N«. 75. ang. 1879 Zaterdag 29 Maart. 122® Voetstappen in de sneeuw. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3lm, franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent, Advertentiens 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daubk en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jonks. Zij die zich voor 1 April 1879 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nom mers gratis. Middelburg 28 Maart, PEUILLiETOlT. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Landbouw. U1DDELBURGSC Men schrijft ons uit den Haag:* Aangaande het onderzoek van de financieele voordrachten in de sectiën der tweede kamer werd al dadelijk door sommige dagbladen het een en ander medegedeeld, dat echter niet volko men met elkaar klopte. Ik kan u verzekeren, dat voor zoover men mag afgaan op het oordeel in de afdeelingen uitgesproken, voor de effecten- belasting geen gevaar bestaat. Die belasting heeft bij de meerderheid in de afdeelingen, wat het beginsel betreft, goedkeuring gevonden; en volstrekt niet, zooals beweerd is, om politieke redenen. Misschien hebben bij de tegenstandera» politieke redenen gewogen (hebben wij niet van den beginne af tegen de voorstellen van het tegen woordige kabinet eene stelselmatige oppositie zien voeren, en wel op de hartstochtelijkste wijze?). De voorstanders echter, tn daaronder waren er ook uit het tegenovergestelde kamp, hebben voor hunne houding gronden aangevoerd, die alle gedachte aan verdediging eener zaak contre- coeur uitsluiten. Het beginsel dezer belasting is met groote warmte verdedigd. Evenwel heeft de wijze waarop de minister zijn beginsel beeft uitgewerkt, ook bij de voorstanders vele beden kingen ontmoet, en vooral woog het bezwaar, dat de wet onvolledig is, omdat niet alle waarden in portefeuille belast worden. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk, dat het gemeen overleg als- nog leiden zal tot eene aanvulling van bet ontwerp. Yeel meer ingewikkeld was het debat over de belasting op de goederen in de doode hand. In beginsel schijnt de meerderheid ook voor deze belasting gunstig gezind, maar niet zooals zij in deze voordracht is geregeld. Tal van nieuwe uitzonderingen werden geëischt, zoodat ten slotte niet veel anders zou overblijven dan eene belasting op de klooster- en kerkgoederen. Het slechtst van de drie ontwèrpen is echter dat van den heer Van Houten er af gekomen. Voor dat ontwerp bestaat niet de minste kans. Afgescheiden van de vraag of het op zichzelf al dan niet aanbevelenswaardig is, achtte men het in de tegenwoordige omstandigheden, en als in bet stelsel van den minister volstrekt niet passend, 19. DOOK DORA RTJSSEL. EEBSITE BEEL. HOOFDSTUK V. Sir John Tyrell. „Het is altijd moeielijk iets met zekerheid te zeggen als er vrouwen in het spel zijn", ant woordde deze eenigszins verlegen. „Eens dacht ik dat alles tusschen hen in orde was en misschien moest ik zoo niet tegen u spreken omdat gij een edelman efl mijn landheer zijt, maar niets zou mij aangenamer geweest zijn, want ik hield zeer veel van den armen jongen." „Welnu"? vroeg sir John, toen mr. Horton met een diepen zucht nogmaals ophield. „Toen kwam uw tweede zoon, de luitenant, thuis en van dien tijd af, ik weet niet hoe, scheeD Lissa minder vriendelijk tegen mr Harry mis schien hadden zij woorden gehad of mis kien". bepaald onaannemelijk. Verreweg de meeste liberale leden zijn met de regeering van oordeel, dat versterking der middelen noodig is en dat, ook met het oog op de nieuwe uitgaven die nog in het verschiet zijn, aan geen gelijktijdige af schaffing van lasten te denken valt. De heer Van Houten, die een ander stelsel verdedigt, staat nagenoeg alleen. In de jongste zitting van den raad van state is o. a. behandeld het beroep van den gemeente raad van St. Jansteen tegen een besluit vanged, staten van Zeeland, waarbij zij hun goedkeuring hebben onthouden aan de gemeentebegrootiag voor 1879, wegens daarop voorkomende uitgaven voor het armbestuur. Door den staatsraad Ver niers van der Loeff werd in deze zaak rapport uitgebracht. CJoes, 27 Maart. Met groote belangstelling volgde eene nog al talrijke vergadering de boeiende lezing, door den heer J. H. C. Heijse van Zierik- zee heden avond in onze Awfe-afdeeling gehouden over de Engelsche romandichteres Ouida. Rondwandelende door hare werken, verdedigde de spreker de begaafde schrijfster met alle kracht tegen ziekelijk gevoelige critici die, haar realisti- schen zin niet begrijpende, onzedelijke strekking in hare werken beweren te vinden, die, bij gebrek aan grondige kennis van haren arbeid in zijn geheelen omvang, even gebrekkig oordeelen als zij, die den (geheelen) bijbel onzedelijk noemen omdat zij slechts zijne enkele onzedelijke verhalen kennen. Neen, zeide spreker, Ouida is eene ware kun stenares, met zielenadel en echt Christelijken zin, wier pennevruchten het mensehdom hebben ver rijkt met „het oude Evangelie in eene nieuwe ge daante." Luide toejuichingen vertolkten de in stemming der aanwezigen met het woord van dank en het „tot weerziens," den spieker door den voorzitter onzer afdeeling toegeroepen. Den burgemeester van Rotterdam is een onaan- genaam avontuur overkomen. Ingevolge het ko ninklijk besluit van 5 Aug. 1878 (Stbl. n° 105) is hij verplicht geweest een onderzoek omtrent eene zeeramp in te stellen. De daartoe benoo- digde hulp van deskundigen werd belangeloos verleend, maar van het getuigenverhoor der be manning is een stenographisch verslag opgemaakt, dat niet minder dan f 303,50 gekost heeft. De minister van waterstaat weigert die som te beta len, omdat de uitgaat zonder zijne machtiging ge daan is en geen gelden op de begrootiDg zijn uitgetrokken voor de kosten van het onderzoek naar zeerampen. Het dagelijksch bestuur der ge meente Rotterdam weigert de betaling natuurlijk ook. De burgemeester, die intusschen de 303,50 „Hield zij meer van Jasper," zei sir John lang zaam. „Gij weet dat die gisteren avond bij tijds Vertrokken is, ten einde de Peninsular stoomboot te halen die naar China vertrok Ik vrees dat bij Engeland nu reeds verlaten beeft, anders zouden wij hem dadelijk moeten telegrafeeren." „Een treurig bericht" zei de pachter meewarig het hoofd schuddende. „Maar zoudt gij nu niet meegaan sir John, om hem te zien in zijn laatsten slaap „Ja", antwoordde de edelman en zij giDgen samen het imalle pad weer langs en het brugje over; toen zij den weg bereikt hadden liepen zij zwijgend voort, tot zij de akkers bereikten die naar Wendell West-House voerden. Hoe meer zij dit naderden hoe zenuwachtiger sir John werd; zijn gewone bedaardheid begaf hem geheel, vooral bij de gedachte aan de moeder van Harry die sehoone, doch zwakke vrouw, die hij zevenentwintig jaar geleden had bemind en het hof gemaakt en die hij sedert meer dan twintig jaar met kalme onverschilligheid had leeren beschouwen. „Wat zou zij zeggen, wat zou zij gevoelen?" Lady Tyrell had dien oudsten zoon letterlijk aangebedenhij was haar lieveling, baar oog appel. In hare oogen had Harry geen gebreken bij al zijne dwaasheden en uitspattingen was haar liefde hem trouw gebleven en zij had zich vaak gekrenkt gevoeld als moeder, door besluiten die uit zijn eigen zak betaalde, heeft echter, uithoofde van het groote belang, dat eene zee- en handels stad als Rotterdam bij een behoorlijk onderzoek van zeerampen heeft, gemeend de beslissing van den gemeenteraad te moeten inroepen. Waarschijnlijk zal de raad evenmin geneigd zijn om te betalen als het dag. bestuur. Een onderzoek, door het rijk bevolen, dient ook door het rijk betaald te worden en wanneer de regee ring wil dat de oorzaken van zeerampen onder zocht worden, dan behoort zij voor de onvermij delijk daarop vallende kosten ook gelden op de staatsbegrooting uit te trekken. Te ontkennen valt echter niet dat eene som van f 303,50, voor een verslag van een getuigen verhoor, exorbitant hoog schijnt. Gedurende de week van 20 tot en met 26 Maart zijn te Vlissingen aangekomen met de stoom schepen van de maatschappij Zeeland, 283 en vertrokken van daar naar Engeland 322 pas sagiers. De Staats-courant bevat de statuten der coöpe ratieve vereeniging Amsterdams belang, tot het aannemen en bezorgen van begrafenissen te Am sterdam. Rotterdam, 27 Maart. De zaak van den gewezen commissionair in effecten A. J. de Jongh, beden voor de rechtbank alhier behandeld, wekt groote belangstelling. In het kort verhaald, komt de zaak, zooals uit het verhandelde voor de rechtbank blijkt, op het volgende neer. Gevers Deynoot, die niet alleen het geld van zijn zwager Van Rietschoten in speculatiën had opgemaakt, maar nog bovendien aan De Jongh en aan de Twentsche Bankvereeniging, waarvan deze correspondent was, ongeveer een ton was schuldig gebleven, had zijn zwager Röpcke en den heer Beker, apotheker alhier, weten over te halen om twee accepten te teekenen, ieder van f 15,000, onder voorgeven dat hij eene erfenis had te ontvangen. Die heeren waren daartoe eerst overgegaan na bij De Jongh informatiën te hebben ingewonnen, en deze zou hen bij die ge legenheid valschelijk omtrent den stand van Ge vers' zaken hebben ingelicht, om hen over te halen de accepten te teekenen, die bestemd waren om zijne eigen vordering op Gevers Deynoot gedeeltelijk te dekken. De bewuste erfenis was reeds aan De Jongh afgestaan, en verder was deze gedekt door een hypotheek van ƒ27000 op het huis van Gevers, door eene leening op effec ten en een polis van levensverzekering. Dit alles was echter niet voldoende, en ofschoon nu De Jongh volkomen wist hoe slecht de zaken van Gevers stonden, zou hij de beide genoemde heeren hebben voorgelogen en hen in den waan hebben gebracht, dat er geen kwaad bij was, dat o a. zij als echtgenoot had behooren te eerbiedigen en na te leven. Indien de wenschen van sir John in strijd waren met die van Harry, had volgens haar, sir John altijd ongelijk en nu moest die vrouw, die moeder vernemen dat het bloed van dien zoon door een moordenaar was vergoten. De koelheid van sir John bestond meer in schijn dan in waarheid, en indien hij een hart gevonden had dat hem verstond, zou hij elke liefelijke en edele gedachte beantwoord hebben maar dat had hij nooit gevonden. Zijn vrouw, zijne zoons en zijne dochter stonden alle op een lagere trap van ontwikkeling dan hij en daarom had hij zich in een kalme wijsbegeerte gehuld, die vriendelijk met alles spot, teneinde voor toeschouwers, die hij minachtte, zijn ware teeder- heid en zielenadel te verbergen. Toen zijn oog dus viel op het lieve, kalme ge laat van zijn zoon dat er zoo jong, zoo rustig en zoo tevreden uitzag, begaf hem zijn voorge wende onverschilligheid en liet hij zijne dikke tranen neervallen op het nog ongerimpelde voor hoofd van den jeugdige doode. „Mijn arme jongen", prevelde hij, „mijn arme, arme jongen." De pachter stemde snikkend met deze uitbar sting van vadersmart in. „Het is een droevige aanblik, sir John", zei hij, stak zijn groote zware hand uit en drukte de fijne blanke hand van zijn voornamen landheer. de erfenis werkelijk door Gevers ontvangen moest worden en dat deze bij hem geen schuld had. De heeren liepen in den val en de accepten werden geteekend. Wel gaf Gevers hun contra-accepten, met den naam zijner firma onderteekend, maar de firma was kort daarop failliet. Die contra- accepten waren dus van nul en geener waarde. Het openbaar ministerie eischte tegen De Jongh, behalve geldboete, eene cellulaire gevangenisstraf van een jaar. De verdediger, mr. Tels, conclu deerde tot vrijspraak. Over 8 dagen zal de rechtbank uitspraak doen. Wat in deze zaak en de daarmede nauw samen hangende strafzaak tegen Gevers Deynoot, vroe ger voor het gerechtshof in Den Haag behandeld, bijzonder treft, is de gemakkelijkheid, waarmede slachtoffers werden gemaakt. Gevers Deynoot ruïneerde zijn associé en zwager Van Rietschoten, zonder dat deze er iets van gewaar werd vóór dat het te laat was, en de heeren Beker en Röpcke lieten zich de man voor f 15000 oplichten op de meest onnoozele wijze. Ten slotte nog een staaltje van de wijze, waarop Gevers Deynoot te werk ging. Op zijn huis, dat hij voor f 25000 had gekocht, had hij, zooals hierboven reeds is medegedeeld, aan De Jongh eene hypotheek van f 27000 gegeven. Dit belette hem echter niet om brutaal met den heer Beker naar een notaris te gaanom Beker voor f 15000 zekerheid te geven op zijn huis, hetwelk hij bij den notaris verzekerde dat vrij en onbezwaard was. Natuurlijk kwam het spoedig uit, dat dit laatste een leugen was. Op de voordracht ter benoeming van een leeraar in de natuurkunde aan de H. B. S. voor meisjes te Amsterdam, zijn geplaatst de heeren: dr. J. Kamminga van der Meer, leeraar bij het M. O. te Zaandamdr. D. J. Janssen, leeraar aan de H. B. S. voor meisjes te Goes en dr. J. M. Stiebendaal, leeraar aan de H. B. S. te Gorinchem- De vrijwillige bijdragen welke De Tijd voor Paus Leo XIII heeft ontvangen, hebben thans een bedrag van ongeveer f 45,000 bereikt. Men leest in Semper Fireni het volgende: „Van onderscheiden kanten ontvangen wij klaagliederen, zoowel van ervaren tuinbazen op buitenplaatsen, als van bloemisten en kweekers, over de groote verliezen, door hen in den afge- loopen winter geleden, ten gevolge van het bijna totale gemis aan zonneschijn en het veelvuldig „Ja", zei sir John en voegde er bijna snikkende bij „Zijn arme moeder -hoe zal ik het haar zeggen „Ja, ja", zei de pachter en ook zijne oogen vulden zich met tranen. Die beide mannen voelden wat die moeder zou lijden. Sir John herinnerde zich haar geluk bij de geboorte van dien jongen. Sedert waren er vele jaren verloopen, jaren van onverschilligheid van zijn kant en zwakken tegenstand van den haren. Er bestond tusschen hen slechts de uiterlijke band des huwe lijks, want zij hadden niets met elkaar gemeen wat hun beider leven tot éen gelukkig geheel moest maken sir John was altijd vriendelijk en goed voor zijn vrouw maar zelfs zij voelde dat de warè overeenstemming van gevoelens ontbrak. Ofschoon zij nog 'drie andere kinderen had, hield zij van geen van alle zooveel als van haar oudsten, goedhartigen, lichtzinnigen zoon, die de liefde zijner moeder beantwoordde op zijne ge wone zachte, eenigszins luchthartige manier. Arme Harry zijne kleine zonden waren hem licht te vergevenmaar zijn goedhartige, vriendelijke aard zou niet licht vergeten worden door hen die hem gekend en bemind hadden. Altijd bereid om iedereen genoegen te doen en alle kleine grieven te vergeven en te vergeten, had hij op zijn korten levensweg wellicht weinig goeds, maar ook stellig niet veel kwaads verricht.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1