januari 1879.
Men schrijft ons uit Amsterdam:
Het schijnt dat men hij teedere quaesties moet
werken op het muzikaal gevoel van het volk.
Verleden jaar werd het klavier der volks-
consiëntie bespeeld, nu heeft men in de hoofdstad
de harp tot speeltuig gekozen en wordt er nog
huis, waar ze van kind af gewoond had. De
dienstboden kwamen haar in den gang begroeten
de keukenmeid, die iu den dienst van haar oom
en tante oud en grijs was geworden en die haar
gekend had als een dartel kind van twaalf jaar,
zag haar net zoo aan als haar oom gedaan had
en begon eveneens daarbij te zuchten en met het
hoofd te schudden.
„Ik heb het niet op haar uitzicht", zei ze later
tot hare kameraden. „Ze ziet er' naar mijn idéé
veel meer uit als een weduwe dan als een jong
vrouwtje; - ach, ach, haar hartje is stellig be
graven in het bloedige graf van den jongen mijn
heer Tyrell."
Die meening werd algemeen door de heele
buurt gedeeld, daar iedereen W'st hoe Elisabeth
veranderd was sedert den dag, waarop het lijk
van den jongen edelman bij haar oom in huis was
gedragen. Daar zij begreep dat men haar bij
haar terugkeer aandachtig zou gadeslaan, deed
zij haar best om opgewekt te schijnen en iedereen
vriendelijk toe te spreken; maar het is moeielijk
een bedrukt gemoed te verbergen en al lach
ten hare lippen, hare oogen hadden dien onbe
schrijfelijk droeven blik, die een innerlijk lijden
verraadt.
„En hebt gij een mooie reis gemaakt, mijn
kind?" vr^eg haar oom, terwijl hij zijne schoon
dochter eenige ververscbingen aanbood.
„Ja, en wij hadden zulk mooi weer, oom",