I eiegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten,
Marine en leger.
Landbouw.
Kunstnieuws.
Rechtszaken.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Burgerlijke stand.
volkomen gerust kunnen zijn. Dat de termijn
van 60 dagen wel wat kort was, was ook der
commissie voorgekomen. Dit nam echter niet weg,
dat de leening opeischbaar was, dat de band ge
broken was, en dai de obligatiehouders nu vrij
waren om te handelen. Toch meende hij te
moeten aanraden dien band nog als bestaande te
beschouwen. Men kan met vertrouwen de zaak
tegemoet zien. Overijlde stappen kunnen veel
nadeel doen. Het werk der commissie was thans
afgeloopen, en zij wenschte haar taak thans, onder
dankbetuiging voor het in haar gestelde vertrou
wen, neder te leggen.
De heer A. C. Wertheim bracht eerst de om.
standighedenwaaronderen het doel waarmede
de leening was aangegaan, om namelijk een groot
nationaal belang te bevorderen, onder het oog.
Hiermede dient rekening te worden gehouden en
dit moet een belangrijke consideratie zijn, om niet
overijlend te werk te gaan met het opeischen van
het kapitaal.
De erfenis daarenboven is intact en ook de
zaak der maatschappij gaat belangrijk vooruit-
Hij wenschte daarom dat deze heeren hun man
daat behielden en dat zij door een votum van
vertrouwen der vergadering voortgingen de zaak
spoedig tot een goed einde te brengen. Ook zou
hij dan aan die heeren het recht van assumtie
willen geven, als zij dit noodig mochten oordeelen.
Nadat de heer de Marez Oijens den wensch
had te kennen gegeven dat het besluit der ver
gadering tot prolongatie van het mandaat aan
de heeren Wurfbain en Jolles de obligatiehonders
niet zou binden, door de vertegenwoordigde obli-
gatiën niet in het protocol der vergadering op te
nemen (waartegen de rechtskundige raadsman,
prof. T. M. C. Asser, geen bezwaar had), werd de
volgende motie van den heer Wertheim met
algemeene stemmen aangenomen:
„De vergadering noodigt de heeren A. L.Wurf
bain en J. A. Jolles jr. uit, in het belang der
obligatiehouders hun mandaat voort te zetten,
met inachtneming van den grondslag bij den
borgtocht van 1876 aangewezen, en met het recht
zich uit de belanghebbenden zoodanige medeleden
te assumeeren als hun tot het voortzetten van
hun mandaat nuttig voorkomen." (N. R. Ct
schoolopzieners. Benoemd tot schoolopziener
in het 1" schooldistrict van Zuid-Holland C. L,
Walther.
pensioenen. Pensioen verleend aan A. J. van
Hinkel, commies bij de algemeene rekenkamer, 1
ten bedrage van f 1472 en aan C. A. Cloete, wed.
van mr. J W. Keiser, in leven hypotheek-bewaar
der, ad f 1842 'sjaars.
De officier van gezondheid l1 ld. H. L. Reeder
wordt, met 1 April a.geplaatst bij het hospitaal
der marine te Willemsoord.
De commissie tot het besturen van tuinbouw
tentoonstellingen in het Paleis voor Volksvlijt te
Amsterdam, heeft in hare vergadering van 14
Maart besloten de tuinbouw-tentoonstelling, die
van 49 April e. k gehouden zou zijn, uit te
stellen. Zij zal nu gehouden worden van Don
derdag 24 tot Maandag 28 April a.
Wegens dit uitstel zijn de volgende wijzigingen
in het programma gemaakt:
Art. 4. Opgaven van in te zenden voorwerpen
moeten gedaan worden vóór of op 5 April.
Inzending der voorwerpen op 22 April.
7. Bijeenkomst der jury op 23 April.
12. Terughaling der Voorwerpen op 29 April.
Aan de kweekschool voor zeevaart te Lei-
zoon, een torschen, zwaargebouwden jongen man
van een en twintig jaar, die nu binnen kwam.
„Wel, zijt gij gereed om van morgen schaatsen
te rijden, Bob?"
„De vijver zal eerst geveegd moeten worden,"
antwoordde Bob. „Goeden morgen Lissa," sprak
hij, zijn mooie nicht aanziende.
„Goeden morgen Bob" antwoordde zij vrien
delijk. „Is Dick al klaar?" vroeg de pachter.
„Die komt altijd het laatst
„Hij zal zoo komen," zei Bob; maar daar mr.
Horton gedaan had met ontbijten stond hij van
tafel op.
„Gij bederft hen Lissa, met op hen te wachten.
Toen mijn vader leefde werd het ontbijt klokslag
negen uur weggeruimd en wie dan nog niet ont
beten had, kreeg niets."
„Wij zijn dus sedert in beschaving vooruitge
gaan, zooals gij ziet, vader," zei Hal, van zijn
bord opziende „Lissa geef mij asjeblieft nog een
kopje thee."
„Wacht even tot Dick thee gehad heeft," ant
woordde Lissa, in den trekpot ziende.
„Laat Dick naar de maan loopen," zei Hal;
„Beste jongen gij moet toch wachten," zei Eli
sabeth met groote deftigheid.
Daarop sprong Hal van tafel op, snelde de
kamer uit en begon zoo hard hij kon in den
gang te gillen„Dick, Dick" „O, die jongen", zei
Elisabeth en hield hare ooren dicht.
den zal op Maandag 31 dezer, 's morgens 10 uur,
eene keuring plaats hebben van jongens, die eene
verbintenis in 's rijks zeedienst wenschen aan te
gaan.
Aan de tweede kamer is een adres gericht door
een aantal schilders, waarin deze verklaren met
bijzondere belangstelling kennis te hebben genomen
van het wetsontwerp tot regeling van het auteurs
recht, waarbij den auteur en zijn rechtverkrijgen
den het recht wordt toegekend om geschriften,
plaat-, kaart-, muziek-, tooneelwerken en monde
linge voordrachten door den druk gemeen te
maken, alsmede om muziek- en tooneelwerken in
het openbaar uit of op te voeren, maar niet
zonder groote bevreemding te hebben opgemerkt,
dat de regeering alleen de rechten van schrijvers,
componisten en vervaardigers van tooneelstukken
heeft gewaarborgd, maar daarbij de beeldende
kunsten, die in de rij der kunsten zeker niet de
minst glansrijke plaats innemen, ten eenenmale
is voorbijgegaan.
Donderdag heeft het gerechtshof te 's Hertogen
bosch uitspraak gedaan, in de zaak tegen W. G. H.
de B., oud 26 jaren, fabrieksarbeider te Bergen
op Zoom; hem schuldig verklaard aana diefstal
bij nacht in een bewoond huis, en b diefstal bij
nacht in de aanhoorigheid van een bewoond
huis, met behulp van inklimming, beide gepleegd
na voorafgaande veroordeeling tot celstraf van
langer dan zes maanden, en hem veroordeeld tot
18 maanden celstraf.
Bij vonnis van den krijgsraad te 's Herto
genbosch, uitgesproken den 13-n dezer, is C. T.,
huzaar bij het 2e reg. huzaren, vervallen verklaard
van den militairen stand en veroordeeld tot éen
jaar kruiwagenstraf, wegens diefstal gepleegd ten
nadeele van een kameraad in de chambrée tevens
is A. S., huzaar bij het 36 reg. huzaren, veroor
deeld tot dertig dagen detentie en het gemis dei-
kokarde gedurende zes maanden, wegens eerste
desertie in tijd van vrede en het verkoopen van
kleine monteeringstukken.
In het in ons vorig nomrner per telegraaf
hoofdzakelijk reeds medegedeelde vonnis der
rechtbank te Amsterdam tegen de suiker-make
aars Ledeboer en Dudok de Wit wordt aange.
nomen, datde monstervervalsching wel, de lastgeving
van beklaagden daartoe niet, doch hunne weten
schap daarvan niettegenstaande hunne ontkentenis
wel is bewezen. Zoowel door de geldelijke voor-
deelen als door de hooge töi-aye-verschillen in
éen richting moesten de beklaagden tot de
wetenschap komen, dat er monster-vervalsching
geschiedde. Dit, gevoegd bij de herhaalde waar
schuwingen aan beklaagden omtrent onregelmatig
heden met monsters, bij de zinspelingen, door
verschillende getuigen omtrent waarschijnlijke
kwade trouw, geeft aan de rechtbank de over
tuiging, dat de bewering van beklaagden, dat zij
geen kennis ervan hadden, als onaannemelijk moet
worden beschouwd, en dat zij de wetenschap der
vervalsching hadden met het bedriegelijk oogmerk,
de koopers te doen gelooven, dat de partijen
hooger suikergehalte hadden dan in werkelijkheid
het geval was, hetgeen het voortgezet wanbedrijf
van bedriegelijke oplichting uitmaakt. Redenen
waarom de rechtbank beklaagden veroordeelde
ieder tot eene cellulaire gevangenisstraf voor den
tijd van twee jaren en eene boete van f 1500.
De advokaat mr. J. W. Tijdeman, heeft namens
de veroordeelden geappelleerd.
Per telegraaf wordt uit Amsterdam aan het
Utr. DU. gemeld, dat de heeren de Wit en
Ledeboer gisteren avond zijn gearresteerd.
„Houd op met dat lawaai, Hal", riep mr. Hor
ton, die hem gevolgd was, pakte hem in het voor
bijgaan even bij de schouders en schudde hem
gekscherend door elkaar. „Zoo, zijt gij daar
eindelijk, mijnheer," vervolgde hij tot een langen
jongen man, die op dat oogenblik op zijn pan
toffels de trap afkwam. „Waarom maakt ge
zoon helschleven, Hal vroeg Richard,de oudste
zoon van den pachter, eenigszins knorrig.
„Omdat Lissa mij geen tweeden kop thee wil
geven voordat gij er zijt," antwoordde Hal open
hartig.
„Wel dat is heel braaf van Lissa," zei Richard,
naar zijn nicht toegaande en haar de hand toe
stekende.
„Goeden morgen Lissa, dankje wel," zei hij.
„Maar het staat u heel leelijk om zoo laat te
komen," zei Elisabeth, een oogenblik haar hand
in de zijne leggende. „Oom is al klaar, zooals gij
ziet, Dick."
„Nu dat kan mij niet schelen, zoolang als gij
op mij wacht," antwoordde de jonge Horton en
zag haar veelbeteekenend aan.
„Ik moet wel," zei Elisabeth schouderophalend
en Richard Horton fronste de wenkbrauwen terwijl
zij sprak.
„Gij moet volstrekt niet," merkte hij vrij
nurks aan. „Als het u verveelt kunt gij immers
heengaan.'
„Kom wees niet zoo dwaas en eet wat," zei
De tooneelvoorstelling die gisteren avond door
de rederijkerskamer Aurora uit Goes, voor de
vereeniging Uit het Volkvoor het Volk, alhier
gegeven werd, had een talrijk publiek naar het
Schuttershof gelokt. In de eerste plaats werd
opgevoerd het drama de Werkman, voorts de
karakterschets Doctor Robin en ten slotte het
blijspel de Dochter van den Barbier.
De medewerkers, zoo dames als heeren, kweten
zich uitstekend van hunne taak en verschaften
de aanwezigen, die dit door herhaalde bijvalsbe
tuigingen te kennen gaven, een genotvollen
avond. De dank, zoowel van allen die kunstge
not op prijs stellen, als van hen die de pogingen
der vereeniging Uit het Volkvoor het Volk, tot
veredeling van het volksvermaak, ondersteuning
waardig achten, is aan Aurora verzekerd voor
haar geheel belangeloos en verdienstelijk streven,
om ook hare talenten aan dit goede doel dienst
baar te maken.
De brand aan boord van het stoomschip
Koning der Nederlanden is het eerst ontdekt door
de wacht aan het havenkantoor te Nieüwediep.
Dadelijk zond daarop de havenmeester, de heer
Rosenthal, een boodschap naar het wachtschip om
assistentie, en inmiddels ijlde hij zelf naar het
stoomschip en was de eerste om maatregelen te
nemen. In een oogwenk was de brandspuit van
den torpedo-dienst en die van een der oorlog
schepen, en ook de stoombrandspuit van de
marinewerf, benevens een paar gemeente-brand
spuiten bij het bedreigde schip.
Volgens bericht van de Maatschappij Nederland
was de passagiers-bagage voor de Koning der
Nederlanden nog in het pakhuis, zoodat die geen
schade geleden heeft.
Te Rotterdam is Zaterdag avond een moord
gepleegd, waarvan de N. R. Ct. van heden de af
schuwelijke bijzonderheden bevat. De dader is
Hubrecht de Jonge, bijgenaamd Jan Kastanje,
polderwerker, geboren te Baarland in Zeeland,
oud 37 jaren. Het slachtoffer heet Johanna
Termijn, oud 45 jaren, gehuwd met zekeren
Groeneweg, die haar vóór vele jaren verlaten
had. Zij leefde tot voor een paar maanden ge
durende zeven jaren in onwettige verbintenis met
den moordenaar. De aanleiding tot den moord,
die met een oud aardappelmesje gepleegd is,
schijnt geweest te zijn minnenijd, waarbij echter
ook een zonderlinge vermenging van godsdienstige
begripsverwarring en bijgeloof eene rol gespeeld
schijnt te hebben.
Te Amsterdam is op 62jarigen leeftijd over
leden mr. Abraham de Vries, een man van groote
kunde, oud-lid van den gemeenteraad enderprov.
staten, raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam.
De eerste kabel-sleepstoomboot voor de
vaart op den Rijn, Hector genaamd, is te Rotterdam
aangekomen. De ander, Hercules, wordt in de
volgende week verwacht. Woensdag wordt be
gonnen met het leggen van den kabel.
Naar de Prov. Gr. ct. verneemt, is door den
raad van toezicht en discipline der orde van ad
vocaten te Groningen een onderzoek ingesteld
naar aanleiding van het ingezonden stuk, vóór
eenigeu tijd in dat blad opgenomen, waarin be
weerd werd dat een advocaat eene arme weduwe
f 18.46 salaris had laten betalen voor bemoeiingen
ter zake van eene vordering van weinig hooger
bedrag, door hem geïnd van den boer, bij wien
de dochter dier weduwe had gediend.
Uit een particulieren brief uit Egypte, ge-
séhreven tijdens den val van Nubar als minister,
deelt een Engelsch blad het volgende mede, dat
wel geen commentaar behoeft
De zaken zijn hier vrij wel in de war, doch
spoedig zullen wij den afloop hooren. Het schijnt
een tweestrijd te zijn tusschen Nubar en den khe-
dive, en de gehouden demonstratie is door den
khedive zeiven gekweekt om Nubars positie on-
Elisabeth. „Hier is uw thee, Dick. Ik verzeker
u dat het mijn bedoeling niet was u te belee-
digen." „Gij kondt toch wel wat beleefder zijn-,
zou ik denken," zei Richard nog altijd gemelijk.
„Wees nu beleefd tegen mij, Lissa, en geef me
nog een kopje thee, nu gij de sterke er voor
Dick algeschonken hebt," zei Hal.
Elisabeth haalde opnieuw de schouders op en
voldeed aan zijn verzoek, want Hal was haar
lieveling onder „de jongens" zooals ze hen nog
altijd noemde, ofschoon haar oudste neef Richard
Horton dien naam niet precies meer verdiende.
Hij was een heel forsche, breedgeschouderde,
knappe man, met een donker gelaat, zwarte oogen
en regelmatige trekken. Hij liep evenwel erg
voorover, hetgeen zeer ten nadeele was van zijn
anders flinke gestalte. Bob, de tweede, was ook
een knap mensch en Hal, of Harry, de jongste, was
een bijzonder mooie knaap. Men kon in alle drie
eenige familiegelijkenis vinden met Elisabeth
Gordon, maar de uitdrukking van haar gelaat
was geheel verschillend van die harer neven. Die
was veel verstandiger en zachter en ofschoon zij
bijna haar geheele leven te Wendell West-House
had doorgebracht, scheen zij tot een beschaafder
stand te hooren dan deze.
„Als ik op den vijver een baan laat vegen, wilt
gij dan van morgen gaan schaatsenrijden Lissa
zei Richard, „ik weet zeker dat het ijs sterk ge
noeg is." (Wordt vervolgd
houdbaar te maken, om hem kwijt te raken en
dan een zijner eigen handlangers in zijne plaats te
stellen of zelf de teugels in handen te nemen.
Het gebeurde heeft mij versterkt in de reeds
opgevatte meening, dat de tegenwoordige staat
van zaken hier onmogelijk is. Het land weet
niet tot wien het zich wenden moet, tot den onder
koning of tot het ministerie. Het laatste heeft
geene werkelijke macht, en de eerste is het mid
delpunt van voortdurende intriges en oppositie
tegen het ministerie. Vroeger of later moet de
khedive weg of moet hij de absolute macht weer
in handen krijgen. In het laatste geval zullen de
hoogere Europeesche ambtenaren hem beleefd
groeten en heengaan. Iedere vonk, die valt in
de thans zeer ontvlambare gemoederen, kan alles
in brand steken, en aan vonken geen gebrek.
Veel godsdienstige dweperij schijnt er niet te zijn
ddfch de financieele druk heeft alle klassen des
volks ontevreden gemaakt, en daar de gouverneurs
van de provinciën en de ambtenaren aldaar alle
de oude dienaars van den khedive zijn, is er geene
kans om de gemoederen tot rust te brengen en
de menschen te overreden om met de nieuwe
administratie tevreden te zijn. Het schijnt haast
boven allen twijfel, dat eindelijk de khedive zal
heengaan, en men is met recht nieuwsgierig of
dat zonder bloedstorten zal alloopen. Dan moet
óf zijn oudste zoon hem opvolgen als titulair
onderkoning, of er moet eene Fransch-Engelsche
bezetting komen. Intusschen blijft alles in de
war. Het vloeit hier over van intriges van iederen
aard, en de gansche stad is eivol complotten en
tegencomplotten. Het kan niet lang meer duren.
De heer Wilson gedroeg zich hier koelbloedig en
goed en heeft flink zijn standpunt ingenomen als
minister en als vertegenwoordiger van Engeland,
en er schijnt geen twijfel te zijn, of hij zal wat
er ook voorkomt, ertegen opgewassen zijn door
handigheid en energie. De Fransche vertegen
woordiger werkt goed met hem samen. Alle andere
nationaliteiten, behalve de Armeniërs, zijn tegen
hen.
Men herinnert zich, dat de koning van Bir-
mah onlangs een tachtigtal van zijne familieleden
heeft laten om hals brengen. De Engelschen
schijnen dergelijke tafereelen in de nabijheid hun
ner grenzen niet te willen dulden en trekken op
die grenzen troepen samen om bij den koning een
heilzamen schrik op te wekken en hem tot inkeer
te brengen. In hoever dat gelukken zal leide
men af uit een telegram, Zaterdag door de Daily
News ontvangen, waarin gezegd wordt„Theebau,
de koning van Birmah, is gek van dronkenschap
en angst."
Reeds Horatius zeide ons, dat de wil te prijzen
blijft, ook al ontbreken de krachten om dien te
volvoeren. Dat kwam ous in de gedachten, toen
wij lazen, „dat zijne hoogheid Prins Hermann van
Saksen Weimar aan het Militaire-Invalieden-Fonds
genadiglijk 25 Mark had gezonden, voor welke
het bestuur zich verplicht acht zijnen meest eer
biedigen dank uit te spreken." Het is te hopen,
voegt een Engelsch blad, aan andere afmetingen
van weldadigheid gewend, erbij, dat de courant
deze dankzegging om niet plaatst.
binnenland.
Tweede S.amer. De beraadslaging werd
aangevangen over het wetsontwerp tot herziening
van de belastbare opbrengst der ongebouwde
eigendommen.
De heeren Vening Meinesz en SaaymanS Vader,
uitgaande van de stelling dat de grondlast een
fixum is, betoogden, de onbillijkheid eener pere
quatie, voor zoover daardoor de vermeerdering
van het kapitaal getroffen wordt ten nadeele der
eigenaren die hun grond verwaarloosden. De
heer Meinesz wil naast de gefixeerde grondbelas
ting een personeelen last voor het vruchtgenot
uit den grond. De heer Vader wil voorafgaande
herziening van het kadaster.
Het beginsel der evenredigmaking, mits daaraan
geen verhooging der grondbelasting verbonden
zij, werd verdedigd door den heer de Jong. Ook
de heer Oorver Hooft stemde met het beginsel
in, maar bestreed de wijze van toepassing.
's Gravenliage. De muziek van Dunkier
blijft eigendom van het regiment grenadiers en
jagers.
buitenland.
Parijs. Ook de ministers van 16 Mei hebben
bij den president Grévy een protest ingediend
tegen de motte der kamer.
Weenen. Te Szegedin zijn tot nu toe 8200
huizen ingestort en 1900 menschen omgekomen
23000 vluchtelingen zijn naar elders vervoerd.
De keizer is heden aldaar aangekomen.
Den 18en dezer zal te Bergen op Zoom worden
aanbesteed het éénjarig onderhoud van de kazerne
gebouwen enz. aldaar, onder het beheer der genie
te Dordrecht.
(Van 9—16 Maart 1879.)
Middelburg. Gehuwd: P.dePagter, wedr.40 j.
met F. Brouwer, gescb. vrouw 34 j. A. BrantS)
jm. 39 j. met G. Joosse, jd. 21 j. P. J. Le Due,
jm. 25 j. met A. C. Euijer, jd. 23 j.
Bevallen: M. C. Leijdekkers, geb. Langeveld,z.
M. J. den Hollander, geb. Bostelaar, d. W, Wou-