Nrt. 84, 122° Jaargang. 1879 W oensdag 9 April. Voetstappen in de sneeuw. Dit blad verschijnt dagelijks,' met nitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien: 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz, van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Middelburg 8 April. FEXJIXj3L.E,r03Sr„ 16. DOEA HUSSEL. EEBSf E OEEL. De verloving. Hoek, 8 April. In de gisteren alhier gehouden vergadering van afgevaardigden in het waterschap voor het beheer en onderhoud van de Nol tus- schen den Kouden- en den Loven-polder, is tot ontvanger-griffier van dat waterschap benoemd de heer J. Sturm, gemeente-ontvanger enz. te Ter Neuzen. De ziekte van den minister van marine heeft een gunstigen keer genomen. De minister heeft tehuis zijne werkzaamheden gedeeltelijk reeds hervat. Sommige bepalingen van het internationaal verdrag betreffende het postverkeer, zijn thans gunstiger bij het internationaal dan bij het bin- nenlandsch verkeer. Zoo zegt art. 3 dat bij ontoereikendheid van frankeering, verschuldigd is een port van tweemaal de ontbrekende som met aanvulling der breuken van 2§ cent tot het volle bedrag van 2$ cent. Gelijk bekend is, worden, wat het hinnenlansch verkeer betreft, bij onvoldoende frankeering de brieven en het drukwerk als ongefrankeerd be schouwd. De billijkheid en eenheid vorderen, dat onze postwet hiermede in overeenstemming worde gebracht. (A- Ct:) De Goeschecourant bevat een verslag van de gisteren gehouden vergadering van ingelanden van den polder „Breede watering bewesten Yer- seke," welke door 84 personen, uitbrengende 141 stemmen, werd bijgewoond. Uit het verslag bleek dat geene buitengewone rampen de Watering in 't afgeloopen jaar getroffen haddendat de alge- meene toestand van den vooroever niet bevredi gend is en eene gemiddelde verdieping aangeeft van 30 decimeters. Op de begrooting was een post gebracht van f 30.000 voor herstelling der steenglooiing. De ontvangsten van het dijkgeschot bedragen f 143697,43; het dijkgeschot wordt op f 16 bepaald. Door den voorzitter werd een nader advies voorgelezen van den ingenieur Verweij, als sup plement op zijne reeds gegeven adviezen, waarin hij het meer afdoende van een stoomgemaal be toogde. De voorzitter stelde nu voor uit te maken, of er overgegaan zal worden tot het maken van een stoomgemaalmet algemeene stemmen werd van dit plan afgezien. Nu deed de directie het voorstel, om uit de plannen tot verbetering der uitwatering aanvan- kelijk te beginnen met het verlagen van de sluis het uitbaggeren der buitengeul; c. het verruimen van den binnenboezem en het verbeteren van de daaraan sluitende water leidingen al welke verbeteringen de som van f 25.000 niet te boven zullen gaan. Een der ingelanden stelde voor alleen de sluis te verlagen en jaarlijks iets te doen om 't gewenschte DOOK HOOFDSTUK VIII. Niemand was meer verbaasd dan de pachter, bij het vernemen van de verloving van Elisabeth met zijn zoon. De goede man kon zijne ooren niet gelooven en hield vol dat zij een grap met hem wilden hebben. Hij kon het maar niet begrijpen. Hij kon niet begrijpen waarom de aanstaande bruid zoo bleek zag en zoo weinig opgewekt was. Hij dacht aan haar moeder, de schoone lieve Elisabeth, toen zij met haar jongen officier zou trouwen en herinnerde zich den blos op haar gelaat, den glans in hare oogen. Zijn eigen vrouw was ook als een gelukkige, blozende, lachende bruid in zijne armen gesneld. Maar Lissa, zijn lieveling, die nu weldra zijn dochter zou wezen, zag er uit alsof eerder haar lijkwade, dan haar bruidstooi zou gereed gemaakt worden! doel te bereiken, 'tgeen ongeveer f 11,800 zou kosten. Er werd nu eerst gestemd over het verlagen der sluis, 't geen met 138 tegen 2 stemmen aan genomen werd. Nu volgde het voorstel der directie tot uitvoe ring der verdere werken, dat eveneens aangeno men werd met 116 tegen 24 stemmen. Tal van berichten uit Oost-Indië doen zien hoe groot de ontevredenheid onder de Europeesche inwoners is, nu de stijgende staats-uitgaven zich ook aan hen doen voelen in den vorm van nieuwe belastingen. Eene inderdaad potsierlijke vergelij king, welke een der Indische bladen naar aan leiding dezer beweging maakt, schijnt echter aan te duiden eensdeels dat er weinig eendracht in het verzet is waar te nemen, anderdeels dat de tropische zon ook bij deze gelegenheid zich niet onbetuigd laat, en de opposanten prikkelt tot dat „overschatten van zichzelven," waar de minister van koloniën dezer dagen zijne vroegere mede kolonisten voor waarschuwde. Wij lezen namelijk in het Bataviaasch Handelsblad'. Sedert eergister-namiddag is de Gedeh uit zijn langen slaap ontwaakt. Yan uit de diepte der aardeverheft hij zijn stem, krachtig als die van den loeienden storm en slaakt hij zijn verzuchtingen in een zwarte wolk van heete asch. Naar men ons schrijft, moet het» schouwspel treffend zijn. In ons oog is het tevens leerrijk, als ons er op wijzend hoe zelfs de vrije en onbedwongen natuur haar krachten verzamelt, vereenigt en ordent alvorens tot uitbarsting te komen. Daarin ligt een vingerwijzing voor de velen op Java, in wier binnenste het ziedt en kookt. Wel verre van de natuurwet der aansluiting te volgen, zijn er onder hen sommigen, die haar met alle macht zouden wenschen tegen te gaan. Dat blijkt uit de op positie, door een deel der pers gevoerd tegen de adresbe- weging hier te Batavia. In plaats van tot algemeene samenwerking op te wekken, hebben de Java-lode, de Locomotief en de Samarangsche Ct. getracht de uitbar sting der algemeene ontevredenheid, zooals deze te Bata via zich heeft doen kennen, voor te stellen als geïsoleerd en geheel locaal. Het blad wijst daarna, ten betooge dat de meening der genoemde bladen onder de inge zetenen geen steun vindt, op het gemeenschappe lijk verzet van den Samarangschen handel tegen de patent-belasting. (Zie Koloniën.) De ingezetenen van Java kunnen van de groot- Hij trachtte haar te doen zeggen of zij wel gelukkig was, poogde haar over te halen haar hart voor hem uit te storten, ofschoon hij na tuurlijk blij was dat „Dick" zoo goed uit zijn oogen gezien hadmaar op al zijn vragen had zij slechts éen antwoord: „Ik zal hem huwen oom," zei zij met een ijskouden glimlach; en de goede man kon geen woord meer uit haar krijgen. In zijn verlegenheid gaf hij zelfs iets van zijn verbazing aan sir John te kennen en die ernstige, naden kende man peinsde lang en ernstig over de woorden van zijn pachter. „Zij zal dien kwajongen waarschijnlijk trouwen om redenen die haar alleen bekend zijn," dacht hij en onder die overpeinzing zag hij met be zorgdheid zijne beide zonen, den dooden Harry en den levenden Jasper voor zich. Maar wat de menschen ook zeiden of dachten, het feit bleef hetzelfde. Elisabeth Gordon, die altijd zoo trotsch was geweest, ging trouwen met haar neef en de vrienden en buren schepten er wel eenig behagen in dat zij zoo van haar voetstuk was neergedaald en nu toch pachtersvrouw werd. De opgewondenheid van Richard, zijn vreeselijke jaioezij, zijn driftige uitvallen, zijn teleurstelling over haar voortdurende koelheid waren akelig om aan te zien. „De jonge Horton heeft met zijn hart ook zijn verstand verloren", zei men. sche en schoone natuur, die hen omringt, veel leeren. Dat ephter een blad, dat tot een een drachtig, maar binnen de perken der wet en der orde blij vend verzet tegen eene be lasting wil opwekken, daarbij de uitbarsting van een vulkaan tot voorbeeld neemt, getuigt van zoo weinig ernst en doorzicht, dat men niet weet of men er de schouders over ophalen of zich boos maken moet. De heer L. M. de Laat de Kanter is, gelijk nader wordt bericht, nog niet definitief candidaat gesteld voor het lidmaatschap der tweede kamer, doch behoort onder een zestal candidaten, door de kieszersvereeniging Het algemeen belang te Leiden voorloopig in overweging gegeven. De minister van financiën maakt bekend, dat, ter benoeming van vier surnumerairs der directe belastingen en van het kadaster, in de maand September 1879, op nader te bepalen plaats en dagen, een vergelijkend examen zal worden ge houden. Aanwijzing der vereischten voor het examen, der in te zenden stukken enz. vindt men in de Staats-Ct. van heden. Het voornemen om heden den tramweg te Utrecht te openen, mocht, onafhankelijk van het bestuur, niet worden verwezenlijkt. De proefritten der vorige week moeten bewezen hebben, dat zoowel te Utrecht als te De Bildt en Zeist, de weg niet geheel en al in orde is, vooral wat de wissels betreft, zoodat, behalve het verleggen van rails en wissels, de wielen der wagens nog een verandering zullen hebben te ondergaan, tot groot ongerief niet alleen van het publiek, maar ook van het aangestelde personeel, waarschijnlijk nog een volle maand zal hebben te wachten, alvorens in dienst te kunnen treden. (Hbl.) Men schrijft ons uit den Haag: De velen die in het schoone seizoen Scheveningen bezoeken, stellen zich dat in groei, wellicht ook in bloei, toenemend zeedorp niet anders voor dan zooals het zich dan vertoont; vragen niet of Scheveningen ook een geschiedenis heeft en of er buiten de visscherij wel ooit iets anders werd gedaan, in den laatsten tijd althans, als de gewone bezigheden die een badplaats eischt. Wij werpen even een achterwaarts chen blik en wel tot 1471, toen dit dorp een onverwacht be zoek kreeg van zeeroovers, die voor den Briel het hoofd hadden gestooten doch door de „joeien" dapper werden afgeslagen. 1 November 1570 werd met den „allerheiligen vloed" de helft van het dorp een prooi der golven. De kerk stond op dezelfde plaats als nu, en toen midden in het dorp. Hij stelde zich inderdaad somtijds aan als een waanzinnige en leefde voortdurend in angst, dat zijn slachtoffer hem op het laatst nog zóu ont glippen. Hij drong er steeds bij Elisabeth op aan dat zij den dag voor het huwelijk zou bepalen, en eindelijk stemde zij daar na vele dreigementen in toe. „Zijt gij nu van plan met mij te trouwen of niet", vroeg hij toen het Juli was geworden, en zij eenige weken en maanden van wederzijdsche kwelling achter den rug hadden. „Ik heb geen plan om mij steeds te laten afschepen," voegde hij er gemelijk bij. „Is er dan zoo'n haast bij „Misschien wilt gij uw belofte in het geheel niet houden, maar in dat geval houd ik ook de mijne niet, denk daar aan." pilt zal mijn belofte houden," en eer dit ge sprek afgeloopen was, werd de dag bepaald waarop dit ongelukkige paar man en vrouw zou worden. De dames op het kasteel vernamen dit bericht met de grootste verbazing. Mathilda had heel goed gezien hoezeer hare broeders beide met de „schoone Elisabeth" (zooals Jasper haar in den beginne noemde) ingenomen waren en Mathilda "was iemand die gewoonlijk zeer juiste gevolg trekkingen maakte. De freules Tyrell hadden natuurlijk altijd zeer laag neergezien op de jonge Hortons en daarom kon Mathilda niet begrijpen, In het voorjaar van 1613 onthaalde prins Maurits. zijn gast, den keurvorst van .de Paltz, op een rijtoertje langs het strand, doch niet als nu te paard, te ezel of in een rijtuig, maar in de reeds lang vergeten, weinig bruikbaar bevondene zeilwagens, uitgevonden door Simon Stevin. Op 18 Januari 1795 scheepte de nazaat van Maurits, die het zoo erg bij de patriotten had verbruid, zich in om de wijk naar Engeland te nemen. De legende zegt dat Z. D. op een gunstig oogenblik had zitten wachten in „de Bataafsche boer", een gelegenheid bij de Hagenaars zeer bekend en in den vacantietijd een geliefkoosde uitspanningsplaats voor de Haagsche jeugd. Wat op 30 November 1813 als tegenhanger daar gebeurde ligt nog versch in het geheugen; in 1813 heeft het geheele land het 50jarig jubilé daarvan gevierd. Ruim dertig jaren geleden was Scheveningen, meegaande met den stroom des tijds, getuige hoe men toen de paarden door rennen wilde veredelen, even als men het nu door draven wil doen. Maar wat het visschersdorp, gepasseerden Vrijdag 4 April aanschouwde, dat was daar nog nooit vertoond. Een optocht met een wagen met muzikanten, die dapper op de klaroen bliezen, sierlijk gekleede dames en heeren'prachtig getuigde paarden, werkelijke olifanten, vier niet geschilderde, maar werkelijke negerstriomfwagens die - boven de meeste huizen uitstaken en wat niet al. In de verte zoude men gemeend hebben dat Floris V met de edellieden, door hem tot Jacobs- ridders geslagen, in aantocht was, of dat Jacoba van Beijeren met haar hofstoet de frissche zee lucht kwam inademen; doch niets van dat alles. Het was doodeenvoudig het paardrijdersgezelschap van George Sanger, dat Scheveningen ook een bezoek bracht. Geen grootje bleef aan het spin newiel ieder wilde dat moois zien, en het geheel bood vooral bij het opstellen van den stoet zulk een gewemel, zulk een mengelmoes van kleeding, zulk een bonte kleurenmengeling, als men het in het drukst van het badseizoen niet kan zien. Het toeval maakte er ons getuige van. Om aan het verzoek van een vriend te voldoen, die in navolging van prins Albert van Pruisen zich nu reeds een kwartier wilde kiezen, waren we op een voor den Hagenaar nu nog ongewoon oogenblik in het dorp. We maken van dat kijkje gebruik om aan onze lezers meê te deelen dat Scheveningen al weer op meer bezoek rekentdat er over de Galeries een nieuw hotel is verrezen, waarvan de exploitatie aan zeer bekwame handen is toe vertrouwd dat de eigenaar van het Hotel Victoria, vroeger Villa Duinoord, die nu zoowat een jaar geleden het gemeentebestuur in zulk een lastig parket bracht, in een flink steenen gebouw een gelijk zij in vertrouwen tot haar zuster zei, dat miss Gordon ten minste niet afgewacht had, „wat Jasper zou doen." „Misschien heeft zij hem geschreven," bracht Fanny in 't midden, „en heeft hij haar laten merken dat er niets van komt. Weet gij wel dat gij een brief van hem op haar lessenaar hebt zien liggen?" „Jazei Mathilda. „Ik geloof dat gij den spijker op den kop geslagen hebt. Zij had hem ongetwijfeld geschreven. Nu, wij moeten maar dankbaar zijn dat wij ten minste niet aan een pachtersfamilie verwant worden. Ja zij heeft zeker uit dépit over Jasper dezen bevalligen jonkman genomen." Zoo oordeelden de freules Tyrell, gelijk het zoo dikwijls in de wereld gaat, over iets waar zij volstrekt niets van afwisten. Maar het kon Elisabeth al heel weinig schelen wat de dames Tyrell of wat de kleine wereld om haar heen van haar zeiden. Er moet ons altijd nog eenige be langstelling in het leven, of ten minste eenige hoop op betere dagen zijn overgebleven, indien de gedachte aan hetgeen „de menschen er van zullen zeggen" ons leed komt verzwaren. Elisa beth had die hoop, die belangstelling niet meer. Het offer, dat zij op het punt stond te brengen, hulde haar geheele volgende leven in duisternis. Zoo kwam de gevreesde dag al nader en nader en nog eenmaal trachtte zij den noodlottigen slag af te weren. Het was op een Zondagavond

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1