Telegraphische berichten. Ingezonden Stukken Réclames. Handelsberichten. Belgische brieven» Graanmarkten enz. Pryzen van Effecten. zouden genoodzaakt worden in ons nadeel alle bepalingen van het congres zeer getrouw na te komen, terwijl de Bulgaren, hunne Oost-Rume- lische stamgenooten steunende, datzelfde tractaat met voeten treden?" De Bulgaren of liever Rusland door Bulgaarschen mond zou ant woorden: „Het is van ons niet te vergen, dat wij getrouw het tractaat ten gunste der Porte uitvoeren, waar deze zelve zich aan hare ver plichtingen onttrekt." Er is dan weder eene allerliefste verwarring geschapen, die verhinderen kan, dat de Oostersche quaestie vooreerst van het tapijt raakt, wat hoogst te bejammeren zou zijn voor de hooge diplomatie van Europa, die sedert jaren gewoon is hare fijnste knoeipartijen op dit veld van hare werkzaamheden te beproe ven. Of de Porte uit die nieuwe troebelen eenig voordeel zal behalen? Het valt te betwijfelen. Bij iedere nieuwe bespreking der oude quaestie schijnt Turkije voortdurend de kosten van het gelag te zullen moeten betalen. Een der Elzasser afgevaardigden heeft in den Duitschen rijksdag zijne stem laten hooren ten voordeele van een autonomisch bestuur der rijkslanden. De uitgesproken wensch vond een gunstig onthaal bij de regeering, en prins Bis marck verklaarde, dat hij bij den bondsraad de zaak zou steunen. Die zelfregeering, uit Berlijn- sche goedgeefschheid kan echter men begrijpt het niet zonder beperkingen zijnèn wat den aard èn wat den duur betreft zou men eenig voorbehoud maken. Het schijnt ook, dat men het plan koestert onder een of andereu titel een der Duitsche prinsen aan het hoofd van het nieuwe bestuur te plaatsen. Reeds het vorige jaar was er sprake van, dat de kroonprins zich daar in het regeeren zou gaan oefenen; het schijnt echter thans waarschijnlijker, dat deze in de nabijheid zijns vaders zal blijven, die heden 82 jaren oud wordt en uit den aard der zaak een man van den dag is. Wat er ook van komen zal, licht zal het voor Elzas en Lotharingen eenige verbetering in den tegenwoordigen toestand geven. De Zwitsersche stendenraad heeft eergisteren met 27 tegen 15 stemmen beslist, dat de wetge ving der kantons weder de doodstraf moge in voeren. Vroeger waren de kantons gebonden door een artikel der bondsconstitutie, dat hunne wetgevende macht in dit opzicht beperkte. Dat artikel is thans opgeheven althans zoo ook de nationale raad zich daarmede vereenigt. Bestaat er tusschen beide staatslichamen verschil, dan moet eene volksstemming in hoogste ressort uitspraak doen. De zaak heeft reeds sedert langen tijd in Zwitserland aanleiding gegeven tot veel strijd in woord en geschrift, waarin het gansche arsenaal van wapenen der voor- en tegenstanders der dood straf weder leeggeplunderd is. Het is een onder werp, dat reeds in vele landen de gemoederen heeft warm gemaakt, en waarin de meenin gen meestal vooraf bepaald zijn door het punt van uitgang der redeneering. Men hoopt nu op eene verwerping door den nationalen raad en op het oordeel des volks. De wet op de normaalscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen is in de Fransche kamer in tweede lezing aangenomen, nadat er een amende ment in was opgenomen van den heer Beaussire, strekkende om twee aangrenzende departementen te machtigen zich te vereenigen tot het oprichten van zulk eene kweekschool, als de president der republiek daartoe op advies van den raad van toezicht op het onderwijs machtiging wilgeven. De voorname grond van het amendement was, dat verschillende departementen te arm zijn voor de groote uitga ven, aan die inrichtingen verbonden terwijl het misbruik zou verhinderd worden door de vereiachte goedkeuring van den president en het advies van den raad. De heer Paul Bert trachtte de voor gestelde bepaling ongeschonden te redden, doch het baatte hem nietde kamer was overtuigd door de billijkheidsargumenten van den keer Beaussire. binnenland. Vlissingen. In de zitting van den gemeen teraad is eene missive voorgelezen van den con troleur der plaatselijke belastingen, waarin deze zich bereid verklaart aan te blijven, als de raad het gevoelen uitspreekt de grievende uitdrukking door den heer van Uije Pieterse in eene vroegere zitting gebezigd, te betreuren. De heer Pieterse trekt daarop zijne uitdrukking terug, en de voorzitter wordt gemachtigd daarvan den con troleur kennis te geven. buitenland. Londen. Uit de officieele briefwisseling be trekkelijk den Zoeloe-oorlog blijkt dat graaf Chelmsford en sir Bartle den 9en Februari hun ontslag vroegen. De minister van koloniën laakte sir Bartle's politiek tegenover de Zoeloe's, doch meldde tevens dat de regeering in zijn beleid bleef vertrouwenlater verklaarde de minister dat de regeering annexatie niet zou goedkeuren. Brussel, 18 Augustus 1870. Den 18CB Augustus 1870 riep generaal Palikao op de tribune van het Fransche wetgevend lichaam uit, eene toespeling makende op het later onwaar gebleken gerucht, dat 18,000 Pruisen inde steen groeven van Gravelotte waren omgekomen „Als ik wilde spreken, zou Parijs heden avond illumi neeren". Zonder het te weten heeft het hoofd van ons kabinet, de heer Frère Orban, den laatsten president-minister van Napoleon III letterlijk na gevolgd in de discussie over het voorloopig be houd van een Belgisch gezant bij het Vatikaan. Wijzende op de onderhandelingen of besprekingen, die op dit oogenblik plaats hebben tusschen Rome en Brussel, zeide de heer Frère„Wilde ik spreken, dan zouden zelfs mijne tegenstanders (hij sprak van de liberalen, die hem tegenspraken) mij toe juichen". Inderdaad heeft de heer Frère, terwijl hij ont kende de quaestie van vertrouwen te stellen, die werkelijk gesteld, toen hij zeide: „De zaak komt er op neer, M. H., of op dit oogenblik een open baar belang verbonden is aan het behoud van ons gezantschap bij het Vatikaan. Hierin moet ik erkennen, dat gij niet in staat zijt thans uw gevoelen uit te spreken. Wat wij echter doen kunnen, is u de overtuiging geven, dat hoe vast de tegenstanders van het behoud van het gezant schap in hunne meening mogen staan, met welke vastberadenheid zij vroeger geuite meeningen willen handhaven, zij toch zouden gehandeld hebben als wij. Wij kunnen verzekeren en te ken nen geven, dat zelfs zij, zich in onze plaats bevin dende, niet anders hadden kunnen handelen dan wij, zoodra zij niet meer alleen de verantwoor ding voor zich zelve te dragen hebbende, den last der verantwoordelijkheid zouden hebben gevoeld, die drukt op ministers, als zij handelen in naam des lands". De heer Frère Orban kon, zoo sprekende, alleen buitenlandsche diplomatieke pressie op het oog heb ben. En daarin zit de knoop der geheele quaestie. Zijne fout is, dat hij niet gezien heeft, dat die drang zich onvermijdelijk moest openbaren. Eene andere fout heeft de minister-president naar mijn oordeel begaan, toen hij den valscken toestand nog ver lengde en zekere vage beloften deed, waarvan de vervulling niet van hem afhing. Ook toen hij de kamer en het land wilde overtuigen, dat zijne houding thans dezejfde was, als toen hij het behoud van het gezantschap belachelijk noemde. Hoor hem zelf spreken: „Ik moet heden zeggen, dat ik nog geheel en al hetzelfde beginsel verdedig. Heden evenals toen houd ik vol, dat tusschen de geestelijke macht en de leeken-regeering van België niets bij overeenkomst kan te regelen zijn; er kan geen concordaat bestaan; derhalve is er geen onder handeling mogelijk, en werkelijk is er ook geene onderhandeling." Iets verder: „Tot heden toe kan men zeggen, dat het zelfs geene quaestie van vertrouwen is die uitdrukking gaat te ver: de quaestie van vertrouwen zal gesteld worden den dag, wanneer wij, u een resultaat brengende, aan de kamer haar oordeel over ons gedrag zullen vragen. Voor het oogenblik is er slechts eene zaak te doen, dat is iedere oplossing uitstellen; dat wil zeggen: met behoud van ieders persoonlijke mee ning het gezantschap bij het Vatikaan in stand houden." De liberalen beelden zich in, dat de heer Frère Orban van den paus eene verklaring zal verkrij gen, waarin deze de Belgische bisschoppen in hun strijd tegen de wet op het lager onderwijs zijne goedkeuring onthoudt. Zoodra zij zullen over tuigd zijn, dat Rome de bisschoppen zal laten begaan, zonder goedkeuring of afkeuring uit te drukken, zullen er misschien velen zijn, die zelfs aan het besproken voorloopig krediet in de vol gende begrooting van buitenlandsche zaken hunne stem niet meer zullen geven. Ons Kiesstelsel. Sedert eenigen tijd heeft de publieke opinie zich hier en daar bezig gehouden met ons kies stelsel. Er is vóór eenigen tijd eene Vereeniging opgericht, die zich in de eerste plaats ten doel stelt het algemeen stemrecht in ons land te doen invoeren; Van Houten's uittreding uit de liberale partj vond vooral haren grond In den onwil van het ministerie-Kappeijne om zijne medewerking te verleenen tot verbetering en uitbreiding van het stemrecht. Nu de aanneming der wet op het lager onderwijs een feit geworden is, is het niet on waarschijnlijk, dat de strijd om algemeen stemrecht meer en meer op den voorgrond zal geraken. Er vertoonen zich te dezen aanzien teekenen, dat velen onder het volk niet langer met onze tegenwoordige kieswet tevreden zijn. De meerderheid onzer vertegenwoordigers denkt er, wel is waar, anders over, en de minister kon den heer Van Houten met waarheid toevoegen, dat diens verlangen door niemand in de kamer gedeeld werd. Echter is de veronderstelling niet te ge waagd, dat menig lid der tweede kamer het „zalig de bezitters" indachtig zij geweest. Het bezit van hun mandaat zal velen tevreden hebben doen zijn met den tegenwoordigen toestand, en 't was waarlijk ook niet weinig van hen gevergd, zeiven voor hun ontslag te stemmen, dat bij eene andere, meer billijke, regeling der verkiezingen ongetwijfeld aan een groot getal leden zou wor den uitgereikt. De afwending van dergelijke ramp zal voor velen geene bijbedoeling, maar wel degelijk het hoofddoel van hunne houding zijn geweest. Willen de vóorstanders van alge meen stemrecht, tot welke schrijver dezes zich rekent, alzoo te eeniger tijd hun wensch vervuld zien, dan zal het noodig zijn de zaak geheel en al tot eene volksquaestie te maken. Immers, aan hun verlangen kan niet voldaan worden zonder grondwetsherziening, waartoe tweederden van de stemmen in de kamers gevorderd worden. Dit artikel stelt zich daarom in de eerste plaats ten doel het gevoelen te vernemen van Jde redac tie en misschien van anderen omtrent dit onder werp. Ten tweede zal ik trachten te bewijzen, dat het stemrecht volgens eenen census willekeurig en onrechtvaardig is. Ten derde zal ik trachten aan te toonen, hoeveel onbillijks en verkeerds er gelegen is in de verdeeling van ons land in kiesdistricten. Ten laatste zal ik de hoofdtrekken aangeven van het kiesstelsel van Harenaar mijne bescheidene meening het eerlijkste en beste voor een consti tutioneel volk als het onze. Vele lezers der Middelburgsche courant zijn zeker bekend met dit stelsel, doch ik wenschte dat het algemeen ge kend ware, opdat door bespreking zijne voor- en nadeelen zoo duidelijk mogelijk aan het licht traden. Ik heb beweerd, dat een census onbillijk en willekeurig is. Ik geloof, dat wij het bewijs hiervoor niet ver behoeven te zoeken. We zien een groot deel van ons volk bestuurd worden, we zien het de eene belasting vóór, de andere na opleggen, zonder dat ooit zijne goed- of af keuring wordt gevraagd. Zij, die niet stemge rechtigd zijn, en dezen zijn talrijk, hebben evenveel aandeel in het bestuur van hun vaderland als waren ze vreemdelingen. Zijn ze daarvoor ook vrijgesteld van belastingen? Volstrekt niet, alleen betalen ze minder of in het geheel niet in de directe belastingen. Voor het meerdere, dat anderen betalen, genieten deze trouwens aanzienlijke voor deden. Werden alleen directe belastingen gehe ven, zoo ware een census m. i. nog bepaald te verwerpen, veel meer echter, nu de directe slechts het kleinste deel der belastingen uitmaken Menig een betaalt veel meer belastingindirecte en directe saamgenomen, dan zijn buurman, en toch is deze kiezer, en mag gene toezien, hoe anderen over de algemeene belangen beschikken. Waar zoo velen een recht onthouden wordt, dat anderen landgenooten genietendaar wordt bij hen 't bewustzijn ook niet levendiger van hunne ver plichtingen jegens het gemeenschappelijke vader land. Bij velen wekt de sociale quaestie bezorgdheid. Onze Oostelijke naburen stellen hunne hoop op uitzonderingswetten. In ons vrijer land moest men, vóór het gevaar daar is, zichzelven afvragen, of er misschien grieven weg te nemen zijnIk beweer, dat er verschillende bestaan, en door het volk gevoeld worden. Het is hier de plaats niet, die grieven nader te behandelen; genoeg, dat de uitsluiting van een deel des volks van het kies recht eene voortdurende aanleiding is tot onte vredenheid. Nu onze kiesdistricten. Laten we aannemen, dat in een district twee candidaten tegenover elkaar staan, een van de grijze partij en een van de gele. Op den eersten worden 700 stemmen uitgebracht, op den gele de overige 650. De candidaat der grijzen wordt alzoo naar de kamers gezonden, en de 650 stemmen der gelen, die hem niet willen, zijn van volstrekt geen invloed op den gang der zaken. Alles zou hetzelfde blijven, indien alle 1350 kiezers tot de grijzen hadden behoord. Nu kan het zijn, dat tegen de 650 stemmen der gelen van dit éene district de stem men opwegen, die elders worden uitgebracht op eenen grijzen candidaat, welke in de minderheid blijft, 't Is waar, het kan gebeuren, dat voor alle partijen naar verhouding ongeveer evenveel stemmen verloren gaan, doch zulk geval behoort zeker tot de uitzonderingen. Eene partij, waar toe slechts eene minderheid des volks behoort, is al licht over verschillende gedeelten des lands verspreid, heeft vaak in vele districten eene grootere of kleinere minderheiden kan misschien op enkele plaatsen, wellicht nergens, aan de stembus de overwinning behalen. Hiervan komt het, dat dikwerf mannen van naam, die het geheele land door hunne aanhangers tellen, toch niet gekozen kunnen worden, terwijl zij, die door hun ambt of door hunne positie eene locale populariteit ge nieten, en daarbij gesteund worden door invloed rijke vrienden en bloedverwanten, niet zelden geroepen worden, in de kamer de rechten des volks te verdedigen en zijne belangen te behartigen, zonder dat ze in de verste verte berekend zijn voor deze, zoo gewichtige taak. 't Is bekend tot welke middelen en middeltjes men soms zijne toevlucht neemt om een candidaat de meerderheid te bezorgen; Henri van Meerbeke heeft het reeds vóór jaren naar waarheid geschetst in zijn werk Zoo wordt men lid van de Tweede Kamer. Gebeurt het een enkelen keer, dat iemand den koninklijken weg bewandelt, niet bij vrienden en vriendjes aanklopt, maar zichzelven candidaat stelt, en in duidelijke woorden zegt, wat men van hem te wachten heeft, zoo wordt dit optreden door de dagbladen als iets ongewoons afgekeurd, mede gedeeld als eene curiositeit. "We hebben dit onlangs nog gezien, toen een burgemeester uit Friesland zich candidaat stelde. Ook de Middelburg sche courant vond het te erg. Nog is er eene grief tegen de kiesdistricten, nl. dat de indeeling bijna altijd ten goede komt aan de partij, die oogenblikkelijk de bovendrijvende is. We weten, hoe handig, hoe oneerlijk vaak wordt omgesprongen met de schaar, die de dis tricten knipt. Alles saamgenomen, is het, dunkt mij, duidelijk, dat de stemming volgens districten, zooals die thans geregeld is, onbillijk is en aanleiding geeft tot politieke knoeierijen, dat de tweede kamer niet kan geacht worden de Nederlandsche natie te vertegenwoordigen. Kon dit anders zijn Is er een stelsel denkbaar, dat eene vertegenwoor diging in het leven zou roepen, die de wezenlijke uitdrukking zou zijn van den volkswil, die persoonlijke consideraties zou doen verdwijnenf althans sterk verminderen, die het openbaar leven in ons land zou doen toenemen? Dit zullen we nog even zien in een volgend artikel. Wordt vervolgd Mijnheer de redacteur, in het in uwe courant geresumeerd verslag der schoolcommissie wordt ten aanzien der niet-aanneming van eenige voor die commissie gedane benoemingen gezegd: „Het schijnt dat de toestand van overgang, waarin wij op het gebied van onderwijs verkeeren, tenge volge van de wet van 17 Aug. des vorigen jaars, vélen weerhoudt eene werkzaamheid op zich te nemen, welker omvang nog niet juist is afge bakend." Deze phrase te deftig om nog eenige gedachte aan k o r t s w ij 1 te gedoogen had men in 't verslag waarlijk liever moeten weglaten. Zij geeft blijk óf van grenzelooze naïeveteit óf van iets anders, dat men, met eene zachtere uitdrukking, pleegt te noemen: „knollen voor citroenen verkoopen." De oorzaak der niet-aanneming van gedane benoemingen tot lid der schoolcommissie „schijnt" niet gezocht te moeten worden in het tegenwoor dige of in de toekomst, maar altijd nog in het verleden. Zou de tegenwoordige schoolcom missie dat werkelijk niet weten of bevroeden A. (Prijs der plaatsing 30 cent per regel.) GENT. Oogziekten Dr. VAN DUIJSE Prudens- zoon, Oogmeester, Nederkouter 67 te Gent.Koste- looze raadpleging voor ooglijders, Maan- Woens- en Vrijdagen, van 8 tot 10 uren. Bergeb op Zoom, 22 Maart. Boter per stuk f 0.92*, per kilo f 0.70. Eieren per 26 f 0.82*. Amsterdam, 21 Maart. 22 Maart. STAATSLEENINGEN, Wederl. Cert. N. W. Sch. 2$ pet. dito dito dito. 3 dito dito dito. 4 België. Certificaten2* Frankrijk. Origin. Inschr. 3 Hongarije. Obl. Goudleen. 5 Italië. Cert. Adm. Amsterd. 5 Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 dito Febr.-Aug. 5 dito Jan.-Juli.5 dito April-Oct. dito dito Goud 4 5'olen. Obl. Schatkist 1844. 4 Portug. Obl. Btl. 1853/1869. 3 dito dito 1876. 6 Rusland. Obl. Hope C. 1798/18155 Cert. Inschr. 5e Serie 1854. 5 dito dito 6e 1855. 5 Obligatiën 18625 dito 1864 ƒ1000 5 dito 1864 1005 dito 1877 dito5 dito Oostersche le serie 5 dito 1872 gecons. dito. 5 dito 1873 gecons. dito. 5 dito 1850 le Leening dito. 4* dito 1860 26 Leening dito. 4* dito 1875 gecons. dito 4:1 Cert. Hope C" 1840 4 dito 2e, 3e 4e Leen. 1842/44. 4 Obligatie-Leening 1867/69. 4 dito dito 1859 3 Cert. van Bank-Assign. 6 Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 dito dito 1876 2 dito Binnenl. Es. 5000-10000 1 dito dito 1876 2 Turkije. Obl. Alg. Sch. 1865 5 dito dito 1869 6 Egypte. Obl. Leening 1876 6 Spoorw. dito 1876 5 Vereen. Staten. Obl. 1876 4* dito dito 1871 5 dito dito 1861 6 Brazilië. Obl. Londen 1865 5 dito Leening 1875 5 INDUSTRIEEL E EN FIN AN ONDERNEMINGEN. Wederl. Afr. Hand.-V. Obl. 5 Ned. Hand.-Maatsch. aand. rescontre5 Ned. Ind. Handelsb. Aand. Stoomvaartm. Java Obl. 5 dito Zeeland Obl5 dito gegarand. dito4* Buitsckland. Cert. Rijks bank Adm. Amsterdam. Oostenrijk. Aand. Nat. B. SPOORWEG-LEEN] Weder land. Maats. t.Expl. St.-Spw. Aand Ned. Ind. Spoorw. Aand. Ned. Rijn-spw.volgef. Aand. N.-Brab. Boxt. Obl. 1875. 5 dito dito 2e Hypoth. Hongarije. Theiss.Sp. Obl. 5 Italië. Zuid-Ital. Spw. Obl. 3 Polen. Wars.-Bromb. Aand. Warschau-Weenen dito. Rusland. Gr. Sp.-Maats. Aand5 dito Hypoth. Obligatiën. 4* dito dito dito 4 Baltische Spoorweg Aand. 3 641 641 9 9 9 9 9 9 i) ij 9 ft t) r> 9 9 u n 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 761 76* 98* 98 58 58 54^ 54 vs 54* 54 f* 55* 55 541 54 651 77* 77 51 51* 96* 96* 96 951 55* 55* 76* 761 83 83 901 90* 88 87* 88 js 87 n 54** 54** 84 83* 84j 84* 84* 84 83^ 83 77 rs 76f| 57* 75* 75* 61 141 141 33* 34 30* ion 101 11* 441 43* 102* 102* 102* 1021 91* 86* CIEELE pet. 100} 9 102* 102 9 9 9 9 98* 9 9 113* 113} INGEK. pet. 9 1071 9 9 61* 60* 9 16 9 741 72* 9 481 48} 9 51* 9 53* 54 9 114* 114* 9 89 9 80* 9 47 47}

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2