N°. 74. 122® Jaargang! 1879. 28 Maart. Voetstappen in de sneeuw. Dit blad verschijnt dagelijks,' met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke noxnmers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien: 20 Cent per regel.' Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daubs en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. BERICHT. Zij die zich voor 1 April 1879 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nom- mers gratis. Middelburg 27 Maart. De noodkreet van het kapitaal. FEUILLETON. - De eenigszins opvallende stilte, waarmede de belasting-ontwerpen der regeering door het publiek waren ontvangen, heeft opgehouden. Even als wij vóór een paar jaren den tabaks- storm hebben zien woeden, zoo begint nu een kapitaals-orkaan op te steken, terwijl ook het bezit in de doode hand niet nalaat zich te doen hooren. Het adres der Amsterdamsche beursmannen, dat wij gisteren mededeelden, vindt nog steeds onderteekenaars en het zou geen wonder zijn indien de beweging zich nit de hoofdstad naar alle hoeken van ons effecten-bezittend en in-portefeuille-bewarend Nederland voortplantte. „Het Nederlandsche volk toch, zegt de memorie van toelichting bij het wetsontwerp der effecten-belasting, mag, vergelekeö met andere natiën, inderdaad" zeer bemiddeld heeten; het heeft, in ver houding tot zijn zielental, meer dan eenige andere natie zijn vermogen in portefeuille waarden belegd. Wat elders slechts bijzaak is wordt hier, bij vele aanzienlijke fortuinen zelfs, hoofdzaak." Op zichzelf heeft dus het verschijnsel, dat er verzet ontstaat tegen de effecten-belasting, niets dat verwondering baren kan. Het eigen belang bezit die zeer algemeene eigenschap, welke zelfs aan het schaap van La Fontaine niet vreemd wasQuand on Vattaque il se défend. Gisteren dus de tabaksplanters, van d aag de effecten-houders, morgen waarschijnlijk de grondbezitters, die reeds moord en brand geroepen hebben over het wetsontwerp, dat ten doel heeft de grondbelasting gelijker te ver- deelendoch waarbij het woord „verhooging" niet uitgesproken mag wordenzonder dat teekenen zich vertoonen van een naderenden Cycloon van verontwaardiging, waarbij de DOOK DORA RUSSEL. EERSTE DEEL HOOFDSTUK V. Sir John Tyrell. Toen iedereen haar verlaten had, haalde Elisa beth den zakdoek dat noodlottige bewijsstuk van Jaspers schuld, voor den dag. Slechts wei nige dagen vóór zijn vertrek had zij het stel, waartoe deze zakdoek behoorde, gekocht, tot een afscheidsgeschenk voor haar minnaar en er waren eenige plagerijtjes tusschen hen over voorgevallen, omdat Elisabeth er volstrekt zijn naam en wapen met haar haar in wilde borduren. Bevende be schouwde zij nu haar werk en merkte dat het de eerste van het stel was, daar zij een kleine ver gissing in het wapen begaan had, welke Jasper lachend ontdekt had, haar verzoekende de anderen beter te maken. Met denzelfden strakken blik waarmede zij op de voetstappen in de sneeuw gestaard had, staarde zjj nu op die font in het tabaks- en effecten-winden misschien zachte zefirtjes zullen lijken. Evenals twee ontkenningen elkaar vernietigen, zoo moeten ook deze verschillende oppositiën het onvermijdelijk gevolg hebben van elkan der grootendeels te ontzenuwen. Want wanneer de regeering noch naar de indirecte, noch naar de directe belastingen, evenmin naar de portefeuille als naar den grond mocht grijpen om haar buidel te vullen, waar moest dan het geld van daan komen En toch, geld moet er wezen. Niet slechts voor de tegenwoordige behoeften, maar ook voor de stijgende eischen van den staatsdienst. Dezelfde Amsterdam sche beursmannen, die nu tegen de effec ten-belasting petitiónneerenbetoogden met een beroep op ,de belangen van hun handel de noodzakelijkheid om voor de verbetering der postgómeenschap met Engeland niet tegen de noodige offers van staatswege op te zien. Evenmin zullen zij zwijgen, wanneer de bin- nenlandsche waterweg naar Amsterdam, qf de kortste spoorwegverbinding der hoofdst-afi' met Düitschland aan de orde wezen zal. Hetzelfde zou ten aanzien der tabakshandelaars en der grondbezitters zonder moeite aangetoond kunnen worden. Het is dus duidelijk, dat boe luid al deze stormen mogen loeien, de regeering zal moeten eindigen met den een of ander daarvan te „laten waaien," en daar het op 't oogenblik de effec ten-belasting istegen welke de belangheb benden zich verzetten, komt het er op aan te onderzoeken welke redenen er kunnen zijn om, afgescheiden van de eenmaal bestaande noodzakelijkheid om over eenige 'gegronde bezwaren heen te stappen, welke iédere belasting zullen aankleven, aan de tegenwerpingen der Amsterdamsche beursmannen geen, of weinig gewicht te hechten. Een hunner grootste grieven komt hierop neer, dat: „de voorgestelde belasting is eene belasting op het kapitaal." „Niet op de ihkomsten, herhalen zij, niet op de rente, maar op het kapitaal; zij zal daarvan worden geheven, hetzij dit kapitaal al of niet vruchten opbrengt." Uit deze stelling worden in het adres eene reeks van gevolgtrekkingen afgeleid, welke hierop neerkomen dat door deze belasting iets gedaan zal worden dat tot dusverre in' niet een geordenden staat geschied is dat de kapi taal-bezitters voortaan als la gent taillable et corveable beschouwd zullen worden, bestemd om alle gapingen tusschen de staats-inkomsten en wapen, op dit verpletterende getuigenis tegen den man dien zij zoo hartstochtelijk beminde.,. 'Maar kon zij het gelooven kon zij-geiooyen ,dat Jasper een moordenaar zou zijn! „O! ware ik van te voren gestorven," klaagde zij in haar bitter leed. „Ohad ik dit oogenblik nooit be leefd Zij trachtte na te gaan hoe het had kunnen gebeuren, trachtte zich te herinneren of iets in zijn stemming, gedurende hun laatste onderhoud, wraakzucht of verbittering had kunnen doen veronderstellen. Wanneer konden de broeders twist gekregen hebben Welke tergende woorden konden zij gewisseld hebben, voor dat Jasper zijn hand bezoedelde met het bloed zijns broe ders Maar laten wij Elisabeth alleen laten met haar vreeselijken angst, haar pijnlijken twijfel, haar kwellende liefde. In een opzicht was zij althans onveranderd. Zij had hem nog even lief. Hij mocht wreed en slecht zijn, maar „de liefde over wint alles." Ondeiwijl had mr. Horton het kasteel bereikt waar men hem in de bibliotheek gelaten had, een vertrek dat bijna uitsluitend door sir John ge bruikt werd. Op dat oogenblik was hij er echter niet en toen hij even daarna binnen kwam, stak hij den pach ter op zijn gewone, gulle manier de hand toe, zonder te zien hoe bleek en ontdaan deze er uitzag. uitgaven aan te vullendat het kapitaal dien tengevolge Nederland ontvluchten, de Amster damsche beurs, eene der grootste van de wereld, zich verplaatsen en 's lands welvaart ten onder gebracht worden zal. Uit den samenhang, waarin dit alles gezegd wordt, mag afgeleid worden dat bijna -.alle bezwaren der adressanten vervallen zouden wanneer de belasting niet van het kapitaal, maar van de daaruit voortkomende inkomsten geheven werd, wanneer haar naam van effecten- belasting veranderd werd in dien van rente- belasting. Het komt ons echter voor dat de groote meerderheid der belastingschuldigen in dit opzicht niet met hen, die zich als hunne officieele 'woordvoerders hebben opgeworpen, zal medegaan. Welk verschil zal het toch maken voor iemand, die een kapitaal van b. v. f 20.000, uitgezet tegen 5 pet. rente, bezit, of hij daarvan op zal moeten brengen 20 vol gens dè voorgestelde heffing van éen per mille van het kapitaal, dan wel dezelfde som, wanneer de belasting geheven werd naar de verhouding van twee ten honderd van het inkomen? Er wordt echter door de adressanten eene grief aangevoerd, met welke althans een deel hunner cliënten zal instemmen. De belasting zal worden geheven van het kapitaal „hetzij dit al of niet vruchten opbrengt." In dit opzicht zullen de bezitters van zoodanig kapitaal hetzelfde lot ondergaan als de bezit ters, van met hypotheek bezwaarde gronden, die óok de volle grondbelasting hebben te be talen. Maar van het standpunt der andere kapitaal-bezitters kan het denkbeeld om de niet rentegevende kapitalen vrij te laten niet anders dan tegenstand ondervinden. Hoe meer vrij stellingen toch, hoe hooger het overschietende belast moet worden, zal de totaal-opbrengst voor de schatkist dezelfde blijven. Daarbij komt dat, wanneer de rente belast wordt, de effecten die de hoogste rente afwerpen en in den regel het minst solide zijn, het meest zullen betalen. In de hooge rente zoeken de bezitters dier fondsen eene verzekerings premie voor mogelijk verlies van kapitaalmaar werd de wensch der Amsterdamsche beursmannen vervuld, dan zouden deze fondsenhouders voor die verzekerings premie zelve op contributie gesteld wórden. Dit was dan ook eene der redenen, -welkte den minister van financiën be wogen hebben zijne heffing te ontwerpen, niet vah de rente,' maar van het kapitaal. „Zoo Mr. HortonHoe maakt gij het op dezen guren wintermorgen. Er vajt van daag niet veel buiten te werkèn en nieuws zal er ook wel niet zijn, hé Nauwelijks had hij deze woöfden gesproken of hij merkte aan de houding en het uiterlijk van mr. Horton, dat er iets bijzonders was. „Of hebt gij iets nieuws vroeg hij, verwon derd naar het ontroerde gelaat van den pachter ziende, die zenuwachtig de leuning van een stoel gegrepen had. „Ja, sir John", antwoordde deze op schor ren toon, „ik heb treurig akelig nieuws, mijnheer" en haalde onder het spreken zijn rooden zijden zakdoek uit om zijn gezicht af te vegen. „Ik hoop toch niet dat er iets droevigs in uwe familie gebeurd is?" sprak sir John hoffelijk; „ik hoop dat miss Gordon en uwe zoons hier hield hij op. „Lissa en de jongens zijn wel," zei de pachter, „doch", voegde hij er bijna snikkende bij, „de arme mr. Harry, uw arme zoon „Wat is er met Harry gebeurd?" vroeg sir John ontsteld. „Hij is doodantwoordde mr. Horton, die zich niet langer kon goedhouden, „die knappe die goede jongeling ligt op dit oogenblik dood bij mij aan huis, sir John. En niet alleen dood, maar laaghartig vermoord." In den grond der zaak maken de adressan ten echter, met hun geweldig en telkens her haald verzet tegen het woord kapitaal belasting, den indruk van tégen windmolens te schermen. Op dezelfde wijze kan men, en met nog veel meer groote woorden, spreken over het ongehoord .bedrijf, dat belasting ge heven wordt van „vrije gaven des hemels", als licht en lucht, die zoowel door de spiegel ruiten en de porte-cochères van den millionair» als door het dakvenstertje en de klinkdeur van den arbeider naar binnen stroomen, maar die door den fiscus tot „objecten van belasting" ge maakt worden. En dan de schoorsteenen, die door hun rook, gelukkig zoo ze maar altijd „rooken" kunnen, verkondigen dat zoo menig sober maal onder hunne opening bereid wordt, dat reeds in den vorm van zout-, suiker-, azijn- en vleesch-accijns aan de schatkist cijns heeft betaald, maar nu nog eens schatplichtig ge maakt moet worden omdat het zich verstout het blauw des hemels met zijne walmen te bezoedelen! Waarlijk, als het in belasting zaken op declameeren aankomt, dan moeten de Amsterdamsche adressanten al zeer sterke tonen aanheffen, willen zij onze ooren niet geblaseerd vinden. Waarheid is dat belastingen, welke alle uit haren aard onaangename dingen zijn, den stempel van haar karakter drukken op alles wat zij aanroeren. Aan een of ander uitwen dig, willekeurig genomen kenteeken, moeten zij gehecht worden: hiter óp de voeding, daar op de vertering, ginds op het verkeer, elders op het inkomen, bij ons wetsontwerp op het kapitaal in portefeuille. Ieder dezer „objecten" bezit zijne eigenaardige bezwaren. Het is de taak van den staathuishoudkundige daar de aandacht op te vestigen, die van den wetge ver ze zooveel mogelijk te ontgaan of onscha delijk te maken. Geheel weg te nemen zijn ze nooit. Daarom is het oordeel van hen, die door de belasting rechtstreeks getroffen worden, ofschoon natuurlijk waardig gehoord en in aanmerking genomen te worden, het laatste waarin men ruimte van zienswijze en veelzijdigheid van opvatting verwachten kan, De beschouwing Welke de adressanten omtrent het karakter der kapitaalbelasting ontwikkelen, verraadt dit ten duidelijkste en hunne verdere argumenten gaan aan hetzelfde euvel mank. „Dood, vermoord!" herhaalde sir John en werd doodsbleek. „Ja sir, zoo waar als ik hier voor u sta, hij ligt dood te West-House, en ik heb hem van morgen zelf op den weg gevonden, eenige schre den voorbij het kleine brugje dat naar uw goed leidt." „En was hij dood?" stamelde sir John. „Helaas ja. Hij lag met het hoofd naar beneden in de opgehoopte sneeuw over de beek, en hij had daar ongetwijfeld gelegen van het oogenblik af, waarop de boosdoener die hem het leven benam, op hem geschoten had." „Maar wat meent gij vroeg sir John, eenigszins driftig, tengevolge der aandoening welke hij wilde onderdrukken. „Hoe weet gij dat hij vermoord is? „Eén wond in de zijde van den armen jongen, een kogelwond, verraadt dat hij doodgeschoten is, door den een of anderen booswicht die in hinderlaag gelegen heeft, ja, nu ik het wel bedenk heeft hij ongetwijfeld achter de palm- haag gelegen." „Dan moeten er sporen in de sneeuw zijn", zei sir John, schielijk omhoog ziende. „Kom mr. Horton, laten wij er terstond heengaan." „Goed, sir John," zei de pachter en zij verlieten te zamen de kamer, gingen de vestibule door en verlieten het huis door de voordeur, die op een terras uitkwam waarmede men in deu tuin af daalde. Pe sneeuw viel in dichte vlokken neder,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1