BUITENLAND. Ingezonden Stukken Telegraphische berichten. Rechtszaken, Burgerlijke stand. Algemeen Overzicht. Thermometerstand. Staten-Generaal. Gemeenteraad van Vlissingen, een buitengewoon kunstgenot, wat de namen der beide solisten reeds voldoende waarborgen. Joseph Hollman is een onzer verdienstelijkste cellisten, en Carl Hill is een oude bekende van het Middelburgsche publiek, dat nog niet vergeten heeft, hoe hij vóór vijf jaren de hoofdpartij in Nicolai's Bonifactus zong. Ook als Lieder-zanger, een genre, waarin hij in Duitschland onovertrof fen is, kan men hem hier kennen. Zijne stem- middelen schijnen nog onverzwakt te zijn, daar anders zeker Richard Wagner hem niet uit velen zou gekozen hebben om 4e baryton-partij in de Nibelungen-tnlogie te zingen. Deze keuze van den maestro pleit ook zeer voor Hill's voordracht* Een in Zeeland niet ongewoon feit, het stelen van oesters, op aan een ander verpachte oester banken, bracht Zaterdag weder een viertal jeugdige beklaagden voor het gerechtshof te 's Hage, kamer van correctioneele zakenlo. A. v. J., 2o. P. v. J., 3o. F. v. J. en 4o. L. v. J., van beroep visschers, laatst woonachtig te Graauw, waarvan de laatste den leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt. De rechtbank te Middelburg veroordeelde hen te dier zakeden len en 3?n besch. tot 3 maanden, den 2tn tot 1 maand celstraf, en den 4en besch. tot 8 dagen gemeenschappelijke opsluiting. Van dit vonnis waren zoowel de off. van just, bij voornoemde rechtbank, als de bekl. in hooger beroep gekomen, ten gevolge waarvan heden een nieuw getuigenverhoor plaats had. Uit de ver klaringen van de thans ter terechtzitting ver schenen getuigen bleek, dat bekl. zicb, in weerwil van hun ontkentenis, wel degelijk aan het hun ten laste gelegde feit hadden schuldig gemaakt. Adv.-gen. mr. Gregory requireerde bevestiging van het vonnis a quo. Ter correctioneele terechtzitting der 2e kamer van het gerechtshof te 's Hage werd Za terdag in de zaak tegen J. P. uit Bruinisse een getuigenverhoor gehouden. Nadat 3 getuigen a charge en 3 a décharge waren gehoord, en de verdediger, mr. v. Gigch, en de gemachtigde der civiele partij mr. Pape het woord hadden gevoerd, werd door den advocaat-gen., mr. Gregory, de bevestiging gevraagd van het vonnis der recht bank te Zierikzee van 24 Januari, waarbij de appellant wegens hoon tot een boete van f 25 en een schadevergoeding van ƒ40 aan debeleedigde partij was veroordeeld. De uitspraak zal op 29 dezer plaats hebben. buitenland. Petersburg. Aan het feestmaal ter gele genheid van den verjaardag van keizer Wilhelm heeft de czaar in warme woorden gezegd, dat de vriendschap met den Duitschen keizer hechter is dan ooit. (Van 16—24 Maart 1879.) Middelburg. Ondertrouwd R. van der Klip, jm. 24 j. met C. S. Bos, jd. 25 j. BevallenM. A. Ludwich, geb. Pols, z. M. J. Schouten, geb. Kostense, d. J. Grootjans, geb. Wattel, d. A. L. Soetens, geb. Braat, d. L. Bos- schaart, geb. Boone, d. en z. (tweel.) W. A. Klinge, geb. Bosdijk, z. M. C. Lambert, geb. de Oude z. W. C. van der Waijen Pieterszen, geb. Vergouwe, d. (levenl.) OverledenJ. M. van Velthoven, z. 2J j. A. Vermeulen, z. 6 j. G. C. Broeke, man van A. W. Smit 33 j. P. Koeleman, vrouw van S. Vinke, 28 j. T. C. Seeboldt, vrouw van J. A. Emond, 47 j. J. A. Vermaat, man van S. de Keijzer, 40 j. A. A. Varel, man van P. Hekelbeeke, 76 j. T. de Rijke, wede van J. Gerritsen, 85 j. M. J. Bourdeau., wede van G. Mes, 72 j. M. A. Bree- wegen, wede van A. Kommers, 89 j. M. R. J. Hage, d. 3 m. M. C. van Teijlingen, d. 8 j. en 11 m. (Van 15—22 Maart 1879.) Vlissingen. Gehuwd: L. J. Janssen, jm. 23 j. met A. P. Röndel, id. 24 j. BevallenG. J. Ballieul, geb. Ureel, z. C. Din- gemanse, geb. Vogel, d. A. C. Scheurleer, geb. van Aken, d. L. Stroo, geb. de Rijcke, d. E. van Ollefen, geb. van Bochove, z. S. de Rijke, geb. Simonse, d. J. Stroo, geb. Keggez. J. M. Kleineeder, geb. de Swart, z. (levenl.) E. Harinck, geb. Valk, z. Overleden: B. J. Streefkerk, jd. 46 j. S. Wan- jon, d. 2 w. A. E. van den Bosch, d. 4 j. M. P. Bos, jd. 54 j. A. Wauters, jd. 64 j. C. Jacobse, d. 6 j. J. Ie Feber, z. 13 w. Zierikzee. BevallenE. Sies, geb. Beije, d. P. de Rijke, geb. van der Voois, z. T. Lokker, geb. Willemse, d. N. Stamperius, geb. Brandt, z. A. T. Elenbaas, geb. van Hee, z. C. Ornee, geb. Verschoor, z. A. P. de Glindt, geb. Bokstal d. C. Hofman, geb. Proost, d. (levenl.) Overleden: J. Merle, man van N. Cashoek, 34 j. W. Wetting, vrouw van S. Sies, bijna 67 j. E. Holtus, d. 4 m. drukking, door den heer Van Uije Pieterse uit gesproken, niet weggenomen is; alleen wanneer de raad goedvinden kon te verklaren, dat hij de uitspraak van den heer Pieterse niet deelt, zou hij genegen bevonden worden zijne betrekking te behouden. De voorzitter opent de discussie over deze missive. De heer Van Uije Pieterse erkent, dat hij beter gedaan zou hebben, indien hij zijne opinie over het rapport van den controleur niet had uitge sproken te meer daar hij dat had kunnen doen, want het stuk was gericht aan burg. en weth. en niet bestemd om in het openbaar te worden voorgelezen. Hij wist niet, dat dit geschieden zou en heeft zich toen te veel laten leiden door het financieel belang der gemeente, waardoor hij gedrongen werd het bekende oordeel te uiten. Hij verklaart er genoegen in te nemen, dat de raad verklaart zich nier te kunnen vereenigen met de gesproken woorden. Ja, hij wil verder gaan en de uitdrukking, die den controleur zoo gegriefd heeft, terugnemen, daar hij werkelijk geen bedoeling gehad heeft dien ambtenaar te beleedigen, hij zijn aanblijven van te groot belang pacht voor de gemeente en waarlijk alleen tot spreken genoopt is door de voorlezing van dit niet voor openbaarheid bestemde stuk. De heer Pieterse verlaat de vergadering. De voorzitter zegt, dat z. i. door den heer Pieterse op de best mogelijke wijze een einde '■aan de zaak is gemaakt. Hij oordeelt dat die zaak hiermede als afgedaan kan worden beschouwd en stelt voor om zonder verdere discussie, hem te machtigen, den controleur in kennis te stellen met de zienswijze van den raad. Zonder hoofde lijke omvraag wordt dit voorstel met algemeene stemmen aangenomen. Op een ingekomen adres van J. Filis, verzoe kende om p. m. 110 meter gemeentegrond van de gemeente in koop over te nemen, wordt, na eenige discussie, besloten afwijzend te beschikken, op grond dat de gemeente het bedoelde terrein, door den heer Filis in pacht bezeten, in haar geheel van hem wenscht over te nemen en daarna, als de beschoeiing en het terrein in orde gebracht zijn, dien grond te verkoopen. Dan kan de heer Filis met anderen om het bezit van den grond mededingen. Is ingekomen eene mededeeling van den heer W. de Kruijff, dat hij zijne benoeming tot lid der commissie voor het middelbaar onderwijs, en van den heer A. F. Krahmer, dat hij zijne benoeming tot lid der commissie voor de leenbank heeft aangenomen. Fe voorzitter deelt mede dat van den heer W. van Kamer, hoofdonderwijzer der school van on- en minvermogenden, een schrijven is ingeko men, houdende bericht dat de kweekeling J. J. de Wolff gedurende het eerste halfjaar 1878 buitengewone diensten heeft verricht en niet ge durende het eerste kwartaal, zooals abusievelijk door hem was gemeld. Op voorstel van den voorzitter wordt besloten, dat aan den bedoelden kweekeling het dubbele der vroeger toegelegde belooning zal worden litbetaald. Nog wordt voorgelezen het rapport van de commissie voor de financiën, betrekkelijk de wijziging van de instructie voor den gemeente ontvanger, waarop vanwege gedep. staten aan merkingen zijn gemaakt. De conclusie van het rapport strekt om de belooning van den ontvanger op f 1600 te behouden en hem, zoolang de inning der verbruiksbelasting behouden blijft, vanwege de gemeente tijdelijk een klerk toe te voegen, die belast zal zijn met de inning der schoolgelden, op eene belooning van 400. Op voorstel van den voorzitter wordt de behandeling aangehouden tot de volgende vergadering. Eindelijk deelt de voorzitter mede, dat de kas van den gemeenteontvanger heden is opgenomen en in allen deele in orde bevonden is en dat een schrijven ontvangen is van de commissie voor de leenbank, dat de heer H. Sehoonis tot secretaris is benoemd. De openbare vergadering wordt daarna ge sloten en gaat over in eene met gesloten deuren. De wetsvoorstellen van den Franschen minister voor onderwijs om het recht van graden te ver- leenen te ontnemen aan de vrije (katholieke) universiteiten en tot reorganisatie van den conseil supérieur van het hooger onderwijs wekken na tuurlijk hevige oppositie van clericale zijde. De fractie, die zich er niet in kan schikken te leven in en volgens de wetten van de maatschappij, welke zij zoo gaarne aan hare voeten zag, beweegt hemel en aarde, en hare bladen steken de zwaarste trompet tegen de maatregelendie het hooger onderwijs aan priesterinvloeden zullen onttrekken, en die aan de clericale leiders der vrije scholen het recht ontnemen zullen benoembaarheid tot staatsbetrekkingen te verleenen. De wetten zijn werkelijk een groote slag voor het Fransehe clericalismemen moet dat erkennen. De slag wordt echter volkomen gemotiveerd toegebracht, en kan slechts als een maatregel van noodweer worden beschouwd van de republiek, den wettigen regeeringsvorm, tegen hare vijanden, die geen dag laten voorbijgaan zonder haar te bestrijden en haar het recht van bestaan te ontzeggen. Indien de clericale partij als zoodanig in Frankrijk door het innemen van een zuiver standpunt sterk wil worden, moet zij zich losmaken van den legiti- miteitsdroom en zich gaan bewegen binnen de grenzen der staatsregeling. Zij ontneemt dan der republiek het recht om haar te beschouwen en te bestrijden al3 eene vijandin, die staat buiten den strijd der partijen, welke de staatsregeling erkennen. Men zal tegen de onderwijswetten van den heer Ferry ook een petitionnement op 't getouw zetten en daardoor trachten de hartstochten wat aan te wakkeren. Vergeefs echterdat wapsn is ook elders gebleken te slecht gesmeed te zijn om scherp te snijden. De vraag van den terugkeer der kamers naar Parijs is eene schrede nader tot hare oplossing gekomen. In de kamer heeft de heer Méline over deze zaak een rapport uitgebracht, dat tot do conclusie komt om eene vereenigde zitting der beide kamers bijeen te roepen ter verandering der constitutioneele wet, die in art. 9 voorschrijft, dat de zetel van de uitvoerende macht en van de beide kamers te Versailles is. De commissie plaatst zich daarmede op een zuiver, wettelijk standpunt, waarvan de voorstellers van eene verandering bij gewone wet waren afgeweken. Het zal in alle gevallen wenschelijk zijn, dat in plaats van het tegenwoordige art. 9 eene bepaling gesteld worde, die het verblijf der kamers onaf hankelijk make van de willekeur der uitvoerende macht, die ze bijeenroept. De Temps geeft als nieuw artikel in overweging: „De zetel der uit voerende macht en van beide kamers wordt bepaald bij de wet." De aanneming van het voorstel schijnt niet twijfelachtig. Een ander voorstel van eenigszins meer beden- kelijken aard is door den heer Boysset gedaan. Het strekt tot opheffing van de onafzetbaarheid der ambtenaren van de rechterlijke macht voor de tegenwoordige bekleeders dier posten. Ieder, die binnen drie maanden niet is bevestigd in zijn ambt, zal zijne plaats moeten ruimen en de helft van zijn tractement als pensioen ontvangen, als hij 50 jaren oud is en 25 jaren dienst heeft. De tegenwoordige rechters, zegt de memorie van toe lichting, hebben hun mandaat gekregen van het keizerrijk, van een regeeringsvorm, die van al zijne ambtenaren slaafsche onderworpenheid geheele toewijdingvoortdurendekrachtige medeplichtigheid vorderde. Alleen wegens dezen oorsprong moet de rechterlijke macht bevestigd wordenen kan zij enkel door die bevestiging wettelijke en constitutioneele macht verwerven De redeneering schijnt zeer schoon zij heeft echter ongetwijfeld hare keerzijde. De onafzet baarheid der rechterlijke macht is een der grootste waarborgen voor eene onbevangen rechtspraak, en het schijnt een hoogst gevaarlijk spel de ma gistratuur te willen doen medegaan met de bewe gingen der staatkunde in een land, waar men in deze laatste nog zoo weinig vastheid heeft als in Frankrijk. Wij kennen voor den rechter slechts twee eigenschappen, die vereischt zijn kennis en onkreukbare eerlijkheid. Waar die beide aanwezig zijn, kan een Bonapartist even goed zijne betrek king onder de republiek vervullen als de vurigste republikeinen. Voor eene wet dus, die eene her ziening van het personeel bedoelt met enkel staatkundige bedoelingen kan geen aanleiding zijn, en het zou de rechtszekerheid in Frankrijk niet vermeerderen, als door de aanneming van een ontwerp als dit, bleek, dat de rechterlijke macht afhankelijk is van eene kamermeerderheid. Prins Gortschakoff heeft eene circulaire aan de Russische gezanten bij de mogendheden gezonden, waarin hij het initiatief neemt tot eene nadere regeling van den chaotischen toestand van Oost Rumelië. Het kabinet van St. Petersburg, vree- zende, dat de Christen-bevolking van die provin cie aan gevaren zou worden blootgesteld na het vertrek der Russische troepen, stelt aan de on derteekenaars van het Berlijnsche tractaat voor den werkkring van de gemengde commissie van organisatie dezer provincie uit te breiden, haar mandaat te verlengen tot een jaar na de ontrui ming door de Russen en gedurende dien tijd eene gemengde Europeesche bezetting tot hare beschik king te stellen om de rust te bewaren. De com missie zou dan de geheele regeering en de ge heele administratie des lands in handen hebben, totdat zij hare taak zou hebben volbracht. Voor een Russisch plan klinkt het zoo kwaad niet. Ons Kiesstelsel. Vervolg.) Laten we veronderstellen, dat het getal onzer afgevaardigden voor de tweede kamer 80 bedraagt, waarvan gevoegelijk elk jaar een vierde deel zou kunnen aftreden. Op eenen bepaalden tijd moeten dus 20 leden gekozen worden, niet volgens dis tricten, maar bij stemming over het geheeleland. Nemen we nog aan, dat b. v. (het getal doet er niets toe) 180,000 geldige stemmen worden uit gebracht. Nu zal tot lid der kamer gekozen zijn wie 180,000*. 20, alzoo 9000 stemmen op zich vereenigt. Zijn deze 9000 stemmen wellicht ge deeltelijk uitgebracht in Friesland, gedeeltelijk in Limburg en voor de rest in Zeeland, dit doet niets ter zake. Wanneer de stemming plaats heeft, schrijft ieder kiezer op zijn stembriefje de namen van hen, wien hij zijn vertrouwen wenscht te schenken. Bovenaan schrijft hij den naam van hem, dien hij vóór allen in 's lands raadzaal wenscht, vervolgens wien hij in de tweede plaats geschikt acht om als lid der vertegenwoordiging op te treden, enz. Bij de telling der stemmen worden eerst alleen de namen genomen, die boven aan geplaatst zijn. Is nu een naam 9000 maal geteld, en wordt hij weer op een briefje boven aan gevonden, zoo wordt hier de naam, die onder no. 2 voorkomt, aangemerkt, alsof die de boven ste was. Zijn de eerste namen der 180,000 geldige stembriefjes geteld, en nemen we aan, dat b. v. twaalf namen 9000 maal zijn voorgekomen, zoo zijn twaalf leden reeds gekozen. Nu worden de namen geteld, welke het tweede geplaatst zijn. Op die briefjes, waar straks no. 2 geteld werd .n plaat3 van no. 1, als zijnde deze reeds gekozen, nmrigtu 1 Vllsslngest 24 Maart. Door de politie alhier is aangehouden en getransporteerd naar Amster dam om aldaar ter beschikking van de justitie te worden gesteld, zekere M. N., die verdacht wordt zich te hebben schuldig gemaakt aan misbruik van vertrouwen. De Haagsche bladen bevatten uitvoerige verslagen van eene algemeene vergadering van het Koninklijk Zool. Bot. Genootschap aldaar, waarin de zaak van een door het bestuur ont slagen oppertuinman werd behandeld met het gevolg, dat deze ambtenaar waarschijnlijk wel weder in dienst zal komen, maar thans het bestuur zijn ontslag heeft genomen. Het rechtsgevoel der residentiebewoners schijnt zich in die vergadering vrij luidruchtig te hebben geuit. Voor een aan haar op verzoek uitgebracht advies, is dr. L. Mulder, te 's Hage, onlangs tot lid der Académie notionale agricole, manufactu- riére et commerciale te Parijs gekozen, dezer dagen tot haar eerelid benoemd. (L. Ct.) Tweede kamer. Ingekomen een ontwerp tot definitieve vaststelling der begrooting voor het departement van oorlog en een ontwerp tot wijziging der vestingbegrooting. Art. 2 van het wetsontwerp betreffende de grondbelasting werd aangenomen met 59 tegen 10 stemmen, zooals het door de regeering laat stelijk is gewijzigd, met aanneming alleen van het amendement-Bastert betrekkelijk de vrijstelling van veengronden van hertaxatie. De overige amendementen werden verworpen. Het gewijzigd art. 3 werd goedgekeurd. seeren, en deelde hun ademloos de vreeselijke tijding mede. Op eens heerschte de grootste ontsteltenis onder de jongelieden, die den pony in den steek lieten en naar de plaats des onheils snelden. De knechts van de hoeve volgdenmijnheer Horton riep om brandewijn, in de flauwe hoop van den gevallene nog bij te kunnen brengen, en verspreidde zoo doende de tijding ook in huis, waar de dienst meiden zich naar de kamer van Elisabeth spoedden, die op dat oogenblik nog bij den schoorsteen mantel stond en een dierbaar portret aan hare lippen drukte. „Jasper," prevelde zij, „mijn Jasper," en staarde vol liefde op zijn schoon gelaat. Doch op eens werd zij op ruwe wijze in haar zoete mijmering gestoord. „Juffrouw, juffrouw!" gilde de eene ontstelde vrouwestem na de andere aan hare kamerdeur. „Wat is er toch!" vroeg Elisabeth, deed ver schrikt de deur open en vernam in allerlei vormen de vreeselijke mededeeling, „mijnheer" had den jongen heer Tyrell vermoord gevonden, de een zei dat zijn hals afgesneden was, de ander dat hij aan alle kanten doorschoten was. Elisabeth kon nauwelijks al die akelige verhalen aanhooren en vloog bleek en bevende naar beneden, waar zij bleef staan zonder te weten wat te doen of te zeggen. Wordt vervolgd.) 22 Mrt. 's av. 11 u. 37 gr. 23 's morg. 8 u. 33 gr. 's midd. 1 u. 39 gr. 's av. 6 u. 39 gr. 's av. 11 u. 32 gr. 24 's morg. 8 u. 30 gr. 's midd. 1 u. 34 gr, 's av. 6 u. 34 gr. Bou w en op dijken. De minister van waterstaat deelt in de meening, welke de overgroote meerderheid der tweede kamer in de zitting 1874/75 (over een ontwerp van den heer Heemskerk) uitsprak, dat intrekking van het koninklijk decreet van 2 Nov. 181^, nopens bet bouwen op de dijken of hun glooiingen wenschelijk, maar het stellen van nieuwe regelen door den rijkswetgever onnoodig is. Voor de vaststelling van de politiebepalingen welke de instandhouding der dijken moeten waarborgen, is de wetgever aangewezen, die zich ook tot dusverre niet aan dezen arbeid onttrok. Immers het bepalen van den afstand, binnen welken geen werken, waartoe ingraving in het dijkslichaam noodig is, mogen worden aangelegd; het stellen der voorwaarden, waaronder die werken kunnen worden vergundhet maken van verdere voorzieningen tot het aangegeven doel, behoort in de eerste plaats, daar zij het recht bezitten om keuren te maken, tot de taak der waterschapsbesturen, onder wier beheer de dijken staan. Zij zijn de naast belanghebbenden, en'er behoeft geen vrees te bestaan, dat zij niet tegen handelingen, welke in de eerste plaats gevaar voor de onder hun beheer staande werken mede brengen, de noodige waarborgen in het leven zullen roepen. Vervolgens is ook voor de instandhouding der dijken binnen hun gewest door de staten der betrokken provinciën zorg te dragen. De be staande provinciale politiereglementen leveren het voldoend bewijs, dat dit gebied veilig aan den in deze bevoegden wetgever kan worden over gelaten. Verslapte hij echter in de vervulling van zijn taak, of begreep hij die op een met het alge meen rijksbelang strijdige wijze, er is geen ge vaar, dat dit belang schade zoude lijden. Het grondwettig oppertoezicht des konings blijft daartegen waken, en de rijkswetgever kan, als dit noodig werd, tusschen beide treden. Op" deze gronden licht de minister het ontwerp toe, waarbij het tijdstip van intrekking van het decreet wordt gesteld op 1 Januari 1881. Zitting van Zaterdag 22 Maart. Voorzitter de heer Kleijnhens. Afwezig de heeren Winkelman, burgemeester, en De Kruijff. Nadat de notulen van het verhandelde in do vorige vergadering zijn gelezen en goedgekeurd, deelt de voorzitter mede dat bij het dagelijksch bestuur van den tegenwoordigen pachter van het koffiehuis de Beurs een aanbieding ontvangen is, om zijne inschrijving van ƒ458 met f 72 te verhoogen, en alzoo te brengen op f 530 per jaar. Burg. en weth. stellen voor om de publieke inschrijving af te keuren en vragen de machti ging van den raad om met den tegenwoordigen pachter eene onderhandsche overeenkomst te sluiten tot den nu aangeboden huurprijs. Dit voorstel wordt, zonder hoofdelijke omvraag, met algemeene stemmen aangenomen. Vervolgens geschiedt voorlezing eener missive van den controleur der plaatselijke belastingen, in antwoord op het raadsbesluit van 10 Maart jl. Daarin schrijft de heer Schindler, dat het votum, met algemeene stemmen door den raad uitge bracht, hem aanleiding gegeven heeft om ernstig in overweging te nemen om aan die vereerende uitnoodiging te voldoen. Dat hij dat echter niet doen kan, omdat daardoor de hem grievende uit

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2