m 62.
122e Jaargang.
1879.
Vrijdag
14 Maart.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Ad verten tien; 20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 13 Maart.
3PEXJXIL,X-.E1?OXT.
NOVELLE
van Ferdinand Kurnberger.
XIV.
ItlIDDELBURGSCHE
Voor het gedenkteeken voor den dichter Van
Zeggelen is hjj °ns ontvangen: opbrengst éener
inzameling op de IVttfs vergadering gisteren avond
ƒ3.30.
Het verslag der kamer van koophandel en
fabrieken te Middelburg over het jaar 1878 bevat
een aantal bijzonderheden betreffende den staat
van handel, scheepvaart en nij verheid, niet alleen
hier ter stede, maar over het meer uitgestrekt
gebied harer omgeving. Met waardeering valt
daarbij op te merken dat de kamer zich niet
uitsluitend bepaalt tot de aangelegenheden, die
in 't bijzonder aan hare bemoeiing zijn onderworpen,
maar dat zij in haar verslag verschillende sta
tistische en andere gegevens opneemt, die tot de
kennis van het maatschappelijk leven belangrijke
bijdragen opleveren. Jammer dat de kamer ook
dit jaar de klacht te herhalen heeft dat de in
lichtingen, welke haar verstrekt worden, in vele
opzichten zóo onvolledig zijn, dat haar wensch
om een beeld te teekenen van hetgeen op 't gebied
van handel en nijverheid hier voorvalt, slechts
vervuld zou kunnen worden indien zij daarbij voor
7/8 gedeelte met hare phantasie te rade ging.
Zoo ontvangt zij o. a. slechts bij zeldzame uit
zondering mededeelingen omtrent de wijze van
werken en omtrent de loonen, en nimmer omtrent
de verhouding tusschen werkgevers en werknemers.
Onder de mededeelingen van algemeenen aard,
van welke wij in den loop des jaars nog geen
melding maakten, merken wij op het aan den
minister van binnenlandsche zaken gericht ant
woord op eene vraag naar de inrichtingen tot het
ontsmetten van ladingen uit schepen, afkomstig
van besmette havens en tot het tijdelijk herbergen
van hun bemanningen. De kamer toonde het
wenschelijke aan van althans in Zeeland éene
inrichting van dien aard te bezitten; vestigde
daartoe de aandacht op de forten De Rnijter of
Rammekens; doch hoorde van de zaak niets meer.
Met het oog op de besmet verklaring der havens
aan de Zwarte zee en de zee van Azof wint deze
aangelegenheid nu nog in belangrijkheid.
Omtrent het spoorwegverkeer zijn de bemoeiin
gen der kamer en de gedeeltelijk goede uitslag,
1 waarmede zij bekroond werden, onzen lezers meer-
endeels bekend. Naar aanleiding van haar herhaald
aan den minister van waterstaat gericht betoog
der wenschelijkheid om de lijn Grand Central
Beige aan te koopen, en subsidiair om een lijn
Bergen op ZoomZevenbergen aan te leggen,
teek ent de kamer het volgende aan:
17.
Dat was eigenlijk hoogst eenvoudig in zijn werk
gegaan en alleen ingewikkeld geworden door de
fijn gesponnen verdichtselen der goede Rosalie.
Deze ondernemende vrouw bewees haar vriendin
uit allerlei verhalen hoe dikwijls vrouwen als
mannen, ja zelfs als soldaten verkleed, de wijde
wereld waren ingegaan en jaren lang onder de
moeielijkste omstandigheden haar rol hadden
volgehouden. Maar nu moesten al de aanhang
sels dezer intrigue nog opgehelderd worden.
Waartoe diende dat verzinsel der samenzwering?
Om het geloofwaardiger te maken dat een be
schaafd jongmensch, die niet voor bediende in
de wieg gelegd was, tot eiken prijs, onder de
bescherming van een ouderen heer op de vlucht
wilde gaan. Waartoe dan die akelige verhalen van
den zelfmoord des vaders en van de krankzin
nigheid der moeder? Om het medelijden van
Mömer op te wekken en om de stemming eener
ongelukkige jonge vrouw, ook voor een jongeling
te motiveeren, die anders toch veel levenslustiger
Ook ditmaal werden Onze wenscken niet verhoord.
Ook een volgend jaar zullen wij das in hét verslag der
Exploitatie-maai schappij 'een variant kunnen vinden op
t geen thans voorkomt (pag. 8). «Het gebrek aan sa
menhang in de exploitatie van de verschillende lijnen
waaruit ons Zuidernet bestaat, doet zich steeds gevoelen.
De overeenkomst van 3/13 Januari 1873 tusschen den
staat en de Grand Central jSri^e-ondernemiDg gesloten,
blijkt onvoldoende om een regelmatige exploitatie op de
lijnen Roosendaal —Breda en RoosendaalZevenbergen te
verzekeren. Vooral het verkeer van Rotterdam naar
Zeeland en naar België lijdt daaronder."
Wij constateeren met genoegen dat des ondanks in dat
verslag kon worden betuigd (pag. 11). »Het transiet-
verkeer over onze lijn VlissingenVenlo in aansluiting
met de pakketvaart VlissingenQueensborough der maat
schappij Zeelandontwikkelde zich niet onbelangrijk."
Uit pag. 42 blijkt dat het gezamenlijk vervoer in ver
keer met Engeland steeg van 10402 passagiers in 1876
tot 21260, en met Duitschland van 56962 passagiers in
1876 tot 70765, terwijl »tot de ontwikkeling van het
verkeer met Duitschland en België verder heeft bijgedra
gen het toenemen van het vervoer met Engeland via
Vlissingen" (pag. 45). Wij meenen in een volgend ver
slag dier maatschappij in vooral niet minder warme woor
den op toeneming van dat verkeer te zullen zien gewezen.
Immers nit zeer vertrouwbare bron is ons medegedeeld
dat 12386,601 ton goederen en 9548 passagiers meer
gijn vervoerd in 1878 dan in 1877. Het vervoer tus
schen Vlissingen en Queensborough bedroeg in 1878:
20522,500 ton en 17954 passagiers, en in omgekeerde
richting 7404,700 ton en 17859 passagiers. Het totaal
in heide richtingen was 27927,200 ton en 35613 reizi
gers in 1878 tegen 15540,599 ton en 26065 reizigers
in 1877.
Omtrent het gebruik van het Prins Hendrik-dok
alhier doet de kamer eenige opgaven, waaruit
blijkt dat dit dok, ofschoon een groot gedeelte
van het jaar bezet, toch niet zoo algemeen gebruikt
werd als het gemis van dokken van dien omvang
in ons land en het dikwijls onvoldoend aantal
dokken te Antwerpen zouden doen verwachten.
Het verlengen van den termijn van openstelling
van het marine-dok te Willemsoord voor de
particuliere scheepvaart, tot uit. Juni 1879, heeft
in zooverre hiertoe bijgedragen dat daardoor
schepen, te Amsterdam thuis behoorende, van
kennismaking met het Middelburgsche dok werden
teruggehouden.
De kamer knoopt aan hare mededeelingen over
dit onderwerp de volgende beschouwingen vast.
Het bestaan van het tarief voor haven en kanaal
rechten benadeelt den bloei van deze onderneming in niet
geringe mate. Hoewel dat tarief voor schepen, die hier
komen alleen om gedokt of gerepareerd te worden, niet
drukkend is, daar slechts de helft van het in andere ge
vallen verschuldigde moet worden voldaan, schijnt men te
Antwerpen in het bestaan van dat tarief een wapen te
zien om af te schrikken van aanvrage om plaatsing.
had moeten zijn. Waartoe eindelijk dien humbug
van de politie en die spionage in huis? Om te
beletten dat Mömer zijn bediende vóór het laatste
oogenblik zag, hem allerlei vragen deed en hem
nauwkeurig opnam. Het was thans aan Mömer
deze vragen te doen en aan Adulis-Candidaomdie
te beantwoorden. Daartusschen door vroeg
Gabriël telkens op nieuw hoe alles toch gekomen
was en of deze ontmoeting toch eigenlijk niet
een goed overlegde verrassing was?
Daarop citeerde Adulis de woorden van P tickler
Muskau en Mömer beroemde zich op zijn juisten
blik voor de fraaie ligging dezer villa. Daarom
alleen waren zij hierheen gekomen en terwijl hij
den wijnberg inging om iemand te zoeken, was
Candida, zoo als zij zeide, teneinde zich tegen de
brandende zonnestralen te beveiligen onder de
schaduwrijke haag gekropen en had daar, op
den grond liggende, genoten van het heerlijke
uitzicht op de zee. Tusschen het loof verscholen
was zij onopgemerkt gebleven door de heeren, die
den berg opkwamen en had alles gehoord wat
Gabriël, die dicht in haar nabijheid tegen een zuil ge
leund stond, met zoo veel aandoening gesproken had.
Al die vragen en antwoorden hadden muziek
moeten zijn, zoodat meer dan een stem zich
tegelijk kon doen hooren en de een niet altijd
behoefde te wachten tot de ander uitgesproken
had. Nu werd het een stortvloed van woorden
door elkaar, als vliegende zwaluwen! Eindelijk
was het belangrijkste gezegd en kwam Mömer
er toe om zooals bij zei, einde goed, alles goed
'ejfilMarirf bevoordeelt de scheepvaart tusschen. Holland
en plaatsen huiten 's lands boven die van de Walchersche
havens. De vaart door het gansche kanaal zonder oj>-
onthoud binnen zekeren termijn is onbelastdoch het
gebruik maken van een gedeelte van het kanaal is met
rechten bezwaard. Vorderde de consequentie niet dat men,
gedwongen v r ij e vaart te verschaffen waar het kanaal
het afgedamde Sloe vervangt, ook vrije vaart toeliet waar
van dat kanaal gebruik wordt gemaakt voor de reis uaar
plaatsen die er aan gelegen zijn
Moge het reeds meermalen gelukkig steeds in vrij-
gevigen zin gewijzigde tarief spoedig behooren tot die
zaken, die alleen waarde hebben voor hen die de geschie
denis bestudeeren van onze handelswetgeving
Met het verdwijnen van het tarief zou weder een be
zwaar tegen de Walchersche havens zijn weggenomen;
dan zal spoedig, naar wij wenschen, een Nederiandscbe
of Zeeuwsche maatschappij verrijzen, die de concurrentie
onderneemt tegen de te Vlissingen gestationeerde Belgische
sleepbooten, welke steeds te hooge en dikwerf zeer wille
keurige prijzen vragen om schepen naar Vlissingen of
Middelburg te brengen.
Nu de Belgische regeering door haar zeer sterke orga
nisatie van personeel en materieel van het loodswezen is
voorgegaan met zooveel mogelijk de schepen naar Ant
werpen binnen te brengen, zijn de particulieren gevolgd
met de stoomsleeperij, en worden alle middelen in 'twerk
gesteld om van Vlissingen het vertier verwijderd te houden.
Dat de Exploitatie-maatschappij door handhaving, spe
ciaal van het internationaal zeehaven-tarief, dat voor Am
sterdam, Dordrecht en Rotterdam gelijk, doch voor Vlis
singen hooger is, die pogingen in de hand werkt, is helaas
maar al te waar. En waar van verkorting der verbin
dingen verlaging van vracht, als een natuurlijk en
in 't algemeen belang wenschelijk gevolg, werd veiwacht,
zagen wij diezelfde maatschappij aansluitende tarieven
weigeren, waardoor vooralsnog het natuurlijk voordeel aan
Walcheren ontviel.
Is particulier initiatief te wachten, en belooft dit duur
zaam goede resultaten, waar de tarieven van den spoorweg
in menig geval aan vervoerkosten doen verliezen, wat aan
scheepsonkosten uitgewonnen wordt? Waar het Neder-
landsch loodswezen te Vlissingen zooveel minder talrijk
personeel en zooveel minder vaartuigen heeft dan het
Belgischedat naar Antwerpen, dan het loodswezen van
Brouwershaven en van de monden der Maas, dat naar die
streken de schepen bij voorkeur tracht te doen binneu-
komen Waar de gemeenschap te water tusschen Vlis
singen en Holland met tarieven bezwaard is, terwijl de
rechtstreeksche vaart tusschen Antwerpen en Holland
door het Zuid-Bevelandsche en het Walchersche kanaal
onbelast is
Handel en scheepvaart worden niet alleen getrokken door
kostbare haven- en kanaalinrichtingenook de voorwaar
den, waaronder van die werken gebruik kan worden ge
maakt, moeten vooral in den aanvang van dien
aard zijn dat de lusten van verplaatsing van richting de
lasten overtreffen.
Wordt vervolgd
zijn Adulis de kroon op het hoofd te zetten en
zijn overwinning op Schules en Sanga mede te
deelen,
„En zulk een vrouw heb ik gekweld met mijne
kleingeestige huiselijke zorgenriep Gabriël, als
verpletterd en toch blakende van trots dat z ij n
vrouw was
Candida zei zeer ernstig„Daarvoor heb ik
ook de vrouwelijke grenzen overschreden. Anderen
zouden immers haar schoonmoeder tot aan
haar dood toe verdragen hebben. Maar als ik
nu de plaats weer inneem, die mij toekomt, moet
gij dien Adulis en zijn Odessa niet meer prijzen.
Het is mij lief dat hij goed gemaakt heeft, wat
Candida in de oogen van velen misdaan heeft.
Maar laat ons van het oogenblik af, waarop ik
weer mijn vrouwengewaad aantrek, met geen
woord meer van deze kwajongensstreken gewagen.
En waarlijk daar verlang ik hard naar. Daar
ginds staat ons rijtuig, laat ik daarmede naar de
stad rijden om alles te koopen wat ik noodig
heb."
„Gij behoeft het zoover niet te zoeken," zei
Gabriël lachend. „Ik heb uwe kleeren van den
laatsten dag tot een eeuwigdurend aandenken
meegenomen en die reizen overal met mij mede.
Gij kunt terstond in huis gaan en u aankleeden
zooals gij verlangt.
Candida viel hem om den hals, maar haar blik
ging naar Mömer met een uitdrukking van innig
geluk, als wilde zij zeggenzie, dat is mijn man
en hij ia toch mijner waard,
In de gisteren avond gehouden vergadering
van het departement van 't Nut alhier, werd na een
gunstig advies van het bestuur het reeds in de
vorige vergadering gedaan voorstel aangenomen,
om het hooldbestuur der maatschappij uit te
noodigen onder de punten van behandeling voor
de volgende algemeene vergadering de vraag op
te nemen of het niet op den weg der maatschappij
zou liggen bij de regeering stappen te doen tot
verkrijging van wettelijke bepalingen ter beperking
van .het ad verteeren en het verkoopen van ge
heime geneesmiddelen.
De voorzitter bracht het verslag der Spaarbank
uit en vroeg voor het bestuur machtiging bij
deze inrichting, in plaats van ƒ4000, voor de
inrichting der bewaarscholen van het departement
f 6500 ter leen te vragen, daar eerstgenoemde
som niet voldoende was gebleken. De machtiging
werd zonder bedenking verleend.
De vergadering werd besloten door eene voor
dracht van dr. H. Japikse over De geschiedenis
en de ontwikkeling van het natuuronderzoek.
Dinsdag morgen omstreeks 8\ uur verzochten
een tiental schippers te Wemeldinge, die hunne
reis naar Holland moesten voortzetten, om eene
sleepboot ten einde buiten het kanaal gesleept
te worden. De agent berichtte dat er geen aan
wezig was een half uur te voren was zij naar
Hansweert vertrokken. Hun verzoek om dan van
paaiden gebruik te mogen maken, kon niet wor
den toegestaan. Wachten was de boodschap. Nu
keerde het bootje niet terug voor des namid
dags 2 uren, hun tij was verloopen en zij waren
een dag kwijt.
Terecht verwonderd over zulk eene dienstregeling
(de agent zeide dWt de bootjes niet steeds aanwezig
behoefden te zijn), die hun behalve meer geld dan
vroeger nu ook zooveel kostbaren tijd meer
kostte, hebben een tweetal hunner over deze han
delwijze hun beklag schriftelijk ingediend bij den
hoofdingenieur van Zeeland, en zijn zij voorne
mens bij den minister op eene betere dienstrege
ling aan te dringen op een kanaal, indertijd ge
graven om de v r ij e vaart naar België te ver
vangen. (N. B. Cf.)
Amsterdam, 13 Maart. Bij het overnemen
door andere bladen van onze mededeeling van
10 dezer, betreffende de arrestatie van zekeren S.,
bediende van het Duitsche consulaat alhier, wegens
de ontvreemding van 15,000 ten nadeele van
zijn patroon, werd door bedoelde bladen de toe
voeging opgenomen, dat dit vermoedelijk dezelfde
zou zijn waarover reeds vroeger sprake was. Dit
was niet het geval. De arrestatie eenige dagen
Maar Mömer zette een droevig gezicht en riep
uit: „Adulis! Adulis! reken mij niet zoo spoedig
tot de afgestorvenen. Wees niet zoo vlug, gij
jongelieden. Gunt mij tijd om er aan te gewennen.
Laat mij van mijn Adulis ten minste de kleeren
Op dit oogenblik begreep het gelukkige paar e -rst
wat er in Mömer omging. De oude man had
zich inderdaad aan den jongeling gehecht; hij
had plannen met hem gemaakt, hij wilde
hem aan een zaak helpen, hem als zijn zoon
aannemen, in éen woord hij had de hoop zijns
ouderdoms op hem gevestigd. Dat alles lag voor
hem opgesloten in de woorden: de kleeren van
mijn Adulis! Toen zij dien blik in zijn hart
geslagen hadden voelden zij weder dat zij met
hun drieën waren en er kwam een schaduw over
hun blijdschap.
Maar de oude man, flink als altijd, begon:
„Kinderen, laat ons een plan maken. Wij moe
ten scheiden dat spreekt van zelf. Nu denk
ik dat het beste zal wezen dat ik naar Triëstga
en mijn geld aflever, terwijl gij beiden nog hier
blijft. Prokter senior zal mij, als ik hem zooveel
boven verwachting breng, stellig ten eten en
misschien wel te logeeren vragen, 't geen ik voor
een paar dagen zal aannemen. Dan heb ik gele
genheid om het terrein te verkennen en zal u
schriftelijk rapport daarvan doen. Naar gelang
van omstandigheden overlegt gij dan op uw ge
mak of gij hier nog blijven wilt en hoë lang, en
hoe gij uw terugkeer wilt inrichten. Daarmede
verloopt eenige tijd en dan ben ik oude man