W. 57.
122e Jaargang.
1879.
Zaterdag
8 Maart.
De belasting-ontwerpen.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke Hommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentie»! 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compafnie générale de publicité étrangère G L. Daube en Gie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 7 Maart
NOVELLE
van Ferdinand Kurnberger.
x.
III.
Nu het kapitaal door middel van de successie
belasting in de rechte lijn aan de schatkist
cijnsplichtig is gemaakt, nu wij op het punt
staan de inkomsten uit effecten aan belasting
te onderwerpen, is het niet te verwonderen
dat de minister van financiën ook het oog
heeft laten vallen op een coupon-knipper, die vrij
gesteld is van de effecten-belastingdewijl deze
alleen ingezetenen (personen) des rijks
treft, en op een kapitaal-bezitter die, zooals de
minister het, kernachtiger dan in gebruikelijken
kanselarij-stijl, uitdrukt: „erft, maar niet na
laat begiftigd wordt, maar niet teruggeeft
koopt, maar niet weder vervreemdt". Wij
bedoelen de instellingen die goederen in de
doode hand bezitten.
Oppervlakkig zou men kunnen meenen dat
tegen belasting op deze goederen, behalve bij
de rechtstreeks belanghebbenden, niet veel
tegenzin zal bestaan. Men stelt ziqh de doode
hand dikwijls voor als een ontzaglijk groot en
steeds aangroeiend eigendom, hoofdzakelijk
van kloosterlingen, die in werkelooze afzonde
ring van hun bezit niet het voordeel trekken
dat er van te halen is; of van kerkelijke
lichamendie zonder den prikkel van het
winstbejagdie den gewonen eigenaar drijft,
er slechts zooveel opbrengst van zoeken als
voor de inkomsten der kerk of barer dienaren
noodig is.
Bij nadere beschouwing komt men echter
van dien waan terug. Neemt men in aan
merking dat van de 131 millioen gulden, welke
de doode hand aan belastbaren grondeigendom
bezit, ruim 64 millioen toebehooren aan provin
ciën gemeenten en waterschappen, dan gaat
er reeds een ander licht over de zaak op.
Want wat deze lichamen aan "de. schaikist
moeten opbrengen, komt voor een goed deel
uit de zakken der belastingschuldigen. Zoo-
zal de 256,000 uit het grondbezit en de
ruim ƒ33,000 uit de inschrijvingen op de
grootboeken der nationale schuld, welke uit
deze bron aan de rijksmiddelen zullen toevloeien,
12.
Gij zijt in EuslandIn een land waar men zelfs
een stekeblinde den Engelsehen zeeofficier
James Holman als spion behandeld en naar
de citadel te Warschau gezonden heeft. Daar, lees
dit, als gij mij niet gelooven wilt, lees deze cou
rant? - speel maar met de lymrceden der Rus
sische politie en zie dan welke heilige u weder
los krijgtUw mooie patroon, die de politie van
twee werelddeelen voor den gek houdt, kan hier-
ook op den loop gaan en dan zit gij alleen in
de klem. Wat zeg ik? Het is juist de taktiek
van zulke spitsboeven, dat zij in iedere plaats,
die zij bestelen, de politie zelve voor zich weten
te winnen. Hier in Odessa gaat hij met den
directeur van politie om, met dien Pogowitcb,
een schurk die regelrecht uit het tuchthuis komt
en alleen aangesteld is, omdat hij zelf den boos
doenersloopbaan afgelegd heeft en alle listen
PB streken bij ervaring kent. Een tweede vriend
zich in den vorm van hoogere hoofdelijke
omslagen of van meer opcenten op de perso-
neele belasting aan ieder onzer doen kennen.
Eenë kennismaking met de „doode hand",
durven wij weddenwaaraan menigeen tot
dusverre niet had gedachtEn nog op andere
wijze kan zij zich doen gevoelen. Wat uit
de millioenen der instellingen van weldadigheid
en der kerkgenootschappen zal moeten worden
opgebracht, zal voor een gedeelte omgezet
worden in verhoogde uitgaven der burgerlijke
armbesturen en dus alweder op de gemeente-
begrootingen niet zonder schadelijken invloed
blijven.
Dit voor zooveel den financieelen kant der
zaak betreft. Beziet men haar echter van een
staatkundig en wetgevend oogpunt, dan wordt
zij nog minder aanlokkelijk. Hoe lastig het
onderwerp is, toont de memorie van toelichting
in een overzicht der vruchtelooze pogingen,
reeds sedert 1660 aangewend om de doode
hand op behoorlijke wijze tot de staats-inkom-
sten te doen bijdragen. Het laatst geschiedde
dit in 1831maar„de groote moeilijkheden,
aan het tot stand komen eener goede wet
nopens dit onderwerp, en de niet geringe be
zwaren, aan de uitvoering daarvan verbonden,
gevoegd bij de overtuiging dat de opbrengst
niet groot zou kunnen zijn, hebben de opvol
gende regeeringen, ondanks den dikwerf her
haalden aandrang daartoe, steeds doen aarzelen
ernstig op de poging van 1831 terug te
komen."
Van zijné tegenwoordige, voordracht koestert
de minister niet veel hooger verwachting. „De
regeering, zegt hij, zoo nederig als in een
ministerieel stuk maar zelden gesproken
wordt, de regeering ontveinst zich geenszins,
dat zij met het voorstellen der onderwerpelijke
belasting eene hoogst moeilijke taak onder
neemt. Is zij overtuigd dat haar ontwerp op
volmaaktheid in de verte geen aanspraak kan
maken, zij is zich evenzeer bewust er met
ernst naar gestreefd te hebben, hare taak zoo
goed als haar dit mogelijk was te vervullen."
Bedeesder kan het al niet en toch heeft de
minister hier nog maar een deel der bezwaren
op 'toog gehad: moeilijkheden van redactie,
definitie, juiste keuze der vrijstellingen, nauw
keurigheid der berekeningen enz. Des Pudels
Kern zit hierin dat dit ontwerp, nevens zijne
fiscale, ook eene bepaalde staatkundige en
maatschappelijke strekking heeft. Even roert
de minister deze laatste aan, als hij zegt dat
van uw mijnheer is die Franscbe handelsconsul
Lequile, die onder de oogen der douane smokkelt
en de grootste dief is die er tusschen de Witte
en de Zwarte zee bestaat. Klaagt gij zulk een
man aan bij de politie, dan laat ze hem ontsnap
pen en houdt u in arrest. Bedenk dat wel.
Geloof wat een man van ondervinding u zegt,
als gij het in uw onschuld niet begrijpt. Onschuld!
Ja, ja, bluf maar op uw onschuld. In de mijnen
van het Uralgebergte en in Siberië zal men u
wel leeren wat onschuld is en als gij het dan nog
niet vat, zal de knoet het u wel duidelijker
maken jonge heer
Adulis hield zich zóo bedremmeldals die
woorden ten doel hadden en zei in doodsangst. „Om
Godswil, spaar mij Gij spreekt heel anders dan
mijnheer Schules gisteren, die zei geen tiende
deel van al die akelige dingen."
„Domkop!" prevelde de Italiaan. Hij was
trotsch op zijn zegepraal en ging met grooter ver
trouwen voort: „Ter zake dus! Die Mömer is
een voor de maatschappij schadelijk persoon, die
als magnetiseur, croupier, spion, koppelaar, smok
kelaar, slavenhandelaar, sluipmoordenaar enz.
sedert dertig jaar de beide halfronden onveilig
maakt. Zijne handlangers zijn jonge lieden, zoo
als gij, die hij in den steek laat zoodra hij hen
niet meer noodig heeft. Met het pistool in de
hand int hij voorgewende schulden, daarvan zijt
gij getuige. Zie maar eensHier is zijn schrift,
de regeering „zich verplicht acht het hare te
doen om aan het voorrecht, dat de doode hand
voor hare goederen geniet, een einde te maken
meer omdat? het publiek belang, zoowel uit
een staatkundig als uit een staathuishoudkun
dig oogpunt beschouwd, medebrengt het bezit
in de doode hand eer te belemmeren dan te
begunstigen." Maar de kampvechters voor de
kerkelijke belangen zetten duidelijker de pun
ten op de i's. Vooral de „anti-kerkelijke zijde"
van het wetsontwerp wordt in de katholieke
bladen op den voorgrond gesteld. „Het tast,
lezen wij, de kerk in hare vrijheden
en rechten aan. Al roept men ons toe dat van
deze vrijheden en rechten in ons Nederlandsch
staatsrecht niets geschreven staat, voor ons
bestaan zij daar niet minder om."
Wie weet of ons, voor dat dit ontwerp wet
wordt, niet eene herhaling van het volks
petitionnement, ditmaal van katholieken kant,
en in plaats van om een „school met den
bijbel tegen de „berooving der kerk", te
wachten staat
Van clericale agitatie nu hebheu wij, al
duchten wij haar niet wanneer ze noodzakelijk
is, in den eersten tijd, ook met het oog op de
naderende verkiezingen, genoeg. Voegt men
bij al deze overwegingen nog, dat de geheele
opbrengst der belasting slechts op 635,000
geraamd is, daaronder begrepen hetgeen daartoe
door provinciën, gemeenten en waterschappen
wordt bijgedragen, wat voor een goed deel
weer op de schouders der ingezetenen terecht
komt, dan zal men misschien onze betui
ging begrijpelijk vinden dat, van de twee be
lasting-ontwerpen, dat op de doode hand bij
ons het minste hartzeer zou nalaten, indien
het op zijne reis van bet Bijblad tot het Staats
blad verongelukte. Verbetering der zegelbe
lasting of hervorming van het patent, waardoor
dit stellig meer zou kunnen opbrengen en
tevens gelijkmatiger drukken, ware ons ruim
zoo welkom geweest als deze weinig belovende
vrucht uit den tuin, niet der bekisting-hervor
ming, maar der belasting-vermeerdering.
Na deze betuiging van onze niet meer dan
matige ingenomenheid, blijft ons nog over de
belangrijkste bepalingen van het wetsontwerp
door te loopen.
Het ontwerp geeft eene wetenschappelijk
zeer onvolledige, doch practische en eenvoudige
bepaling van wat onder instellingen van de
doode hand verstaan wordt. Het begrijpt daar
onder: „alle hetzij rechtens, hetzij feitelijk
als gij mij niet gelooft. Onze firma perst hij geld
af, terwijl hij Schules en mij met een duel bedreigt.
Doet een koopman zoo iets? Een sluipmoorde
naar is Mömer, een gemeene sluipmoordenaar.
Wij zijn in ons goed recht, als wij hem van kant
maken. Wij betalen hem met zijn eigen munt.
Hij wil ons vermoorden en u laat hij achter als
zijn vertegenwoordiger bij het gerecht! Wij hebben
er dus beiden belang bij dien galgenbrok den pas
af te snijden. Hier is een poedertje voor zijn
thee, dat hem goed zal bekomen, ha ha ha!"
Adulis zei: „Maar dan ben ik mijn bestaan
kwijt. Hoeveel biedt gij mij, opdat ik althans
in den beginne kan leven."
De oogen van Sanga straalden van blijdschap
bij die vraag, waarin de toestemming lag. Hij
kon zijne vreugde nauw verbergen en zei„Hebt
gij wel eens van het wereldberoemde slot Klint
schi of Goldmund gehoord? Het is gebouwd naar
het model van Neuilly, bij Parijs, behoort aan de
gravin Bilienbajewska en ligt in Ukrain, in een
paradijs van de schoonste bosschen en weilanden
die er op aarde zijnWij hebben hooge hypo
theken op die bezitting gegeven en moeten dikwijls
op de intresten wachten de gravin is dus
afhankelijk van ons. Daar zullen wij u heen
zenden. Gij verdwijnt van de aarde in een
paradijsBovendien is de nicht van Schules, die
dame de compagnie bij de gravin is, ontegenzeggelijk
het schoonste meisje in Zuid-Rusland. Gij zult
bestaande instellingen, welker bezittingen niet
door overlijden overgaan." De aanslag geschiedt
door middel van eigen aangifte, om de vijf
jaren, ingaande 1 April 1880, door de be
stuurders dezer instellingen aan de kantoren
van de successie-belasting te doen. Bij het
bepalen der waarde en bij verzuim óf onjuist
heid der aangifte, zijn de regelen der successie
wet van toepassing. Bevestiging der aangifte
door een eed kan worden gevorderd. Schenking
of overdracht op andere wijze, met het doel
om de belasting te ontduiken, wordt als niet
geschied beschouwd.
Het bedrag der belasting is gesteld op 0.40
ten honderd van het kapitaal in onroerende
goederen en op 0.25 ten honderd van dat in
effecten en schuldvorderingen. In
't voorbijgaan zij hier opgemerkt dat deze
laatste soort van kapitaal, bij de effecten-be
lasting vrijgesteld op grond van principieele
redenen, hier belast wordt, zonder dat in de
memorie van toelichting eenige grond voor die
niteenloopende beschouwing wordt aangevoerd.
De minister is dus öf niet vast doordrongen
van het beginsel, waarom hij hij de effecten
belasting de schuldvorderingen vrijlaat, óf hij
meet met twee maten. Wat voorts het voor
gestelde cijfer der belasting op de doode hand
betreft, schijnt eene vergissing in de bereke
ning begaan te zijn. De regeering is tot hare
getallen van 0.40 en 0 25 pet. gekomen door
eene becijfering, gegrond op de gemiddelde
tijdvakken, waarin van andere bezittingen
successierecht of registratie- en overschrijvingg-
rechten betaald worden, vermeerderd met de
0.10 pet. van de effecten-belasttng. Tot tweeden
factor heeft zij daarbij echter genomen het
gemiddelde van het successierecht, dat door
alle soorten van erfgenamen, dusook door die
in de rechte lijn, betaald wordt. Daar nu bij
het erven der doode hand in 't geheel niet aan
bloedverwantschap en zeker niet aan die in de
rechte lijn te denken valt, geeft deze becijfe
ring natuurlijk een veel te laag cijfer. Door
de successie in de rechte liju buiten aanmer
king te laten, komt men tot een cijfer voor de
onroerende goederen van ongeveer 0.60 en
voor de roerende van bijna 0.45 ten honderd;
wat naar eene raming van de N. Rott. Ct. in
de opbrengst 2 ij1 ton en volgens het Vaderland
zelfs bijna 4 ton kan verschillen.
De waarde van deze en andere ramingen
is echter niet zeer hoog te stellen. De regee
ring zegt in hare memorie dat het „niet doen-
u dus volstrekt niet vervelen. Staat u mijn
voorslag aan
„Uitstekend! Maar ik zal toch wel een
weinig zakgeld ook noodig hebben. Hoeveel
kunt gij mij aan contanten geven
„Gij zijt een taaie koopman. Maar ik zal niet
dingen. Wij zullen dadelijk een wederzijdsch
contract voor twee dnizend roebels teekenen)
betaalbaar op Mömers sterfdag. Is dat goed?"
„Hier met het vergif!" riep Adulis.
De Italiaan gaf hem een wit pakje.
Nu trad Adulis twee stappen achteruit en riep
met luide stem: „Dus dit verbond is gesloten.
Gij geeft mij twee duizend roebels, om mijn
meester te vergiftigen en het vergif houd ik hier
in de hand. Getuigen treedt nader."
Daar gingen op eens de twee groote kasten open
en Sanga werd omsingeld door Mömer, Lequile en
Pogowitsch, die alle drie gewapend waren.
Sanga slaakte een kreet als een gewond dier.
Pogowitsch pakte hem bij zijn kraag, maar hij
zonk als verpletterd ineen en prevelde:
„Ik zal betalen."
Daar Adulis verzocht had verschoond te blijven
van een proces, was het vonnis over den zondaar
spoedig geveld.
„Ja zeker betaalt gij" zei Mömer. „Gij betaalt
de schuldvordering der firma Prokter en zoon,
ten volle bedrage van veertig duizend roebels."
„Dertig duizend hebt gij gevraagd.".