BUITENLAND.
Ingezonden Stukken
Telegraphische berichten.
Rechtszaken,
Burgerlijke stand.
Algemeen Overzicht.
Thermometerstand.
Staten-Generaal.
Gemeenteraad van Vlissingen,
een buitengewoon kunstgenot, wat de namen der
beide solisten reeds voldoende waarborgen.
Joseph Hollman is een onzer verdienstelijkste
cellisten, en Carl Hill is een oude bekende van
het Middelburgsche publiek, dat nog niet vergeten
heeft, hoe hij vóór vijf jaren de hoofdpartij in
Nicolai's Bonifactus zong. Ook als Lieder-zanger,
een genre, waarin hij in Duitschland onovertrof
fen is, kan men hem hier kennen. Zijne stem-
middelen schijnen nog onverzwakt te zijn, daar
anders zeker Richard Wagner hem niet uit velen
zou gekozen hebben om 4e baryton-partij in de
Nibelungen-tnlogie te zingen. Deze keuze van
den maestro pleit ook zeer voor Hill's voordracht*
Een in Zeeland niet ongewoon feit, het stelen
van oesters, op aan een ander verpachte oester
banken, bracht Zaterdag weder een viertal jeugdige
beklaagden voor het gerechtshof te 's Hage, kamer
van correctioneele zakenlo. A. v. J., 2o. P. v. J.,
3o. F. v. J. en 4o. L. v. J., van beroep visschers,
laatst woonachtig te Graauw, waarvan de laatste
den leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt.
De rechtbank te Middelburg veroordeelde hen te
dier zakeden len en 3?n besch. tot 3 maanden,
den 2tn tot 1 maand celstraf, en den 4en besch.
tot 8 dagen gemeenschappelijke opsluiting.
Van dit vonnis waren zoowel de off. van just,
bij voornoemde rechtbank, als de bekl. in hooger
beroep gekomen, ten gevolge waarvan heden een
nieuw getuigenverhoor plaats had. Uit de ver
klaringen van de thans ter terechtzitting ver
schenen getuigen bleek, dat bekl. zicb, in weerwil
van hun ontkentenis, wel degelijk aan het hun
ten laste gelegde feit hadden schuldig gemaakt.
Adv.-gen. mr. Gregory requireerde bevestiging
van het vonnis a quo.
Ter correctioneele terechtzitting der 2e
kamer van het gerechtshof te 's Hage werd Za
terdag in de zaak tegen J. P. uit Bruinisse een
getuigenverhoor gehouden. Nadat 3 getuigen a
charge en 3 a décharge waren gehoord, en de
verdediger, mr. v. Gigch, en de gemachtigde der
civiele partij mr. Pape het woord hadden gevoerd,
werd door den advocaat-gen., mr. Gregory, de
bevestiging gevraagd van het vonnis der recht
bank te Zierikzee van 24 Januari, waarbij de
appellant wegens hoon tot een boete van f 25 en
een schadevergoeding van ƒ40 aan debeleedigde
partij was veroordeeld.
De uitspraak zal op 29 dezer plaats hebben.
buitenland.
Petersburg. Aan het feestmaal ter gele
genheid van den verjaardag van keizer Wilhelm
heeft de czaar in warme woorden gezegd, dat de
vriendschap met den Duitschen keizer hechter is
dan ooit.
(Van 16—24 Maart 1879.)
Middelburg. Ondertrouwd R. van der Klip,
jm. 24 j. met C. S. Bos, jd. 25 j.
BevallenM. A. Ludwich, geb. Pols, z. M. J.
Schouten, geb. Kostense, d. J. Grootjans, geb.
Wattel, d. A. L. Soetens, geb. Braat, d. L. Bos-
schaart, geb. Boone, d. en z. (tweel.) W. A.
Klinge, geb. Bosdijk, z. M. C. Lambert, geb. de
Oude z. W. C. van der Waijen Pieterszen, geb.
Vergouwe, d. (levenl.)
OverledenJ. M. van Velthoven, z. 2J j. A.
Vermeulen, z. 6 j. G. C. Broeke, man van A.
W. Smit 33 j. P. Koeleman, vrouw van S. Vinke,
28 j. T. C. Seeboldt, vrouw van J. A. Emond,
47 j. J. A. Vermaat, man van S. de Keijzer, 40
j. A. A. Varel, man van P. Hekelbeeke, 76 j.
T. de Rijke, wede van J. Gerritsen, 85 j. M. J.
Bourdeau., wede van G. Mes, 72 j. M. A. Bree-
wegen, wede van A. Kommers, 89 j. M. R. J.
Hage, d. 3 m. M. C. van Teijlingen, d. 8 j. en
11 m.
(Van 15—22 Maart 1879.)
Vlissingen. Gehuwd: L. J. Janssen, jm. 23 j.
met A. P. Röndel, id. 24 j.
BevallenG. J. Ballieul, geb. Ureel, z. C. Din-
gemanse, geb. Vogel, d. A. C. Scheurleer, geb.
van Aken, d. L. Stroo, geb. de Rijcke, d. E. van
Ollefen, geb. van Bochove, z. S. de Rijke, geb.
Simonse, d. J. Stroo, geb. Keggez. J. M.
Kleineeder, geb. de Swart, z. (levenl.) E. Harinck,
geb. Valk, z.
Overleden: B. J. Streefkerk, jd. 46 j. S. Wan-
jon, d. 2 w. A. E. van den Bosch, d. 4 j. M. P.
Bos, jd. 54 j. A. Wauters, jd. 64 j. C. Jacobse,
d. 6 j. J. Ie Feber, z. 13 w.
Zierikzee. BevallenE. Sies, geb. Beije, d. P.
de Rijke, geb. van der Voois, z. T. Lokker, geb.
Willemse, d. N. Stamperius, geb. Brandt, z. A.
T. Elenbaas, geb. van Hee, z. C. Ornee, geb.
Verschoor, z. A. P. de Glindt, geb. Bokstal d.
C. Hofman, geb. Proost, d. (levenl.)
Overleden: J. Merle, man van N. Cashoek, 34
j. W. Wetting, vrouw van S. Sies, bijna 67 j.
E. Holtus, d. 4 m.
drukking, door den heer Van Uije Pieterse uit
gesproken, niet weggenomen is; alleen wanneer
de raad goedvinden kon te verklaren, dat hij de
uitspraak van den heer Pieterse niet deelt, zou
hij genegen bevonden worden zijne betrekking
te behouden.
De voorzitter opent de discussie over deze
missive.
De heer Van Uije Pieterse erkent, dat hij beter
gedaan zou hebben, indien hij zijne opinie over
het rapport van den controleur niet had uitge
sproken te meer daar hij dat had kunnen doen,
want het stuk was gericht aan burg. en weth.
en niet bestemd om in het openbaar te worden
voorgelezen. Hij wist niet, dat dit geschieden
zou en heeft zich toen te veel laten leiden door
het financieel belang der gemeente, waardoor hij
gedrongen werd het bekende oordeel te uiten.
Hij verklaart er genoegen in te nemen, dat de
raad verklaart zich nier te kunnen vereenigen
met de gesproken woorden. Ja, hij wil verder
gaan en de uitdrukking, die den controleur zoo
gegriefd heeft, terugnemen, daar hij werkelijk
geen bedoeling gehad heeft dien ambtenaar te
beleedigen, hij zijn aanblijven van te groot belang
pacht voor de gemeente en waarlijk alleen tot
spreken genoopt is door de voorlezing van dit
niet voor openbaarheid bestemde stuk.
De heer Pieterse verlaat de vergadering.
De voorzitter zegt, dat z. i. door den heer
Pieterse op de best mogelijke wijze een einde
'■aan de zaak is gemaakt. Hij oordeelt dat die
zaak hiermede als afgedaan kan worden beschouwd
en stelt voor om zonder verdere discussie, hem
te machtigen, den controleur in kennis te stellen
met de zienswijze van den raad. Zonder hoofde
lijke omvraag wordt dit voorstel met algemeene
stemmen aangenomen.
Op een ingekomen adres van J. Filis, verzoe
kende om p. m. 110 meter gemeentegrond van
de gemeente in koop over te nemen, wordt, na
eenige discussie, besloten afwijzend te beschikken,
op grond dat de gemeente het bedoelde terrein,
door den heer Filis in pacht bezeten, in haar
geheel van hem wenscht over te nemen en daarna,
als de beschoeiing en het terrein in orde gebracht
zijn, dien grond te verkoopen. Dan kan de heer
Filis met anderen om het bezit van den grond
mededingen.
Is ingekomen eene mededeeling van den heer
W. de Kruijff, dat hij zijne benoeming tot lid
der commissie voor het middelbaar onderwijs, en
van den heer A. F. Krahmer, dat hij zijne benoeming
tot lid der commissie voor de leenbank heeft
aangenomen.
Fe voorzitter deelt mede dat van den heer
W. van Kamer, hoofdonderwijzer der school van
on- en minvermogenden, een schrijven is ingeko
men, houdende bericht dat de kweekeling J.
J. de Wolff gedurende het eerste halfjaar 1878
buitengewone diensten heeft verricht en niet ge
durende het eerste kwartaal, zooals abusievelijk
door hem was gemeld. Op voorstel van den
voorzitter wordt besloten, dat aan den bedoelden
kweekeling het dubbele der vroeger toegelegde
belooning zal worden litbetaald.
Nog wordt voorgelezen het rapport van de
commissie voor de financiën, betrekkelijk de
wijziging van de instructie voor den gemeente
ontvanger, waarop vanwege gedep. staten aan
merkingen zijn gemaakt. De conclusie van het
rapport strekt om de belooning van den ontvanger
op f 1600 te behouden en hem, zoolang de
inning der verbruiksbelasting behouden blijft,
vanwege de gemeente tijdelijk een klerk toe te
voegen, die belast zal zijn met de inning der
schoolgelden, op eene belooning van 400. Op
voorstel van den voorzitter wordt de behandeling
aangehouden tot de volgende vergadering.
Eindelijk deelt de voorzitter mede, dat de kas van
den gemeenteontvanger heden is opgenomen en in
allen deele in orde bevonden is en dat een
schrijven ontvangen is van de commissie voor de
leenbank, dat de heer H. Sehoonis tot secretaris
is benoemd.
De openbare vergadering wordt daarna ge
sloten en gaat over in eene met gesloten deuren.
De wetsvoorstellen van den Franschen minister
voor onderwijs om het recht van graden te ver-
leenen te ontnemen aan de vrije (katholieke)
universiteiten en tot reorganisatie van den conseil
supérieur van het hooger onderwijs wekken na
tuurlijk hevige oppositie van clericale zijde. De
fractie, die zich er niet in kan schikken te leven in
en volgens de wetten van de maatschappij, welke
zij zoo gaarne aan hare voeten zag, beweegt
hemel en aarde, en hare bladen steken de zwaarste
trompet tegen de maatregelendie het hooger
onderwijs aan priesterinvloeden zullen onttrekken,
en die aan de clericale leiders der vrije scholen
het recht ontnemen zullen benoembaarheid tot
staatsbetrekkingen te verleenen. De wetten zijn
werkelijk een groote slag voor het Fransehe
clericalismemen moet dat erkennen. De slag
wordt echter volkomen gemotiveerd toegebracht,
en kan slechts als een maatregel van noodweer
worden beschouwd van de republiek, den wettigen
regeeringsvorm, tegen hare vijanden, die geen dag
laten voorbijgaan zonder haar te bestrijden en
haar het recht van bestaan te ontzeggen. Indien
de clericale partij als zoodanig in Frankrijk door
het innemen van een zuiver standpunt sterk wil
worden, moet zij zich losmaken van den legiti-
miteitsdroom en zich gaan bewegen binnen de
grenzen der staatsregeling. Zij ontneemt dan der
republiek het recht om haar te beschouwen en
te bestrijden al3 eene vijandin, die staat buiten
den strijd der partijen, welke de staatsregeling
erkennen. Men zal tegen de onderwijswetten van
den heer Ferry ook een petitionnement op 't getouw
zetten en daardoor trachten de hartstochten wat
aan te wakkeren. Vergeefs echterdat wapsn
is ook elders gebleken te slecht gesmeed te zijn
om scherp te snijden.
De vraag van den terugkeer der kamers naar
Parijs is eene schrede nader tot hare oplossing
gekomen. In de kamer heeft de heer Méline over
deze zaak een rapport uitgebracht, dat tot do
conclusie komt om eene vereenigde zitting der
beide kamers bijeen te roepen ter verandering der
constitutioneele wet, die in art. 9 voorschrijft,
dat de zetel van de uitvoerende macht en van de
beide kamers te Versailles is. De commissie
plaatst zich daarmede op een zuiver, wettelijk
standpunt, waarvan de voorstellers van eene
verandering bij gewone wet waren afgeweken.
Het zal in alle gevallen wenschelijk zijn, dat in
plaats van het tegenwoordige art. 9 eene bepaling
gesteld worde, die het verblijf der kamers onaf
hankelijk make van de willekeur der uitvoerende
macht, die ze bijeenroept. De Temps geeft als
nieuw artikel in overweging: „De zetel der uit
voerende macht en van beide kamers wordt
bepaald bij de wet." De aanneming van het
voorstel schijnt niet twijfelachtig.
Een ander voorstel van eenigszins meer beden-
kelijken aard is door den heer Boysset gedaan.
Het strekt tot opheffing van de onafzetbaarheid
der ambtenaren van de rechterlijke macht voor
de tegenwoordige bekleeders dier posten. Ieder,
die binnen drie maanden niet is bevestigd in zijn
ambt, zal zijne plaats moeten ruimen en de helft
van zijn tractement als pensioen ontvangen, als
hij 50 jaren oud is en 25 jaren dienst heeft. De
tegenwoordige rechters, zegt de memorie van toe
lichting, hebben hun mandaat gekregen van het
keizerrijk, van een regeeringsvorm, die van al
zijne ambtenaren slaafsche onderworpenheid
geheele toewijdingvoortdurendekrachtige
medeplichtigheid vorderde. Alleen wegens dezen
oorsprong moet de rechterlijke macht bevestigd
wordenen kan zij enkel door die bevestiging
wettelijke en constitutioneele macht verwerven
De redeneering schijnt zeer schoon zij heeft
echter ongetwijfeld hare keerzijde. De onafzet
baarheid der rechterlijke macht is een der grootste
waarborgen voor eene onbevangen rechtspraak,
en het schijnt een hoogst gevaarlijk spel de ma
gistratuur te willen doen medegaan met de bewe
gingen der staatkunde in een land, waar men in
deze laatste nog zoo weinig vastheid heeft als
in Frankrijk. Wij kennen voor den rechter slechts
twee eigenschappen, die vereischt zijn kennis en
onkreukbare eerlijkheid. Waar die beide aanwezig
zijn, kan een Bonapartist even goed zijne betrek
king onder de republiek vervullen als de vurigste
republikeinen. Voor eene wet dus, die eene her
ziening van het personeel bedoelt met enkel
staatkundige bedoelingen kan geen aanleiding
zijn, en het zou de rechtszekerheid in Frankrijk
niet vermeerderen, als door de aanneming van
een ontwerp als dit, bleek, dat de rechterlijke
macht afhankelijk is van eene kamermeerderheid.
Prins Gortschakoff heeft eene circulaire aan de
Russische gezanten bij de mogendheden gezonden,
waarin hij het initiatief neemt tot eene nadere
regeling van den chaotischen toestand van Oost
Rumelië. Het kabinet van St. Petersburg, vree-
zende, dat de Christen-bevolking van die provin
cie aan gevaren zou worden blootgesteld na het
vertrek der Russische troepen, stelt aan de on
derteekenaars van het Berlijnsche tractaat voor
den werkkring van de gemengde commissie van
organisatie dezer provincie uit te breiden, haar
mandaat te verlengen tot een jaar na de ontrui
ming door de Russen en gedurende dien tijd eene
gemengde Europeesche bezetting tot hare beschik
king te stellen om de rust te bewaren. De com
missie zou dan de geheele regeering en de ge
heele administratie des lands in handen hebben,
totdat zij hare taak zou hebben volbracht.
Voor een Russisch plan klinkt het zoo kwaad niet.
Ons Kiesstelsel.
Vervolg.)
Laten we veronderstellen, dat het getal onzer
afgevaardigden voor de tweede kamer 80 bedraagt,
waarvan gevoegelijk elk jaar een vierde deel zou
kunnen aftreden. Op eenen bepaalden tijd moeten
dus 20 leden gekozen worden, niet volgens dis
tricten, maar bij stemming over het geheeleland.
Nemen we nog aan, dat b. v. (het getal doet er
niets toe) 180,000 geldige stemmen worden uit
gebracht. Nu zal tot lid der kamer gekozen zijn
wie 180,000*. 20, alzoo 9000 stemmen op zich
vereenigt. Zijn deze 9000 stemmen wellicht ge
deeltelijk uitgebracht in Friesland, gedeeltelijk in
Limburg en voor de rest in Zeeland, dit doet
niets ter zake. Wanneer de stemming plaats
heeft, schrijft ieder kiezer op zijn stembriefje de
namen van hen, wien hij zijn vertrouwen wenscht
te schenken. Bovenaan schrijft hij den naam
van hem, dien hij vóór allen in 's lands raadzaal
wenscht, vervolgens wien hij in de tweede plaats
geschikt acht om als lid der vertegenwoordiging
op te treden, enz. Bij de telling der stemmen
worden eerst alleen de namen genomen, die boven
aan geplaatst zijn. Is nu een naam 9000 maal
geteld, en wordt hij weer op een briefje boven
aan gevonden, zoo wordt hier de naam, die onder
no. 2 voorkomt, aangemerkt, alsof die de boven
ste was. Zijn de eerste namen der 180,000 geldige
stembriefjes geteld, en nemen we aan, dat b. v.
twaalf namen 9000 maal zijn voorgekomen, zoo
zijn twaalf leden reeds gekozen. Nu worden de
namen geteld, welke het tweede geplaatst zijn.
Op die briefjes, waar straks no. 2 geteld werd
.n plaat3 van no. 1, als zijnde deze reeds gekozen,
nmrigtu 1
Vllsslngest 24 Maart. Door de politie alhier
is aangehouden en getransporteerd naar Amster
dam om aldaar ter beschikking van de justitie te
worden gesteld, zekere M. N., die verdacht wordt
zich te hebben schuldig gemaakt aan misbruik
van vertrouwen.
De Haagsche bladen bevatten uitvoerige
verslagen van eene algemeene vergadering van
het Koninklijk Zool. Bot. Genootschap aldaar,
waarin de zaak van een door het bestuur ont
slagen oppertuinman werd behandeld met het
gevolg, dat deze ambtenaar waarschijnlijk wel
weder in dienst zal komen, maar thans het bestuur
zijn ontslag heeft genomen. Het rechtsgevoel der
residentiebewoners schijnt zich in die vergadering
vrij luidruchtig te hebben geuit.
Voor een aan haar op verzoek uitgebracht
advies, is dr. L. Mulder, te 's Hage, onlangs tot
lid der Académie notionale agricole, manufactu-
riére et commerciale te Parijs gekozen, dezer
dagen tot haar eerelid benoemd. (L. Ct.)
Tweede kamer. Ingekomen een ontwerp
tot definitieve vaststelling der begrooting voor
het departement van oorlog en een ontwerp tot
wijziging der vestingbegrooting.
Art. 2 van het wetsontwerp betreffende de
grondbelasting werd aangenomen met 59 tegen
10 stemmen, zooals het door de regeering laat
stelijk is gewijzigd, met aanneming alleen van
het amendement-Bastert betrekkelijk de vrijstelling
van veengronden van hertaxatie. De overige
amendementen werden verworpen. Het gewijzigd
art. 3 werd goedgekeurd.
seeren, en deelde hun ademloos de vreeselijke
tijding mede.
Op eens heerschte de grootste ontsteltenis onder
de jongelieden, die den pony in den steek lieten
en naar de plaats des onheils snelden. De knechts
van de hoeve volgdenmijnheer Horton riep om
brandewijn, in de flauwe hoop van den gevallene
nog bij te kunnen brengen, en verspreidde zoo
doende de tijding ook in huis, waar de dienst
meiden zich naar de kamer van Elisabeth spoedden,
die op dat oogenblik nog bij den schoorsteen
mantel stond en een dierbaar portret aan hare
lippen drukte.
„Jasper," prevelde zij, „mijn Jasper," en staarde
vol liefde op zijn schoon gelaat. Doch op eens
werd zij op ruwe wijze in haar zoete mijmering
gestoord.
„Juffrouw, juffrouw!" gilde de eene ontstelde
vrouwestem na de andere aan hare kamerdeur.
„Wat is er toch!" vroeg Elisabeth, deed ver
schrikt de deur open en vernam in allerlei vormen
de vreeselijke mededeeling, „mijnheer" had den
jongen heer Tyrell vermoord gevonden, de een
zei dat zijn hals afgesneden was, de ander dat
hij aan alle kanten doorschoten was. Elisabeth
kon nauwelijks al die akelige verhalen aanhooren
en vloog bleek en bevende naar beneden, waar
zij bleef staan zonder te weten wat te doen of
te zeggen.
Wordt vervolgd.)
22 Mrt. 's av. 11 u. 37 gr.
23 's morg. 8 u. 33 gr. 's midd. 1 u. 39 gr.
's av. 6 u. 39 gr. 's av. 11 u. 32 gr.
24 's morg. 8 u. 30 gr. 's midd. 1 u. 34 gr,
's av. 6 u. 34 gr.
Bou w en op dijken.
De minister van waterstaat deelt in de meening,
welke de overgroote meerderheid der tweede
kamer in de zitting 1874/75 (over een ontwerp
van den heer Heemskerk) uitsprak, dat intrekking
van het koninklijk decreet van 2 Nov. 181^,
nopens bet bouwen op de dijken of hun glooiingen
wenschelijk, maar het stellen van nieuwe regelen
door den rijkswetgever onnoodig is.
Voor de vaststelling van de politiebepalingen
welke de instandhouding der dijken moeten
waarborgen, is de wetgever aangewezen, die zich
ook tot dusverre niet aan dezen arbeid onttrok.
Immers het bepalen van den afstand, binnen
welken geen werken, waartoe ingraving in het
dijkslichaam noodig is, mogen worden aangelegd;
het stellen der voorwaarden, waaronder die
werken kunnen worden vergundhet maken van
verdere voorzieningen tot het aangegeven doel,
behoort in de eerste plaats, daar zij het recht
bezitten om keuren te maken, tot de taak der
waterschapsbesturen, onder wier beheer de dijken
staan. Zij zijn de naast belanghebbenden, en'er
behoeft geen vrees te bestaan, dat zij niet tegen
handelingen, welke in de eerste plaats gevaar
voor de onder hun beheer staande werken mede
brengen, de noodige waarborgen in het leven
zullen roepen.
Vervolgens is ook voor de instandhouding der
dijken binnen hun gewest door de staten der
betrokken provinciën zorg te dragen. De be
staande provinciale politiereglementen leveren het
voldoend bewijs, dat dit gebied veilig aan den
in deze bevoegden wetgever kan worden over
gelaten. Verslapte hij echter in de vervulling van
zijn taak, of begreep hij die op een met het alge
meen rijksbelang strijdige wijze, er is geen ge
vaar, dat dit belang schade zoude lijden. Het
grondwettig oppertoezicht des konings blijft
daartegen waken, en de rijkswetgever kan, als
dit noodig werd, tusschen beide treden.
Op" deze gronden licht de minister het ontwerp
toe, waarbij het tijdstip van intrekking van het
decreet wordt gesteld op 1 Januari 1881.
Zitting van Zaterdag 22 Maart.
Voorzitter de heer Kleijnhens.
Afwezig de heeren Winkelman, burgemeester,
en De Kruijff.
Nadat de notulen van het verhandelde in do
vorige vergadering zijn gelezen en goedgekeurd,
deelt de voorzitter mede dat bij het dagelijksch
bestuur van den tegenwoordigen pachter van
het koffiehuis de Beurs een aanbieding ontvangen
is, om zijne inschrijving van ƒ458 met f 72 te
verhoogen, en alzoo te brengen op f 530 per jaar.
Burg. en weth. stellen voor om de publieke
inschrijving af te keuren en vragen de machti
ging van den raad om met den tegenwoordigen
pachter eene onderhandsche overeenkomst te
sluiten tot den nu aangeboden huurprijs. Dit
voorstel wordt, zonder hoofdelijke omvraag, met
algemeene stemmen aangenomen.
Vervolgens geschiedt voorlezing eener missive
van den controleur der plaatselijke belastingen,
in antwoord op het raadsbesluit van 10 Maart jl.
Daarin schrijft de heer Schindler, dat het votum,
met algemeene stemmen door den raad uitge
bracht, hem aanleiding gegeven heeft om ernstig
in overweging te nemen om aan die vereerende
uitnoodiging te voldoen. Dat hij dat echter niet
doen kan, omdat daardoor de hem grievende uit