Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Marine en leger.
Landbo uw.
Kunstnieuws,
Rechtszaken,
Koloniën,
skating rink heeft ingericht; dat de bad-commis
sie heeft gezorgd voor vier nieuwe gelegenheden
voor een binnenbad, en dat het recht om stoelen
op het strand te verhuren voor hoogere pacht
som in andere, ook betere handen is
overgegaan.
Terugwandelende langs den „nieuwen weg"
hadden wij gelegenheid op te merken dat de
Rijnspoorweg Maatschappij met alle kracht laat
arbeiden aan de baan, die in bijna rechte lijn
haar station met de badplaats zal verbinden en
waarlangs zij de reizigers in 20 minuten voor
25 cent met stoom- als beweegkracht per tram
vervoeren zal.
Als men let op de vele kosten van deze ver
binding en op de hechte wijze waarop twee in
het tracé liggende bruggen worden gemaakt, dan
denkt iemand, die verder ziet dan zijn neus lang
is, onwillekeurig in de toekomst aan een gere
gelde spoorwegverbinding.
Het is een kwade concurrentie voor de Haagsche
tramweg-maatschappij. Men kan deze gerust een
Pech-Schulzenoemen. Bijna al wat zij vraagt
wordt haar geweigerd en het ten uitvoer leggen
van de aan haar verleende concessie voor de lijn
door de Lange Pooten naar het Bezuidenhout
waardoor het station van den Hollandschen
spoorweg dn directe verbinding komt met het
Bosch, is onmogelijk, zoo lang een stuk van het
oude ministerie van justitie in den weg staat.
De zaak van genoemde straat werd eindelijk
in de raadszitting van 1 April, die datum brengt
altijd zulk een slecht klinkend gezegde in herin
nering, afgehandeld. De heeren H. Doon en
H. Lock werden koopers van den grond en
belooven iets prachtigs, iets monumentaals te doen
verrijzen. Nu dat mag dan ook wel, dat grapje
kost den gemeentenaren een aardig stuivertje geld.
De gemeente betaalde zeer veel en ontving
zeer weinig, maak nu de rekening. Frankrijk
was eenmaal rijk genoeg om zijn glorie te betalen:
de residentie is het evenzeer om een mooie winkel
straat te bezitten.
"Van lieverlede begint men met planken en latten
te sjouwen en ze aan elkaar te timmeren, om
tegen 28April met de versiering der hofstad
gereed te zijn.
Als men de zaak goed overweegt dan is voor
een feestelijke ontvangst in de hoofdstad veel te
zeggen. Het is de eerste maal toch dat de koning
bij zijn jaarlijksck bezoek zij qe jeugdige gemalin
medebrengt; laat Amsterdam nu ook op flinke
wijze blijk geven dat het haar aangenaam en ver-
eerend is de vorstin te ontvangen.
Maar hier, waar H. M. reeds drie maanden
vertoefden met vele personen in aanraking kwam,
herhaaldelijk zich met haar gemaal langs de
straten bewoog, trouw ter kerke gaat, nu het
vorstenpaar tot een optocht te dwingen, een ovatie
op te dringen, dat is onhandig. Vrij wat eigen
aardiger ware het geweest om den eersten ver
jaardag, dien koningin Emma te midden barer
onderdanen hoopt te vieren, tot een feestdag te
maken, dan eens flink feest te vieren en zoo dat
het volk er wat meer van genoot.
De rouw zou niet verhinderd hebben, om de
personen, die officieel aan het hof hunne opwach
ting moeten maken, reeds nu te ontvangen.
Wat- de feestelijkheden van nu aangaat, de
kliekjes van Januari doen denken aan een dinér,
waaraan men zich spitst op een lekkeren schotel
vleesch, visch of wild en men de gastvrouw hoort
zeggen, wanneer de spijzen niet aan de verwachting
beantwoorden„'t Zal van 't lange wachten komen,
't heeft wat lang geseurd."
Naar aanleiding van ons schrijven van voor
14 dagen werd in de Arnhemsche Courant de
vraag gedaan of wij niet bekend waren met het
nut om voor deze of gene zaak tijdig aanplak
biljetten gereed te maken. Wel zeker waren wij
dat en waren wij het niet geweest, wij zouden
dezer dagen van het nut ervan zijn overtuigd
tegen het einde van Juli, toen zij met Richard
door de korenvelden wandelden. Elisabeth ging
nooit meer naar de kerk, sedert zij beloofd had
haar neef te zullen huwen. Voor haar gemoed
was die belofte zonde tegen God, die deze ver
bintenis had ingesteld als een zegen en niet als
een vloek voor zijne schepselen. Hoe kon zij
nederknielen en bidden bidden voor haar toe-
komstigen echtgenoot, zooals gelukkiger meisjes
dat kunnen doen Zjj wist dat zij een zonde zou
begaan, een zonde ten einde Jasper het leven
te redden en zij durfde Gods zegen nu niet af-
smeeken over haar tegenwoordig of toekomstig
leven.
Maar die avond die kalme plechtige avond,
waarop de geheele wereld om hen heen scheen te
rusten Vervulde Elisabeth met een ongekende
hoop en verlangen. Richard was ook blijkbaar
getroffen hij sprak vriendelijker tot haar dan ge
woonlijk en liet den toon van gezag en van
rechthebbende, dien hij zich had aangematigd,
varen.
„Welbezien is het toch maar voor een korten
tijd," zei Elisabeth met den droeven glimlach, die
haar eigen was geworden in antwoord op een
gezegde van hem over de wisselvalligheden van
het leven.
„Ja," hervatte Richard, „maar een korte tijd
van kwelling of genot
Elisabeth zag hem aan terwijl hij sprakzag
door de paradebiljetten van het paardrijders
gezelschap waarvan hierboven sprake was. Zonder
die had het slechts weinig de nieuwsgierigheid
gaahde gemaakt. We willen hier nog bijvoegen
dat het ons en velen met ons ditmaal zeer zal
verheugen, te vernemen dat A of X ter Arn
hemsche tentoonstelling wat heeft ingezonden.
Immers bij de eerste bespreking der plannen is
er wel degelijk sprake geweest van de opportu
niteit dezer tentoonstelling, terwijl het nog
onlangs onze aandacht trok dat in een blad
tot ons leedwezen werd vermeld hoe onder de
inzenders nog verscheidene gunstig bekende namen
ontbraken.
Wij zullen de eersten zijn om het na keuring
te erkennen wanneer de visch en de saus beiden
goed waren en wenschen bij voorbaat dat er voor
Arnhem een goed nagerecht overschiete, met dien
verstande dat zij, die bij gelegenheid dezer ten
toonstelling voor het eerst kennis maken met dit
heerlijk lustoord van ons vaderland, zich genoopt
zullen voelen om later ook zonder tentoonstelling
het nog bij herhaling te bezoeken.
rurgemeesters. Benoemd tot burgemeester
der gemeente Cadier en Keer, J. H. Ruwet, lid
van den raad dier gemeente.
zeemacht. Op zijn verzoek, eervol uit den
zeedienst ontslagen de scheepsklerk J. J. Hup-
scher, dienende bij het eskader in Oost-Iudie.
landmacht. Benoemd bij het wapen der artil
lerie bij de torpedo-compagnie, tot l3 luit., de 2e
luit. W. L. Brocx, van die compagnie.
koloniën. Bij kon. besluit is aan den O.-I.
ambtenaar J. Schoonderbeek, gewezen hoofdon
derwijzer aan de openbare derde lagere school te
Batavia, laatstelijk met verlof in Europa, op zij n
verzoek, eervol ontslag verleend uit 's lands
dienst, met behoud van recht op pensioen.
Benoemd tot leeraar in de geschiedenis en
aardrijkskunde aan de H. burgerschool te Tiel,
de heer D. J. C. van Batenburg, te Rotterdam.
Tot hoofdonderwijzer te Grijpskerke is be
noemd de heer Hendrikse, hulponderwijzer te
Serooskerke.
Burg. en weth. van Amsterdam hebben zich
niet vereenigd met het voorstel der plaatselijke
schoolcommissie, om de kostelooze scholen alge
meen open te stellen, ook zonder overlegging
van een bewijs van onvermogen. Zij geven de voor
keur aan het kosteloos toelaten, ook van kinderen,
wier ouders een hooger weekloon hebben dan
thans als maatstaf wordt aangenomen 12), en
wenschen dit elk jaar zoo noodig te verhoogen.
De le luit. J. Baak, van het 2e bat. 3e reg.
inf. te Bergen op Zoom, en de 2e luit. C. A.
Sprenger, van het dépot 3e reg te Middelburg,
worden met 1 Mei a. respectievelijk gedetacheerd
bij de normaal schietschool te 's Hage en bij het
wapen der mineurs te Utrecht.
De St. Ct. bevat een staat van nalatenschap
pen van manschappen der zeemacht en van het
korps mariniers, die in den loop van het jaar
1877 zijn beschikbaar geworden en niet door de
erfgenamen opgeëischt.
Op dien staat komen voor: J. Gelok, boots
mansleerling, geboren te Goes, voor een bedrag
van f 8.&9i; A. van Weel, jongen, geb. te Zie-
rikzee, voor f 9.16; J. B. van Parijs, marinier,
geb. te Yzendijke, voor I4 86),.
Zondag middag te half drie uur stoomde
Zr. Ms. schroefstoomschip 3e klasse Alkmaar
kommandant luit. ter zee 1° kl. G. Doorman,
uit de haven van Nieuwediep naar zee.
naar zijn knap, stuursch gelaat, dat op dit oogenblik
een zachter, nadenkender uitdrukking had en legde
bedeesd haar hand op zijn arm.
„Dick" zei zij „denkt gij ooit aan het uur,
waarop wij elkaar allen zullen wederzien
„Hoe meent gij dat vroeg hij bits.
„Als alles voorbij zal wezen," ging zij voort
met haar welluidende stem, „al onze liefde, al
onze haat als het goed en het kwaad dat wij
gedaan hebben voor ons verrijst? O! Dick zeg,
zult gij in dat uur
„Zwijg!" riep hij haar heftig in de rede val
lende uit; „zwijg Lissa!" en lag zijn brandende
hand op de hare.
„Neen ik zal niet zwijgen," vervolgde Elisabeth
ernstig. „Er is iets dat mij noopt te spreken.
Dick zult gij in dat uur niet wenschen dat gij
mij niet gedwongen hadt om uw vrouw te wor
den
Terwijl zij deze vraag deed liet hij haar arm
los en sloeg zijn hand voor zijn gelaat.
„Waarom vraagt gij dat nu nu het zoo
nabij is?" sprak hij heesch.
„Omdat het nooit te laat is om tot inkeer te
komen," drong Elisabeth. „Omdat wij beiden dood
zonde begaan, Dick. Ik wellicht de grootste,
omdat ik een valsche gelofte voor Gods altaar
zal doen."
Een oogenblik was Richard Horton stil; een
minuut lang wellicht had er een strijd in zijn ver-
Het état-major bestaat uit den luit. ter zee
le kl. M. F. Reering, le officier de luits. ter zee
2ekl. R. C. A. L. Jansen van Afferden, L. Hare
maker en J. M. M. Pfeill; den officier van ge
zondheid le kl. M. C. Buyze en den officier van
administratie 2e kl. J. A. H. Huart.
SchouwenDuiveland, 6 April 1879.
De volgende geldsommen duiden den tiendaf
koop aan in Zeeland, gedurende het jaar 1878.
Duivelandf 24,138.05
Noord-Beveland35,624.65
Schouwen59,509.54§
Tholen26,582.79
Walcheren 22,013.85
Zuid-Beveland318,793.00i
Samen in geheel Zeeland f 486,661.89
Dit cijfer is tot mijn spijt f 77,816.76 lager
dan in 1877.
In 't algemeen ik heb er herhaaldelijk op
gewezen vordert het belang van den landbou
wer om zijn grond zoo spoedig mogelijk tiendvrij
te maken, vooral in die streken, waar, door het
oprichten van stoomgemalen, zooals in Schouwen
en Duiveland, vele gronden, die eeuwen lang
weiden waren, gescheurd en in vruchtbaar bouw
land herschapen worden. Zulke groote verbete
ringen worden de jaarlijksche rekeningen kun
nen het getuigen niet dan tegen groote uitga
ven verkregen, die de grondeigenaar moet dragen.
Is nu de tiend van die landen niet tijdig afge
kocht, dan deelt de tiendheffer in hunne opbrengst,
zonder dat hij iets tot het verkrijgen daarvan
bijdraagt, heeft bijgedragen of zal bijdragen.
Onbillijker kan het zeker niet.
Weg met de tienden blijve dus de leuze.
Ea nu nog iets.
Sinds er in de meestoven in 't geheel niet, of
slechts weinig gewerkt wordt, heeft „men" som
mige of mogelijk wel alle willen inrichten tot
bierbrouwerijen, suikerfabrieken, beenmeelfabrie
ken, gewone meelfabrieken, zuivelfabrieken, kunst-
boterfabrieken, peekoffiefabrieken, suikerijdroge-
rijentabaksdrogerijenbietenkrotendrogerijen.
Genoeg om er land- en zeeziek tegelijk van te
worden.
Meestoven zijn geen Holloway-pillen.
Tot heden dit wensch ik te constateeren
heeft „men", en dit is mogelijk flauw van „men",
ze dan ook nergens voor „ingericht", en zijn het
nog altijd meestoven gebleven.
Ik hoop daarom dat de lange meestoof-veran-
derende-fabriekenreeks voorgoed worde gesloten
anders komt er mogelijk nog iemand, die de
meestoven wil dienstbaar maken aan de kunst
matige teelt van schelpdieren.
Een inzender deelt inde Zier. Nieuwsbode eenige
voorwaarden mede, welke in sommige pachtcon-
tracten van landerijen voorkomen. Daar wij niet
gelooven dat ze van algemeene bekendheid zijn
en die bekendheid toch haar nuttigen kant kan
hebben, laten wij ze hier volgen.
„Het mag, schrijft hij, wel voor een be
zwaar doorgaan: 1° dat de eigenaar zijnen pachter
de verplichting oplegt, om, in afkorting zijner
pachtsom, jaarlijks voor het voldoen der grond
belasting te zorgen, waardoor deze zich genood
zaakt ziet, wil hij de vervolgingskosten ontgaan,
telkens bij den rijksontvanger betalingen te
doen, met geld dat hij van zijn gebruikskapitaal
op die tijden bezwaarlijk missen kan, en van
welke vooruitbetaling zijner pachtsom hij alzoo,
door het verlies der rente, schade lijdt2» dat
de pachter zich moet verbinden, om zoo dikwijls
de eigenaar zulks goedvindt, met hem of met
leden zijner familie te rijden, wat niet zelden
kan plaats grijpen op een tijd, dat het gemis van
zijne paarden hem zeer lastig, ja schadelijk valt
3° dat den pachter tot voorwaarde gesteld wordt,
den eigenaar wekelijks boter en eieren te leveren
dorven zelfzuchtig binnenste plaats en worstelden
de goede en booze geesten om het behoud vsa
zijn ziel.
Daarop greep hij met een kreet de hand van
Elisabeth en riep uit
„Neen, er is voor mij geen terugkeeren meer
mogelijk. Al ware de hel de prijs dien ik voor
u betalen moet,' ik zal hem betalen. Niets zal
u nu aan mij ontrukken, niets in hemel of op
aarde, dat zweer ik
„Gij hebt mijn woord," was al wat Elisabeth
op deze uitbarsting kon zeggen en kort daarop
wandelden zij naar huis maar al de schoonheid
van het landschap was voor hem verdwenen en
Elisabeth zag vol weemoed naar de zon die in
het westen verdween want zij wist dat die,
voordat het wederom Zondag werd, over haar
trouwdag zou opgaan.
HOOFDSTUK VI.
Hot huwelijk.
Het was een heldere, warme"morgen toen Eli
sabeth op haar trouwdag opstond, maar vóór
negenen betrok de luchter kwamen zware wolken
in het oosten opzetten en in de verte hoorde men
reeds het onweder naderen.
Het huwelijk zon om tien uur plaats hebben
tegen een vasten en gemiddelden marktprijs;
4° dat boven de pachtsom den huurder nog de
verplichting wordt opgelegd, om de helft of een
zeker bepaald deel in het onderhoud van den
timmer voor zijne rekening te nemen. Doch
reeds meer dan genoeg, om niet alles op te som
men wat er zooal bedongen wordt, en waardoor
eene, anders nog niet te hooge pachtsom, dan
werkelijk te hoog, en alzoo bezwarend wordt."
De heer J. H. Albregt is Zondag avond, na
zijn ziekte, voor het eerst te Amsterdam ten
tooneele verschenen. De stadsschouwburg was
stampvol en al3 Janus Tulp werd de talentvolle
.tooneelspeler niet alleen luide toegejuicht, maar
ontving hij ook in rijke bloemoffers de bewijzen
van hulde van het publiek.
De arrondissements-rechtbank alhier deed heden
uitspraak in de zaak van M. K., beklaagd van
bedelarij en landlooperij en veroordeelde den be
klaagde tot eene gevangenisstraf van 14 dagen
en in de kosteD, met bevel dat hij na het onder
gaan zijner straf, zou worden overgebracht naar
een bedelaarsgesticht of werkhuis.
Door den gouverneur van Atjeh en onderhoorig-
heden is het volgende.getelegrafeerd:
Kotta-Radja, 20 Febr. Gezondheidstoestand
ageerende colonnes gunstig. Weersgesteldheid
sedert den 12den warm en droog. Sawah's bij
Anagaloëng grootendeels vrij van water, maar
zeer drassig. Colonne, welke den 12den van
Lambaroe uitrukte, tuchtigde kampong Atoë.
Werd hevig door vijand beschoten leed verlies
twee dooden, acht gewonden, allen minderen.
Kwam in den avond te Lambaroe terug. De
troepen marcheerden soms tot over knieën door
het water op sawah's. Terrein hoogst moeielijk;
bleek nog ongeschikt voor groote operatiën.
Colonne, welke op zelfden dag van Lamjong uit
rukte, tuchtigde kampong Soloeekeerde daarna
naar Lamjong terug. Bekwam vijf gewonden,
allen minderen, waarvan een overleed. Volgens
vertrouwbare berichten leed vijand in Atoë een
verlies van 27 doodeD en 9 gewonden. Gezond
heidstoestand bevredigend ziektecijfer hoog
sterftecijfer stationair.
Den 20sten Februari is te Atjeh aangekomen
onder het bevel van den kapt. ter zee W. B. F.
Escher, het oefenings-eskader, bestaande uit de
stoomschepen 1ste kl. van Galen en Zilveren Kruis
en dat der 2de kl. Filips van Marnix, respec
tievelijk gecommandeerd door den kapt. luit. ter
zee J. H. Haaxman, kapt. ter zee J. B. A. Jos-
selin de Jong en kapt.-luit.-ter-zee G. C. C.
Thierens.
De suikerfabriek Pesantren is op veiling
verkocht aan den heer G. C. E. van Daalen, den
tegenwoordigen administrateur, voor f 250,500.
Een vreemde gewaarwording moet het voor
de familie Nolodjojo, woonachtig in de kampong
Getas te Koedoes, geweest zijn, toen zij onlangs op
een nacht ontwaakte en bemerkte dat het geheele
huis, waarin zij zich had ter ruste gelegd, ver
dwenen was. Een hoos had het gebouwtje opge
nomen en een paal, verder midden in de sawah,
ongeschonden weer nedergezetNolodjojo, zijn
vrouw en vier kinderen, die op de balé-balé lagen
te slapen, hadden van die gebeurtenis niets be
merkt en werden eerst wakker door den met
stroomen neervallenden regen. Geheel Koedoes
liep den volgenden morgen uit, om het in de
sawah verplaatste huis te gaan zien. (Sam. Ct.)
Den 21,n Februari jl. vergaderden in het
en juist tegen tien uur begonnen de eerste groote
droppels te vallen, terwijl de zwarte wolken van-
eengescheurd werden door flikkerende bliksem
stralen, die voor een oogenblik het geheele duis
tere landschap in een vuurgloed hulden.
Onder dat vreeselijke weder stond Elisabeth
in haar bruidsgewaad, doodsbleek in de eetkamer
te Wendel West-House te wachten, totdat het
een weinig bedaarde. Het was dezelfde kamer
waarin het lijk van Harry Tyrell was neergelegd,
op dien noodlottigen morgen waarop de grondslag
gelegd was tot dit rampzalige huwelijk, dat nu
in Gods huis zou voltrokken worden.
De keik van Wendell was een oud, grijs, ver
weerd gebouw, omringd door oude boomen, die
reeds groeiden en bloeiden toen de oudste bewo
ners, die nu onder de zerken op het kerkhof
rustten, als kinderen in de zon speelden. Elisabeth
was als kind altijd naar die kerk gegaan; haar
moeder was er getrouwdhaar tante lag op dat
kerkhof begraven. Allerlei herinneringen waren
voor haar aan die plaats verbonden, waar zij nu
zou getrouwd worden en hare valsche gelofte
afleggen.
Wordt vervolgd.)