N«. 81. 122e Jaargang. 1879. Zaterdag 5 April. Voetstappen in de sneeuw. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nonnners zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentien: 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jonbs. Middelburg 4 April. PETJILLETOTT. MIDDELBURGSC In de heden gehouden zitting van den gemeen teraad van Vlissingen werd benoemd tot tijdelijk kommies bij de plaatselijke belastingen L. J. Boere, terwijl de kommies 3e klasse W. de Ruijter tot 2e klasse bevorderd werd. Uit de geldleening van f 200,000 werden de aandeelen n«. 45,123 en 107, en uit die van 66.000 de noa. 17 en 49 uitgeloot. Naar aanleiding der mededeeling van ged. staten omtrent de goedkeuring der gemeentebegrooting voor 1879, werd besloten aan het verlangen van ged. staten toe te geven en, overeenkomstig het advies van de financieele commissie, aan den gemeente-ontvanger tijdelijk een klerk toe te voe gen, op een jaarwedde van 400, tengevolge waarvan de instructie van den ontvanger werd gewijzigd. In eene gesloten zitting, die morgen wordt voortgezet, zullen p. m. 240 bezwaarschriften van aangeslagenen in den hoofdelijken omslag behan deld worden. Vlissingen, 4 April. Door de mailboot Prinses Marie, die heden morgen uit Engeland hier aankwam, werd op sleeptouw mede terugge bracht de stoomboot Stad Middelburg, die giste ren avond van hier naar Engeland was vertrokken, doch door het springen van den cilinder, ter hoogte van OsteDde, slechts een gedeelte der reis had kunnen afleggen. Persoonlijke ongelukken waren niet gebeurd. De zich aan boord van laatstgenoemd stoomschip bevindende passagiers en brievenmailen zijn heden middag te 1 uur met de mailboot Prinses Marie naar Queenboro over gebracht. Gedurende de week van 27 Maart tot en met 2 April zijn te Vlissingen aangekomen met de stoom schepen van de maatschappij Zeeland 302 en vertrokken van daar naar Engeland 343 pas sagiers. De gisteren aan een ander blad ontleende cijfers omtrent de aanbestedingen voor de verbouwing van het Binnenhof en de vernieuwing der lokalen voor de eerste kamer te 's Gravenhage, bevatten ieder een cijfer te veel. Niet voor f 215,000 en f 899,943, maar voor 21,500 en ƒ89,943 was, volgens de Raarl Ct., ingeschreven. Bij den tegenwoordigen toestand der schatkist, bestaat er reden om ons te verheugen dat er een millioen minder verbouwd zal worden dan wij opgaven. Men schrijft aan H Utr. Dagblad uit Amsterdam „Naar men verneemt, wordt hier een demon- door DORA BUSSEL. EERSTE DEEL. HOOFDSTUK VIII. De verloving. Ieder onzer beleeft, geloof ik, wel eens oogen- blikken in zijn leven die als zij lang aanhielden krankzinnigheid of den dood tengevolge zouden hebben en dus zal het ons ook niet moeielijk vallen ons een denkbeeld te vormen van hetgeen Elisabeth Gordon leed gedurende den nacht, waarin zij moest beslissen over haar eigen lot en dat van Jasper. Zij zat uren lang, zoolang het donker was, geheel alleen in haar kamer en toen de dag aan brak, viel zij op haar kniëen en bad met al de innigheid van haar karakter om kracht, opdat zij hem het leven mocht redden. Zij was een vrouw die voor hem gestorven zou zijn, met een glimlach op de lippenmaar dit offer was erger dan de dood. Richard te huwen een knaap dien zij nooit stratie tegen de ontworpen effectenbelastjng voor bereid, die bij 's konings komst te dezer stede zou worden geëxploiteerd. „Of deze Aprilbeweging met die van 1853 eenige overeenkomst zal hebben, moet de tijd leeren. Zooveel is zeker, dat godsdienst en geld beide evenzeer in staat zijn de hartstochten in beweging te brengen!" Het Utr. Dbl. voegt hierbij, dat deze mededee ling niet is van zijn gewonen correspondent en dat het bericht zeer veel overeenkomst heeft met eene vraag, die voor een paar dagen iu een hoofdartikel van t Handelsblad schertsenderwijs voorkwam, of men niet als in 1853 gebruik zou maken van 's konings komst te Amsterdam, om een ministeriëele crisis uit te lokken. De opper-ceremoniemeester maakt bekend, dat, ingevolge de bevelen des konings, het hof den lichten rouw zal aannemen voor den tijd van 8 dagen, ingaande den 4en dezer, wegens het over lijden van Z. K. H. prins Waldemar, derden zoon van den kroonprins van Duitschland. St.-Ct Burg. en weth. van Amsterdam trachten niet alleen de gemeentekas te vullen bij tonnen gouds tegelijk, adres bet „straatgeld"; maar letten ook op de kleintjes. Zij stellen nu voor bet tarief van kosten op de huwelijks-voltrekkingen te verhoogen. Wie in de le klasse trouwen wil zal niet langer 50, maar 75 moeten betalen. In de 2e klasse wordt de prijs van 16 tot f 25 verhoogd als men op Woensdag of Donderdag en van f 25 tot 40 als men op een anderen dag in 't huwelijksbootje stapt. De 3e klasse trouwt alleen op Woensdag en Donderdag en zal in plaatst van 4 voortaan 5 te betalen hebben. Deze verhoogde „bruiloftsbelasting" zal bijna 5600 opbrengen. Voorts zal voor het leveren van afschriften van stukken uit het gemeente-archief 50 cent per folio-bladzijde in rekening worden gebracht. Het gebeurt niet dagelijks, vooral niet in den laatsten tijd, dat men een fabrikant tegenkomt, die zijne stem tegen beschermende rechten voor zijn fabrikaat verheft. Daarom verdient het opmerking dat de heer C. T. Stork, lid der 1" kamer en katoen-fabrikant te Oldenzaal, in de N. Ti. Ct. van heden (le blad) opkomt tegen de bewering dat de afschaffing der differentieele rechten in Indië onze katoen-nijverheid den dood steek reeds heeft gegeven of zal geven. Na tegenover eenige cijfers der officieele statistiek, in de jongste discussiën aangevoerdandere cijfers uit dezelfde bron gesteld te hebben, uit al hetwelk opnieuw blijkt hoe zeer deze „staats- arbeid" dikwijls in nauwkeurigheid en duidelijk- kon liefhebben ja, dien zij altijd zou moeten verachten, omdat hij zulk een offer van haar eischte, terwille zijner eigen hartstochtelijke, zelfzuchtige liefde. Maar het offer moest gebracht worden, besloot zijdus ging zij eindelijk bleek en koud, geheel gekleed op haar bed liggen en viel van vermoeid heid in een rusteloozen, weinig verkwikkenden slaap, waaruit zij weldra weer ontwaakte. Toen stond zij op, waschte haar gelaat en keek op haar horloge. Het was over achten ze hoorde haar oom en de jongens al en toen zij beneden kwam zaten ze reeds op haar te wachten om te ont bijten. „Lieve kind," zei mr Horton, zoodra hij haar aanzag, „wat scheelt er aan?" „Niets oom, niets," zei zij en ging met bevende handen aan haar dagelij ksch werk. Ofschoon zij niet opkeek zag ze toch dat Richard er was; zij zag zijn hand toen hij zijn kopje aannam en als zij hem aangezien had, zou zij bespeurd hebben dat er op zijn gelaat bijna nog meer ontroering te lezen was dan op het hare. Beurtelings bleek en rood wordende, met ge zwollen oogen en bevende handen zat hij daar, niet in staat een stuk brood te eten, met een ge voel als een misdadiger, die het nog uitgespro ken vonnis van den rechter afwacht. Eindelijk ging de een na den ander de kamer uit en bleef Richard met Elisabeth alleen. Hij heid te kort schiet, gaat de heer Stork aldus voort „Als men rekening houdt met de daling der, katoenen manufacturen, die van 1874 tot nu geregeld heeft plaats gehad, dan geloof ik niet dat, op grond van deze cijfers, kan worden ge constateerd dat de uitvoer is afgenomen. Het is altijd gevaarlijk uit cijfers, die niet gecontroleerd kunnen worden en waarvan de juistheid niet boven bedenking is, gevolgtrekkingen te maken; maar een feit is dat de Twentsche katoenfabrieken, met weinig uitzonderingen, in de laatste 2 jaren hunne arbeiders werk hebben verschaft, terwijl de berichten uit de katoendistricten van Enge land, Frankrijk, België en Amerika, die wij sedert eenigen tijd hebben kunnen lezen, een treurig tafereel ophangen van den toestand der arbei ders in die lauden. „Wij katoenfabrikanten hebben een lange reeks van jaren bescherming genoten in den vorm van differentieele rechten in onze O. I, bezittingen, eerst van 12 pet,, daarna van 10, 8 en 6 pet. en in die tijdvakken hebben wij evenzeer slechte tijden gekend als nu; althans ik heb er in ruime mate mijn deel van gehad; toen dacht men er niet aan om méér bescherming te vragen, dat was zeker al te dwaasMijns inziens kon de heer Blijdenstein onlangs in de eerste kamer gerust beweren, dat de katoennijverheid hier te lande een moeilijken strijd gehad heeft en dat de katoen-industrie overwinnen zal. „Ik ontken niet dat over het algemeen de winsten der katoenfabrikanten van ons land in de laatste jaren gering zijn geweest, maar de geschiedenis leert dat de katoennijverheid hier, gelijk elders, beurtelings vette en magere jaren heeft gehaden dat zal ook wel altijd zoo blijven bg een industrie als deze, die de prod uetie gemakkelijk en snel kan vermeerderen. Van 187276 zijn er goede zaken gemaakt; daarna is, door natuurlijke oorzaken en door de steeds dalende prijzen der grondstof, de reactie gekomen, en nu geeft men, mijn inziens ten onrechte, de schuld aau de afschaffing der bescherming. „Ik geef toe dat het beter geweest zou, zijn die afscbaffiug meer geleidelijk en langzaam te maken, maar ik heb nog geen berouw over de stem, die ik in 1872 heb uitgebracht, omdat ik nog over tuigd ben van de waarheid van het gezegde, dat ik dagelijks bevestigd zie: „Gemis van bescher ming geeft verdubbeling van kracht". Men maakt zich beangst over de plannen van den Duitschen rijkskanselier, welke plannen echter in Duitsch land nog geen onverdeelden bijval vinden en dringt aan op reciprociteits-maatregelen; maar ik vat niet hoe de katoenfabrikanten kunnen helpen, 'waar, zooals hier, uitsluitend met Engeland wordt geconcurreerd. Het is toch bekend dat' de invoer van manufacturen daar vrij is en dat in de Brit- trad met nedergeslagen oogen naar haar toe en stamelde „Lissa, maak hier een einde aan zal het ja zijn of neen Elisabeth hief hare donkere, weemoedige oogen tot hem op en antwoordde langzaam en koel, want zij had zelfs de woorden overwogen die zij zou bezigen „Richard, gij hebt uw loon gevorderd en ik zal het betalen, maar onthoud wel dat op u al de verantwoording en al de blaam rust, doordien gij mij dwingt tot een huwelijk dat niet anders dan ongelukkig kan zijn." „Neen," antwoordde hij, haar bij de hand vat tende, „neen Lissa, gij zult leeren mij lief te heb- '3en i ffÜ zult er eenmaal toe komen mij te bemin nen, dat weet ik zeker." „Misleid uzelven niet, want dat zal ik nooit." „Ja, ja, mettertijd zal dat wel komen, wacht maardit zeggende trok hij haar naar zich toe en kuste baar ijskoud gelaat, Er kwam geen blos op haar wangen bij die liefkozing, noch bij zijn verdere overspannen verliefde taal. Het was alsof haar schoon gelaat in marmer was uitgehouwen en eindelijk duwde hij haar toornig van zich af. „Zoo, gij haat mij, niet waar - pas maar op dat gij niet maakt dat ik u ook ga haten, Lissa." „Gave God dat gij dat deedt," was haar ant woord op die uitbarsting. sche O. I. bezittingen geen differentieele rechten worden geheven. „Hier te lande, waar de'rechten op manufac turen nog een bescherming van 5 pet. geven, worden elk jaar voor 3 a 4 millioen ruwe en gebleekte en voor ƒ7 a 8 millioen geverfde en gedrukte katoenen manufacturen ingevoerd. In plaats van het roepen om protectie zou het ver standiger zijn zich toe te leggen op het maken van die artikelen, welke hier te lande nog niet worden vervaardigd." Aan het in druk verschenen verslag der Noord' en Zuid-Hollandsche Bedding-Maatschappij over 1878 ontleenen wij het volgende. Weinig in getal (4) zijn de reddingen geweest door booten der maatschappij uitgevoerd, omdat er weinig schipbreuken plaats vonden op dat ge deelte der kust, waarover de werkkring der maat schappij zich uitstrektvan Loosduiuen noord waarts langs de geheele kust tot en met de eilauden, en verder 1 station te Moddergat aan de Friesche kust. Met deze 4 reddingen zijn 33 man gered, waardoor het totaal sedert de vesti ging der maatschappij tot 2559 stijgt. Verder zijn de booten op sommige stations nog verschei dene malen uit geweest, wanneer zij meenden dat hulp vereischt werd, hetgeen later onnoodig bleek te zijn. Te Egmond had op 8 Maart eene poging plaats welke niet slaagde, en waarbij de bemanning van bet gestrande vaartuig omkwam. Niets is pijn lijker voor de plaatselijke commissie en de be manning der reddingboot dan dat zij na moeite volle inspanning hunne pogingen zien mislukken, en de door hen genomen maatregelen hooren veroordeelen, omdat zij met geen gunstigen uit slag bekroond werden; maar de deskundigendie met onze kusten bekend zijn en met de daar soms zoo sterk loopende stroomen, zullen met bestuurderen de gedane pogingen waardeeren en betreuren, dat zij de zoo gewenschte gevolgen niet hadden. Onder de ingekomen giften en legaten kwamen vooreen van de Maatschappij tot redding van drenkelingen van 2000 een van L. te B. van ƒ1000; een legaat van mr. Josua van Eik van 2000, en eene gift van het bestuur van Ooster- schen handel en reederijen van 3000. Ook de Zuid-Holl. Maatschappij tot redding van schipbreukelingen heeft haar jaarverslag uitge bracht. Daaruit blijkt o. a. dat op de nieuwe stations te Vlissingen en te Brouwershaven loodsen of bootshuizen tot berging van booten en inventaris gebouwd zijn. Ook aan de andere stations hadden de noodige voorzieningen plaats. De Maatschappij ontving, ter vergrooting van het fonds, gesticht door wijlen mej. I. M. de „Nu, haat of niet," ging hij met een vloek voort, „ik zal u trouwen, gij zult er u dus zoo goed mogelijk in moeten schikken en als gij verstandig zijt zult ge dat ook doen, Lissa." En moest zij dien man tot echtgenoot nemen, dien lompen, ruwen, onhesehaafden knaap, die zoo tot haar durfde spreken, die haar durfde bevelen en raden, naar zijn welbehagen Een oogenblik kwam haar geheele wezen in verzet tegen deze dwingelandij maar het volgende bedwong zij het weer. „Om zijnentwil", prevelde zij, „om zijnentwil en dus verdroeg zij de onbeschaamdheid van haar neef, zijn drift en bijna nog stuitender berouw. Ach het waren treurige dagenVoor elke vrouw moet het een beproeving zijn met iemand te trouwen uien zij niet liefheeftmaar wanneer er niet alleen geen liefde, maar ook geeu achting bestaat en wat nog erger is, liefde voor een ander, dat is erger dan de dood. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1