N°. 86.
122e Jaargang!
1879
Vrijdag
11 April.
Verkiezingen.
Voetstappen in de sneeuw.
Dit blad verschijnt dagelijks,'
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.1
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke noemers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Ad ver ten tien: 20 Gent per regel.'
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Hoofdagenten voorxhet Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6, L. Daubk en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 10 April.
FEUILLETON.
i
c -
Devoorzitter yan den raad der gemeente Mid
delburg,
maakt bekend:
dat de lijsten, de personen aanwijzende, die
binnen deze gemeente bevoegd zijn tot, het kiezen
van leden van de tweede kamer der staten-generaal
van de provinciale staten en van den gemeenteraad,
op heden gesloten, in de beneden voorzaal van
het Raadhuis aangeplakt en op de secretarie dezer
gemeente voor een ieder ter inzage zijn neder-
gelegd.
Middelburg, den 10eD April 1879.
De voorzitter voornoemd,
S C H O R E R.
Het telegram in ons nommer van Dinsdag,
meldende dat de commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs te Goes collectief haar ont
slag aan burgemeester en wethouders heeft aan
geboden, heelt volgens de Goesche courant velen
te Goes als een donderslag in de ooren geklonken,
Zij bevestigt het bericht echter en voegt er
dan bij:
„Wat daarvan de reden is kunnen wij niet
openbaren. Er ligt over deze quaestie nog een
sluier van geheimhouding, dien wij niet mogen
opheffen.
„Maar dat wij openbaarheid zouden wenschen
bekennen wij gaarne, ja wij gaan nog verder en
beweren, dat het publiek recht heeft om die
publiciteit te eischen. Het publiek moet kunnen
oordeelen, of de commissie van toezicht al dan
niet in haar recht was toen zij heenging-, er
kunnen uit zijn midden wellicht anderen geroepen
worden om de taak over te nemen, die zij neerlegde,
en dan kan het voorgevallene tot voorbeeld
strekken, terwijl ook het belang der kostbare
inrichtingen van onderwijs alleen gebaat wordt
door het volle licht te doen schijnen over den
loop dezer treurige geschiedenis.
„In welk een korten tijd zijn nu reeds twee
commissiën van toezicht heengegaan
„Welke weg moet er nu worden ingeslagen,
om dat voor het vervolg te voorkomen
„Is er geen middel, om nog te herstellen wat
in dezen aan de eene of andere zijde voor fouten
mochten zijn begaan?
„Op die vragen kan alleen antwoord worden
gegeven met volle kennis van zaken.
„En is die voor het algemeen noodig, zeker in
het bijzonder wel voor de leden van den raad,
die geroepen zullen worden om in de vacature te
voorzien. Uit hun midden ga dus wordt ons
17.
DOOK
DORA BUSSEL.
eerste BEEE.
HOOFDSTUK IX.
Het huwelijk.
Maar haar gelaat was niet het. eenige bleeke in
het vertrek. De pachter zelfs zag er ontdaan
uit, toen het onweder met donderende slagen
boven het huis losbarstte en het gebronsde don
kere gelaat van den bruidegom zag in het sche
merachtige licht vaalbleek, terwijl het klamme
sweet hem op het voorhoofd stond. Maar noch
de stem van zijn geweten, noch de woede der
elementen deed hem een oogenblik wankelen in
zijn voornemen en met een uitdrukking van vast
beradenheid in de oogen stond hij, met het horloge
in de hand, naar buiten te kijken.
„Het helpt niet of wij al wachten/' zei hij ein
delijk. „Kom Lissa, wij zijn er in vijf minuten
en de regen zal n geen kwaad doen."
verlangen bevredigd een stem op, om ophel
dering fe vragen en toelichtingen te eischen.
„Geheimzinnigheid in deze kan alleen de op
lossing van dit treurige geval bemoeielijken, den
toestand voor het vervolg verergeren."
De Vlissingsche Courant meldt dat de heer A.
Willemse, op wien bij de jongste verkiezing van
een raadslid te O. en W. Souburg na den verko-
zene, den heer Kramer, de meeste stemmen waren
uitgebracht, een brief tot den gemeenteraad ge
richt heeft, bevattende de opsomming van een
vijftal onregelmatigheden, bij de stemopneming,
de sluiting en verzegeling der stembus begaan.
De raad heeft echter den heer Willemse niet ont
vankelijk in zijne klachten verklaard. Men ver
neemt dat de adressant zich nu tot gedeputeerde
staten zal wenden.
Op de gisteren avond gehoudene vergadering
van het departement Middelburg der Maatschappij
Tot Nut van H algemeen werd door het bestuur
mededeeling gedaan van een brief, door het hoofd
bestuur geschreven in antwoord op het dezerzijds
gedaan verzoek, om op de aanstaande algemeene
vergadering voor te stellen bij de regeering stappen
te doen tot bestrijding van de aanprijzingen in
dagbladen en op andere wijze, van den verkoop
van geheime geneesmiddelen. Het tijdstip tot bet
ontwerpen van voorstellen voor de algemeene
vergadering was, naar het hoofdbestuur mede
deelde, verstreken. Daar het hoofdbestuur echter
volkomen instemde met de wenschelijkheid om
den verkoop van geheime middelen tegen te gaan,
had het de mogelijkheid overwogen om het werkje
der heerendrs. V. en G. W. Bruinsma: De Kwak
zalverij met Geneesmiddelen enz. (op welk boek
de aandacht onzer lezers reeds gevestigd werd
in de Midd. Ct. van 24 Juni 1878) op kosten
der Maatschappij meer algemeen te doen ver
spreiden. De nog aanwezige voorraad exemplaren
van dit werkje bij den uitgever H. van Belkum,
te Leeuwarden, was daartoe echter niet meer
voldoende, zoodat het hoofdbestuur voornemens
is later, wanneer de gelegenheid daartoe gunstiger
zal zijn, deze zaak andermaal in overweging te
nemen. v
Na eenige gedachtenwisseling werd besloten bij
het hoofdbestuur nogmaals terug te komen op de
wenschelijkheid om deze aangelegenheid op de
algemeene vergadering ter sprake te brengen,
hetzij door het onderwerp op te nemen onder de
vraagpunten, na afloop der aanhangige voorstellen
aan de orde te stellen, hetzij door den afgevaar
digde van het departement Middelburg in de
gelegenheid te stellen de vergadering een daartoe
strekkend voorstel in overweging te geven. Men
had hierbij speciaal het oog op de noodzakelijk
heid van het provoceeren van maatregelen van
„Maar de paarden zullen schrikken van het
weerlicht, Dick", zeimr. Horton bezorgd. „Wacht
nog een half uur, dan is het stellig voorbij. Ik
heb een boodschap aan don heer Hay gezonden,
dat wij zoo spoedig zullen komen als wij kun
nen."
„Het wordt al wat lichter", antwoordde Dick.
„Ik zal naar den stal gaan en zien of ze in
spannen." Juist op dat zelfde oogenblik was het
alsof de kamer eensklaps in vuur stond en tege
lijkertijd viel er een slag, die het huis op zijne
grondvesten deed daveren.
„Groote Godriep de pachter, en voor het
eerst ontsnapte er ook een kreet aan Elisabeth's
bleeke lippen.
„Het is in een van de bijgebouwen ingeslagen
denk ik," zei Diek en bleef kalm bij de deur
staan. „Ja, die slag heeft zeker een ongeluk
teweeg gebracht."
„Mijn kind", zei mr. Horton, „stel het voor van
daag uit. Wij hebben niemand te raadplegen dan
ons zeiven en Hay zal er niets in vinden. Gij
zijt geschrikt en zenuwachtig, Elisabeth. Het is
bespottelijk Dick dat gij onder zulk weer nog
aan trouwen denkt."
Bij deze woorden werd het gelaat van den
bruigom even onheilspellend als de wolken boven
hun hoofd.
„Welk een dwaasheid, vader," zei hij en tot
zijn bruid gekeerd voegde hij er bij: „Lissa, gij wilt
regeeringswege, van welke men beter gevolg ver
wachtte dan van de verspreiding van boekjes.
Vervolgens werd de rekening en verantwoording
der Volksbibliotheek over 1878 nagezien en goed
gekeurd en daarna het verslag dier inrichting
door den secretaris der commissie voor de Volks
bibliotheek, den heer J. C. Altorffer, uitgebracht.
Onder verschillende belangwekkende bijzonder
heden omtrent de werkzaamheid dezer nuttige
inrichting, teekenden wij aan dat het aantal
boekdeelen, in het afgeloopen jaar ter lezing
gegeven, 3833, het aantal lezers 229 bedroeg.
Het grootste gedeelte der gevraagde boeken,
3190, behoorde weder tot de rubriek uitspan-
ningslectuur en onder deze waren het weder
de meest algemeen bekende schrijvers, wier wer
ken bij voortduring het drukst gevraagd werden.
Eindelijk werd in de vacature, ontstaan in het
bestuur van het departement tengevolge der perio
dieke aftreding van den heer J. J. L. Lnti, die
niet dadelijk herkiesbaar was, voorzien door de
benoeming van den heer H. L. F. Pisuisse, die
verklaarde deze benoeming aan te nemen.
De plaatselijke commissie alhier voor de
herdenking der Unie van Utrecht heeft van de
hoofdcommissie officieel bericht ontvangen dat
het plan tot dit feest, wegens gebrek aan mede
werking, is opgegeven. Zij die reeds bijdragen
gestort hebben, zullen die eerstdaags terug ont
vangen.
UderBulgiaDu/a, Hadda, Eefring.
Dit zijn de namen van vijf in aanbouw zijnde
Nederlandsche oorlogsvaartuigen.
Het Rotterdamsch Nieuwsblad, is het eenige
Nederlandsche blad dat in zijn nommer van heden,
dat gisteren avond ter perse ging, de volgende
particuliere dépêche bevatte
„Berlijn 9 April. De Nordd. Allgemeine Zeitung
maakt een opzienwekkend artikel openbaar, dat
van de zijde des rijkskanseliers geïnspireerd schijnt
te zijn.
„Het heeft betrekking op bijzondere rechten
op den indirecten invoer van koloniale waren
enz. en heeft vooral het oog op Holland. Vol
gens dat artikel zou de rijkskanselier voornemens
zijn ten gunste der Duitsche reederij het indirecte
verkeer over Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen
en Havre zoowel als over Engeland en Kopen
hagen te bemoeielijken. Zooals bekend is, ver
zetten zich op dit oogenblik nog de Duitsche
havenplaatsen aan de Noord- en Oostzee met
kracht tegen Bismarck's nieuwe handelspolitiek.
Bijzonder protesteert Bremen daartegen, daar de
tabaksbelasting haar grooten tabakshandel ten
onder brengt. De vertegenwoordiger van Bre
men had daarover een onderhoud met den rijks-
mij toch niet teleurstellen en om een onweersbui
onzen trouwdag uitstellen?"
„Het is zulk een vreeselijk weer, Dick," zei zij
angstig.
„Het zal dadelijk over zijn," vervolgde hij.
„Zie, het klaart al op. Kom, Lissa, kan ik zeggen
{lat zij inspannen
„Ik heb het beloofd", prevelde het arme meisje
en Dick slaakte een zachten kreet van blijdschap
bij die woorden.
„Ja" zei hij, en kuste haar. „Gij zijt een moedig
meisje - mijn lieve, flinke Elisabethen de
pachter zag hoe de bruid huiverde bij die lief
kozing van haar bruidegom.
„Het rijtuig zal op het oogenblik voor zijn"
vervolgde Dick en verliet de kamer mr. Horton
deed de deur achter hem dichtging naar zijne
nicht toe, nam haar ijskoude hand in de zijne en
zei op ernstigen toon: „Elisabeth, mijn kind, zeg
mij, voordat het te laat is, verlangt gij wezenlijk
met uw neef Richard in het huwelijk te treden
Bij die onverwachte vraag verloor zij een oogen
blik haar zelfbeheersching, en viel haar oom om
den hals, die haar teeder aan zijn hart drukte.
„Zeg het mij, mijn kind, want gij hebt geen
moeder of andere vrouwelijke bloedverwant
om uw vertrouwen aan te schenken, en van den
beginne af heb ik geen vrede met deze zaak
gehad. Welke macht oefent Dick over u uit,
Lissa spreek met uw ouden oomwant wie
kanselier en vèrzekerde, dat na de invoering der
nieuwe wetten, alleen krachtige maatregelen tegen
de kolossale concurrentie van den Hollandschen
zeehandel den ondergang der -Duitsche haven
plaatsen konden voorkomen. Hij betoogde, dat
thans zelfs de tarieven der Duitsche spoorwegen
in het transitverkeer over Duitschland naar Oos
tenrijk enz. de buitenlandsehe, met name de Hol-
landsche havens begunstigen, dat zelfs de Duitsche
kanalen meer voor den waterweg naar Holland
dan voor dien naar de Duitsche Noordzeehavens
zorgen, zoodat Zuid- en Midden-Duitschland op
dit oogenblik een gemakkelijker verkeer met
Rotterdam dan met Bremen en de Oost-Friesche
havens heeft.
„Ten bewijze daarvan kon strekken, dat in
1877 en 1878 de invoer uit Holland alleen van
katoen, wol en koffie reeds drie en een half mil-
lioen centner bedroeg, terwijl Bremen en Ham
burg samen, als Duitsche hoofdstapelplaatsen van
die artikelen, slechts vier en een half millioen
centner invoerden.
„Bijzonder drukkend vooral was die Holland-
sche concurrentiezoolang Nederland in zijne
koloniën enkele beschermende rechten had.
„De rijkskanselier heeft dit betoog zeer gunstig
opgenomen. Men verwacht de invoering van een
bijzonder recht van drie mark per honderd kilo
gram voor alle over land in Duitschland inge
voerde koloniale waren, hebbende deze maatre
gel ten doel, dat de Duitsche Noordzeehavens de
gevolgen der andere beschermende rechten zullen
kunnen weerstaan, zelfs voor het geval, dat Ne
derland voornemens is represailles te nemen ten
gunste van zijn handel in koloniale waren.
„Ziedaar den voornaamsten inhoud van het com
muniqué, dat prins Bismarck in zijn gewoon or
gaan, de Nordd. Alg. Ztg. heeft doen plaatsen.
Yoor zoover men kan nagaan, is het zeer wel
aan te nemen, dat door dergelijke beschermende
rechten ten gunste der Duitsche reederij de stem
men van de afgevaardigden der handelszeehavens
voor Bismarck's beschermende tarieven gewonnen
zijn. Daaruit volgt dat Bismarck thans van de
meerderheid zeker is."
Rotterdam9 April. Een voortreffelijk
voorstel is van burg. en weth. uitgegaan. Zij
stellen den raad voor, in beginsel te besluiten,
dat in de kostelooze scholen, de tusschenscholen
en de scholen voor gewoon lager onderwijs on
derricht zal worden gegeven in de gymnastiek.
Tot hiertoe werd dit ook alleen onderwezen in
de scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs.
Lang is er op aangedrongen, dat het tot allo
openbare scholen zou worden uitgebreid, doch
tot dusver hebben verschillende bezwaren de ver
wezenlijking van dezen wensch tegengehouden.
Een adres van bestuurders der volksklassen voor
weet of het niet de vinger Gods is die ons deze
onweersbui als een waarschuwing gezonden heeft
Deze woorden brachten Elisabeth eensklaps tot
zichzelven.
„Neen oom," sprak zij, schielijk het hoofd op
heffende. „Ik trouw Dick uit vrijen wil. Niets
noopt mij daartoe hij heeft geen macht
welke macht zon hij hebben?"
En daar zij deze woorden gejaagd en driftig
uitsprak liet haar oom baar met een zucht los.
„Nu gij moet het weten, mijn kind", zei hij,
„maar toen ik mijn lieve Anna trouwde zag zij
mij niet aan zooals gij Dick zooeven hebt aan
gezien toen hij u een kus gaf."
„Ik was bevreesd voor het onweer," zei zij en
mr. Horton moest met die verklaring genoegen
nemen.
Even daarna kwam het rijtuig voor.
Ds. Hay, de eerwaardige geestelijke, had bericht
gekregen, van hun komst en wachtte hen in de
kerk. Het was daar binnen bijna volslagen
duister, want het vale licht drong zeer gedempt
door de smalle vensters in de dikke muren,'t geen
de plechtigheid van den dienst niet weinig ver
hoogde.
Die geestelijke was een zeer eerwaardige grijs
aard, die ongeveer vijftig jaar in het dorp gestaan
had en bijna al de jonge bewoners gedoopt en
getrouwd had en ook menigeen begraven. „Ach
hoevele", dacht bij somtijds.